Terug naar zoekresultaten

3.18.20 Inventaris van het archief der adellijke Vrouwenabdij van Rijnsburg van de Orde van Benedictus, 1179-1574

Het archief van de adellijke vrouwenabdij bevat onder meer een lijst van benoemde abdissen van Rijnsburg, pauselijke bullen en aflaatbrieven, privilegebrieven van de Hollandse graven, rekeningen, eigendomsbewijzen van huizen en land in Zuid-Holland en Zeeland, en stukken in verband met tienden en lenen van de abdij.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.18.20
Inventaris van het archief der adellijke Vrouwenabdij van Rijnsburg van de Orde van Benedictus, 1179-1574

Auteur

J. Bruggeman

Versie

22-10-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1931 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Abdij van Rijnsburg
Abdij Rijnsburg

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1179-1574

Archiefbloknummer

36019

Omvang

1309 inventarisnummer(s) 4,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

De stukken zijn gesteld in heten in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Adellijke vrouwenabdij van Rijnsburg van de Orde van S. Benedictus

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de adellijke vrouwenabdij bevat onder meer een lijst van benoemde abdissen van Rijnsburg, pauselijke bullen en aflaatbrieven, privilegebrieven van de Hollandse graven, rekeningen, eigendomsbewijzen van huizen en land in Zuid-Holland en Zeeland, en stukken in verband met tienden en lenen van de abdij.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
uit: IRA (Inventarissen Rijks Archieven) IV (1931) p. 169-256.
De abdij ( Vgl. Maria Hüffer, De adellijke vrouwenabdij van Rijnsburg, 1133-1574, 1923, en de daar aangehaalde bronnen en litteratuur. Over den jaarstijl der abdij zie men haar artikel in Historisch Tijdschrift V, (1926), blz. 230-258. ) werd gesticht door Petronella, weduwe van graaf Floris II van Holland, op wier verzoek uit het Saksische klooster van Stötterlingenburg in het noorden van het Harzgebergte eenige nonnen van de Benedictijnenorde kwamen om het nieuwe klooster te bevolken, waarna de 16den September 1133 Andreas van Kuik, bisschop van Utrecht, de kerk van de nieuwe Benedictinessenabdij wijdde onder den titel van de H. Maagd. Door Paus Innocentius.II werd in 1140 aan de abdij exemptie verleend, waardoor zij regelrecht stond onder jurisdictie van de H. Stoel. Desondanks traden meermalen de Utrechtsche bisschoppen als scheidsrechters op, bekrachtigden de benoeming van pastoors, gaven toestemming tot investituur der nonnen en bevestigden de benoeming van de abdis. Bij bul van Paus Alexander VI van 5 Maart 1500 werd het getal der nonnen op 40 bepaald, die niet aan ordinaris kloostergeloften gebonden waren. Haar toelating werd verbonden aan de adeldom van vaders en moederszijde en van vier grootouders.
In 1536 werd de abdij in een collegium van kanonessen veranderd onder goedkeuring van Karel V, waardoor in de Alteratie de goederen niet als kloostergoed werden aangemerkt en behandeld, maar aan de Ridderschap van Holland vervielen onder verband van alimentatie van de overgebleven zusters.
in de zomer van 1572 had men reeds veel overlast van de Spanjaarden te verduren en in Februari 1573 had er een schermutseling tussen de Leidenaars. en den vijand plaats, waarbij ook enkele gebouwen der abdij schade leden: De Leidsche burgemeester deed materialen, balken en kunstwerk naar Leiden voeren, waarheen het archief misschien reeds vroeger in veiligheid gebracht was, zoals uit den na te noemen inventaris mag afgeleid worden. Nadat omstreeks dezen tijd de ontvanger van de abdij gevlucht was, werd het beheer der abdijgoederen opgedragen aan Dirk Gerritsz. van Kessel, door den Prins van Oranje aangewezen. Van de Staten ontving de ontvanger zijn bevelen en legde aan deze rekenschap van zijn beheer af. Hierin kwam sedert geen verandering, ondanks requesten van de conventualen in 1573 om haar goederen te mogen gebruiken, zoals bij de abdij Leeuwen-horst gebeurde, waar der administratie aan het klooster bleef en door den eigen ontvanger gevoerd werd. Nog in 1577 deed de abdij van Rijnsburg een poging om het gebruik der goederen terug te krijgen, doch tevergeefs.
in de loop van 1574 werd de abdij door de nonnen voorgoed verlaten, die naar Utrecht en elders bij familie haar toevlucht zochten. De parochiekerk van Rijnsburg werd reeds vóór April 1574 verwoest, terwijl de abdij spoedig daarna in vlammen opging. De laatste abdis, Stephana van Rossum, gestorven 27 December 1603, voerde ook na de verstrooiing nog haar weidsche titels en riep de nonnen buiten de abdij bijeen. Na haar benoemde de Ridderschap nog 2 abdissen, waarna die waardigheid geheel gesupprimeerd werd.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief
Het archief is bij Koninklijk Besluit of ministeriële beschikking overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking Onder de oude inventarissen in het Rijksarchief is behalve een inventaris van 1603, die ons minder te zeggen heeft, als nummer 30 een exemplaar bewaard, dat de volledige samenstelling bevat van het archief van Rijnsburg in 1573. Het is een lijst van 123 folia, zonder eenig systeem, beschreven zoals de stukken uit koffers, kisten en pakken te voorschijn kwamen, en met veel fouten in de dateering. Daaruit is een lijst van ontbrekende stukken opgemaakt, die men vindt achter de regestenlijst. ( Lijst van ontbrekende stukken en regestenlijst blijven om redenen van bezuiniging tot later bewaard. ) Vóór 1573 waren reeds verloren de talrijke charters, in de regestenlijst vermeld, die alleen uit cartularia bekend zijn, en waarbij niet is aangeteekend, dat zij in de inventaris van 1573 voorkomen. Met behulp van dezen inventaris en van de dorsale merken konden eenige charters uit andere fondsen van het Rijksarchief, o.a. Grafelijkheid en Zeeland, worden opgespoord, terwijl enkele stukken tot het archief van de abdij Leeuwenhorst bleken te behooren en daarheen zijn overgebracht.
De titel van de bedoelden inventaris luidt als volgt: "Inventaris, ghemaect by scepenen der stadt Leyden ondergeschreven, van zoodanige goeden, stucken, brieven, boucken ende munimenten, hier bevonden in twee platte Brabantsche cofferen ende een houten kist, met yzeren banden beslagen, toecomende de abdye ende convent van Rijnsburch, ghecomen uuyt het secreet der stadt Leyden, aldaer dieselve in bewaringe geweest hebben, omme daeruuyt volgende het scryven van Zyne Excellentie aen deser stede van date den XXIIen Augusti 1573 Dirck Geritssz. van Kessel, rentmeester des voirsz. convents, te laeten volgen zodanighe stucken, papieren, brieven ende boucken, als hem nodich ende behouftich zullen wezen, begonst huyden dezen VIIIen Octobris XVcLXXIII."
(get.) Pieter Oom Pietersz. Pieter Jorysz.
De lijst werd voltooid 25 October 1573 en, mede ondertekend door Dirck van Kessel en Jan van Hout, secretaris van Leiden.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van kwetsbare of slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Abdij van Rijnsburg, nummer toegang 3.18.20, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Abdij Rijnsburg, 3.18.20, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar

