Vanwege de verwachte drukte in de studiezaal moet u vanaf 1 januari 2025 altijd vooraf een plek reserveren. U reserveert een plek door een stuk (inventarisnummer) te reserveren.
Het staatsbewind van de Bataafse Republiek stelde bij Besluit van 12 juni 1804 een "Provisioneele instructie voor de Politicque Regeeringe op het eiland Curaçao en onderhorige eilanden vast".
WIP II nr. 650, blz. 640 - 647 (artt. 1 - 51).
Onder dezelfde dagtekening werd een instructie voor de nieuwbenoemde gouverneur gearresteerd.WIP II nr. 559, blz. 630 - 640 (artt. 1 - 46).
Volgens deze provisionele instructie zou de politieke regering berusten bij de gouverneur en zes raden van Politie. De fiscaal en de boekhouder-generaal namen uit hoofde van hun functies met een adviserende stem deel aan de Raad; de overige vier raden werden uit de ingezetenen gekozen.Op 10 september 1804 werd de nieuwe gouverneur door de leden van het waarnemend bestuur (de commissarissen Berch en De Veer) geïnstalleerd en op 18 september benoemde de gouverneur als president van het college de nieuwe raadsleden.
Inv. nr. 452, blz. 217 - 219.
Tevens wees de gouverneur voorlopig de nieuwe Raad aan als college voor de Civiele en Criminele Justitie. Een afzonderlijke Raad van Civiele en Criminele Justitie zou in werking treden na de aankomst van een in Nederland te benoemen vice-president. Uit de archiefstukken blijkt dat deze Raad van Justitie een eigen administratie voerde en zich als een afzonderlijke college beschouwde.In de vergadering van de Raad van Politie van 1 mei 1806 bracht de gouverneur de secrete resolutie van de Raad der Amerikaanse Coloniën en Bezittingen van 19 september 1805 nr. 1 in de Raad, waarbij de instelling van een afzonderlijke college voor Justitie gelast werd, bestaande uit de gouverneur als president zonder stem; een vice-president en zeven rechters gekozen uit de ingezetenen. Het duurde echter tot 18 december 1806, voordat de gouverneur tot de installatie van een Raad van Civiele en Criminele Justitie kon overgaan.
Inv. nr. 558, blz. 108.
Na de verovering van Curaçao door de Engelsen op 1 januari 1807 bleven de Raad van Politie en de Raad van Civiele en Criminele Justitie aanvankelijk bestaan; tot leden van de Raad van Civiele en Criminele Justitie werden door de Engelse luitenant-gouverneur benoemd de commissarissen van het college van "Mindere Questiën en Verschillen".
Inv. nr. 455, nr. 2.
Op 27 februari 1807 werd de tijdelijk waarnemend luitenant-gouverneur opgevolgd door een "Governor and Commander in chief".
Inv. nr. 522, nr. 9.
Onder diens bestuur werden op 2 juni 1807 de Raad van Politie en de Raad van Civiele en Criminele Justitie weer tot één college samengevoegd met de gouverneur als president, en de fiscaal, de boekhouder-generaal en vier burgers als leden van de Raad.Inv. nr. 522, nr. 35.
Ook sindsdien bleven echter de Raad van Politie en de Raad van Civiele en Criminele Justitie als afzonderlijke lichamen optreden en hadden deze colleges elk hun eigen administratie.Op 4 maart 1816 keerde Curaçao terug onder het Nederlands bestuur en trad het Reglement op het beleid van de regering, het justitiewezen, de handel en scheepvaart op Curaçao en onderhorige eilanden in werking, vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 14 september 1815 no. 58.
Inv. nr. 245, nr. 1A, blz. (1 - 38). Gedrukt.
Volgens dit reglement was het hoge uitvoerend gezag gevestigd in de persoon van de gouverneur-generaal, die tevens de functie van opperbevelhebber van de land- en zeemacht vervulde. De instructies voor de gouverneur-generaal en de contrarolleur-generaal zijn bij het reglement opgenomen. In de artt. 1 - 21 van het reglement zijn de bevoegdheden van de gouverneur-generaal nader geformuleerd. In genoemd reglement handelen de artt. 23 - 43 en 44 - 63 respectievelijk over de Raad van Politie en de Raad van Civiele en Criminele Justitie. In de inleidingen bij de genoemde colleges werden de bovenvermelde artikelen nader toegelicht.
