De regeling van het bestuur over Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba was vastgelegde in de instructie voor de directeur. De directeur ontving zijn commissie en instructie tot 1674 van de vergadering van de Heren XIX en daarna van de Heren X van de West-Indische Compagnie, na bekrachtiging door de Staten-Generaal. De oudste nog aanwezige instructie voor de tweede directeur Jacob Pietersz. Tolck, opvolger van directeur Van Walbeeck, dateert van 1638.
WIP I nr. 1 (art. 3) blz. 3
Tijdens zijn bestuursperiode (1639 - 1641) bestond de Raad uit de directeur, de luitenant van de militie, de commissaris van de koopmanschappen van enige aanwezige schippers van de WIC. De Raad mocht niet meer dan 7 personen bevatten. De directeur zat de Raad voor, bracht voorstellen ter tafel en had een dubbele stem bij het staken der stemmen. De Raad wisselde met de jaren van samenstelling. Met het aantreden van Matthias Beck in juni 1655 als vice-directeur hadden naast hem zitting in de Raad de luitenant van de militie, de commies en de vaandrig van de militie (resp. voor Compagnies- dan wel militaire zaken), terwijl hij voor kwesties tussen de "vrije luyden" onderling een beroep kon doen op twee vrije burgers; "vrij", in die zin dat zij als koopman of planter niet aan Compagnie of militaire hiërarchie gebonden zijn.WIP I nr. 39 (art. 3) blz. 53.
De taken en de bevoegdheden van de directeur zijn veelal tot in detail in de instructie geformuleerd. Het aantal artikelen van de instructies varieerde van zevenentwintig in 1638 tot meer dan vijftig in 1764. De aard van de onderwerpen hing vaak samen met de tijdsomstandigheden, waarin de instucties tot stand kwamen.
De instructie van 24 augustus 1679 voor directeur Nicolaes van Liebergen bepaalde o.a. dat de directeur in alle zaken, zo van "policie als van oorlog", het hoogste gezag had. In zaken van belang zou hij de Raad bijeenroepen. De Raad nam echter niet alleen besluiten over de door de directeur naar voren gebrachte zaken i.v.m. bestuur en wetgeving, maar zij besliste eveneens over civiele en criminele zaken.
WIP I nr. 43 (art. 3) blz. 66.
Tijdens het roerige bewind van Van Liebergen werd de Raad gevormd door de directeur, de commissaris van de pakhuizen en magazijnen, de kapitein-luitenant van de burgerij, de vaandrig van de militie en door de twee oudst in rang aanwezige schippers van de WIC of bij afwezigheid door twee deskundige en aanzienlijke burgers van gereformeerde huize.
WIP I nr. 43 (art. 6) blz. 67.
De beslissingsmacht van de directeur was in die tijd minder groot dan algemeen wordt aangenomen. In feite moest hij de Raad voor alles inschakelen en haar bij zijn beleid betrekken. De samenstelling van de Raad onder directeur Du Fay (1721 - 1730) week in zoverre van de vorige af, dat de Raad werd uitgebreid met de kapitein-luitenant van de militie, de commissaris van de slavenhandel en een derde burger.
WIC 473 (1721 okt. 28) fo. 41.
Soms kon het optreden van een directeur aanleiding geven tot het aanbrengen van wijzigingen in de instructie. Machtsmisbruik van directeur Juan Pedro van Collen tegenover zijn Raad en vooral in justitiële zaken, leidde zo tot een vrij belangrijke verandering in de instructie van zijn opvolger directeur Isaac Faesch.
WIP I nr 139 (artt. 5 - 7) blz. 188 - 189.
Deze verloor zijn dubbele stem bij het staken der stemmen, wanneer het rechtszaken betrof. Bovendien werd aan het vijfde artikel van zijn instructie toegevoegd dat hij de Raad ook zou bijeenroepen voor het maken van nieuwe wetten, reglementen en keuren, naast andere belangrijke zaken. Verder diende men - in verband met een snellere afwikkeling van jusitiële zaken - om de veertien dagen te vergaderen. Aan zijn Raad werd de kapitein van de militie toegevoegd.
In de instructie van 14 mei 1764 voor directeur Jean Rodier was de samenstelling van de Raad practisch onveranderd gehandhaafd.
Nederlandse Jaarboeken dl. 18 (1764) blz. 468 - 487.
De kapitein-luitenant van de militie verdween en de luitenant kwam in zijn plaats. Het zou trouwens nog tot in de negentiger jaren van de 18e eeuw duren voordat het militaire element geheel en al uit de Raad was verdwenen. Johannes de Veer Abrahamsz. (1782 - 1796) was de laatste directeur onder het bewind van de WIC en de eerste directeur die namens de Staten-Generaal het bestuur uitoefende. Zijn bestuursperiode werd gekenmerkt door talrijke twisten tussen hem, de Raad en de burgerij. Bovendien botsten het garnizoen en de burgers en braken er rellen uit tussen Frans- en Prinsgezinde burgers op het eiland. Het vervullen van vakatures in de Raad na het aftreden van de drie militairen in 1792 stelde de directeur voor grote problemen. Het was uitermate moeilijk gebleken om burger-opvolgers voor de militairen te vinden. De Veer zag zich genoodzaakt een beroep te doen op de Directie van de Raad der Coloniën in Den Haag, met het verzoek om nieuwe orders, omdat zijn instructies van 12 april 1782 in deze geen uitsluitsel gaf.
WIC 19 fo. 267vo - 280.
Dit verzoek resulteerde in de partikuliere memorie van 9 oktober 1793 die een provisionele instructie voor de directeur inhield.Archief Raad der Coloniën 13 blz. 182 - 205.
De directeur kreeg het opperbestuur over de militie; in geval van oorlog of dreiging van binnenuit zou een Grote Krijgsraad worden bijeengeroepen, samengesteld uit een gelijk aantal politieke raden en militairen. De Raad zou worden gevormd door de directeur, de fiscaal, de kapitein van de burgerij, de boekhouder-generaal en drie burgers van Protestantse huize. In de periode sep. 1796 tot 1800 werd het bestuur door twee directeuren ad interim waargenomen. De boekhouder-generaal Jan Jacob Beaujon vervulde het ambt tot dec. 1796 en werd toen wegens vermeende Engelse sympathieën uit zijn functie ontheven. Zijn opvolger Johan Rudolph Lauffer, die in dec. 1796 de functie ging waarnemen, bleef ook tijdens het Engelse bewind van 1800 tot 1803 naast de militaire gouverneur als civiel gouverneur aan het bestuur deelnemen.
