Eerherstel voor vrijheidsstrijder Tula

Relaas van Tula, leider slavenopstand 1795
2 oktober 2023

Op 3 oktober 2023 rehabiliteert de Nederlandse regering de verzetsstrijder Tula. Het is dan precies 228 jaar geleden dat het koloniale bestuur van Curaçao hem op een gruwelijke manier ter dood brengt, als straf voor zijn rol in de grootste opstand van tot slaaf gemaakten die op Curaçao ooit heeft plaatsgevonden. Het initiatief voor dit eerherstel is genomen door het Curaçaose comité Plataforma di Sklabitut pa Herensia di Sklabitut.

De regering van Curaçao heeft overigens Tula al in 2010 uitgeroepen tot nationale held. Jaarlijks wordt op 17 augustus, de dag dat de opstand begon, stilgestaan bij zijn moed om in opstand te komen: Dia di Lucha pa Libertat (letterlijk: dag van de strijd voor vrijheid).

De opstand van 1795

Op 17 augustus 1795 leggen ongeveer 50 tot slaaf gemaakten op de plantage Knip het werk neer. De drijvende kracht achter deze moedige actie is Tula. Plantage Knip in het uiterste westen van Curaçao, is eigendom van Casper van Uytrecht. Hij stuurt die dag meteen zijn zoon met een kort briefje naar de stad om het bestuur van het eiland over deze opstand te informeren.

Tula en zijn vrienden hebben deze opstand al enige tijd voorbereid. Snel leggen ook tot slaaf gemaakten op andere plantages in het westen van Curaçao het werk neer. Onder leiding van Tula, Carpata, Louis Mercier en Pedro Wacao vormt zich een groep van wel 2000 mensen. Zij trekken naar de hoofdstad van het eiland om hun verhaal te doen bij het bestuur. Hun eis is duidelijk: zij willen vrij zijn. De stoet stokt echter bij de plantage Porto Marie, omdat het leger in aantocht is.

Wij zoeken onze vrijheid

Op die plantage vindt een bemiddelingspoging plaats. Pater Jacobus Schinck moet proberen om verder bloedvergieten te voorkomen. Maar hij heeft geen succes; Tula houdt vast aan zijn eis dat de slaven vrijgelaten moeten worden:

Wij zijn al te zeer mishandelt, wij zoeken niemand kwaad te doen, maar zoeken onze vrijheid, de fransche negers hebben hunne vrijdom bekoomen, Holland is ingenomen door de franschen, vervolgens moeten wij ook hier vrij zijn.

Deze uitspraken staan in het ‘Relaas’ dat pater Schinck van zijn ontmoeting met Tula heeft geschreven. Ze laten duidelijk zien dat Tula goed op de hoogte is van de internationale politiek.

Bataafse en Haïtiaanse Revolutie

In 1795 is in Nederland de Bataafse Republiek uitgeroepen, gebaseerd op de idealen van de Franse revolutie: Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Daarin past slavernij eigenlijk niet meer. In de Franse kolonie St. Domingue (nu Haïti) hebben tot slaaf gemaakten in 1791 en 1793 zich met succes naar de vrijheid gevochten. Op Curaçao geven de opstandelingen Tula dan ook de bijnaam Rigaud, naar de leider van de revolutie op St. Domingue.

Arrestatie, marteling en straf

De poging van pater Schinck heeft geen effect. Tula en zijn medestanders weigeren weer aan het werk te gaan. Dan besluiten de Nederlanders met geweld in te grijpen. Onder de opstandelingen vallen 9 doden en vele anderen raken gewond. Tula’s geheime verblijfplaats wordt verraden en dan worden hij en een aantal van zijn medestanders gevangengezet in Fort Amsterdam in Willemstad.

Tula weet de martelingen tijdens zijn verhoren heel erg lang te doorstaan, maar uiteindelijk breekt hij. Onder dwang bekent hij de leider van de slavenopstand te zijn geweest. Zijn verhoorders leggen hem ook woorden in de mond. Bijvoorbeeld dat het zijn doel was het Nederlandse bestuur omver te werpen en zelf de leider van Curaçao te worden.

De straf die Tula en de andere leiders van de opstand krijgen is zo vreselijk dat deze in Nederland al lang is afgeschaft. Het koloniale bestuur wil echter een voorbeeld stellen zodat niemand op Curaçao meer in opstand zal durven komen. Ze worden geradbraakt, hun gezicht wordt met fakkels geblakerd en daarna worden zij onthoofd. Hun lichamen worden daarna in zee gegooid.

Sprekende en zwijgende archieven

Het koloniale bestuur van Curaçao heeft veel opgeschreven over de opstand op Curaçao, over de ‘processen’ van de opstandelingen en hun straffen. Pater Schink maakte een verslag van zijn gesprek met Tula. Al die documenten zijn bewaard gebleven in de archieven van het bestuur van Curaçao en zijn nu onze bronnen om de opstand te kunnen bestuderen. Maar omdat de opstandelingen zelf geen archief hebben nagelaten, ontbreekt hun perspectief op de gebeurtenissen. Ook weten we daardoor heel weinig over hen.

Zo is over het leven van Tula vóór de opstand nauwelijks iets bekend. Tot 1838 wordt er op Curaçao geen administratie bijgehouden van tot slaaf gemaakte mensen. Wie zijn moeder is en waar hij is geboren, is daarom niet meer te achterhalen. Wel wordt in de archiefstukken over de opstand een “Nicolaas van Spransa” genoemd. Hij zou een broer van Tula zijn. Ook deze Nicolaas is na de opstand gearresteerd en naar alle waarschijnlijkheid geëxecuteerd.

Digitalisering

Het Nationaal Archief werkt hard om alle archieven over Curaçao in deze periode digitaal beschikbaar te maken. Naar verwachting zal dat op 1 januari 2024 afgerond zijn. Het inventarisnummer waarin het verslag van pater Schink staat, is nu al digitaal beschikbaar. Bij het ‘Relaas van Tula’ staat bovendien een transcriptie, zodat iedereen nu de woorden van Tula zelf kan lezen. De transcriptie is te lezen door op het icoontje van de ganzenveer aan de linkerkant van het scherm te klikken.

Ook het Gouverneursjournaal dat in 1795 op Curaçao wordt bijgehouden, en waarin de gebeurtenissen van dag tot dag beschreven zijn, is al online te bekijken.