Bijlagen

Lijst van ontbrekende stukken
Behalve de hierna beschreven stukken uit den inventaris van 1573 zijn sedert verloren geraakt de volgende nummers uit de regestenlijst, waarvan de regesten uit cartularia zijn opgemaakt.
Regestnummers
9. 128. 497. 1141.
24. 131. 499. 1143.
25. 136. 509.
26. 137. 599.
35. 153. 613.
48. 185. 622.
49. 189. 636.
54. 198. 729.
57. 309. 959.
68. 310. 1074.
69. 414. 1084.
71. 453. 1091.
88. 482. 1123.
Lijst van ontbrekende stukken
Nr. Datum Omschrijving
1. 1299 Augustus 1 Een aggriatiebrief van Jan Withars van Middelburch nepende den ceep gedaen bij Justaes Claessz. van Oppendamme van goeden hem versterven, in date 1299 op s. Pieters daghe ingaende eest, gequeteert nr. XCI. (fol. 44 vs.)
2. 1303 Januari 17 Item een vidimus van een verceepbrieff van de abt van Middelburch van vijff gemeten landts t'Oestcappelle tot behouff des veirsz. cenvente, in date M. IIIc. ende drie des Denredaechs nae s. Pentiaensdaghe, gequeteert nr. XLI. (fol. 10 vs.)
3. 1304 Juli 11 Een vidimusbrieff van zeeckere brieff van grave Wilhem van Hellant van 100 £. tsjaers veer het cleester van Rijnsburch, in date 1304 op S. Benedictus translatiedach in de somer, gequeteert nr. XLVIII. (fol. 39 vs.)
4. (1310 Mei 4) Bulle van de paus Clemens, daerby hy deputeert den abt van S. Pieters te Gend te aenheren de questie tussen dabdisse van Rijnsburch ende den abt van Middelburch, gequoteert nr. IIII. (fol. 118.)
5. 1310 Juni 10. 1310 Vidimusbrieff van de cureyt van Boscoop ende Rijnsburch nopende zeeckere 12 mergen landts by Mone van de Houte tot behoeff van een capelrijc, in date 1310 des Woensdaechs nae S. Bonifaes daghe, gequoteert nr. XIIII. (fol. 29 vs.)
6. 1314 Januari 10 Een brieff in Latijn van 12 £. Hollants voor den pastoor van Buscoop, in date 1314 den Ven dach nae derthiendach, gequoteert nr. XLVII. (fol. 39 vs.)
7. 1318 October 2 Een brieff bij dewelcke alle Willems Pouwels kinder gheven haren oudtsten broeder alle haer vaders ende moeders goet, in date 1318 des Maendaechs nae S. Michiels dach, geteeckent nr. XVIII. (fol. 78.)
8. 1325 December 23 Een verheffbrieff van leene van derdalff hont landts in Oestgeest, gedaen bij Willem Claes Linnaertsz. jegen Dirck borchgrave van Leyden, in date 1325 des Maendaechs voor Kersavont, gequoteert nr. CCXXI. (fol. 27.)
9. 1326 Mei 1 Een brieff spreeckende van 4 mergen landts in de Linschoten, gequoteert VII. (fol. 52).
10. 1332 Mei 3 Een brieff van de date 1332 des Sonnendaechs nae Meydach, sprekende van 1 £. Hollants tsjaers, gequoteert XIX. (fol. 53.)
11. 1332 December 3 Een brieff van der date 1332 des Donderdaechs nae S. Andriesdach, nopende thien sc. tsjaers op een hoffstede, gequoteert L. (fol. 56.)
12. 1349 Juni 3 Een brieff van der date 1349 des Woensdaechs nae Sinxendagen, spreeckende van 1 £. Hollants tsjaers, gequoteert XXVI. (fol. 53 vs.)
13. 1349 Juni 9 Een brieff van de date 1349 des Dysendaechs nae beloken Pinxter aengaende 100 goeder scilde geleent gelt, gequoteert XXXVII. (fol. 54 vs/55.)
14. 1350 Februari 1 Vidimusbrieff van Willem, abt van Egmondt, van zeeckere brieff, die paus Clemens gegeven heeft, in date 1350 sdaechs voor onse Vrouwe lichtmisse, geteeckent nr. VII. (fol. 75 vs.)
15. 1351 Augustus 14 Een brieff van de date 1351 des Sonnendaechs nae S. Louwerens dach, sprekende van 10 scellingen Hollants tsjaers met een transport daeraen, gequoteert XV. (fol. 52 vs.)
16. 1352 Februari 5 Een brieff van de date 1352 des Sonnendaechs nae O.L.V. Lichtmisse. sprekende van 40 scellinghen Hollants, gequoteert XXI. (fol. 53 en vs.)
17. 1354 Augustus 6 Item eenen certificatiebrieff van Herpart van Foreest ende Gerrit van Oestgeest van een handvest in date 1354 sWoensdaechs nae sinte Peter ingaende oest, gequoteert nr. CLII. (fol. 20 vs.)
18. 1357 Januari 5 Een brieff van de date 1357 opten derthienavont, sprekende van 10? sc. Hollants, met een transport daeraen, gequoteert XLIIII (Fol. 55 vs.)
19. 1359 Februari 7 Een brieff van de date 1359 des Donderdaechs nae Purificationis beate Marie virginis, spreeckende van 8 scellimgen tsjaers, met noch 3 ander brieven daeraen, gequoteert XVII. (fol. 53.)
20. 1361 April 8 Een brieff spreeckende van 1 £. Hollants payements tsjaers op 5 hond lants, gequoteert XLV. (fol. 55 vs.)
21. 1362 Augustus 28 Een brieff van der date 1362 des Sonnendaechs nae S. Bartholomeusdach, sprekende van 1 £. Hollandts tsjaers, gequoteert LV. (fol. 56-vs.)
22. 1363 October 19 Een brieff van de date 1363 des Donredaechs nae S. Lucas dach, sprekende van zeeckere landt, ghenaempt Catwijcx camp, gequoteert XXII. (fol. 53 vs.)
24. 1367 October 18 Een brieff van de date 1367 op S. Lucas dach evangelisten nopende zeeckere testamenten ende onder andere van de Catwijsxcamp voirsz. (zie 1363 October 19), gequoteert XXIIII. (fol. 53 vs.)
25. 1367 Een brieff geraseert tot drie plaetssen, maeckende mentie van 40 scellingen Hollants, gequoteert XIIII. (fol. 52 vs.)
26. 1369 April 5 Een brieff van de date 1369 des Donderdaechs nae Paesschen, sprekende van 1½ mergen lants, gequoteert V. (fol. 51 vs.)
27. 1369 April 27 Een brieff van de date 1369 des Vrydaechs nae S. Marcus dach, maeckende mentie van 1 £. payements Hollants tsjaers, metten transpoort daeraen, gequoteert XVIII. (fol. 53.)
28. 1369 Augustus 9 Huyrcelle van zeeckere huys ende hoffstede, dewelcke jouffrou Lijsbet van Groenevelt toebehoort heeft, gelegen opten Oudenvliet, voor Dirck Robbrecht ende zijne naecomelingen, in date 1369 op S. Lourens avont, gequoteert nr. XVIII. (fol. 33 vs.) Vgl. reg. nr. 217.
29. 1370 Februari 22 Een brieff van der date 1370 op S. Pietersdach ad cathedram, spreeckende van 1 £. Hollants tsjaers, gequoteert LVI. (fol. 56 vs.)
30. 1371 November 11 Een rentbrieff van 10 £. tsjaers op zeeckere woninghe van Dirck Philipsz. in Voorschoten, met een transport daeraen, in date 1371 op S. Mertijns dach, gequoteert nr. XXXIX. (fol. 38 vs.)
31. 1372 Juni 9 Een brieff van der date 1372 des Woensdaechs nae S. Bonifatiusdach aengaende zeeckere quytsceldinge van leen, gequoteert XLIX. (fol. 56.)
32. 1372 October 26 Een brieff van der date 1372 des Dysendaechs nae XIm maechdendach, spreeckende van 2 hont lants in Oestgeest, gequoteert XXVIII. (fol. 54)
33. 1375 Juli 1 Een brieff van de jaer 1375 op onser Vrouwenavont visitatie van 1 £. Hollants opt huys ende erve in de Kerckstraet, gequoteert XL. (fol. 55).
34. 1375 Een brieff spreeckende van 30 sc. tsjaers 4 penningen, met 2 transporten daeraen, gequoteert LI. (fol. 56.)
35. 1376 Maart 18 Een brieff van de jaer 1376 des Dysendaechs nae S. Geertrudendach, sprekende van 3 £. payements Hollants, geqioteert XLI. (fol. 55.)
36. Noch eenen van derselver date aengaende 45 scellinghen Hollants, gequoteert XLII. (fol. 55.)
37. 1377 Juni 30 Een brieff van de date des 1377 Dysendaechs nae S. Jans Baptisten dach, sprekende van 1 mergen landts in Oestgeest, gequoteert IX. (fol. 52.)
38. 1378 Mei 2 Een brieff van der date 1378 tsonnendaechs nae beloken Paesschen, spreeckende van 40 scellingen Hollants tsjaers, gequoteert XXV. (fol 53 vs.)
39. 1379 Juni 23 Item eenen willecoorbrieff van 4 hont lants in Boscoop by Fye Dirck Pieters zoens dochter gedaen van haere pachtlanden aldaer jegens de abdisse, in date 1379 op sint Jans avont midtsomer, gequoteert Nr. CLXXXV. (fol. 23 vs.)
40. 1379 Juli 24 Item eenen lossingebrieff van zeven hont landts in de ambochte van Boscoop by Claes Dircxz. jegens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1379 op S. Jacobs avont apostel, gequoteert nr. CLXVII. (fol. 22).
41. 1379 Juli 25 Een brieff van der date 1379 op S. Jacobsdach, sprekende van 1 £. Hollants tsjaers, gequoteert LIIII. (fol. 56 vs.)
42. 1379 October 24 Item eenen verwillecoerbrieff van 8 hont pachtlants in Boscoop, by Niclaes Boudumiisz. jegens de abdisse gedaen, in date 1379 des Maendaechs nae elff duyssent maechden dach, gequoteert nr. CXCI. (fol. 24.)
43. 1379 October 25 Item eenen vercoopsbrieff van 2 hont lants in Reynnerscoop voor Jan Claesz., in date 1379 des Dinsdaechs nae elff duyssent maechden dach, gequoteert nr. CLXXIX. (fol. 23.)
44. 1380 Januari 3 Item eenen verwilcoert brieff van pachtlanden in Boscoop, gedaen bij Jacob Vredericxz. jegens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1380 des Dincxdaechs naer Jaersdach, gequoteert nr. CXLVIII. (fol. 20.)
45. 1380 Januari 12 Item eenen anderen verwilcoor brieff van zeeckere pachtlanden in Boscoop, by Willem Dircxz. jegens de abdisse gedaen, in date 1380 des Donredaechs nae derthiendach, gequoteert nr. CLXXXI. (fol. 23.)
46. 1380 Januari 24 Item een verwillekeurt brieff van vijftalff merghen pachtlandts ende een vierendeel honts in de ambochte van Boscoop, gedaen by Pieter Allertssz. jeghens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1380 des Dinxdaechs nae S. Agnieten dach, gequoteert nr. CLXVIII. (fol. 22.)