Na het vertrek van de Engelsen en tot de komst van gouverneur Changuion werd het bestuur in 1804 tijdelijk opgedragen aan de commissarissen Berch en De Veer.
WIP II nr. 521 (1803 jan. 13) blz. 603.
De minuut-notulen van 1713 zijn afgedrukt in de bijlagen van het Eerste Jaarlijksch Verslag van het Geschied-, Taal-, Land- en Volkenkundig Genootschap gevestigd te Willemstad, Curaçao (1897) blz. 113 - 137
Vanaf inv. nr. 5 zijn ook akten van revisie en van eedsaflegging op vonnissen in de banden opgenomen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Zie voor 1709, 1720, 1721 en 1724, inv. nr. 1516 - 1519.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Zie voor 1731 - 1733, 1735 - 1738, inv. nr. 1520 - 1525.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Hierin ook "akten judicieel" (notulen) van commissarissen tot het houden der dingtalen.
Niet gefolieerd en bewerkt.
Hierin ook sententies van de "extraordinaire geëligeerde" Raden.
Hierin ook sententies van de "extraordinaire geëligeerde" Raden.
Hierin ook sententies van de "extraordinaire geëligeerde" Raden.
Hierin ook kladgerechtsrollen van 1747, 1748 en 1750.
Hierin ook gerechtsrollen van Directeur en Raden, en van Commissarissen tot het houden der dingtalen.
Hierin ook gerechtsrollen van Directeur en Raden, en van Commissarissen tot het houden der dingtalen.
Hierin ook processtukken en bijlagen betreffende de slavenopstand van 1750.
Zie voor 1758 inv. nr. 1530.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Hierin ook gerechtsrollen van Commissarissen van Kleine Zaken over mei, juni en okt. 1762.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Niet raadpleegbaar
Zie voor juli - dec. (gerechtsrollen) en jan. - dec. (rekesten) inv. nr. 1531.
Met tafel op inv. nrs. 41 en 42.
Met tafel
Met tafel
Met tafel
Met tafel op inv. nrs. 46 en 47.
Met tafel
Met tafel op inv. nrs. 49 - 51
Met tafel (op rekesten, resoluties en akten van revisie en van eedsaflegging).
Met tafel
Met tafel. Hierin ook de gerechtsrol van 1775 (okt. - nov.), zie voor jan. - sep. 1775 inv. nr. 76.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel, uitsluitend resoluties.
Met tafel, uitsluitend rekesten.
Met tafel.
Met tafel.
Zie voor tafel, inv. nr. 64.
Met tafel. Zie voor akten van revisie en van eedsaflegging, inv. nr. 67.
Met tafel.
Met tafel. Zie voor akten van revisie, inv. nr. 98.
Met tafel. Zie voor akten van revisie, inv. nr. 98.
Met tafel.
Met tafel. Zie voor akten van revisie en eedsaflegging, inv. nr. 102.
Met tafel op inv. nrs. 73 en 74
Met tafel op inv. nrs. 75 en 76.
Zie voor okt. - dec., inv. nr. 53.
Met tafel op inv. nrs. 77 en 78.
Met tafel op inv. nrs. 89 - 91.
Met tafel.
Met tafel op inv. nrs. 94 en 95.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel. Hierin ook akten van revisie.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel. Hierin ook akten van revisie en één akte van eedsaflegging.
In het algemeen worden onderwerpen van politie en justitie in de notulen behandeld. Onder het hoofd politie vallen wetgeving zoals het ontwerpen van publicaties, ordonnanties, reglementen en instructies en het bestuur waaronder enerzijds het beantwoorden van ingekomen brieven van de Staten-Generaal, de bewindhebbers van de West-Indische Compagnie en autoriteiten van de "Vaste kust" (Spaanse kust) en eilanden uit de omgeving en anderzijds het in behandeling nemen van en beschikken over door particulieren en ambtenaren ingediende rekesten.
Uitspraken betreffende door burgers bij de Raad ingebrachte bezwaren tegen een te hoge aanslag voor de hoofd- en familiegelden zijn eveneens in de notulen te vinden.
Twee gecommitteerden uit de Raad brengen verslag uit van die door hen verrichte controle op de financiële administratie van overheidsinstellingen (weeskamer, één procent kaapvaartkas, gereformeerde armenkas). Rekening en verantwoording zijn meestal als bijlagen bij de notulen aanwezig.
Wat de justitie betreft, worden in de notulen alle door de Raad opgeroepen en afgedane civiele zaken vermeld. De nummers van de in de notulen behandelde zaken corresponderen met de nummers van de op de rol ingeschreven zaken. Radencommissarissen tot het houden der dingtalen brengen ook verslag uit van de door hen verrichte werkzaamheden. De daarvan bijgehouden notulen- en sententieregisters worden door de Raad geresumeerd, goedgekeurd en getekend. Door de raden-commissarissen aan de Raad gerenvoyeerde zaken alsmede reaudities en appellen van sententies van respectievelijk raden-commissarissen en commissarissen van "mindere questien en verschillen" (kleine zaken) worden in de Raad behandeld en afgedaan. Criminele zaken worden rechtstreeks door de fiscaal in de Raad gebracht en beslist. De verhoren op vraagpunten ("interrogatoriën") van verdachten en getuigen vinden plaats voor raden-commissarissen tot het houden der dingtalen.
Behalve minuut-notulen van directeur en raden treft men ook minuut-notulen van de gezamenlijke vergaderingen van de Raad met de militaire autoriteiten aan. Deze Gecombineerde Raad komt samen om maatregelen te treffen in geval van oorlog of oorlogsdreiging.
Het "relaas van Tula" is te raadplegen als facsimile (aan te vragen onder nummer toegang 2.22.32, inv.nr. 3)
In inv. nr. 107 zijn de minuut-notulen van de Raden van Civiele en Criminele Justitie over 1793 - 1796 afzonderlijk ingebonden. De minuut-notulen van de Raden van Politie over jan. - aug. 1796 bevinden zich eveneens in inv. nr. 107.
Vanaf januari 1803 wordt het bestuur waargenomen door de commissarissen C. Berch en A. de Veer.
WIP II nr. 521 (1803 januari 13), blz. 603 - 604.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel. Uitsluitend zaken van de fiscaal.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Elke band met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel. Zie voor jan. en mei - aug. 1803 tevens inv. nr. 619.
Raden-Commissarissen zijn twee leden uit het college van de Raad, die gecommitteerd worden "omme de processen en alle andere incidenteele saken te faciliteeren".
Zie het Reglement voor de Grote Raad van Curaçao van 2 augustus 1740 (art. 12 - 27), WIP I nr. 140 blz. 202 - 203.
