Het Archiefbesluit 1995 beschrijft de externe deskundige als: een deskundige op het terrein van de relatie tussen burgers en overheid en de betekenis van overheidsinformatie voor deze relatie.
Het profiel van de externe deskundige bestaat uit twee eisen:
- Onafhankelijk van de voordragende partijen;
- Deskundig in de relatie burger overheid en de rol van overheidsinformatie hierin.
Deze eisen staan omschreven in het Archiefbesluit en de Nota van toelichting en worden hieronder toegelicht.
De externe deskundige is onafhankelijk en vertegenwoordigt het belang van burgers. De externe deskundige kan daarom:
- Geen dienstverband hebben bij of andere (betaalde) werkzaamheden verrichten voor de overheidsorganisatie die de selectielijst opstelt.
- Geen dienstverband hebben bij een andere gerelateerde (overheids)organisatie.
In het geval van een arbeidsrelatie in het verleden, of aanstelling bij een andere (overheids)organisatie wordt de onafhankelijkheid van de kandidaat per geval bekeken.
Een brede inzet als externe deskundige kan ertoe leiden dat de onafhankelijkheid in het gedrang komt. Met als gevolg dat een betrokkenheid als externe deskundige bij een selectielijst onmogelijk wordt. Ook dit zal per geval bekeken worden.
De externe deskundige is deskundig op het gebied van informatierecht, ombudswerk, politiek, burgerschap of openbaar bestuur. Ze zijn vaak werkzaam binnen belangenorganisaties, de media of wetenschap. De werkervaring en/of publicaties van een kandidaat zijn relevant om deze deskundigheid aan te tonen.
Kennis van de (werking van de) overheidsorganisatie is geen harde eis. Het is vooral van belang dat de externe deskundige inzicht heeft in de rol van de overheidsorganisatie in relatie tot de burger. En in de impact van de overheidsorganisatie en haar informatie op die burger.