47. 1380 Januari 24 Een (verwillecoerbrieff) van zeeckere pachtlanden in Boscoop, toecomende Aernt Willemsz., jegens die abdisse gedaen in date 1380 des Dincxdaechs nar S. Aghietendach, gequoteert nr. CCXXVIII. (fol. 27 vs. 28.)
48. 1380 Februari 16 Item eenen lossingebrieff van 10 hont lants ende een vierendeel in Boscoop, gedaen by Gerrit Dirckssz. jegens de abdisse, in date 1380 des Donredaechs nae S. Valentiins daghe, gequoteert nr. CLXXVI. (fol. 22 vs.)
49. 1380 Maart 18 Item eenen anderen verwillecoert brieff van 3 mergen landts in Boscoop voor Dirck Jansz. jegens de abdisse, in date 1380 op den Palmdach, gequoteert nr. CLXXIIII. (fol. 22 vs.)
50. 1380 April 1 Item eenen anderen verwilcoert brieff van vijff hont pachtlants in Boscoop, gedaen by Vrederick Jacopsz. jegens de abdisse, gequoteert nr. CLXXI. (fol. 22.)
51. 1380 April 6 Item eenen verwillecoert brieff van 2 mergenlants in Boscoop, gedaen by Hugue Jacopssz. jegens de abdisse, gequoteert nr. CLXXVII. (fol. 23.)
52. 1380 April 9 Item eenen anderen verwillevoer brieff van 1½ mergen pachtlants in Boscoop bij Kerstiaen Hermansz. jegens de abdisse gedaen, gequoteert nr. CLXXXVI. (fol. 23 vs.)
53. 1380 April 9 Item een willecoorbrieff onbezegelt van 3 mergen pachtlandts in Boscoop, by Vrederich Kerstiaensz. jegens de abdisse gedaen, gequoteert nr. CCVI. (fol. 25 vs.)
54. 1380 April 11 Item eenen anderen verwilcoert brieff van 8 mergen pachtlants ende 1 hont in Boscoop, gedaen by Jan Jacopsz. jegens de abdisse, gequoteert nr. CLXXVIII. (fol. 23.)
55. 1380 September 22 Item een (verwillecoerbrieff) van derdalff mergen lants in Boscoop, by Dirck Kerstiaens soen kinder gedaen jegens de abdisse, in date 1380 op S. Mouricius dach, gequoteert nr. CXCVI. (fol. 24 vs.)
56. 1380 October 23 Item een verwillekeurt brieff van zeeckere pachtlande voor Jacob Dircksz. jegens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1380 des Dincxdaechs nae elff duyssent maechden dach, gequoteert nr. CLXIIII. (fol. 21 vs.)
57. 1380 October 23 Item eenen verwillecoort brieff van zeeckere pachtlanden, toecomende Willem Maerlant, priester in Boscoop, jegens de abdisse, in date 1380 des Dinsdaechs nae elff duyssent maechden dach, gequoteert nr. CLXXIII. (fol. 22 vs.)
58. 1380 October 23 Item een (verwillecoertbrieff) van 1 mergen landts in Boscoop, by Claes Dircksz. jegens de abdisse ghedaen, in date 1380 des Dincxdaechs nae elff duyssent maechdendach, gequoteert nr. CXCVII. (Fol. 24 vs. 25.)
59. 1380 October 27 Item eenen anderen verwillecoerbrieff van 3 mergen pachtlandts in Boscoop, by Dierick Vredericxz. jegens d'abdisse gedaen, in date 1380 op S. Symon ende Juden avont, gequoteert nr. CLXXXVIII. (fol. 24.)
60. 1380 November 20 Een verwillecoorbrieff van zeeckere pachtlanden, toecomende Claes de Brede Dircksz. gedaan jegens de abdisse, liggende in Boscoop, in date 1380 des ander Dincxdaechs nae S. Martijns dach, gequoteert nr. CCXIIII. (fol. 26 vs.)
61. 1381 Januari 13 Item eenen verwilleceorbrieff van 5 hont pachtlants in Boscoop, by Kerstiaen Dirck Lisenz. gedaen jegens de abdisse, in date 1381 op S. Pontiaensavont, gequoteert nr. CXC. (fol. 24.)
62. 1381 Januari 16 Item een verwillecoerbrieff van 1½ mergen landts in Boscoop by Gerrit Dirxz. jegens de abdisse gedaen, in date 1381 des Woens daechs nae S. Pontiaens dage, gequoteert nr. CXCV. (fol. 24 vs.)
63. 1381 Maart 2 Item een verwillecoerbrieff van zeeckere pachtlanden in Boscoop by Jan Trumbout ende Gherrit IJsebrant Hermans zoens kinderen jegens de abdisse gedaen, in date 1381 des anderen daechs van Meerte, gequoteert nr. CXCIIII. (fol. 24 vs.)
64. 1381 Maart 29 Item eenen verwillecoerbrieff van 3 mergen landts in Boscoop, by Kerstiaen Zymonsz. jegens de abdisse gedaen, in date 1381 des Vrydaechs nae onser Vrouwen dach Annunciatio, gequoteert nr. CLXXXIX. (fol. 24.)
65. 1381 Maart 31 Item eenen verwilcoert brieff van anderhalff merghen pachtlants in Boscoop voor Claes Bouduninsz. jegens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1381 des Sondaechs nae onsen Vrouwen dach Annunciatio, gequoteert nr. CL. (fol. 20 vs.)
66. 1381 April 7 Item eenen verwillecoer brieff van 4 hont pachtlants in Boscoop by Pieter Ellaertsz. jegens de abdisse gedaen, gequoteert nr. CLXXXVII (fol. 23 vs./24.)
67. 1381 Juni 18 Item eenen verwilcoert brieff van 2 mergen lants in Boscoop, gedaen by Jan van Grieken jegens de abdisse, in date 1381 des Dincxdaechs nae Sacramentsdach, gequoteert nr. CLXXX. (fol. 23.)
68. 1381 Juni 29 Item noch een lossinghe ende verwillecoert brieff van derdalff mergen landts in de ambochte van Boscoop voor Pieter Henrick Hoevesz. jegens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1381 op sinte Pieter ende Pouwels dach, gequoteert nr. CLXIII. (fol. 21 vs.)
69. 1381 Augustus 25 Item eenen anderen verwilcoert brieff van elfftalff hont pachtlants in Boscoop, gedaen by Sasbout Staepsoen jegens de abdisse, in date 1381 des Sonnendaechs nae onser Vrouwen dach Assumptio, gequoteert nr. CLXX. (fol. 22.)
70. 1381 September 1 Item een willekeurbrieff van vierdalff hontkins in Boscoop, gedaen by Wouter Claesz. jegens de abdisse, in date 1381 des Sondaechs nae S. Jans dach Decollatio, gequoteert nr. CCXIII. (fol. 26 vs.)
71. 1381 September 30 Item eenen anderen verwillecoert brieff van twee mergen landts in Rynsburch, gedaen by Vrede Vredericxs. jegens de abdisse, in date 1381 des Maendaechs nae S. Michiels dach, gequoteert nr. CLXIX. (fol. 22.)
72. 1381 October 26 Een (verwillecoerbrieff) van zeeckere pachtlanden in Boscoop, toe comende Claes Hannen zoens kinder, jegens de abdisse gedaen in date 1381 des Saterdaechs nae elff duyssent maechden dach, gequoteert nr. CCXXIX. (fol. 28.)
73. 1381 October 30 Item een lossingebrieff van drie hont lants in de ambochte van Oestgeest, gedaen by Walich Geritz. jegens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1381 des Woensdaechs nae S. Symon ende Judasdach, gequoteert nr. CLIII. (fol. 20 vs.)
74. 1383 December 8 Een brieff van der date 1383 op O.L.V. dach Conceptio aengaende eenen ouden scilt, staende op 4 hont landts, geheten Volkenvenne, gequoteert LII. (fol. 56 vs.)
75. 1383 December 9 Een brieff van de date 1383 des Woensdaechs nae S. Barbaren dach, sprekende van 1 £. tsjaers payements, gequoteert VIII. (fol. 52.)
76. 1384 Maart 25 Een brief van de date op O.V. dach Annunciatio, spreeckende van 4 hont luttel min ofte meer, gequoteert XXXIII. (fol. 54 vs.)
77. 1384 October 28 Een brieff van der date 1384 des Vrydaechs voor alreheyligendach van zeeckere vrydom by den burchgrave van Leyden gegeven, gequoteert XLVI. (fol. 55 vs.)
78. 1385 Juni 28 Een verwillecoerbrieff van zeeckere landen in Boscoop, toecomende IJsebrant Werenboutsz., jegens de abdisse gedaen, in date 1385 op S. Peter ende Pauwels avont, nr. CCXXVII. (fol. 27 vs.)
79. 1386 Een brieff aengaende zeeckere renthen, heer Willem Stuvesant overgegeven, gequoteert LIII. (fol. 56 vs.)
80. 1389 October 3 Een brieff van de date 1389 des Sonendaechs na S. Baven dach, maeckende mentie van 2 hont lants ende 36 roeden in Oestgeest, gequoteert X. (fol. 52.)
81. 1398 December 17 Een brieff van de date 1398 des Dysendaechs nae S. Lucie aengaende een quytsceldinge van 1 £. Hollants tsjaers, gequoteert XXXV. (fol. 54 vs.)
82. 1400 September 9 Een brieff van der date 1400 des Donredaechs nae onser Vrouwen dach Nativitas, sprekende van een helft van zestalff hont landts, gelegen aen de Valckenburgerwech in Oestgeest, gequoteert XLVIII. (fol. 56.)
83. 1401 Maart 3 Een brieff maeckende mentie van 1 £. payements Hollants, ghelegen op een huys ende acker, met het transport daeraen, gequoteert XI. (fol. 52 en vs.)
84. 1403 Augustus 24 Een brieff van de jaer 1403 op S. Bartholomeusdach, spreeckende van ½ mergen landts in de groene steech, gequoteert XXXIX. (fol. 55.)
85. 1408 April 9 Een brieff spreeckende van thientehalff hont, luttel min oft meer, genaempt de Hasencant, met een transport daeraen, gequoteert XXXVIII (fol. 55.)
86. 1409 April 4 Een brieff van de date 1409 op S. Ambrosiusdach, spreeckende van 1 £. payements tsjaers, gequoteert XXXIIII. (fol. 54 vs.)
87. 1410 Juni 16 Een brieff van der date 1410 des Maendaechs nae S. Odulphusdach, sprekende van 8 hont landts, gequoteert XXVII. (fol. 53 vs./54.)
88. 1410 Juli 31 Een brieff van de date 1410 op S. Pietersalvont ad vincula, maeckende mentie van 33 scellingen ende 4 penningen, gequoteert IIII. (fol. 51 vs.)
89. 1410 November 12 Testament van Jan van Santhorst in date 1410 des anderdaechs nae S. Martijnsdach in de Winter, geteeckent nr. XIIII. (fol. 77 vs.)
90. (voor 1412) Een cruynbrieffken voor Dirck Janssz., gequoteert nr. XCIIII. (fol. 104.)
91. 1413 Januari 30 Een brieff van de date 1413 des Maendaechs nae S. Pouwels Conversic, sprekende van 1 £. comans payements, gequoteert XLIII. (fol. 55 vs.)