In hun vergaderingen worden door de fiscaal op zijn verzoek verdachten en getuigen onder ede verhoord. Voor een scherper verhoor was een nadere toestemming van de Raad noodzakelijk. Door advocaten, procureurs en gemachtigden van partijen worden bij raden-commissarissen verzoeken ingediend om revisie te mogen "interjecteren" van sententies en beschikkingen van de Raad. Na een gunstige beslissing wordt de secretaris door raden-commissarissen gemachtigd om aantekening van revisie te doen en een akte van revisie voor de Raad op te maken.Raden-commissarissen kunnen ook pogingen doen tot een minnelijke schikking of verzoening van partijen. Verzoeken van personen om tot makelaars te mogen worden geadmitteerd worden ten overstaan van raden-commissarissen door twee advocaten onderzocht. In de vergaderingen worden tevens de zaken van de dingtalenrol opgeroepen en afgedaan. In moeilijke kwesties verwijzen raden-commissarissen de zaak naar de Raad of vragen de directeur naar hun vergadering te komen voor nader advies.Ook doleantiezaken betreffende hoofd- en familiegelden kunnen door raden-commissarissen worden behandeld en beslist.Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Zie voor het vervolg van de serie inv. nr. 642.
Zie voor publicaties edictale citaties, vrijbrieven etc. (1804 - 1806), inv. nrs. 519 -521, voor publicaties (1807 - 1827), inv. nrs. 552 -541, voor edictale citaties (1807 - 1827), inv. nrs. 398 -414, voor vrijbrieven (1808 -1815 en 1816 - 1827), inv. nrs. 415 - 419 en 542 - 552, voor commissies en instructies (1807 - 1827), inv. nrs. 256 - 271.
Naast publicaties (plakaten) met algemene wetgevende maatregelen vindt men ook bekendmakingen en waarschuwingen van algemene of bijzondere aard zoals bekendmakingen betreffende oorlogsdreiging, echtscheidingen of het bevriezen van krediet voor een echtgenote en waarschuwingen tegen het verbergen van met name genoemde voortvluchtige slaven.De edictale citaties bevatten voornamelijk oproepingen tot aangifte van vorderingen vanwege overlijden of vertrek van personen en vanwege het opheffen van compagnieschappen.De vrijbrieven (manumissies) betreffen het officieel vrijkopen of vrijgeven van slaven. De bijlagen bestaan uit kwitanties, onderhandse vrijbrieven en verzoeken aan de secretaris voor het passeren van vrijbrieven.De paspoorten (en zeebrieven) worden afgegeven aan schippers en anderen vanwege reizen naar bepaalde bestemmingen (o.a. het Caraïbisch gebied en Europa).De commissies bevatten akten van aanstelling voor ambtenaren of militairen; in vele gevallen met eden (van zuivering of van trouw) en/of instructies.
Zie voor 1720 (1 stuk) inv. nr 1533.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
De nrs. 2 - 8 ontbreken. Hierin ook 2 stukken van 1716 en 1722.
Hierin 1 stuk van 1737.
Hierin een stuk van 1739. De nrs. 1 - 34 ontbreken.
Met tafel. Hierin 1 stuk van 1742.
Hierin 1 stuk van 1743.
De nrs. 10 - 19 ontbreken.
Met tafel.
Inv. nr. 178 heeft slechts een inhoudstafel.
Met tafel. Hierin 5 stukken van apr. en sep. 1746.
Nr. 1 ontbreekt.
Met onvolledige tafel (de nrs. 91 - 109 ontbreken in de tafel).
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel. Zie voor 1758 inv. nr. 1534.
De nrs. 1 - 62 en 65 - 105 ontbreken.
De nrs. 1 - 22 ontbreken. De stukken zijn niet chronologisch ingebonden. Zie voor 1761, inv. nr. 1535.
De nrs. 1 - 145 ontbreken.
Met tafel.
Met tafel.
De nrs. 1 en 2 ontbreken.
Met tafel.
Met onvolledige tafel (de nrs. 72 - 77 ontbreken in de tafel).
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met onvolledige tafel (de nrs. 68 - 108 ontbreken in de tafel).
Met onvolledige tafel (de nrs. 1 - 39 en 205 - 213 ontbreken in de tafel).
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel. De nrs. 113 - 121 ontbreken.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met onvolledige tafel (de nrs. 6 - 66 (vrij brieven) en 1 - 15 (commissies met eden) ontbreken in de tafel).
Met tafel.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Bij commissie van Gouverneur en Raden van 29 maart 1780
inv. nr. 209 nr. 72.
krijgt het raadslid J.N. van Starckenborgh de opdracht om met de golet "Zierikzee" naar Jamaica te gaan en aldaar uit naam van de gouverneur een officieel protest over te brengen vanwege het door Engelse schepen kapen en opbrengen van onder Hollandse vlag varende schepen. In het dossier bevinden zich de volgende stukken: rekesten, brieven, protestnota, juridische adviezen, memories, rekeningen, kwitanties, lijsten van geleverde goederen en van financiële bijdragen etc.Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
De stukken betreffen een verantwoording van de door het gouvernement en de burgers van Curaçao in de periode van februari tot september 1800 gedane voorschotten in de vorm van aanzienlijke geldbedragen en hoeveelheden levensmiddelen en scheepsbenodigdheden ten behoeve van in die periode binnengelopen Franse oorlogsschepen. De Guadeloupsche Divisie bestond uit een eskader van 10 gewapende schepen met aan boord 3 compagnieën soldaten onder bevel van een generaal. Deze expeditie was vanuit Guadeloupe naar Curaçao gezonden onder het mom van bescherming en versterking van het eiland tegen een "door de Engelschen beraamde onderneeming".
inv. nr. 111 f. 220 - 226
De uitgaande stukken van de raad-fiscaal aan Directeur en Raden omvatten rekesten, "representaties", memories, vertogen, conclusies van eis, adviezen etc. In de register komen vele stukken betreffende de Franse vluchtelingen uit Santo Domingo voor en een aantal strafzaken.
Het staatsbewind van de Bataafse Republiek stelde bij Besluit van 12 juni 1804 een "Provisioneele instructie voor de Politicque Regeeringe op het eiland Curaçao en onderhorige eilanden vast".
WIP II nr. 650, blz. 640 - 647 (artt. 1 - 51).
Onder dezelfde dagtekening werd een instructie voor de nieuwbenoemde gouverneur gearresteerd.WIP II nr. 559, blz. 630 - 640 (artt. 1 - 46).
