Registreren wordt gerealiseerd door zes DUTO-functies die hieronder nader worden toegelicht in de context van dit DUTO-proces. De volgorde die hierbij wordt aangehouden, is niet dwingend.
Bepaalt de rechten van gebruikers of gebruikersgroepen. Zodat bevoegde gebruikers de activiteiten die nodig zijn voor het vastleggen van overheidsinformatie uit kunnen voeren. Het actueel beheer van toegangsrechten is ook een generieke randvoorwaarde.
Hierbij gaat het om het ophalen van informatieobjecten en metagegevens uit andere applicaties, bijvoorbeeld door een API. Binnen een ketensamenwerking bijvoorbeeld. In dit geval gaat het niet om ontvangst van nieuwe informatieobjecten, maar om het ophalen van bestaande maar elders geregistreerde informatieobjecten en metagegevens. Deze worden gegevens via inwinning als nieuwe informatieobjecten in beheer genomen.
Door informatieobjecten en de bijbehorende metagegevens op volledigheid en juistheid te controleren, kun je vaststellen dat deze betrouwbaar zijn. Dat kan bijvoorbeeld door de integriteit van een bestand te controleren met checksums of het analyseren van logbestanden op ongewenste mutaties.
Bij creatie van een informatieobject (dat kan gaan om ontvangst van buitenaf of om het intern genereren van een nieuw informatieobject) wordt het toegevoegd aan een beheerde omgeving. Door deze handeling kan een informatieobject opgenomen worden in een bedrijfsproces. Denk bijvoorbeeld aan het in behandeling nemen van een aanvraag of aan het (samen) werken aan een interne memo.
Metagegevens geven context aan het informatieobject en zijn nodig voor de verdere verwerking en/of afhandeling. Op basis van het metagegevensschema bepaal je welke metagegevens worden vastgelegd. Het classificatieschema bepaalt de ordening van de informatieobjecten. Het hebben van een metagegevensschema en een classificatieschema zijn generieke randvoorwaarden binnen het DUTO-raamwerk. Metagegevensbeheer gaat ook om het aanbrengen van koppelingen met andere informatieobjecten en wijzigingen die binnen de registratie zijn aangebracht. Bij sommige informatieobjecten zijn bij creatie alle metagegevens bekend. In andere gevallen is er nog verrijking nodig. Dit kan handmatig maar ook met algoritmen.
Na creatie moet bepaald worden waar een informatieobject te vinden is. Zo kunnen medewerkers en geautomatiseerde processen toegang krijgen tot het informatieobject. En kan er naar verwezen worden. De opslaglocatie wordt vaak vooraf door een systeem of proces bepaald, en niet door de gebruiker. De opslaglocatie wordt vastgelegd in een (architectuur)overzicht. Het hebben van een architectuuroverzicht is een generieke randvoorwaarde binnen het DUTO-raamwerk.