92. 1418 Januari 10 Een brieff van de date 1418 des Maendaechs nae derthiendach, spreeckende van 1 £. Hollants tsjaers, gequoteert III. (fol. 51 vs.)
93. 1418 Februari 12 Een rentbrieff van 1 gouden Eduardus Engelsche nobel tsjaer? ten behoeve (der abdisse van Rijnsburch) op ½ mergen lants in Oestgeest, in date 1418 des Saterdaechs nae S. Appolonien dach, gequoteert nr. LXXII. (fol. 42 vs.)
94. 1418 Augustus 29 Item een quytsceldinge gedaen by Oloren (sic) van Nyeuhove van alsulcke goet, als Jan van Nyeuwenhove Pieter Danckertsz. sculdich was, in date M. IIIIc XVIII op sint Jans Decollatio, gequoteert nr. XXII. (fol. 8 vs.)
95. 1431 December 1 Een brieff aengaende zeeckere pacht van 15 stuvers op een gebroken huys tot Catwijck, gequoteert XXXI. (fol. 54.)
96. 1436 October 21 Een brieff van de date 1436 op de elff duyssent maechdandach, spreeckende van 12 grote tsjaers payements, gequoteert XXXVI. (fol. 54 vs.)
97. 1448 Juli 12 Een brieff sprekende van 4 mergen landts gelegen in Ouderschie, met een transport daeraen, gequoteert XLVII. (fol. 55 vs./56.)
98. 1450 (1451 Februari 6-7) Een gezegelde brieff van hertoech Philips van Bourgoinguen nopende zeeckere previlegie om van vryemanden gereformeert te worden van de dato 1450, geteeckent I. (fol. 58.) Vgl. inv. Rijnsburg nr. 86.
99. 1455 Januari 26 Item een copie van eenen resignatiebrieff van het bailliuscap van Rijnlandt voor Symon Heyen in date 1455 den 26 January, gequoteert nr. VII. (fol. 7 vs.)
100. 1458 Mei 12 Item eenen scepenenbrieff van de ghemeenen buyeren van Boscoop, daermede zy beloven alle jaerlicxe renthe, dewelke zy den convent van Rijnsburch souldich zijn, te betalen, in date 1458 opten XIIen dach Meye, gequoteert nr. CLXV. (fol.21 vs.)
101. 1461 April 13 Een sententie tussen dabdisse van Rijnsburch eyssersche ter eenre, contra Arien Franckensz., scoudt van Delft, Nr. I. (fol. 58 vs.)
102. 1461 October 7 Procuratie voor Willem van Zwieten van de abdisse van Rijnsburg om te ageren voor den Grooten Raedt van de hertoghe van Bourgoinguen tegen den scoudt van Delft, gequoteert nr. XII. (fol. 121.)
103. 1463 October 21 Een brieff int parckement nopende zeeckere helft van 3 mergen ende 11 roeden (in Oestgeest), vercocht aen Katrijn Bouwijn Gerritsz'dochter by heren Willem Claes Hersts, gequoteert I. (fol. 51 vs.) Vgl. reg. nr. 819.
104. 1464 Januari 24 Een rentbrieff van 1 £. Hollants tsjaers ten behoeve (van S. Anthonisgilde tot Boscoop) op een huys, erve ende 4 mergen lants in Boscoop, in date 1464 op S. Pouwels avont Conversie, gequoteert nr. CX. (fol. 47.)
105. 1468 October 8 Brieff van een quytsceldinghe van eenen zoen ende dootslach, gequoteert nr. XXIIII. (fol. 96.)
106. Noch een rekeninghe van Gerijt van der Spaengen van 1473, geteeckend nr. VIII. (fol. 49.)
107. 1476 Juni 19 Ghiftbrieff van het pastoorscap van Rijnsburch voor Johannes Nicolai bij de abdisse van Rijnsburch gedaen, gequoteert nr. XV. (fol. 121.)
108. 1482 Mei 10 Een brieff spreeckende van 4 mergen lants tot Ouderschie, gequoteert XII. (fol. 52 vs.)
109. 1483 Augustus 16 Brieff van de rectors ende universiteyt van Loven aen de abdisse van Rijnsburch aengaende een recommandatie van die prochiekercke van Rijnsburch, geteeckent nr. XII. (fol. 77.)
Gedrukt bij Schotel: de abdij van Rijnsburg p. 217.
110. 1484 Februari 27 Een brieff sprekende van 3 morgen lants in Noortwijck, met een transport daeraen, gequoteert XVI. (fol. 52 vs./53.)
111. 1485 Februari 18 Een brieff sprekende van achtalff hont weylants ende ½ hont teellants met 2 transporten daeraen, gequoteert XXIX. (fol. 54.)
112. 1495 Februari 19 Item eenen vercoopbrieff van een huys mitten erve liggende in laech Boscoop voor d'abdisse van Rijnsburch, in date 1495 opten XIXen dach in Februario, gequoteert nr. CLXII. (fol. 21 vs.)
113. 1498 Juli 29 Een vercoopbrieff voor de vrouwe van Rijnsburch van een huys, schuyeren met alle datter aencleeft, gelegen in Monster, gequoteert nr. LXVII. (fol. 42.)
114. 1503. Januari 27 Een brieff maeckende mentie van 16 coopmans grote erfflick eeuwyghe renthe, gequoteert VI. (fol. 52.)
115. (1507) Item een dingebouck mitsgaders zeeckere copien van bullen ende andere brieven, roerende de cauze van Niclaes Zymonssz. jegens Michiel Keye, gequoteert nr. LVIII. (fol. 12.)
Het boek berust in het seminarie te Warmond (sign. 93 G. 29) en bevat de volgende stukken: (volgens mededeeling van Mej. M. Hieffer)
  • 1438 Maart 17. Brief van Paus Eugenius IV d.d. 16 Kal. Apr. fol. 3 a en b.
  • 1490 Aug. 17. Paus Innocentius preciseert het recht van de Roomsch-Koning Maximiliaan op het aanwijzen van personen voor een kerkelijk Bene ficie. Copie, gewaarmerkt door Jo. de Goch. fol. 4b vv.
  • 1504 Maart 12. Maximiliaan, Roomsch-Koning beveelt de abdis van Rijnsburg aan Michael Keyen een beficie te harer dispositie te verlenen. fol. 4 a en b.
  • 1504. Oct. 23. Engelbertus, graaf in Nassau, proost van S. Bartholomeus te Frankfort als executeur van de brief d.d. 1504 Maart 12, beveelt, dat aan Michael Kleyen (sic) een kerkelijk beneficie ter dispositie van de abdis van Rijnsburg, worde gegeven. fol. 8a-9a.
  • 1507 Jan. 18. Acte van collatie voor Nicolaas Symonsz. to de parochiekerk van Rijnsburg. Copie. fol. 1
  • 1507 Jan. 18. 21. 23. 25. aantekening over de presentatie van Nycolay (sic) Symonis door abdis B. de Remerswalis en over de dies proclamacionis. (Ingehecht strookje). fol. 12a.
  • Ongedateerd. (in dorso van voorgenoemd strookje) aantekening, dat Nycolaus Symonis door de abdis is aangesteld, door Michael Keyen wordt bestreden, en dat verzocht wordt vigore rescrti legati a latere Michael terug te wijzen en Nicolaas in te stellen. fol. 12b.
  • Zonder jaar, Oct. 31. (1507 of 1508). Advies gegeven door Petrus Brunus in het proces tussen Nicolaus Simonis en Michael Keyen, gericht aan magister Florencius N. jurisconsultus en advocaat Curie Comitatus Hollandie. (ingehecht blad, orig.) fol. 11 a en b.
115 (vervolg).
  • 1508. Juli 21. Bruxellense. Bernardinus (Lopez de Carvajal) bisschop van Tusculum, kardinaal t.t. S. Crucis beveelt den dekens van S. Marie te 's-Gravenhage en van Geervliet te beslissen in de zaak tussen Nicolaas Symonsz. en Michael Keye. (De zaak was eerst voor den Aartsdiaken van Utrecht, maar is door den kardinaal daartoe verzocht zijnde aan zich getrokken). Copie, geteekend A, fol. 13a.
  • 1508. Sept. 24. Jacobus Ruysch, deken van S. Maria op het hof te den Haag citeert Michael Keyen naar Den Haag. Gemerkt B, fol. 2a. Met aantekening: Executum fuit 4ta die Octobris Anno quo supra.
  • 1508 oct. 10 Bevel de citatie te hechten aan de poort van S. Maria op het Hof te Den Haag. Gemerkt C. fol. 10a.
  • 1508 oct. 15. Attestatie, dat aan dit bevel is voldaan. fol. 10a.
  • 1508 Oct. 30. Tweede citatiebrief van Jac. Ruysch tegen Michael Keye. fol. 14a. Met aantekening: Executum fuit ultima Octobris anno quo supra. Gemerkt D.
  • (1508) Nov. 24. Dergelijke citatie-brief, sterk geschonden. Gemerkt E. fol. 14a.
  • (1508) vòòr Dec. 3. Dergelijke citatie-brief, geschonden. Met aantekening: Executum fuit 3a Decembris anno quo supra. Gemerkt F. fol 14b.
  • Coram decano Hagensis. Articuli pro parte domini Nicolaj Symonis, zeer geschonden, fol. 15a-15b. (Is een uiteenzetting over het recht van collatie der abdis, de presentatie van Nic. Simonsz. en het verloop der zaak).
  • 1508 Dec. 20. Een citatie-brief als de voorgaande brieven tegen Mich. Keye. Gemerkt G. fol. 17a.
  • 1508 Oct. 13-1509 Maart 8. Aanteekeningen over het verloop van het proces. Coram decano Hagensis domini Nycolay Symonis contra Michaelem Keye. Pro actore Zeeman, pro reo - --. Item xiij Octobris anno VIII Zeeman repetijt rescriptu?? legati de latere - - - - etc. etc. Item VIII marcii dom. Nicolaus Symonis fuit solempnìter et publice introductus.
116. 1511 November 8 Mandament van dachvaert voor derffgenamen Jhoris van Hoempijl, die vergeten hadden te verheffen zeeckere leen in Maeslandt, gequoteert nr. XXIIII. (fol. 122.)
117. 1512 April 7 Een rentbrieff van 1 £. Hollants tsjaers ten behoeve van S. Anthonisgilde tot Boscoop op 6 mergen lants in leech Boscoop, gequoteert nr. CIX. (fol. 46 vs,/47.)
118. Een rekeninghe van de wijnvrouwe van Rijnsburch, beginnende Alreheyligen anno XI, eyndende anno XII, gequoteert nr. CXXXVI. (fol. 109 vs
119. 1513 December 14 Een rentbrieff van 1 £. Hollants tsjaers ten behoeve (van S. Anthonisgilde tot Boscoop), op 6 mergen lants, geheten Wittebol, in leech Boscoop, gequoteert nr. CXI. (fol. 47.)
120. 1514 Januari 2 Een aggreatie van zeeckere benefitie voer Adriaen van der Does van zeeckere capelrije by resignatie van Mr. Jan de Noortich, geteeckent nr. XVII. (fol. 121 vs.)
121. 1514 Juni 1 Een rentbrieff van 12 st. tsjaers ten behoeve (van S. Anthonisgilde tot Boscoop) op een huys ende erve, gelegen in de Biessen, gequoteert nr. CXII. (fol. 47.)