De journalen van de gouverneur bevatten, behalve het verslag van het dagelijks gebeuren, afkondigingen van uitgevaardigde publicaties, benoemingen, ontslagen, data van gehouden raadsvergaderingen met de aantekening "zie notulen", inspekties, informatie over de kwestie met de "Independenten" van Venezuela en Colombia, berichtgeving over de aankomst en het vertrek van schepen, eedsafleggingen etc. Vanaf ca. juli 1820 worden ingekomen brieven van ambtenaren met data en nrs. in de journalen vermeld en behandeld. Zie voor de bijlagen bij de journalen van 1819 - 1827 en de alfabetische index op de journalen van 1820 - 1827, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nrs. 30 en 31.
Elke band met tafel. Hierin ook authentieke handschriften en gedrukte exemplaren.
Hierin ook authentieke afschriften.
De nrs. 1 - 10 ontbreken.
Zie voor 1825 - 1829, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 318 (Toegang 1.05.12.02).
Met tafel. Het register bevat 50 nrs., waarvan de nrs. 1 - 48 overeenkomen met de nrs. 1 - 48 van inv. nr. 253. De nrs. 49 en 50 zijn gelijk aan de nrs. 1 en 2 van inv. nr. 254.
Aan de achterzijde van het register, voorafgaande aan de tafel, bevindt zich een verslag van de commandant van het oorlogsschip "de Prins van Orange" (Lewe van Aduard), over de gebeurtenissen, die na de aankomst van gouverneur A. Kikkert op Curaçao, van 27 februari tot 5 september 1816 hebben plaats gehad.
Het merendeel van de reglementen etc. komt ook voor in inv. nrs. 245 - 248.
Elke band met tafel. Zie voor de jaren 1804 - 1806 de inv. nrs. 519 - 521.
Met chronologische index. Het register bevat akten van aanstelling, die niet in inv. nrs. 266 - 271 voorkomen.
Gedrukt en in afschrift. Deze publicaties zijn identiek aan de in de inv. nrs. 273 - 283 opgenomen minuut-publicaties.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
De bij Gouverneur en Raden ingediende rekesten bevatten verzoeken betreffende allerlei zaken zoals: toestemming om te mogen begraven, benoemingen in en ontslagen of verlof uit 's Lands dienst, verlenging van burgerrecht, convooibegeleiding, toestemming voor het sluiten van huwelijken, oprichting van drankwinkels en tapperijen, bouw van kalkovens (in verband met de vestingbouw), uitvoer en verkoop van slaven, verzoeken van de fiscaal om personen te mogen horen en verhoren op vraagpunten etc. Achterin sommige banden bevinden zich losse rekesten die bestemd waren om te worden doorgezonden naar Nederland. Zie voor chronologische repertoria op de ingekomen rekesten, inv. nr. 301 (1816 - 1823).
Zie ook toegang 1.05.12.02: de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 166 (1824 - 1833).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het chronologisch repertorium geeft het nummer en de datum van het rekest, de naam van de rekestrant, de inhoud van het rekest, de daarop genomen beschikking en de datum van de beschikking.
Zie voor de jaren 1824 - 1827, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 166 (Toegang 1.05.12.02).
Met tafel. In de verzoeken wordt toestemming aan de gouverneur gevraagd om lijken "buiten prejuditie" te mogen aanvaarden en ter aarde te bestellen. Men vermeldt in het verzoek dat men niet op de hoogte is van de staat van de boedel. Er worden ook verzoeken ingediend om lijken op de plantage te mogen begraven. In de beschikking wordt medegedeeld dat toestemming wordt verleend, indien niemand zich daartegen stelt. Men wordt verzocht bij ab intestato overlijden daarvan kennis te geven aan de weeskamer.
Ook enkele geschreven en gedrukte reglementen en instrukties.
Zie voor de inhoudstafel op inv. nrs. 302 - 305, het supplement van 1934, inv. nr. 1612. Zie voor het chronologisch repertorium op inv. nr. 303, het supplement van 1934, inv. nr. 1624.
Naast cognossementen van victualiën en goederen, die voor Curaçao waren bestemd, zijn er ook cognossementen voor Amsterdam, St. Eustatius, New York en Puerto Cabello. De cognossementen voor Amsterdam betreffen goederen, die vanwege hun slechte kwaliteit werden teruggezonden.