Volgens deze provisionele instructie zou de politieke regering berusten bij de gouverneur en zes raden van Politie. De fiscaal en de boekhouder-generaal namen uit hoofde van hun functies met een adviserende stem deel aan de Raad; de overige vier raden werden uit de ingezetenen gekozen.Op 10 september 1804 werd de nieuwe gouverneur door de leden van het waarnemend bestuur (de commissarissen Berch en De Veer) geïnstalleerd en op 18 september benoemde de gouverneur als president van het college de nieuwe raadsleden.
Inv. nr. 452, blz. 217 - 219.
Tevens wees de gouverneur voorlopig de nieuwe Raad aan als college voor de Civiele en Criminele Justitie. Een afzonderlijke Raad van Civiele en Criminele Justitie zou in werking treden na de aankomst van een in Nederland te benoemen vice-president. Uit de archiefstukken blijkt dat deze Raad van Justitie een eigen administratie voerde en zich als een afzonderlijke college beschouwde.In de vergadering van de Raad van Politie van 1 mei 1806 bracht de gouverneur de secrete resolutie van de Raad der Amerikaanse Coloniën en Bezittingen van 19 september 1805 nr. 1 in de Raad, waarbij de instelling van een afzonderlijke college voor Justitie gelast werd, bestaande uit de gouverneur als president zonder stem; een vice-president en zeven rechters gekozen uit de ingezetenen. Het duurde echter tot 18 december 1806, voordat de gouverneur tot de installatie van een Raad van Civiele en Criminele Justitie kon overgaan.
Inv. nr. 558, blz. 108.
Na de verovering van Curaçao door de Engelsen op 1 januari 1807 bleven de Raad van Politie en de Raad van Civiele en Criminele Justitie aanvankelijk bestaan; tot leden van de Raad van Civiele en Criminele Justitie werden door de Engelse luitenant-gouverneur benoemd de commissarissen van het college van "Mindere Questiën en Verschillen".
Inv. nr. 455, nr. 2.
Op 27 februari 1807 werd de tijdelijk waarnemend luitenant-gouverneur opgevolgd door een "Governor and Commander in chief".
Inv. nr. 522, nr. 9.
Onder diens bestuur werden op 2 juni 1807 de Raad van Politie en de Raad van Civiele en Criminele Justitie weer tot één college samengevoegd met de gouverneur als president, en de fiscaal, de boekhouder-generaal en vier burgers als leden van de Raad.Inv. nr. 522, nr. 35.
Ook sindsdien bleven echter de Raad van Politie en de Raad van Civiele en Criminele Justitie als afzonderlijke lichamen optreden en hadden deze colleges elk hun eigen administratie.Op 4 maart 1816 keerde Curaçao terug onder het Nederlands bestuur en trad het Reglement op het beleid van de regering, het justitiewezen, de handel en scheepvaart op Curaçao en onderhorige eilanden in werking, vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 14 september 1815 no. 58.
Inv. nr. 245, nr. 1A, blz. (1 - 38). Gedrukt.
Volgens dit reglement was het hoge uitvoerend gezag gevestigd in de persoon van de gouverneur-generaal, die tevens de functie van opperbevelhebber van de land- en zeemacht vervulde. De instructies voor de gouverneur-generaal en de contrarolleur-generaal zijn bij het reglement opgenomen. In de artt. 1 - 21 van het reglement zijn de bevoegdheden van de gouverneur-generaal nader geformuleerd. In genoemd reglement handelen de artt. 23 - 43 en 44 - 63 respectievelijk over de Raad van Politie en de Raad van Civiele en Criminele Justitie. In de inleidingen bij de genoemde colleges werden de bovenvermelde artikelen nader toegelicht.
De journalen van de gouverneur bevatten, behalve het verslag van het dagelijks gebeuren, afkondigingen van uitgevaardigde publicaties, benoemingen, ontslagen, data van gehouden raadsvergaderingen met de aantekening "zie notulen", inspekties, informatie over de kwestie met de "Independenten" van Venezuela en Colombia, berichtgeving over de aankomst en het vertrek van schepen, eedsafleggingen etc. Vanaf ca. juli 1820 worden ingekomen brieven van ambtenaren met data en nrs. in de journalen vermeld en behandeld. Zie voor de bijlagen bij de journalen van 1819 - 1827 en de alfabetische index op de journalen van 1820 - 1827, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nrs. 30 en 31.
Elke band met tafel. Hierin ook authentieke handschriften en gedrukte exemplaren.
Hierin ook authentieke afschriften.
De nrs. 1 - 10 ontbreken.
Zie voor 1825 - 1829, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 318 (Toegang 1.05.12.02).
Met tafel. Het register bevat 50 nrs., waarvan de nrs. 1 - 48 overeenkomen met de nrs. 1 - 48 van inv. nr. 253. De nrs. 49 en 50 zijn gelijk aan de nrs. 1 en 2 van inv. nr. 254.
Aan de achterzijde van het register, voorafgaande aan de tafel, bevindt zich een verslag van de commandant van het oorlogsschip "de Prins van Orange" (Lewe van Aduard), over de gebeurtenissen, die na de aankomst van gouverneur A. Kikkert op Curaçao, van 27 februari tot 5 september 1816 hebben plaats gehad.
Het merendeel van de reglementen etc. komt ook voor in inv. nrs. 245 - 248.
Elke band met tafel. Zie voor de jaren 1804 - 1806 de inv. nrs. 519 - 521.
Met chronologische index. Het register bevat akten van aanstelling, die niet in inv. nrs. 266 - 271 voorkomen.
Gedrukt en in afschrift. Deze publicaties zijn identiek aan de in de inv. nrs. 273 - 283 opgenomen minuut-publicaties.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
De bij Gouverneur en Raden ingediende rekesten bevatten verzoeken betreffende allerlei zaken zoals: toestemming om te mogen begraven, benoemingen in en ontslagen of verlof uit 's Lands dienst, verlenging van burgerrecht, convooibegeleiding, toestemming voor het sluiten van huwelijken, oprichting van drankwinkels en tapperijen, bouw van kalkovens (in verband met de vestingbouw), uitvoer en verkoop van slaven, verzoeken van de fiscaal om personen te mogen horen en verhoren op vraagpunten etc. Achterin sommige banden bevinden zich losse rekesten die bestemd waren om te worden doorgezonden naar Nederland. Zie voor chronologische repertoria op de ingekomen rekesten, inv. nr. 301 (1816 - 1823).
Zie ook toegang 1.05.12.02: de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 166 (1824 - 1833).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het chronologisch repertorium geeft het nummer en de datum van het rekest, de naam van de rekestrant, de inhoud van het rekest, de daarop genomen beschikking en de datum van de beschikking.
Zie voor de jaren 1824 - 1827, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 166 (Toegang 1.05.12.02).