122. 1525 Maart 27 Copie van eenen brieff van absolutie aengaende zeeckere excommunicatie voor Cornelis Pietersz. ende Nicolaus Herbransz., gequoteert nr. XXVI. (fol. 122 vs.)
123. 1528 Een constitutiebrieff van 37 £. 10 sc. tsjaers op de staten van Hollant, geteeckent nr. IIII. (fol. 57 vs.)
124. 1528 Een constitutiebrieff van 50 £. tsjaers op de staten van Hollandt, geteeckent nr. V. (fol. 57 vs./58.)
125. 1529 Maart 1 Een brieff van de date 1529 in de vasten in Martio den eersten dach off daeromtrent nopende zeeckere roeylinghe van lant van de kercke van Wassenaer, gequoteert XIII. (fol. 52 vs.)
126. 1530 Mei 8 Een resignatie van het benefitie van die capelrye van de H.G. van Heynrick van der Does voor Georgius Pistor, gedaen by Lambert ten Duven, canonick vicaris, gequoteert nr. XVIII, (fol. 121 vs.)
127. 1532 October 12 Commissiebrieff nopende het rentmeesterscap generael voor heere Willem van Alkemade, ridder, van de goeden van Rijnsburch, gequoteert nr. XXIIII. (fol. 30/30 vs.)
128. Register van lantpachten onder Rijnlandt en Westlant by heer Wilhem van Alckemade, ridder, gheteeckent nr. IIII en V. (1532). (fol. 49.)
129. Een rekeninghe van de fabrijckmeesters van Boscoop van de jare 1533, gequoteert nr. CXXXV. (fol. 109 vs.)
130. 1536 Rentbrieff nopende zeeckere rente van 62 £. 10 sc. van 40 grooten Vlaems, gehypotequeert opte duynen van Hollandt, geteyckent nr. I. (fol. 57 en vs.)
131. Item de descharge van Henrick Stercke, by dewelcke hy bekent ontfaen te hebben de capitale penningen van de voirsz. rente, geteyckent nr. II. (fol. 57 vs.)
132. 1538 Mei 19 Quitantie van Mr. Joris de Backer priester aengaende de volle betalinge van Jan van Heecke voor een pensie van 13 gld. van de H.G. autaer, gequoteert nr. XXVII. (fol. 122 vs.)
133. Proceszak contra Adr. v Crimpen, dijkgraaf van Rijnlant, 14 stukken, buyten gequoteert nr. CLIII. (fol. 111.)
134. Idem contra Pouwels Jorissz. in Vlaerdingenambocht, 14 stukken, buyten gequoteert nr. CLIIII. (fol. 111.)
135. (1538) Twee farden van brieven van processe, 13 ende 39 stucken, contra erfgenamen van heer Floris van IJselmomde, gequoteert nr. CLV. (fol. 111.)
136. 1539 Februari 28 Copie van een confirmatiebrieff van paus Innocentius van de previlegien van Rijnsburch, gequoteert nr. XXVIII. (fol. 122 vs.)
137. 1539 April 24 Een sententie tussen de vrouwe van Rijnsburch ende Mr. Frans van Alphen, gequoteert nr. VI. (fol. 73.) Vgl. reg. nr. 1067.
138. 1540 Mei 23 Accordbrieff tussen Gerrit van Westrenen, cureyt der kercke van Buscoop, ende Gerrit Willemsz. ende Pieter Lyclaesz., kerckmeesteren, gequoteert nr. XI. (fol. 36.)
139. 1540 November 14 Een rentbrieff van 15 stuvers tsjaers tot behoeff van het sghilde tot Buscoop op 9 mergen landts in de Biessen, ghequoteert nr. CXIII. (fol. 47.)
140. 1543 Maart 9 Missivebrieff van vrouwe Marie om nyet te laten volgen Jacob van der Laen de proven, hem gegunt by den keysser, gequoteert nr. I. (fol. 28.) Gedrukt bij Schotel p. 18.
141. Quitantie van Jacob Verlaen nopende de quytsceldinghe van de proven, gedaen mit een somme van penninghen, gequoteert nr. II. (fol. 28 vs.)
142. (1543 Maart 9) Een proces mette sententie emde andere stucken, 6 in getale, tussen Jacob van der Laen ende de abdisse, gequoteert nr. LIII. (fol. 33.)
143. 1543 Een constitutiebrieff van 75 £. tsjaers opte vroonlanden, mitsgaders descharge van de ontfanger-generael Stercke van de capitale penningen, geteyckent nr. VI. (fol. 58.)
144. (1544 Juni 9) Item een farde van brieven, als procuratie van Geerloff Pieterssz., onderrentmeester van Rijnsburch, quytanties ende andere brieven, tzamen gebonden, gequoteert nr. LVII. (fol. 12.)
145. 1553 Een constitutiebrieff van 125 £. tsjaers op Kennemerlandt, te lossen den penning 16, mitsgaders descharge van Robert de Bouloingue, bekennende ontfangen te hebben de capitale penningen, geteeckent nr. III. (fol. 57 vs.)
146. Z. d. (vòòr 1555) Copie auctentijck van de keysser Carel ten eynde de geestelicheyt overbrenghe alle haer goeden, die nyet geamortizeert en zijn, geteyckent nr. I. (fol. 68 vs.)
147. Een rekeninghe van Jan Roen Huygenssz. de anno (15) 56 aengaende Zeelant, nr. XIIII. (fol. 49 vs.)
148. 1563 Maart 27 Garandbrieff van heer Gerrit van Renesse, ridder, nopende 10 mergen leens in Maeslant, mitsgaders de resignatie van de procuratie daeraen gehecht, gequoteert nr. XVI. (fol. 121 vs.)
149. 1567 Augustus 2 Erffpachtbrieff voor Machtelt Jacobs dochter van 2 mergen landts tot Outshoorn, toecomende de capelrye van onser Vrouwen autaer t' Oestgeest, gequoteert nr. CIIII. (fol. 105 vs.)
150. Een farde met acquyten dienende opte rekeninge van de Heyligen-Gheest totten jaere (15) LXVII. N.B. In margine staat: De post geleyt in de eerste kiste by de rekeninge, ergo hier nyet. (fol. 50 vs.)
151. Een langwerpich franchynen register van verscheyden caerten, beroerende landen gelegen in Delfflandt, ghemeten bij Jan Potter. (fol. 1.)
152. Item eenen cruynbrieff voor Jan Dirckss., gequoteert nu III. (fol. 7.) N.B. Cruynbrieff = literae tonsurales.
153. Item noch vijff missevebrieven aen de abdisse van Rijnsburch, zoe by den hertoge van Bourgeinguen als andere, roerende de capel rye genaempt sgraven capelle in Rijnsburch ende andere, gequoteert nr. CXX. (fol. 17 vs.) N.B. 1 brief van 1466 April, zie inv.nr. 796, reg. 847.
154. Een register van alderley opstallen buyten geteeckent nr. XI. (fol. 49 vs.)
155. Een register aengaende de lenen gheteeckent nr. XII. (fol. 49 vs.) Misschien inv.nr. 700, dat echter een nieuwe band heeft. (1553-1765).
156. Een bondel van cleyn boecxkens aengaende het goet van Zeelant, nr. XIII. (fol. 49 vs.)
157. Een rekeninghe van vrouwe Barbara van Nyevelt, scepcamervrouwe, van de renthen van de scepcamer, geteyckent nr. XV, (fol. 49 vs.)
158. Een rekenbouck, gehouden bij Geerloff Pieterssz., dienaer van de heere van Alkemade, van goeden van Rijnlant, geteeckent nr. XVI. (fol. 49 vs.)
159. Een farde van rekeninghen van het dorp van Rijnsburch, waer op de bovenste gescreven staet: Rekeninghe de anno LXIX, geteyckent nr. XVIII. (fol. 50.)
160. Een rekeninghe van Jacobs van de Noirden van die wijnkelre van Rijnsburch, geteeckent nr. XIX. (fol. 50.)
161. Een register van zeeckere landen, gecocht by de vrouwe van Rijnsburch, als van de wijnkelre by haer gehouden, geteeckent nr. XXIII. (fol. 50 en vs.)
162. Een bondel van papieren beroerende den wijnkelre, geteyckent nr. XXIIII. (fol. 50 vs.)
163. Een register van de ontfanck van de dagelicxe offerande, geteyckent nr. XXV. (fol. 50 vs.)
164. Noch een register aengaende den wijnkelre, gheteyckent nr. XXVI, (fol. 50 vs.)
165. Een rekeninghe van de H.G. gedaen by Jan van Eck, geteyckent nr. XXIX. (fol. 51.)
166. Een rekeninghe van de kercke van Boscoop gedaen by Symon Claessz. ende Symon Willemssz., geteyckent nr. XXX. (fol. 51.)
167. Een bondel van sommige rekeninghe aengaende de sacristye, buyten geteyckent nr. XXXI. (fol. 51.)
168. Een rekeninghe van de vier gilden van Rijnsburch, gedaen by Mr. Pieter Claessz., geteyckent nr. XXXII. (fol. 51.)
169. Een instructie ende ordonnantie over de heerlicheden van Rijnsburch etc., nr. XXXIII. (fol. 51.)
170. Een register van brieven, in dewelcke zijn geregistreert sommige brieven aengaende het clooster, gequoteert LVII. (fol. 57.)
171. Noch een hoop brieven van cleynder ofte geender weerden, gebonden in zeeckere papier, geteeckent LVIII. (fol. 57.)
172. Z.d Twee copien auctentijck int Latijn roerende de sauvegaerden, geteyckent nr. XI. (fol. 63.)
173. Z.d Vidimus int Latijn nopende de bewaernisse van de goeden van Rijnsburch, gequoteert nr. XVI. (fol. 70.)
174. Z.d Vidimus van de brieff, die Dirck, grave van Hollant, confirmeert aengaende de goeden, die het convent heeft binnen Nortghe, gequoyeert nr. XXII. (fol. 70 vs.)
175. Een anderen brieff van vidimus aengaende de confirmatie, gedaen by Dirck, grave van Hollant, aen het convent van Noortghe, gequoteert nr. XXIIII. (fol. 71.)
176. Een rekeninghe van de wijnkelder, diewelcke vrouwe Johanna van Lis doet, gequoteert nr. CXXXII. (fol. 109.)
177. Een procuratie van die abdisse van Rijnsburch voor Melchior Adriaenssz., gequoteert nr. CL. (fol. 110 vs.)
178. Memorie om te furneren zeeckere somme van gelde voor de vrouwen van Rijnsburch, gequoteert CLII. (fol. 110 vs.)
179. Een doosken waerinne was besloten eenen beenen zegel van een Marienbeelt, hebbende in de circumferentie: Sancta Maria in Rijnsburch, gequoteert het doosken nr. XXIX. (fol. 115.) N.B. Het zegel bevindt zich thans in het Nederl. Museum voor geschiedenis en kunst (Rijksmuseum) te Amsterdam.
180. Een farde off bondel mit verscheyden missiven, antwoorden ende quytantien, gequoteert IJ. (fol. 122 vs.)
181. Een farde off bondel mit verscheyden ongesegelden, gecasseerde ende inauctentycke franchyne brieven, gequoteert KK. (fol. 123.)
182. Noch een farde off bondel van verscheyden papieren chartabellen, gequoteert LL. (fol. 123.)
Nr.DatumOmschrijving