Enkele cognossementen hebben bijlagen in de vorm van facturen en recu's. Zie ook inv. nr. 382.
De serie bevat o.a. de ingekomen brieven van de raad contrarolleur-generaal, de ontvanger-generaal, de raad-fiscaal, de adjunct-fiscaal, de predikanten, de magazijnmeester en de opzichters van het "schoolwezen", waarin aan Gouverneur en Raden verantwoording wordt afgelegd van het gevoerde beleid.
Tot deze serie behoren ook een groot aantal begeleidende brieven van ambtenaren bij diverse bijlagen, die voor het merendeel niet meer bij de brieven aanwezig zijn. Deze bijlagen vormen een afzonderlijke serie, zie inv. nrs. 378 - 397.
Zie voor de inhoud van de ingekomen brieven van civiele ambtenaren, de alfabetische repertoria inv. nrs. 340 - 342 en de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828, nr. 125 (Toegang 1.05.12.02).
De serie bevat o.a. de ingekomen brieven van de commandanten van op Curaçao gelegerde troepen, de garnizoenscommandanten, de commandanten van de artillerie en de kapitein-ingenieur (later kolonel) van de genie.
Daarnaast komen brieven voor van de auditeurs- militair, de commissarissen van de boedels van overleden militairen, de administrateurs van de troepen, de chirurgijns-majoor en de hospitaalmeesters. Het betreft ook hier voor het merendeel begeleidende brieven bij diverse bijlagen vanwege militaire, financiële en justitiële zaken.
Zie voor de inhoud van de ingekomen brieven, de alfabetische repertoria inv. nrs. 340 - 342.
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 125 (Toegang 1.05.12.02).
De serie bevat o.a. de ingekomen brieven van de commandanten, de officieren, de schrijvers (victualiemeesters), de chirurgijns en de zeekrijgsraden van de op Curaçao gestationeerde oorlogsschepen. De brieven geven informatie over materiële aanvragen, contacten met Suriname en de Bovenwindse eilanden, desertie, justitie, reparatiewerkzaamheden, ziekte en overlijden van bemanningsleden. Daarnaast rapporten van de commandanten over gemaakte reizen in verband met convooien, kaapvaart en inspekties ten behoeve van Aruba en Bonaire.
De brieven zijn voor een groot deel begeleidende brieven bij diverse bijlagen (processen-verbaal, rapporten (wekelijkse-), rekesten, staten van de bemanning en het tafelgeld etc.).
Zie voor de inhoud van de ingekomen brieven, de alfabetische repertoria inv. nrs. 340 -342.
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr.125 (Toegang 1.05.12.02).
Voor aug. - dec. 1827, zie 1.05.12.02 Curaçao, Bonaire en Aruba na 1828, inv.nr. 76
De serie bevat o.a. de ingekomen brieven van de commandanten van de schutterij en de landstorm, de officieren van de compagnieën, de chirurgijn-majoor, de administrateurs en de auditeur-militair.
De brieven gaan over aanstellingen, vrijstellingen, verloven, ontslagen van officieren, verzoeken om voorschotten en subsidies, aanvragen voor materialen, contributies voor het corps muzikanten, afschrijvingen uit het contributantenregister in verband met overlijden of verblijf buitenslands.
De brieven zijn voor een deel begeleidende brieven bij diverse bijlagen (afschriften van de administratie, certificaten van de chirurgijn-majoor, processen-verbaal en sententies). In inv. nrs. 378 - 397 zijn de bij de brieven ontbrekende bijlagen gedeeltelijk aanwezig.
Zie voor de inhoud van de ingekomen brieven, de alfabetische repertoria inv. nrs. 340 - 342.
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 125 (Toegang 1.05.12.02).
Zie voor 1816 - 1822, inv. nrs. 307 - 312.
Zie voor 1826 en 1827 inv. nrs. 1619 en 1820.
De serie bevat o.a. de ingekomen brieven van de commandeurs, de ambtenaren en particulieren.
