Nederlands fort op Kaap de Goede Hoop (1652)

Kolonisatie van de Kaap

Alles uitklappen

Op 6 april 1652 landt Jan Anthonisz van Riebeeck in opdracht van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in Zuid-Afrika. Hij is uitgezonden om aan de voet van de Tafelberg een verversingsstation te stichten voor VOC-schepen op doortocht naar of uit Azië. Van Riebeeck heeft 82 mannen en acht vrouwen –onder wie zijn echtgenote– bij zich. Zij bouwen Fort Kaap de Goede Hoop, telen fruit en groente en ruilen dit met de lokale bevolking voor vlees. Het wordt een bloeiende onderneming, met een scheepswerf en een ziekenhuis.

De keerzijde van dit verhaal is dat de plaatselijke bevolking de volkeren Khoikhoi en San worden verdreven. De vele kolonisten die op de Kaap afkomen, de zogenaamde ‘vrijburgers’, krijgen land toegewezen. Hiermee legt Van Riebeeck de grondslag van de Nederlandse gemeenschap waaruit later de Republiek Zuid-Afrika zal voortkomen.

In deze voortgangsrapportage meldt Jan van Riebeeck de stand van zaken rondom de bouw van een fort aan de Kaap. Voor de VOC is dit vooral een verversingspost voor de schepen op weg naar Indië. Maar de vestiging van de compagnie markeert ook het begin van de kolonisatie van de Kaap. Daardoor is de persoon van Van Riebeeck voor de oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika nog altijd zeer omstreden. Hij heeft er immers voor gezorgd dat zij eeuwenlang zijn onderdrukt en achtergesteld. Voor witte Zuid-Afrikanen is Van Riebeeck juist de aartsvader van het land.

Vanaf 1952 wordt in Zuid-Afrika jaarlijks op 6 april Van Riebeeck’s Day gevierd (later Founder’s Day genoemd). De eerste democratische verkiezingen in 1994 en het einde van de machtspositie van de witte bevolking, maken daar een einde aan. Het ANC, de nieuwe regeringspartij schaft deze herdenkingsdag af. Ook verdwijnt Van Riebeecks beeltenis van Zuid-Afrikaanse postzegels en munten.

December 1651 Int schip den Drommedaris

Daghregister gehouden bijden opper-

coopman Jan Anthonissen van Riebeecq

vertrocken per de schepen Drommedaris,

Reijger ende Goede Hope voor opperhooft

naer Cabo de Bona Esperance in dienste van de

generale vereenighde Neederlantsche

geoctroijeerde Oostindische Compagnie uijt

Texel vande Camer

Amsterdam.

adij 14den dito omtrent 2 uijren na middagh ongestadigh buijigh

regenachtigh weder ende wint westelijck sijnde is ge-

melten Riebeecq met sijn familie uijt de stadt Amsterdam

vertrocken hebbende alvorens ten clocke elff uijren

sijn laetste affscheijt genomen vande Edele Heren Bewint-

hebberen soo op de reeckencamer als in het slachthuijs

der voorschreven Camere en quam.

16en inde balgh aent schip den Drommedaris aenboort

nadat smaentdaghs te vooren inde volle &yadeim

der welgemalte hn bewinthn ter presentie van

alle de schippers claes both Reijnier

Davidt de Coningh & Jan Hooghsaet sijn demissie hadden

becomen & bevel gecregen om opt schip de Drommed

de vlagge en: t commando te vooren & de affgaden

schepen volgens de tract an resolutie de 4 decemb

bij hoogh gedachte & gaddrine der welgenoemde

hrn Bewint hebben daer opgenomen ende denselben

riebeerq door de gecommitteerde hrn Bewintt gen roch

ende de Lange in xexel nagesonden & ter bandt

gestelt

voer gemelte riebeerq aen t schip de walvis bij

de hrn Hoghen de Lange haer D: voordragende

dat den hovenier hendrick boom abusiven op ons

schip was gecomen ende dat wijs noch van water

oft bier voordereijs niet & sien den waeren.

Tafelbaai: Verzameling Buitenlandse kaarten Leupe, 4.VELH, inventarisnummer 619.36
Brief van Van Riebeeck:  1.04.02 inventarisnummer 1188, folio 189