Archiefbestanddelen

      • 304 1357 April 3.

        Willem van Beyeren, graaf van Hollant, geeft aan Alphen, Haserswoude, Boscoop en Waddinoxvene een vrijen watergang, te beginnen aan de Rijndijk tot aan de IJsele, en verdere bepalingen omtrent dit waterschap.

        Gegeven in Middelborch des Manendaghes nae Palmsonnendaechs int jaer ons Heeren duysent driehondert sess ende vijftich.

        Copie in inv.nr. 126 fol. 2.

        305 1357 April 3.

        Willem van Beyeren, graaf van Hollant, geeft bevel aan de heemraden van Schielant, om den watergang, die Alphen, Hazertwoude, Boscoop en Waddincxvene mat goedvinden van zijn Raad verlegd hebben van Sperendam naar Moerdrecht in de IJsele, te bepalen en te verordenen, en daar schouw te houden evenals zij het in Schielant doen.

        Gegeven in Middelborch des Manendaghes nae Palmensonnendach int jaer ons Heren duysent driehondert sess ende vijftich.

        Copie in inv.nr. 126 fol. 3 vs.

        568 1401 Mei 19.

        Aelbrecht, graaf van Hollant, scheldt de schouten of heemraden van Alphen, Hasertswoude en Boscoop kwijt van de boeten, die zij jegens de hoogheemraden van Rijnlant verbeurd hadden door het uitoefenen van de schouw in Wadincxveen op de Bacwatering.

        in de Hage opten negentiensten dach in Meye, int jaer ons Heren duysent vierhondert ende een.

        Copie in inv.nr. 126 fol. 4.

        Gedrukt Van Mieris Charterboek III p. 739.

        699 1434 September 18.

        "Claes Grijp verkoopt aan de abdis van Reyndburch 40 schell. Holl. 's-jaars op 4 morgen land in Rijswijc in zijn woning genaamd ""dat Dal"", en hem aangekomen van Pieter Jacobsz., cureit te Gapingen, kanunnik in de Haghe, terwijl hij de vier morgen aan de abdis in eigendom opdraagt, om het aan zijn zoon Florijs in erfleen te geven, waardoor vrouw Gheylen woning in Rijswijc op Ockenberch bevrijd zal zijn."

        Int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende dertich, opten achtienden dach in Septembri.

        Copie in inv.nr. 126 fol. 118.

        schrift van de 15de eeuw, 11 stukken, waarvan slechts fol. 2, 3 en 4 beschreven zijn, met 2 losse bladen. Als omslag diende vroeger een notariële acte van 1435 (zie Reg. no. 705), met opschrift "Inhoudende zeeckere ghiften en privilegiën van graef Willem van Hollant. Noch zeeckere vryeheyt van waterganck van Boscoep ende Waddinxveen by hertogh Willem van Beyeren anno 1356", en met merk 49.

      • 24 1239 Sept. 22.

        W., abt, en het convent van Haffligem, berichten aan A(da), abdis, en het convent van Rinsborch, dat zij ter onderhouding van fraterniteit besloten hebben jaarlijks voor de overleden broeders en zusters een zielmis te houden, en verzoeken binnenkort bericht, of voor hen een gelijke dienst zal gehouden worden.