De brieven gaan over aanstellingen en ontslagen van ambtenaren, aankomst en vertrek van (gouvernements) schepen met door hen ingevoerde materialen en levensbehoeften (waaronder vooral mais) en uitgevoerde producten zoals hout, kalk, brandhout, hout, houtskool en vee. Daarnaast informatie over stranding van schepen, problemen met schepen van de "Independenten" uit Colombia en Venezuela (blokkades en kaapvaartzaken).
Voor de jaren 1824 - 1827 geven de brieven aan Aruba zeer veel inlichtingen over de goudwinning aldaar.
De brieven zijn voor een deel begeleidende brieven bij diverse bijlagen (correspondentie met de "Independenten" afschriften van financiële administratie). Een deel van deze bijlagen bevindt zich in inv. nrs. 378 - 397.
Zie voor de inhoud van de ingekomen brieven, de alfabetische repertoria inv. nrs. 340 - 342.
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 125 (Toegang 1.05.12.02).
De serie bevat o.a. ingekomen brieven uit Colombia (Bogota), Venezuela (Caracas, Coro, Cumana, La Guaira, Maracaibo en Puerto Cabello), van de eilanden Haiti, St. Domingo, St. Eustatius, St. Maarten, St. Vincent en Trinidad.
De brieven uit Colombia en Venezuela gaan voornamelijk over handelsrelaties, blokkades, kaapvaart en teruggave van gevluchte slaven. Daarnaast brieven van Nederlandse consuls in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. De correspondentie tussen de gouverneurs van St. Eustatius en Curaçao in 1827 handelt over de verscheping van tras uit St. Eustatius naar Curaçao in verband met defensie van het eiland.
Zie voor de inhoud op de ingekomen brieven, de alfabetische repertoria inv. nrs. 340 - 342.
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 125 (Toegang 1.05.12.02).
Het alfabetisch repertorium geeft het nummer van de ingekomen brief, de naam of functie van de afzender, de datum en korte inhoud van de brief, het nummer en de datum van ontvangst van de brief. Bij het raadplegen van het repertorium dient rekening gehouden te worden met het feit dat sommige personen alleen met functie en zonder naam worden vermeld.
De repertoria hebben betrekking op de serie ingekomen brieven inv. nrs. 307 - 339.
Zie voor de jaren 1821 - 1824, het supplement van 1934 inv. nr. 1623 (gemerkt 4).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het dossier bevat twee brieven van de weesmeesters, een balans van 1807, staten en uittreksels uit de resolutie- en sententieregisters van de Raad van Politie. Het betreft het verweer van weesmeesters tegen door burgers van Curaçao ingebrachte klachten over het door hen gevoerde financiële beleid.
Met tafel. De uitgaande brieven zijn in afschrift als katern bij de ingekomen brieven ingevoegd.
Met tafel.
De rapporten geven de namen en voornamen, de geboorteplaats, de leeftijd, de godsdienst, de dag van gevangenneming en het verloop van de procedure.
De raad-fiscaal brengt aan het begin van iedere maand in de Raad verslag uit van het aantal op het fiscalaat aanwezige gevangenen.
Zie voor de jaren 1822 aug. - 1831 juni, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nrs. 681 - 683 (Toegang 1.05.12.02).
De journalen van de commandeur geven informatie over aankomst en vertrek van (gouvernements) schepen (namen van schepen en schippers, onder welke vlag, herkomst, bestemming en lading), geboorte en overlijden van slaven, afgifte van mais en andere levensbehoeften voor slaven en vrije lieden, vangst van ezels, stand van de veestapel in de veekralen van Sero Moreno en Santa Barbara.
Daarnaast gegevens over de werkzaamheden van slaven en vrije lieden zoals de bouw van kalkovens, het kappen van hout, het graven en schoonmaken van de waterputten en het rapen van zout. Meldingen over het stranden van schepen etc. Uit de journalen blijkt dat uit Curaçao gemiddeld om de tien dagen gouvernementsschepen arriveerden voor het afleveren van levensbehoeften en materialen en voor het vervoeren van hout, kalk en zout naar Curaçao.
Voor de jaren 1816 - 1827, zie ook inv. nr. 1697 (supplement 1934).
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 173 (Toegang 1.05.12.02).
In de journalen van Aruba - vergeleken met de inhoud van de journalen van Bonaire - staan de werkzaamheden van de commandeur centraal. Bij de journalen van Bonaire ligt het accent meer op de arbeid van slaven, vrije lieden en blanken.