Met tafel. In de verzoeken wordt toestemming aan de gouverneur gevraagd om lijken "buiten prejuditie" te mogen aanvaarden en ter aarde te bestellen. Men vermeldt in het verzoek dat men niet op de hoogte is van de staat van de boedel. Er worden ook verzoeken ingediend om lijken op de plantage te mogen begraven. In de beschikking wordt medegedeeld dat toestemming wordt verleend, indien niemand zich daartegen stelt. Men wordt verzocht bij ab intestato overlijden daarvan kennis te geven aan de weeskamer.
Ook enkele geschreven en gedrukte reglementen en instrukties.
Zie voor de inhoudstafel op inv. nrs. 302 - 305, het supplement van 1934, inv. nr. 1612. Zie voor het chronologisch repertorium op inv. nr. 303, het supplement van 1934, inv. nr. 1624.
Naast cognossementen van victualiën en goederen, die voor Curaçao waren bestemd, zijn er ook cognossementen voor Amsterdam, St. Eustatius, New York en Puerto Cabello. De cognossementen voor Amsterdam betreffen goederen, die vanwege hun slechte kwaliteit werden teruggezonden.
Enkele cognossementen hebben bijlagen in de vorm van facturen en recu's. Zie ook inv. nr. 382.
De serie bevat o.a. de ingekomen brieven van de raad contrarolleur-generaal, de ontvanger-generaal, de raad-fiscaal, de adjunct-fiscaal, de predikanten, de magazijnmeester en de opzichters van het "schoolwezen", waarin aan Gouverneur en Raden verantwoording wordt afgelegd van het gevoerde beleid.
Tot deze serie behoren ook een groot aantal begeleidende brieven van ambtenaren bij diverse bijlagen, die voor het merendeel niet meer bij de brieven aanwezig zijn. Deze bijlagen vormen een afzonderlijke serie, zie inv. nrs. 378 - 397.
Zie voor de inhoud van de ingekomen brieven van civiele ambtenaren, de alfabetische repertoria inv. nrs. 340 - 342 en de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828, nr. 125 (Toegang 1.05.12.02).
De serie bevat o.a. de ingekomen brieven van de commandanten van op Curaçao gelegerde troepen, de garnizoenscommandanten, de commandanten van de artillerie en de kapitein-ingenieur (later kolonel) van de genie.
Daarnaast komen brieven voor van de auditeurs- militair, de commissarissen van de boedels van overleden militairen, de administrateurs van de troepen, de chirurgijns-majoor en de hospitaalmeesters. Het betreft ook hier voor het merendeel begeleidende brieven bij diverse bijlagen vanwege militaire, financiële en justitiële zaken.
Zie voor de inhoud van de ingekomen brieven, de alfabetische repertoria inv. nrs. 340 - 342.
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 125 (Toegang 1.05.12.02).
De serie bevat o.a. de ingekomen brieven van de commandanten, de officieren, de schrijvers (victualiemeesters), de chirurgijns en de zeekrijgsraden van de op Curaçao gestationeerde oorlogsschepen. De brieven geven informatie over materiële aanvragen, contacten met Suriname en de Bovenwindse eilanden, desertie, justitie, reparatiewerkzaamheden, ziekte en overlijden van bemanningsleden. Daarnaast rapporten van de commandanten over gemaakte reizen in verband met convooien, kaapvaart en inspekties ten behoeve van Aruba en Bonaire.
De brieven zijn voor een groot deel begeleidende brieven bij diverse bijlagen (processen-verbaal, rapporten (wekelijkse-), rekesten, staten van de bemanning en het tafelgeld etc.).
Zie voor de inhoud van de ingekomen brieven, de alfabetische repertoria inv. nrs. 340 -342.
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr.125 (Toegang 1.05.12.02).
Voor aug. - dec. 1827, zie 1.05.12.02 Curaçao, Bonaire en Aruba na 1828, inv.nr. 76
De serie bevat o.a. de ingekomen brieven van de commandanten van de schutterij en de landstorm, de officieren van de compagnieën, de chirurgijn-majoor, de administrateurs en de auditeur-militair.
De brieven gaan over aanstellingen, vrijstellingen, verloven, ontslagen van officieren, verzoeken om voorschotten en subsidies, aanvragen voor materialen, contributies voor het corps muzikanten, afschrijvingen uit het contributantenregister in verband met overlijden of verblijf buitenslands.
De brieven zijn voor een deel begeleidende brieven bij diverse bijlagen (afschriften van de administratie, certificaten van de chirurgijn-majoor, processen-verbaal en sententies). In inv. nrs. 378 - 397 zijn de bij de brieven ontbrekende bijlagen gedeeltelijk aanwezig.
Zie voor de inhoud van de ingekomen brieven, de alfabetische repertoria inv. nrs. 340 - 342.
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 125 (Toegang 1.05.12.02).
Zie voor 1816 - 1822, inv. nrs. 307 - 312.
Zie voor 1826 en 1827 inv. nrs. 1619 en 1820.
De serie bevat o.a. de ingekomen brieven van de commandeurs, de ambtenaren en particulieren.
De brieven gaan over aanstellingen en ontslagen van ambtenaren, aankomst en vertrek van (gouvernements) schepen met door hen ingevoerde materialen en levensbehoeften (waaronder vooral mais) en uitgevoerde producten zoals hout, kalk, brandhout, hout, houtskool en vee. Daarnaast informatie over stranding van schepen, problemen met schepen van de "Independenten" uit Colombia en Venezuela (blokkades en kaapvaartzaken).
Voor de jaren 1824 - 1827 geven de brieven aan Aruba zeer veel inlichtingen over de goudwinning aldaar.
De brieven zijn voor een deel begeleidende brieven bij diverse bijlagen (correspondentie met de "Independenten" afschriften van financiële administratie). Een deel van deze bijlagen bevindt zich in inv. nrs. 378 - 397.
Zie voor de inhoud van de ingekomen brieven, de alfabetische repertoria inv. nrs. 340 - 342.
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 125 (Toegang 1.05.12.02).
De serie bevat o.a. ingekomen brieven uit Colombia (Bogota), Venezuela (Caracas, Coro, Cumana, La Guaira, Maracaibo en Puerto Cabello), van de eilanden Haiti, St. Domingo, St. Eustatius, St. Maarten, St. Vincent en Trinidad.
De brieven uit Colombia en Venezuela gaan voornamelijk over handelsrelaties, blokkades, kaapvaart en teruggave van gevluchte slaven. Daarnaast brieven van Nederlandse consuls in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. De correspondentie tussen de gouverneurs van St. Eustatius en Curaçao in 1827 handelt over de verscheping van tras uit St. Eustatius naar Curaçao in verband met defensie van het eiland.