        Datum in crastino beati Mathei anno Domini M.CC.XXX nono.

        Copie in inv.nr. 127 fol. 16 vs..

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 28 nr. CCXXXI.

        Gedrukt van de Bergh I nr. 371.

        25 1240 Juni 11.

        Th(eodericus), ridder van Koudenhove schekt veer de zielsrust van zijn moeder aan convent en kerk van S. Marie in Rinsborch zijn erf naast de kerk van Valkenborch.

        Datum anno Domini M.CC.XL in festo Barnabe aposteli.

        Copie in inv.nr. 127 fol. 16.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 116 nr. VI.

        Gedrukt van de Bergh I nr. 373.

        26 1242 Sept. 1.

        Lubbertus, abt, Isbrendus, prior, en het convent der abdij van Ekmunda verkoepen aan Ada, abdis, en convent van Rinsburch, hun goederen bij Bukscoep.

        Datum anno Domini M.CC.XLII. Kalendis Septembris apud Ekmundam.

        Copie in inv.nr. 127 fol. 15.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 114 vs. nr. XXIII.

        Gedrukt van de Bergh I nr. 390.

        35 1248 Febr. 4.

        Paus Innocentius IV vergunt aan abdis en convent van Rinsburch, dat de zusters roerende en onroerende goederen, uitgezonderd leengoederen, op wettigen titel mogen aanvaarden.

        Datum Lugduni II Nonas Febr., pontificatus nostri anno quinto.

        Copie in inv.nr. 127 fol. 36.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 60 vs. nr. XII.

        Gedrukt Brom: Bullarium I nr. 204.

        Vgl. Van Mieris I p. 136 (op 1202). J. de Fremery: Suppl. Oorkt. nr. 96.

        48 1259 Maart 17.

        Aleydis, weduwe van Joannes van Avennae, voogdes van Holland & Zeeland, (dezelfde inhoud als boven nr. 46).

        Datum anno Domini millesimo ducentesimo quinquagesimo octavo in die beate Gertrudis apud Rinsborch.

        Copie in inv.nr. 127 fol. 17 en 63 met toelichting.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 F. 76 nr. II.

        Gedrukt Kluit IIII p. 742.

        Het orig. bevindt zich in Koudheidk. Genootsch Amsterdam, Rijksmuseum, schenking Six uit coll. Alkemade en van der Schelling 1848.

        54 1262 Juni 12.

        Lubbertus, abt van Ekmunda, keurt den verkoop der abdijgoederen onder de parochie van Naldhwik bij Huntsel, door den monnik Nicolaus aan Kerstancius ten behoeve der abdij in Rinsburch gedaan, goed.

        Actum et datum anno Domini M.CC.LX secundo, in die beati Odulphi confessoris.

        Copie in inv.nr. 127 fol. 14.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 F. 115 nr. XXVI.

        Gedrukt van de Bergh II nr. 88.

        68 1279 Sept. 24.

        Paus Nicolaus III draagt den cantor der kerk van S. Donacianus in Brugge op, om de klachten van abdis & convent in Rensburg tegen de ridders Henricus de Letha, Theodericus & Simon van Teylinegha, Theodericus van Wassenare, Gerardus van Weteringhe, Jacobus van Weede e.a. die haar in haar bezittingen geweld aandoen, door bijeenroeping van partijen te onderzoeken, en zonder beroep op appèl te beslissen.

        Datum Viterbii VIII Kal. Octobris, pontificatus nostri anno scoundo.

        Copie in inv.nr. 127 fol. 30.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 fol. 112 nr. VI.

        Gedrukt Van Mieris I p. 398 (in vertaling), van de Bergh II nr. 383

        Vgl. Brom: bullarium I nr. 347.

        69 1281 Sept. 8.

        Florentius, graaf van Holland, ontheft de heemraden van Zevenhusen, Bleeswijch, Rotte, Scye, in het ambacht van Alewinus van Roderise, van Arnestus van UUlven, in Broech, in het ambacht van Egidius van Voerscoeten en in Bokelsdijck, van zorg voor de algemeene bedijking van het baljuwschap tussen Scye en Goude, daar dit tot groote overstroming aanleiding heeft gegeven, bepaalt hen tot hun eigen rechtsgebied, trekt het land, Uutdijck genaamd, aan zich, een besluit dat alleen het ambacht van Scye het nut & voordeel uit dit privelege zal behalen.

        Datum anno Domini M.CC.LXXX primo in Nativitate beate virginis.

        Copie in inv.nr. 127 fol. 7.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 114 nr. XX.

        Gedrukt Van Mieris I p. 418, van de Bergh II nr. 433.

        110 1307 Juli 31.

        De Proost van de abdij Coninxvelt en Henricus, Kastelein in Leyden, vidimeeren op verzoek van de abdis van Rijnsburch, een brief van Theodrious, eertijds graaf van Holland. (zie 1199).

        Sub anno Domini M.CCC. septimo in vigilia beati Petri ad Vinoula.

        Copie in inv.nr. 127 fol. 8.

        1007 1505 Mei 29.

        Phelips, koning van Castillen, graaf van Hollant, doet door commissarissen tot de domeinen verschillende domeingoederen, erftijns van landen in Zeelend, erfpacht binnen Rotterdam en hofstedehuur in Delft, verkopen aan Floris van Wingarden, rentmeester der abdij van Reynsburch, ten behoeve der abdij, onder voorwaarde, dat hij ze zal mogen aflossen tegen terugbetaling van de koopsom.

        Ghegheven in onser stadt van sHertoghenbosche den XXIX dach in Meye int jaer ons Heren duyst vijfhondert ende vive.

        Copie in inv.nr. 127 fol. 54.

        Perkament, met een enkel ingeschoven blad papier, schrift uit de 15de en 16de eeuw, gefolieerd 1-60, en gewaarmerkt door notarissen Nyc. de Egmonda, Cor. de Lyss en Purtijck, met 4 losse beschreven bladen, schrift uit de 16de eeuw. Op den Perkamenten omslag staat: "In dit boec zijn alle die brieve geteykent die dair legghen in die hantvestekyste."

      • 128 1314 Juni 30.

        Dirc van Leyden, ridder, geeft aan het convent van Ryensborgh 1 £. 's-jaars, liggende bij de Maerne te Leyden, waarvoor men tijdens zijn leven jaarlijks een mis van de H. Geest zal zingen, en na zijn dood een zielmis.

        Gegheven int jaer ons Heren als man scrivet dertienhonert ende vertien jaer, des Sonnendaghes na sent Pieters ende sente Pouwels daghe.

        Copie in inv.nr. 128 fol. 35 en nr. 130 fol. 68 vs. op het jaar 1309.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 92 vs. nr. LXIX.

        145 1318 Febr. 27.

        Schepenen uter Wijc oorkonden, dat de kinderen van Willaem Gouwer voor het gerecht aan hun oudsten broeder Willaem het goed hebben overgegeven, dat hem van zijn ouders aanbestorven was.

        Gegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ende achtiene des Manendages na sente Mathiesdach.

        Copie in inv.nr. 128 fol. 164, en nr. 130 fol. 87 zonder dagteekening.

        Oorspr: Kon. Oudh. Genootschap, amsterdam Rijksmuseum (collectie Six).

        482 1381 September 30.

        Dirc Saey, schout in Valkenburch, oorkondt dat Heynric Jacopsz. aan Ade van Noertwijc, non te Rijnsborch, verkocht heeft 40 schell. Holl. 's-jaars op 1 morgen land tegen de witte duinen in Valkenburch.

        Ghegheven op sente Bavenavond int jaer Ons Heren dusent driehondert een ende tachtich.

        Copie in inv.nr. 128 fol. 113, en nr. 130 fol. 72 met jaartal 1380.

        Het orig. vermeld in ouden inv. 30 f. 67 vs. nr. XI.

        591 1407 April 17.

        Aernt van Alcmade, schout van Oestgheest, oorkondt dat Jan Lijsbeth Claes de bastaertsdochter aan Jutte van Uppelen, non te Reynsborch, 2 stukken land in Oestgheest verkocht heeft groot 7½ en 3 hond aan de Valkenborgher weg tot den Rijn.

        Int iaer ons Heren duysent vierhondert ende zeven, opten zeventienden dach in Aprille.

        Orig. ( inv.nr. 285 ). Met uithangend zegel in groene was.

        Copie in inv.nr. 128 fol. 94, en nr. 130 fol. 22. en 64 vs.

        613 1412 Maart 16.

        Willem Claesz., schout van Rijnsburch, oorkondt dat Claes Henricsz. aan Dirc Jansz., priester, verkocht heeft een halven gouden Engelschen koningsnobel 's-jaars op een huis in het Campvierendeel te Rijnsburg.

        Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twalif up den sestienden dach in Maert.

        Copie in inv.nr. 128 fol. 28, met aantekening: Is lest betaelt bij Jacop Symonz. Hieck anno 1533, en nr. l30 fol. 61 vs.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 86 nr. XV.

        622 1414 September 21.

        Willem Claesz., schout van Rijnsburch, oorkondt dat Jacob Willemsz. aan Dirc Jansz., priester, verkocht heeft een halven gouden Engelschen nobel op een huis in Rijnsburch in Griekenvierendeel, voor aan de straat, en achter de Woortsloot.

        Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende viertien up sinte Matheeus dach.

