Van Noord-Noorwegen tot de Pyreneeën bouwde de Duitse bezetter vanaf 1940 een verdedigingsmuur: de Atlantikwall. Ook in Nederland werden kustplaatsen deels gesloopt voor bunkers en verdedigingswerken. Op 25 mei is het Bunkerdag en zijn deze bouwwerken tussen 10.00 en 17.00 uur te bezichtigen.
Bunkerarchief
Het Nationaal Archief bewaart het zogeheten Bunkerarchief. Het is een collectie overzichtskaarten en tekeningen van bunkers en verdedigingswerken die in gebruik waren tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarna. Een bekende bunker in dit archief is de commandopost Clingendael in Wassenaar. Deze bunker, die tijdens Bunkerdag te bezoeken is , wordt ook wel de ‘Seyss-Inquart bunker’ genoemd. Sinds 2015 is deze bunker een rijksmonument.
Bunker van Seyss-Inquart
Tijdens de Tweede Wereldoorlog liet rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart, als vertegenwoordiger van de Duitse bezetter, een enorme en relatief luxe uitgevoerde bunker bouwen op de grens van Den Haag en Wassenaar. De bunker functioneerde als schuilplaats bij een eventuele aanval van de geallieerden.
Tijdens de Koude Oorlog gebruikte Defensie de bunker als commandopost voor het Nederlandse leger. De Seyss-Inquart-bunker is nu eigendom van het Rijksvastgoedbedrijf, die de bunker in de verkoop heeft gezet. Als binnen het Rijk geen interesse meer is voor overtollig vastgoed, dan is de Staat verplicht het object te verkopen.
Militair verdedigingswerk
De buitenmuren van de bunkers die de Duitsers bouwden waren tussen de één en vier meter dik. Als militair verdedigingswerk waren ze ideaal als bescherming tegen beschietingen en bombardementen. Ook dienden ze als commandopost en schuilkelder. Bunkers gebouwd na de Tweede Wereldoorlog moesten vooral bescherming bieden bij een nucleaire aanval.
Verschillende constructies
De verdedigingswerken zijn op basis van hun bouw te onderscheiden in:
- veldversterkingen: lichte constructies van hout, plaatijzer, grond en dergelijke
- zwaardere versterkingen 'Feldmässig verstärkt': van baksteen/betoncombinaties, ongewapend stampbeton en licht gewapend beton
- duurzame versterkingen: van (zwaar) gewapend beton met stalen pantserdelen
Zo werden lichte bouwwerken gebruikt voor barakken, schuren, loodsen en hangars. Voor machineopstellingen werden scherfvrije constructies van beton gebouwd. En voor de opstelling van (lichte) wapens en opslag van vitale goederen werden bunkers van licht gewapend beton gebruikt.
Bunkerdorpen
De 'Feldmässig verstärkte'-constructie was voor militair gebruik van kleine waarde en zonder belangrijke veranderingen makkelijk te gebruiken door burgers. Door de algemene woningnood kregen veel van deze werken daarom een (tijdelijke) bestemming voor huisvesting. Zo ontstonden er bunkerdorpen, bijvoorbeeld bij Vlissingen, Haamstede, Hoek van Holland en Kijkduin. De duurzame verdedigingswerken bleven in beheer van Defensie, de ministeries van Marine en van Oorlog.
Bekende bunkers
Na de oorlog werd een deel van de Atlantikwall afgebroken. Maar een aantal bunkers bleef bewaard, zoals de Seyss-Inquartbunker, maar ook de Diogenesbunker in Schaarsbergen en het bunkercomplex Overvoorde in Rijswijk. Sommige bunkers zijn nu als museum ingericht. Wie meer wil zien en weten kan bijvoorbeeld naar het Bunkermuseum Schlei in Schiermonnikoog, Bunker Museum Terschelling, Bunker Museum IJmuiden, het Atlantikwall Museum Noordwijk, het Atlantikwall-museum in Hoek van Holland of het Atlantikwall Museum Scheveningen.
Wilt u een kijkje nemen in één van de bunkers op Bunkerdag? Bekijk de website https://bunkerdag.nl/ voor meer informatie.
Tekeningen en kaarten
Wilt u op zoek naar tekeningen en kaarten van bunkers? Bekijk de collectie 2.13.167 Inventaris van het archief van het 2e Geniecommandement, Bureau Registratie Verdedigingswerken van het Ministerie van Defensie (zgn. 'Bunkerarchief'). De tekeningen van de Seyss-Inquartbunker vindt u in inventarisnummers 1096-1098.