Zie voor de inhoud op de ingekomen brieven, de alfabetische repertoria inv. nrs. 340 - 342.
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 125 (Toegang 1.05.12.02).
Het alfabetisch repertorium geeft het nummer van de ingekomen brief, de naam of functie van de afzender, de datum en korte inhoud van de brief, het nummer en de datum van ontvangst van de brief. Bij het raadplegen van het repertorium dient rekening gehouden te worden met het feit dat sommige personen alleen met functie en zonder naam worden vermeld.
De repertoria hebben betrekking op de serie ingekomen brieven inv. nrs. 307 - 339.
Zie voor de jaren 1821 - 1824, het supplement van 1934 inv. nr. 1623 (gemerkt 4).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het dossier bevat twee brieven van de weesmeesters, een balans van 1807, staten en uittreksels uit de resolutie- en sententieregisters van de Raad van Politie. Het betreft het verweer van weesmeesters tegen door burgers van Curaçao ingebrachte klachten over het door hen gevoerde financiële beleid.
Met tafel. De uitgaande brieven zijn in afschrift als katern bij de ingekomen brieven ingevoegd.
Met tafel.
De rapporten geven de namen en voornamen, de geboorteplaats, de leeftijd, de godsdienst, de dag van gevangenneming en het verloop van de procedure.
De raad-fiscaal brengt aan het begin van iedere maand in de Raad verslag uit van het aantal op het fiscalaat aanwezige gevangenen.
Zie voor de jaren 1822 aug. - 1831 juni, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nrs. 681 - 683 (Toegang 1.05.12.02).
De journalen van de commandeur geven informatie over aankomst en vertrek van (gouvernements) schepen (namen van schepen en schippers, onder welke vlag, herkomst, bestemming en lading), geboorte en overlijden van slaven, afgifte van mais en andere levensbehoeften voor slaven en vrije lieden, vangst van ezels, stand van de veestapel in de veekralen van Sero Moreno en Santa Barbara.
Daarnaast gegevens over de werkzaamheden van slaven en vrije lieden zoals de bouw van kalkovens, het kappen van hout, het graven en schoonmaken van de waterputten en het rapen van zout. Meldingen over het stranden van schepen etc. Uit de journalen blijkt dat uit Curaçao gemiddeld om de tien dagen gouvernementsschepen arriveerden voor het afleveren van levensbehoeften en materialen en voor het vervoeren van hout, kalk en zout naar Curaçao.
Voor de jaren 1816 - 1827, zie ook inv. nr. 1697 (supplement 1934).
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 173 (Toegang 1.05.12.02).
In de journalen van Aruba - vergeleken met de inhoud van de journalen van Bonaire - staan de werkzaamheden van de commandeur centraal. Bij de journalen van Bonaire ligt het accent meer op de arbeid van slaven, vrije lieden en blanken.
De commandeur van Aruba houdt zich vooral bezig met het passeren en registreren van akten, het afgeven van zeepassen en vergunningen en het tekenen van zegels ten behoeve van akten (zie bijlagen).
Tevens vaardigt hij waarschuwingen uit en publiceert uit Curaçao ontvangen bekendmakingen. Daarnaast beantwoordt hij de uit Curaçao gekomen brieven van de gouverneur en ambtenaren en doet aanvragen voor levensbehoeften en materialen. Het vermelden van zaken als de aankomst en het vertrek van passagiers en schepen, stranding van schepen etc. komt in de journalen op de tweede plaats. De journalen over de jaren 1824 - 1827 staan in het teken van goudwinning.
Voor de jaren 1821 - 1827, zie ook inv. nrs. 1490 -1492.
De uitgaande brieven zijn gericht aan de koning, de Staatsraad directeur-generaal van het Departement van Koophandel en Koloniën (sedert juli 1818) de minister van Publiek Onderwijs, Nationale Nijverheid en Koloniën, de minister van Marine en in een enkel geval aan particulieren. De serie bevat o.a. begeleidende brieven van de gouverneur bij rekesten, rapporten, journalen en notulen met bijlagen, bij aanvragen voor levensbehoeften, materialen en goederen, bij processtukken van militaire- en burgerkrijgsraden en bij stukken, waarin de civiele en militaire autoriteiten verantwoording afleggen over hun financiële administratie. Daarnaast worden brieven uit Nederland beantwoord en wordt kennis gegeven van benoemingen, ontslagen etc. De verwikkelingen in de Spaanse provincies aan de "Vaste Kust" en de rol van de "Independenten" in deze gebieden krijgen in de uitgaande brieven veel aandacht.
Zie voor de inhoud van de uitgaande brieven, het chronologisch repertorium inv. nr. 355.
De registers van uitgaande brieven, nrs. 4 en 5, over de jaren 1820 - 1825 bevinden zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad onder de nummers 5097 en 5098.
Zie voor de jaren 1826 - 1827, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 262 (Toegang 1.05.12.02).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het chronologisch repertorium geeft het nummer en de datum van de brief, de naam of functie van de geadresseerde, een korte inhoud van de brief, het aantal bijlagen, de datum van verzending, de naam van het schip, waarmede de brief is verzonden en onder het kopje "aanmerkingen" de datum van de brief uit Nederland.
Het chronologisch repertorium over de jaren 1824 - 1836 bevindt zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad onder nummer 5087.
De uitgaande brieven zijn voornamelijk gericht aan de contrarolleur-generaal, de fiscaal, de adjunct-fiscaal, de president van de Raad van Civiele en Criminele Justitie, de landsmakelaars, de vendumeester, de magazijnmeester, de districtmeester, de havenmeester, de landsdrukker, de weesmeesters etc.
De serie bevat o.a. brieven met autorisaties voor de contrarolleur-generaal tot aankoop of afgifte van levensbehoeften en materialen, meestal op aanvraag van de magazijnmeester. Daarnaast autorisaties voor dezelfde ambtenaar voor het verzenden van geld en materialen ten behoeve van goudexploitatie naar Aruba met marineschepen.
Tevens brieven voor de Raad van administratie voor het pensioenfonds betreffende aanstellingen en ontslagen van ambtenaren, en voor de fiscaal aangaande allerlei justitiële zaken. De brieven aan de landsmakelaars en de vendumeester handelen over toestemming of vergunning voor het houden van openbare verkopen van beschadigde goederen. Voorts een groot aantal begeleidende brieven bij disposities, reglementen en instructies.
Zie voor de inhoud van de uitgaande brieven, de alfabetische repertoria inv. nrs. 365 - 366,
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 55 (Toegang 1.05.12.02).
Zie voor sep. - dec. 1827 de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr 263 (Toegang 1.05.12.02).
