Als Margaretha van Parma het Smeekschrift van de Edelen heeft ingewilligd, komt er een einde aan de vervolgingen van protestanten. Grote aantallen protestanten luisteren nu naar preken in de open lucht, de zogeheten hagenpreken. Het is duidelijk dat de katholieke overheid de voortgang van het protestantisme niet langer kan tegenhouden. De herwonnen vrijheid maakt bij de protestanten ook woede los over wat hen in de voorgaande jaren is aangedaan. Na een preek overvalt op 10 augustus 1566 een menigte een klooster in het Vlaamse Steenvoorde en vernielt daar alle religieuze beelden. Volgens het protestantse geloof is het maken en aanbidden van religieuze afbeeldingen immers niet toegestaan. Deze Beeldenstorm (zoals we hem nu kennen) slaat al snel over naar andere steden in de Nederlanden.
Prins Willem van Oranje, de stadhouder van Holland en Zeeland, spreekt in een brief aan de rentmeester (plaatsvervangend bestuurder) van Zeeland ten oosten van de Schelde zijn afschuw uit over de vernielingen die her en der aangericht worden.
Transcriptie:
“hoe dat dese dagen ende nachten geleden die sectarissen (…) hebben inde stadt van Antwerpen berooft ende gepilleert alle die kercken cleyne ende groote, theylich sacrament, altaren, beelden scilderyen ende ander, ornamenten der kercken neder geworpen, gebroken ende ter scande gemaect, tonsen grooten Leetwesen alles In derisie versmadenisse ende groote scandalizatie van onsen heyligen Christen geloove, dienste van god almachtich ende die van onsen heer den Coninck”.
De beeldenstorm is op dat moment nog maar pas begonnen; Willem schrijft zijn brief op 24 augustus 1566, dus slechts twee weken na de eerste beeldenvernielingen in Steenvoorde. De prins drukt de plaatselijke ambtsdragers op het hart te voorkomen dat de Beeldenstorm ook door hun kerken, kloosters en andere heilige plaatsen raast.
Transcriptie:
“op haer hoede te zyne ende soe goeden wachte ende ordre te houden dat zoe grooten scandalizatie ende inconvenient niet en gesciede in henlieden kercken cloosteren ende heylige plaetsen”.
In 1567 stuurt koning Filips II de hertog van Alva naar de Nederlanden om het opstandige volk terug in het gareel te krijgen. De Beeldenstorm is dan al neergeslagen door landvoogdes Margaretha van Parma.
Alva wordt in staat geacht om eventueel nieuw verzet resoluut de kop in te kunnen drukken. De grimmige, harde edelman staat er namelijk om bekend dat hij de protestantse ‘ketterij’ hartgrondig haat. Zijn ingrijpen is zo hardhandig dat Margaretha in afschuw haar positie opgeeft en vertrekt. Filips II stelt Alva vervolgens aan als nieuwe landvoogd.
Een van de eerste acties van Alva is het oprichten van de ‘Raad van Beroerten’. Deze nieuwe rechtbank spoort de schuldigen van de rellen rond de Beeldenstorm op en straft ze. De honderden edelen die in 1565 het Verbond der Edelen hebben getekend, vrezen vanaf dat moment voor hun leven. En met reden: Alva deinst er niet voor terug om edelen van aanzien en iedereen die het Smeekschrift heeft getekend als verraders te arresteren en soms ook te laten executeren. De meeste edelen, onder wie Willem van Oranje, slagen erin naar het buitenland te ontsnappen.
LessonUp: Primaire bronnen van de Nederlandse Opstand, 1566-1568
Bovenbouw havo/vwo
Een interactieve les met primaire bronnen over het Smeekschrift der Edelen, de Beeldenstorm en de Raad van Beroerten.
Opdracht: Adriaen de Wael van Vronensteyn en de Raad van Beroerten
Bovenbouw havo/vwo
Een groepsopdracht over het Smeekschrift der Edelen, de Beeldenstorm en de Raad van Beroerten met primaire bronnen uit verhoren van de Raad van Beroerten. Kunnen leerlingen de schuld of onschuld van Adriaen achterhalen?
Onderstaande gegevens zijn nodig om de archiefstukken op te vragen in het Nationaal Archief. Gedigitaliseerde stukken kunnen in hoge kwaliteit gedownload worden.
Brief van Willem van Oranje (1566)
Inventaris van het archief van de familie Van Dorp, (1414) 1503-1657 (1986).
1.10.25, inventarisnummer 757.
Niet online beschikbaar.
Bevestiging Alva als landvoogd (1567)
Inventaris van het archief van de Spaans-Nederlandse Regering te Brussel, 1567-1576.
1.01.01.13, inventarisnummer 4.
Niet online beschikbaar.
Pentekening Filips II (16e eeuw)
Inventaris van de collectie Handschriften van het voormalige Rijksarchief in Zuid-Holland, 1951-1990.
3.22.01.02, inventarisnummer 1461.