De commandeur van Aruba houdt zich vooral bezig met het passeren en registreren van akten, het afgeven van zeepassen en vergunningen en het tekenen van zegels ten behoeve van akten (zie bijlagen).
Tevens vaardigt hij waarschuwingen uit en publiceert uit Curaçao ontvangen bekendmakingen. Daarnaast beantwoordt hij de uit Curaçao gekomen brieven van de gouverneur en ambtenaren en doet aanvragen voor levensbehoeften en materialen. Het vermelden van zaken als de aankomst en het vertrek van passagiers en schepen, stranding van schepen etc. komt in de journalen op de tweede plaats. De journalen over de jaren 1824 - 1827 staan in het teken van goudwinning.
Voor de jaren 1821 - 1827, zie ook inv. nrs. 1490 -1492.
De uitgaande brieven zijn gericht aan de koning, de Staatsraad directeur-generaal van het Departement van Koophandel en Koloniën (sedert juli 1818) de minister van Publiek Onderwijs, Nationale Nijverheid en Koloniën, de minister van Marine en in een enkel geval aan particulieren. De serie bevat o.a. begeleidende brieven van de gouverneur bij rekesten, rapporten, journalen en notulen met bijlagen, bij aanvragen voor levensbehoeften, materialen en goederen, bij processtukken van militaire- en burgerkrijgsraden en bij stukken, waarin de civiele en militaire autoriteiten verantwoording afleggen over hun financiële administratie. Daarnaast worden brieven uit Nederland beantwoord en wordt kennis gegeven van benoemingen, ontslagen etc. De verwikkelingen in de Spaanse provincies aan de "Vaste Kust" en de rol van de "Independenten" in deze gebieden krijgen in de uitgaande brieven veel aandacht.
Zie voor de inhoud van de uitgaande brieven, het chronologisch repertorium inv. nr. 355.
De registers van uitgaande brieven, nrs. 4 en 5, over de jaren 1820 - 1825 bevinden zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad onder de nummers 5097 en 5098.
Zie voor de jaren 1826 - 1827, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 262 (Toegang 1.05.12.02).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het chronologisch repertorium geeft het nummer en de datum van de brief, de naam of functie van de geadresseerde, een korte inhoud van de brief, het aantal bijlagen, de datum van verzending, de naam van het schip, waarmede de brief is verzonden en onder het kopje "aanmerkingen" de datum van de brief uit Nederland.
Het chronologisch repertorium over de jaren 1824 - 1836 bevindt zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad onder nummer 5087.
De uitgaande brieven zijn voornamelijk gericht aan de contrarolleur-generaal, de fiscaal, de adjunct-fiscaal, de president van de Raad van Civiele en Criminele Justitie, de landsmakelaars, de vendumeester, de magazijnmeester, de districtmeester, de havenmeester, de landsdrukker, de weesmeesters etc.
De serie bevat o.a. brieven met autorisaties voor de contrarolleur-generaal tot aankoop of afgifte van levensbehoeften en materialen, meestal op aanvraag van de magazijnmeester. Daarnaast autorisaties voor dezelfde ambtenaar voor het verzenden van geld en materialen ten behoeve van goudexploitatie naar Aruba met marineschepen.
Tevens brieven voor de Raad van administratie voor het pensioenfonds betreffende aanstellingen en ontslagen van ambtenaren, en voor de fiscaal aangaande allerlei justitiële zaken. De brieven aan de landsmakelaars en de vendumeester handelen over toestemming of vergunning voor het houden van openbare verkopen van beschadigde goederen. Voorts een groot aantal begeleidende brieven bij disposities, reglementen en instructies.
Zie voor de inhoud van de uitgaande brieven, de alfabetische repertoria inv. nrs. 365 - 366,
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 55 (Toegang 1.05.12.02).
Zie voor sep. - dec. 1827 de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr 263 (Toegang 1.05.12.02).
Het alfabetisch repertorium geeft de naam of functie van de geadresseerde, een korte inhoud van de brief, de datum en het nummer van de brief en het nummer van het register van uitgaande brieven.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met alfabetische index op functies.
Zie voor de jaren 1824 okt. - 1827 de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 55 (Toegang 1.05.12.02).