Het alfabetisch repertorium geeft de naam of functie van de geadresseerde, een korte inhoud van de brief, de datum en het nummer van de brief en het nummer van het register van uitgaande brieven.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met alfabetische index op functies.
Zie voor de jaren 1824 okt. - 1827 de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 55 (Toegang 1.05.12.02).
De uitgaande brieven zijn voornamelijk gericht aan de commandant van de troepen, de kapitein-ingenieur (belast met het opmeten van het eiland en met de zorg voor de militaire gebouwen, lid van de commissie tot inspektie van uit Nederland aangevoerde bouwmaterialen), de majoor van artillerie (aanvragen van materieel voor de artillerie), de kapitein-adjudant van de gouverneur (belast met bijzondere missies, o.a. naar Aruba, lid van de krijgsraad), de auditeur-militair, de president en leden van de krijgsraad (belast met justitiële zaken), de administrateurs van het garnizoen (belast met de financiële administratie, de aankoop en afgifte van goederen en materialen, het verkopen van onbruikbare goederen, het uitbetalen van premies voor het opsporen van deserteurs, het verlenen van opdrachten voor het drukken van allerlei militaire stukken zoals losse bladen voor de stamboeken), de commissarissen van de boedels van overleden militairen (belast met de afwikkeling van nalatenschappen), de chirurgijn-majoor (belast o.a. met de administratie van het militaire hospitaal). Daarnaast sedert 1820 vele begeleidende brieven bij disposities van de gouverneur.
Zie voor de inhoud van de uitgaande brieven, het alfabetisch repertorium inv. nr. 1625.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het alfabetisch repertorium geeft de functie van de geadresseerde, een korte inhoud van de brief, de datum en het nummer van de brief en het nummer van het register van uitgaande brieven.
Zie voor het register van uitgaande brieven over de jaren 1826 nov. - 1827, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 275 (Toegang 1.05.12.02).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het alfabetisch repertorium geeft de naam of functie van de geadresseerde, een korte inhoud van de brief, de datum en het nummer van de brief en het nummer van het register van uitgaande brieven.
Zie voor de jaren 1816 - 1822, de registers van uitgaande brieven aan civiele ambtenaren en voor de inhoud van de uitgaande brieven over die jaren, de alfabetische repertoria inv. nrs. 365 - 366.
Zie ook de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 55 (Toegang 1.05.12.02).
Het register van uitgaande brieven over de jaren 1823 - 1827 bevindt zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad onder nummer 4999.
De uitgaande brieven zijn voornamelijk gericht aan de commandanten van de op Curaçao gestationeerde marineschepen. De serie bevat o.a. brieven betreffende de staat, de overplaatsing en ziekte van bemanningsleden op de schepen, het aanvragen en leveren van medicamenten, victualiën en water voor de schepen, het benoemen van de president en leden van zeekrijgsraad en van officieren-commissarissen in verband met onderzoek voor de krijgsraad, het instellen van commissies tot inspektie van uit Nederland aangevoerde victualiën, het convooi verlenen aan de Nederlandse koopvaardijschepen door de Monapassage (tussen Puerto Rico en de Dominicaanse Republiek) en naar Puerto Cabello en La Guaira en terug naar Curaçao, het doen van kruistochten tussen Bonaire, Curaçao en de "Vaste Kust" ter bescherming van de handel en scheepvaart, het maken van reizen naar Suriname via St. Eustatius en St. Maarten en naar Aruba (in verband met de aanvoer van levensbehoeften en materialen voor het militaire detachement te Aruba en het goudtransport naar Curaçao), het onderhouden van depêches aan de consuls(-generaal) te Cuba, Mexico, Guatemala en Truxillo, en het geven van orders voor saluutschoten vanwege verjaardagen van leden van het Koninklijk Huis.
Zie voor de inhoud van de uitgaande brieven, inv. nr. 372.
Zie voor 1827 okt. - dec., de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 276 (Toegang 1.05.12.02).
Zie voor okt. - dec. 1827 de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 276 (Toegang 1.05.12.02).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het alfabetisch repertorium geeft de naam van de geadresseerde, een korte inhoud van de brief, de datum en het nummer van de brief en het nummer van het register van uitgaande brieven.
Het alfabetisch repertorium geeft de naam of functie van de geadresseerde, een korte inhoud van de brief, de datum en het nummer van het register van uitgaande brieven.
Zie voor het register van uitgaande brieven aan de commandeurs over 1817 - 1827, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 279 (Toegang 1.05.12.02).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
De uitgaande brieven zijn o.a. gericht aan de zaakgelastigde (Washington) en de consuls (Philadelphia en New York) in de Verenigde Staten van Amerika (handelsbetrekkingen en tarieven van in- en uitvoerrechten), de ambassadeur Fagel te Londen (verzending van brieven via de ambassade naar Nederland), de gouverneurs van Caracas, Coro, La Guaira en Maracaibo (uitvoer van mais, terugvordering van gekaapte schepen en aandoen van havens door Nederlandse marineschepen), admiraal Brion en generaal Bolivar te Colombia (terugvordering van gekaapte schepen, de missie van kapitein-luitenant ter zee De Quartel naar Bogota, vestiging van handelsagenten), de gouverneurs van St. Thomas en St. John (stranding van schepen, boedels van overleden personen), Jamaica (handelsbetrekkingen), Haiti (toelating en bescherming van koopvaardijschepen in de haven van Curaçao varend onder de vlag van Haiti en terugvordering van gevluchte slaven) en St. Eustatius (brieven van de gouverneur van Curaçao met bekendmaking betreffende allerlei zaken).
Zie voor de inhoud van de uitgaande brieven het repertorium op de uitgaande brieven, inv. nr. 377.
Zie voor 1825 juni - 1827 de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 284 (Toegang 1.05.12.02).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het alfabetisch repertorium geeft de geografische aanduiding, een korte inhoud van de brief, de datum en het nummer van de brief en het nummer van het register van uitgaande brieven.
De lijsten beginnen met het nummer 1 en vervolgen met de nummers 21 - 49. Met aantekening op de achterzijde van de lijsten betreffende de datum van de brief, waarop de afschriften naar Nederland zijn verzonden.
Met tafel.
De in de tafel vermelde stukken zijn genummerd van 1 - 225. De in dit pak aanwezige stukken lopen tot nummer 44.
De rapporten en processen-verbaal bevatten voornamelijk verslagen en handelingen van de raad-fiscaal over justitële zaken, van de raad contrarolleur-generaal over financiële kwesties, van commissies belast met inspektie van op Curaçao gestationeerde marineschepen, en van particuliere personen die voor de gouverneur bepaalde missies hebben vervuld.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven.
