Grafstenen voor de minister: de Eerste Wereldoorlog in Nederland

Loopgraaf Eerste Wereldoorlog
28 juni 2024

Vandaag is het precies 110 jaar geleden dat de Oostenrijkse troonopvolger Franz-Ferdinand en zijn vrouw in Sarajevo werden vermoord. De moord vormde de directe aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog een maand later. Deze oorlog, die ook bekend zou worden als de ‘Grote Oorlog’, zou aan miljoenen soldaten én burgers het leven kosten. 

Economische gevolgen voor Nederland

Nederland wist tijdens de oorlog neutraal te blijven. Toch had de oorlog ook hier gevolgen; onder andere voor de economie. In eerste instantie waren die gevolgen vooral positief: in de eerste twee jaar van de oorlog werd veel geld verdiend met de handel in steenkool en landbouwproducten. Naarmate de oorlog vorderde, kreeg Nederland steeds meer te maken met schaarste. Om de verdeling van levensmiddelen in goede banen te leiden, nam de Nederlandse regering in 1916 de Distributiewet aan. Verschillende levensmiddelen gingen op de bon.

Vanaf 1917 bereikten steeds minder producten de Rotterdamse havens. De Verenigde Staten en Engeland hielden schepen tegen, om te voorkomen dat de lading Duitsland zou kunnen bereiken. Door deze toenemende schaarste werd rantsoenering in Nederland noodzakelijk. 

Eenheidsworst

Om het beschikbare vlees eerlijk onder de bevolking te verdelen voerde de regering in 1918 de zogenaamde ‘eenheidsworst’ in. Vlees mocht niet meer apart verkocht worden. In plaats daarvan moesten slagers al het vlees door de gehaktmolen halen en er ‘eenheidsworst’ van maken. Deze eenheidsworst was vaak van slechte kwaliteit. Soms was het vlees zelfs al bedorven, voordat het bij de consument aankwam. Zo vinden we in de archieven van de ‘crisisinstellingen in verband met de Eerste Wereldoorlog’ een brief van de directeur van het openbaar slachthuis in Haarlem. Het slachthuis had van de gemeente Amsterdam verschillende partijen eenheidsworst toegestuurd gekregen. In opdracht van het Rijks Centraal Administratiekantoor voor de Distributie van Levensmiddelen moest het slachthuis controleren of ‘van deze partyen nog iets geschikt was om als menschelyk voedsel te dienen’. Het antwoord was een duidelijk ‘nee’. ‘De stank was’ aldus de brief, al ‘op enkele meters afstand van het gesloten gebouw, waarin de worsten ingepakt stonden, zeer duidelijk te ruiken’. 

Grafsteentjes Posthuma (2.21.026.07, inventarisnummer 9)

Grafstenen

Het distributiebeleid was de verantwoordelijkheid van de minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, Folkert Evert Posthuma (1874-1943). Dat beleid maakte hem tot een van de meest bespotte en zelfs gehate politici van zijn tijd. In het persoonlijk archief van Posthuma zit een groot aantal brieven, waarin mensen hun woede en zorgen uitten. Zo zijn er verschillende brieven waarin mensen klagen over de hoge voedselprijzen. Een briefschrijver uit Kralingen vraagt de minister bijvoorbeeld of hij ‘gek’ is geworden ‘om rijst op 14 cent per pond te brengen’. Een andere briefschrijver is nog rigoureuzer in zijn bewoordingen: ‘gij zijt degene die ’t Nederlandsche volk doet verhongeren’. Andere briefschrijvers wijzen de minister op overtredingen van de uitgevaardigde voorschriften: ‘U wordt bedrogen, omdat u niet controleert’. In een klein deel van de brieven dreigen de afzenders zelfs met geweld. Eén persoon maakt de bedreiging wel erg concreet, door de minister alvast kleine grafstenen toe te sturen. Ook deze grafsteentjes zijn bewaard in het archief van Posthuma. 

Einde van de Eerste Wereldoorlog

Op 11 november 1918 eindigde de Eerste Wereldoorlog. Nederland kwam door zijn neutrale positie, relatief ongeschonden uit de strijd. Het woord ‘eenheidsworst’, is blijven bestaan, al is het dan in een andere betekenis. 

Zelf de grafstenen in het archief komen bekijken? 

Bekijk inventarisnummer 9 uit het archief van F.E. Posthuma (archiefnummer 2.21.026.07)

Meer lezen over de eenheidsworst? 

Bekijk inventarisnummer 1062 uit de archieven van de crisisinstellingen in verband met de Eerste Wereldoorlog (archiefnummer 2.06.079)