De uitgaande brieven zijn voornamelijk gericht aan de commandant van de troepen, de kapitein-ingenieur (belast met het opmeten van het eiland en met de zorg voor de militaire gebouwen, lid van de commissie tot inspektie van uit Nederland aangevoerde bouwmaterialen), de majoor van artillerie (aanvragen van materieel voor de artillerie), de kapitein-adjudant van de gouverneur (belast met bijzondere missies, o.a. naar Aruba, lid van de krijgsraad), de auditeur-militair, de president en leden van de krijgsraad (belast met justitiële zaken), de administrateurs van het garnizoen (belast met de financiële administratie, de aankoop en afgifte van goederen en materialen, het verkopen van onbruikbare goederen, het uitbetalen van premies voor het opsporen van deserteurs, het verlenen van opdrachten voor het drukken van allerlei militaire stukken zoals losse bladen voor de stamboeken), de commissarissen van de boedels van overleden militairen (belast met de afwikkeling van nalatenschappen), de chirurgijn-majoor (belast o.a. met de administratie van het militaire hospitaal). Daarnaast sedert 1820 vele begeleidende brieven bij disposities van de gouverneur.
Zie voor de inhoud van de uitgaande brieven, het alfabetisch repertorium inv. nr. 1625.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het alfabetisch repertorium geeft de functie van de geadresseerde, een korte inhoud van de brief, de datum en het nummer van de brief en het nummer van het register van uitgaande brieven.
Zie voor het register van uitgaande brieven over de jaren 1826 nov. - 1827, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 275 (Toegang 1.05.12.02).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het alfabetisch repertorium geeft de naam of functie van de geadresseerde, een korte inhoud van de brief, de datum en het nummer van de brief en het nummer van het register van uitgaande brieven.
Zie voor de jaren 1816 - 1822, de registers van uitgaande brieven aan civiele ambtenaren en voor de inhoud van de uitgaande brieven over die jaren, de alfabetische repertoria inv. nrs. 365 - 366.
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 55 (Toegang 1.05.12.02).
Het register van uitgaande brieven over de jaren 1823 - 1827 bevindt zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad onder nummer 4999.
De uitgaande brieven zijn voornamelijk gericht aan de commandanten van de op Curaçao gestationeerde marineschepen. De serie bevat o.a. brieven betreffende de staat, de overplaatsing en ziekte van bemanningsleden op de schepen, het aanvragen en leveren van medicamenten, victualiën en water voor de schepen, het benoemen van de president en leden van zeekrijgsraad en van officieren-commissarissen in verband met onderzoek voor de krijgsraad, het instellen van commissies tot inspektie van uit Nederland aangevoerde victualiën, het convooi verlenen aan de Nederlandse koopvaardijschepen door de Monapassage (tussen Puerto Rico en de Dominicaanse Republiek) en naar Puerto Cabello en La Guaira en terug naar Curaçao, het doen van kruistochten tussen Bonaire, Curaçao en de "Vaste Kust" ter bescherming van de handel en scheepvaart, het maken van reizen naar Suriname via St. Eustatius en St. Maarten en naar Aruba (in verband met de aanvoer van levensbehoeften en materialen voor het militaire detachement te Aruba en het goudtransport naar Curaçao), het onderhouden van depêches aan de consuls(-generaal) te Cuba, Mexico, Guatemala en Truxillo, en het geven van orders voor saluutschoten vanwege verjaardagen van leden van het Koninklijk Huis.
Zie voor de inhoud van de uitgaande brieven, inv. nr. 372.
Zie voor 1827 okt. - dec., de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 276 (Toegang 1.05.12.02).
Zie voor okt. - dec. 1827 de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 276 (Toegang 1.05.12.02).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het alfabetisch repertorium geeft de naam van de geadresseerde, een korte inhoud van de brief, de datum en het nummer van de brief en het nummer van het register van uitgaande brieven.
Het alfabetisch repertorium geeft de naam of functie van de geadresseerde, een korte inhoud van de brief, de datum en het nummer van het register van uitgaande brieven.