De rapporten en processen-verbaal betreffen de inspekties van militaire goederen, rantsoenen en bouwmaterialen door in opdracht van de gouverneur samengestelde commissies. De commissies bestaan uit de magazijnmeester van alle magazijnen, de raad contrarolleur-generaal, officieren van het garnizoen en burgers (kooplieden). In de rapporten en processen-verbaal zijn de goederen gespecificeerd, verder worden de namen van de commissieleden, de schippers en de schepen vermeld.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven.
Zie voor de tafel op de nrs. 1 - 234, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 171 (Toegang 1.05.12.02).
Gedrukt en geschreven.
De aanvragen en opgaven zijn voornamelijk bestemd voor het militaire garnizoen, het militaire hospitaal, de artillerie en 's lands civiele en militaire gebouwen en versterkingen. De goederen en materialen bestaan uit medicijnen, wapenuitrusting, geschut, ammunitie, bouwmaterialen, schrijfbehoeften etc.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven.
Gedrukt en geschreven. De nrs. 1 en 2 ontbreken.
De cognossementen (ladingvrachtbrieven) bevatten de overeenkomst tussen schipper en inlader van de goederen. Met specificatie van de goederen en vermelding van afzender, geadresseerde, schipper, schip, vrachtprijs en het aantal lasten. Sedert 1818 komen de cognossementen in deze serie eveneens in geschreven vorm voor. De geschreven cognossementen worden meestal op een later tijdstip verzonden, evenals de gedrukte afschriften. De originele gedrukte cognossementen zijn gelijktijdig met de schipper meegegeven.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven.
De nrs. 1 - 11 behoren bij de uitgaande brieven; de nrs. 12 - 58 behoren als bijlagen bij de journalen; van beide categorieën zijn afschrifren naar Nederland verzonden.
De serie bevat voornamelijk verklaringen van schippers of bemanningsleden van door de "Independenten" gekaapte Nederlandse en Spaanse schepen en van bemanningsleden van op Curaçao in beslaggenomen "Independente" kaperschepen. Daarnaast ook verklaringen betreffende benoemingen, overplaatsingen en medische certificaten van en voor militairen.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven en van de kwartaal-journalen van de gouverneur.
Zie voor de tafel op nrs. 1 - 58, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 371 (Toegang 1.05.12.02).
De contracten omvatten in hoofdzaak leveranties van vers water (garnizoen, forten, en militair hospitaal), vers vlees, fruit en levensmiddelen (militair hospitaal), brood (troepen), kantoorbehoeften, olie, kaarsen, lampkatoen, en mais ('s lands magazijn). De contracten zijn afgesloten met kooplieden en burgers. De contracten voor verfhout uit Bonaire zijn afgesloten met de kooplieden Jutting en Cortland Parker.
De stukken bevatten, behalve inventarissen van gouvernementsslaven op Bonaire en Curaçao, ook taxaties van gouvernementsschepen op Curaçao, Bonaire en Aruba. Daarnaast calculatieve berekeningen van het artilleriemateriaal op Curaçao en inventarissen van de overdracht van archieven door ambtenaren op Curaçao, Bonaire en Aruba.
Met tafel. De stukken bevatten de boedelpapieren van op Curaçao overleden militairen en ambachtslieden, werkzaam bij de vestingwerken. Onder boedelpapieren bevinden zich staten van dienst, akten van aanstelling, boedelbeschrijvingen, boedelrekeningen, kwitanties en vendulijsten.
De nrs. 1, 3, 32, 39, 43, 70 en 78 - 83 ontbreken Zie voor een beschrijving van de stukken de bijlage ad inv. nr. 387
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Zie voor de tafel, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 293 (Toegang 1.05.12.02).
Met tafel.
Zie voor de nrs. 3 en 4, inv. nr. 387 nr. 26 (staten van inkomsten uit belastingen op Bonaire en Aruba over 1816).
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
De nrs. 1 - 3 hebben een afschrift.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
De stukken met de nrs. 1 - 3 bevatten staten met financiële gegevens over de stand van zaken bij de 1% kaapvaartkassa op 1 januari 1807, 4 maart 1816 en 1 september 1798.
De nrs. 4 en 5 bevatten respectievelijk een lijst van hypotheeknemers van 19 juni 1822 en een procesverbaal wegens "het storten van 13 acten van Hypotheek..." in de reservekas.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
De stukken betreffende de verhoogde tafelgelden gaan vergezeld van kwitanties en aanvragen om het verhoogde tafelgeld.
De tafelgelden vormen een toelage voor marine-officieren en onderofficieren om te voorzien in de kosten van de tafel.
Zie voor de tafel op de nrs. 1 - 145, de Archieven van Curaçao en onderhorige eilanden na 1828 nr. 371 (Toegang 1.05.12.02).
Nr. 2 ontbreekt.
De staten geven het aantal officieren, onderofficieren en manschappen per compagnie van de schutterij in Willemstad, alsmede het aantal officieren e.a. van de afdelingen van het corps landstorm in de oost-, midden-, en westdivisie.
Geordend op de datum van de uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
De nrs. 1 - 8 zijn bijlagen bij de uitgaande brieven; de nrs. 9 - 29 bijlagen bij de journalen. De stukken bevatten ondermeer adviezen en rapporten (berichten) van de raadfiscaal, de president en leden van de raden van politie en justitie, de raad contrarolleur-generaal.
Geordend op de datum van uitgaande brieven naar Nederland.
Met tafel.
De stukken bevatten brieven en rekesten vanwege benoemingen, verbanningen naar Bonaire van militairen, een inspektiereis naar Suriname, het pensioenfonds, blokkade van de "Vaste Kust" door de "Independenten" etc.
Geordend op de datum van uitgaande brieven naar Nederland.
Zie voor de jaren 1722 - 1806, inv. nrs. 168 - 230, 1534 (1758), 1535 (1761) en inv. nrs. 519 - 521.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Zie voor de jaren 1722 - 1803, inv. nrs. 168 - 230, 1534, 1535; 1804 - 1806, inv. nrs. 519 - 521 en 1816 - 1827, inv. nrs. 542 - 552. Onder de bijlagen bevinden zich borgtochten
WIP II nr. 560, art. 16:3, blz. 643; zie ook de publicatie van 14 september 1808, WIP II nr. 632, blz. 729.
, kwitanties en onderhandse vrijbrieven.Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
De serie bevat borgtochten voor schippers, waarbij reders of kooplieden (eigenaars van de schepen) zich garant stellen. De borgtochten geven de namen van de schipper, de borgsteller en het schip, type schip, borgsom.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.
Met tafel.