Zie voor het register van uitgaande brieven aan de commandeurs over 1817 - 1827, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 279 (Toegang 1.05.12.02).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
De uitgaande brieven zijn o.a. gericht aan de zaakgelastigde (Washington) en de consuls (Philadelphia en New York) in de Verenigde Staten van Amerika (handelsbetrekkingen en tarieven van in- en uitvoerrechten), de ambassadeur Fagel te Londen (verzending van brieven via de ambassade naar Nederland), de gouverneurs van Caracas, Coro, La Guaira en Maracaibo (uitvoer van mais, terugvordering van gekaapte schepen en aandoen van havens door Nederlandse marineschepen), admiraal Brion en generaal Bolivar te Colombia (terugvordering van gekaapte schepen, de missie van kapitein-luitenant ter zee De Quartel naar Bogota, vestiging van handelsagenten), de gouverneurs van St. Thomas en St. John (stranding van schepen, boedels van overleden personen), Jamaica (handelsbetrekkingen), Haiti (toelating en bescherming van koopvaardijschepen in de haven van Curaçao varend onder de vlag van Haiti en terugvordering van gevluchte slaven) en St. Eustatius (brieven van de gouverneur van Curaçao met bekendmaking betreffende allerlei zaken).
Zie voor de inhoud van de uitgaande brieven het repertorium op de uitgaande brieven, inv. nr. 377.
Zie voor 1825 juni - 1827 de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 284 (Toegang 1.05.12.02).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het alfabetisch repertorium geeft de geografische aanduiding, een korte inhoud van de brief, de datum en het nummer van de brief en het nummer van het register van uitgaande brieven.
De lijsten beginnen met het nummer 1 en vervolgen met de nummers 21 - 49. Met aantekening op de achterzijde van de lijsten betreffende de datum van de brief, waarop de afschriften naar Nederland zijn verzonden.
Met tafel.
De in de tafel vermelde stukken zijn genummerd van 1 - 225. De in dit pak aanwezige stukken lopen tot nummer 44.
De rapporten en processen-verbaal bevatten voornamelijk verslagen en handelingen van de raad-fiscaal over justitële zaken, van de raad contrarolleur-generaal over financiële kwesties, van commissies belast met inspektie van op Curaçao gestationeerde marineschepen, en van particuliere personen die voor de gouverneur bepaalde missies hebben vervuld.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven.
De rapporten en processen-verbaal betreffen de inspekties van militaire goederen, rantsoenen en bouwmaterialen door in opdracht van de gouverneur samengestelde commissies. De commissies bestaan uit de magazijnmeester van alle magazijnen, de raad contrarolleur-generaal, officieren van het garnizoen en burgers (kooplieden). In de rapporten en processen-verbaal zijn de goederen gespecificeerd, verder worden de namen van de commissieleden, de schippers en de schepen vermeld.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven.
Zie voor de tafel op de nrs. 1 - 234, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 171 (Toegang 1.05.12.02).
Gedrukt en geschreven.
De aanvragen en opgaven zijn voornamelijk bestemd voor het militaire garnizoen, het militaire hospitaal, de artillerie en 's lands civiele en militaire gebouwen en versterkingen. De goederen en materialen bestaan uit medicijnen, wapenuitrusting, geschut, ammunitie, bouwmaterialen, schrijfbehoeften etc.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven.
Gedrukt en geschreven. De nrs. 1 en 2 ontbreken.
De cognossementen (ladingvrachtbrieven) bevatten de overeenkomst tussen schipper en inlader van de goederen. Met specificatie van de goederen en vermelding van afzender, geadresseerde, schipper, schip, vrachtprijs en het aantal lasten. Sedert 1818 komen de cognossementen in deze serie eveneens in geschreven vorm voor. De geschreven cognossementen worden meestal op een later tijdstip verzonden, evenals de gedrukte afschriften. De originele gedrukte cognossementen zijn gelijktijdig met de schipper meegegeven.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven.
De nrs. 1 - 11 behoren bij de uitgaande brieven; de nrs. 12 - 58 behoren als bijlagen bij de journalen; van beide categorieën zijn afschrifren naar Nederland verzonden.
De serie bevat voornamelijk verklaringen van schippers of bemanningsleden van door de "Independenten" gekaapte Nederlandse en Spaanse schepen en van bemanningsleden van op Curaçao in beslaggenomen "Independente" kaperschepen. Daarnaast ook verklaringen betreffende benoemingen, overplaatsingen en medische certificaten van en voor militairen.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven en van de kwartaal-journalen van de gouverneur.
Zie voor de tafel op nrs. 1 - 58, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 371 (Toegang 1.05.12.02).
De contracten omvatten in hoofdzaak leveranties van vers water (garnizoen, forten, en militair hospitaal), vers vlees, fruit en levensmiddelen (militair hospitaal), brood (troepen), kantoorbehoeften, olie, kaarsen, lampkatoen, en mais ('s lands magazijn). De contracten zijn afgesloten met kooplieden en burgers. De contracten voor verfhout uit Bonaire zijn afgesloten met de kooplieden Jutting en Cortland Parker.
De stukken bevatten, behalve inventarissen van gouvernementsslaven op Bonaire en Curaçao, ook taxaties van gouvernementsschepen op Curaçao, Bonaire en Aruba. Daarnaast calculatieve berekeningen van het artilleriemateriaal op Curaçao en inventarissen van de overdracht van archieven door ambtenaren op Curaçao, Bonaire en Aruba.
Met tafel. De stukken bevatten de boedelpapieren van op Curaçao overleden militairen en ambachtslieden, werkzaam bij de vestingwerken. Onder boedelpapieren bevinden zich staten van dienst, akten van aanstelling, boedelbeschrijvingen, boedelrekeningen, kwitanties en vendulijsten.
De nrs. 1, 3, 32, 39, 43, 70 en 78 - 83 ontbreken Zie voor een beschrijving van de stukken de bijlage ad inv. nr. 387
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Zie voor de tafel, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 293 (Toegang 1.05.12.02).
Met tafel.
Zie voor de nrs. 3 en 4, inv. nr. 387 nr. 26 (staten van inkomsten uit belastingen op Bonaire en Aruba over 1816).
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
De nrs. 1 - 3 hebben een afschrift.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
De stukken met de nrs. 1 - 3 bevatten staten met financiële gegevens over de stand van zaken bij de 1% kaapvaartkassa op 1 januari 1807, 4 maart 1816 en 1 september 1798.
De nrs. 4 en 5 bevatten respectievelijk een lijst van hypotheeknemers van 19 juni 1822 en een procesverbaal wegens "het storten van 13 acten van Hypotheek..." in de reservekas.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
De stukken betreffende de verhoogde tafelgelden gaan vergezeld van kwitanties en aanvragen om het verhoogde tafelgeld.
De tafelgelden vormen een toelage voor marine-officieren en onderofficieren om te voorzien in de kosten van de tafel.
Zie voor de tafel op de nrs. 1 - 145, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 371 (Toegang 1.05.12.02).
Nr. 2 ontbreekt.
De staten geven het aantal officieren, onderofficieren en manschappen per compagnie van de schutterij in Willemstad, alsmede het aantal officieren e.a. van de afdelingen van het corps landstorm in de oost-, midden-, en westdivisie.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
De nrs. 1 - 8 zijn bijlagen bij de uitgaande brieven; de nrs. 9 - 29 bijlagen bij de journalen. De stukken bevatten ondermeer adviezen en rapporten (berichten) van de raadfiscaal, de president en leden van de raden van politie en justitie, de raad contrarolleur-generaal.
Geordend op de datum van uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
De stukken bevatten brieven en rekesten vanwege benoemingen, verbanningen naar Bonaire van militairen, een inspektiereis naar Suriname, het pensioenfonds, blokkade van de "Vaste Kust" door de "Independenten" etc.
Geordend op de datum van uitgaande brieven naar Nederland.
Zie voor de jaren 1722 - 1806, inv. nrs. 168 - 230, 1534 (1758), 1535 (1761) en inv. nrs. 519 - 521.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Zie voor de jaren 1722 - 1803, inv. nrs. 168 - 230, 1534, 1535; 1804 - 1806, inv. nrs. 519 - 521 en 1816 - 1827, inv. nrs. 542 - 552. Onder de bijlagen bevinden zich borgtochten
WIP II nr. 560, art. 16:3, blz. 643; zie ook de publicatie van 14 september 1808, WIP II nr. 632, blz. 729.
, kwitanties en onderhandse vrijbrieven.Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
De serie bevat borgtochten voor schippers, waarbij reders of kooplieden (eigenaars van de schepen) zich garant stellen. De borgtochten geven de namen van de schipper, de borgsteller en het schip, type schip, borgsom.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.