        Copie in inv.nr. 128 fol. 29 met aantekening over wanbetaling en arbitrage in 1534, en nr. 130 fol. 61 vs.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 fol. 86 nr. XIIII.

        960 1497 Januari 3.

        Dirck Willemsz. verkoopt aan Adriaen van der Does, rentmeester-generaal van Rijnsburch, 6 gouden Rijnsgulden 's-jaars, verzekerd op 4½ morgen land en 1 hond in Naeldwijck en Wateringhe aan Molenlaan en Broekweg.

        Int jair vierthienhondert zeven ende tnegentich opten derden dach in Januario.

        Copie in inv.nr. 128 fol. 121, doorgehaald en met aantekening over aflossing in 1533.

        schrift einde der 15de en begin der 16de eeuw, gefolieerd 1-166, waarvan fol. 157 dubbel is.

      • 9 1213 Juli 23.

        "Wilhelmus, graaf van Holland, beslist een geschil tussen de abdis van Reynburg en den kastelein van Leithen over een stuk land ""Ord"" genaamd bij den Rijn tussen het land ""Werdh"" van de kastelein en het land van genoemde kerk ten voordeele van de abdis."

        Datum apud Leithen anno Dominice Incarnacionis M.CC. XIII. decimo Kal. Augusti.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 80 ter, vermeld in inv.nr. 13 fol. 39.

        Gedrukt van de Bergh I nr. 234.

        Het origineel wordt vermeld in ouden inv. Reb. 30 f. 7 genucteerd nr. IIII.

        88 1297 Oct. 12.

        Jutte, abdis van Reynsburch, Heinric, ridder en hurggraaf van Leiden, Jan van Teylingen en Willem van Oestgeest, knapen, maken een verdrag over de brug van Kerkwerf en de wetering die daardoor gaat.

        Gegeven in de jare ons Heeren dusent twiehondert negentich ende sevene des Saterdaghes na sinte Victoersdage.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 87 bis & 130 fol.. 43 en vermeld fol. 39 vs..

        Copie in inv.nr. 130 fol. 13 met datum: Des Zaterdaghes na sinte Willeboertsdaghe (Nov. 9)

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 18 vs. 19 nr. CXXXIII.

        Gedrukt van de Bergh II nr. 1016.

        131 1315 Maart 9.

        Schepenen van Mazelant oorkonden, dat Jan Cortte Willemsz. aan Florens en Katrinen Jan Hunoutsz. kinderen 2 £. 's-jaars op 8 M. land geeft, strekkende van de Seynewatering tot de middelwatering.

        in de jaer ons Heren dertienhondert ende vijftiene, Sonendaghes voer sinte Gregoriis daghe.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 111 en nr. 130 fol. 16.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 25 nr. CCII.

        136 1315 Nov. 5.

        Schepenen van Mazelant oorkonden, dat Symon Voddinc erkent aan Willem Aelbrechtz. van Ockenberge schuldig te zijn 2 £. 's-jaars op 6 M. land.

        in de jaer ons Heren dertienhondert ende vijftiene des Voensdaghes voer sinte Martijns dagh in de Wijnter.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 114 en inv.nr. 130 fol 14 vs..

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 27 vs. nr.CCXXV.

        137 1316 April 6.

        Schepenen van Mazelant oorkonden, dat Willaem Aelbrechtsz. van Hughen van Riedwiken een jaarlijkse rente van 3 £. koopt op 8 M. land aldaar aan de zuidwende en Gawech.

        Int jaer ons Heeren duysent driehondert ende sestiene des Dynxdaghes na Palmendaghe.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 109 en nr. 130 fol. 14.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 23 vs..

        138 1316 Nov. 25.

        Henric van Ockenbergen en Dirric Bokel, schepenen in Delf, oorkonden dat Isebrant de Ridders zoon van Willaem Aelbrechtsz. in erfhuur genomen heeft elf morgen land in Jans ambacht van der Wateringhe te Vlaerdingen voor 4 £. 's-jaars.

        Gegeven int jaer ons Heren dusent driehondert ende zestienen in sente Katrinendaghen.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 56 en 89, en nr. 130 fol. 88.

        153 1319 Oct. 5.

        Diederic, burggraaf van Leyden, ridder, geeft aan het godshuis van Reynsburch voor de zielerust van zijn ouders de tienden tussen de geestsloot en de korenmarkt, waarover tussen de abdis en zijn vader twist was gerezen.

        Int jaer ons Heren duysent driehondert ende negentiene des Vrijdages na sinte Michielsdaghe.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 82 bis, en nr. 130 fol 42.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 43 nr. LXXVII.

        185 1327 Oct. 29.

        Schepenen in Mazeland oorkonden, dat Bokel Lyzebettenz. aan de abdis van Reynsburch een jaarlijkse rente geeft van 48 schell. en 9 penningen op 3 M. 4 hond land aan de Westgaech.

        Gegeven int jair ons Heren derthienhondert ende seven ende twintich des Donredaghes na sente Symon Juden dach.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 107 bis en nr. 130 fol. 19.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 23 vs.

        399 1370 Januari 5.

        "Ghert Willemsz. verklaart in erfhuur te hebben van de abdis van Reynsburch de helft van Borchairtswoning op den Nuwenveen in het ambacht van Ghereit van Polanen, voor 8 schell. en 5 penningen 's-jaars, mede verzekerd op 2½ morgen land ""buten weghe"" in Zoeterwoude."

        Up den dertienden avont int jaer ons Heren dusent driehondert ende tseventich.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 15, en nr. 130 fol. 20 vs.

        414 1371 Maart 4.

        Willem Dircxz. van Poelgheest, schout in Coudekerke, oorkondt dat voor welgeboren mannen en buren Wouter Willemsz. aan de abdis van Rijnsburch opgedragen heeft de helft van de Boetercamp in de hogenwaard, waarvan Jan Bogghe de andere helft heeft.

        Ghegheven op den vierden dach in Maerte int jaer ons Heeren dusent driehondert ende een ende tseventich.

        Copie in inv. nr. 129 fol. 74, en nr 130 fol. 25 vs. en 26.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 35 nr. LXXV.

        453 1378 April 6.

        Schepenen in Maeslant oorkonden dat Boudijn van Naeldwijc erkent verkocht te hebben aan Jan Hoec 6 £. Holl. 's-jaars op 7 M. land aan de Borrendijkschen weg.

        Gegeven int jaer ons Heeren duysent driehondert achtentseventich, des Dijnsdaghes na Ambrosius dach.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 116, en nr. 130 fol. 89.

        Orig. vermeld in ouden inv. 30 f. 25 nr. CXCVIII.

        497 1383 April 27.

        Willem Aerntsz., schout in Wassenaer in het ambacht van Willaem van Gralinge, oorkondt dat Philips van Boegaerde erkent verkocht te hebben aan heer Willaem Stuvezant 1 £. Holl. 's-jaars, verzekerd op zijn huis, hofstede en land, groot 6½ morgen (in het ambacht van Zudick).

        Ghegheven int jaer ons Heeren dusent driehondert ende drieëntachtich des Smaendaghes van sinte Marcus dach.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 2 en 71, en nr. 130 fol. 76 vs., met notitie: Hier is een transfix af. (zie reg.nr. 567).

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 27 en vs. nr. CCXXIII.

        567 1401 April 2.

        Jan Voet, parochiepaap te Reynsburch, verkoopt aan Jan van Nyevelt, non te Reynsburch, de rente vermeld in de brieg, waardoor deze gestoken is. (zie 1383 April 27).

        Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende een, up den Paeschavont

        Copie in inv.nr. 129 fol. 2 en 71.

        634 1416 December 14.

        Jan Betthenz. oorkondt dat hij van het klooster te Reynsburch in erfpacht genomen heeft 12 morgen land in Vlaerdingen en Spadelant, afkomstig van Heinric uten Polre, voor 50 schell. Holl. 's-jaars, verhaalbaar op 8 morgen en 1½ hond land in Spadelant.

        Tsinxdages na sinte Lucien dage int jaer ons Heren dusent vierhondert ende zestien.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 56.

        959 1496 December 6.

        Claes Florijs Boen, schout, en schepenen in Reynsburch oorkonden, dat Vredrick Harmanz. erkent verkocht te hebben aan Adriaen van der Does, rentmeester-generaal van de vrouw van Reynsburch, twee Rijnsgulden 's-jaars op zijn huis in Haeserswoude, losbaarbinnen 6 jaar.

        Int jaer ons Heeren XIIIIc ses ende tnegentich upten eesten dach in Decembri.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 5.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 36 vs. nr. XVII.

        1074 1538 Maart 1.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reinsburch, geven in erfpacht aan Claes Geritsz. 13½ morgen land in Boscop aan de Boscoperweg, Notweg en Goukade voor 16 gouden Carolus guldens 's-jaars.

        Int jair ons Heren vijfthienhondert acht ende dertich upten eersten dach in Maerte.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 82 vs.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 73 vs. nr. VIII. (vierdalff M.)

        1075 1538 Maart 1.

        Bouwen Geritz., schout in Boscop, oorkondt dat Clais Geritz. erkent in erfpacht ontvangen te hebben van abdis, priorin en convent van Reinsburch 13½ morgen land in Boscoep aan de Boscoperweg, Notweg en Goukade voor 16 gouden Car. gl. 's-jaars.

        Int jair ons Heren vijftienhondert acht ende dertich upten eersten dach in Maerte.

        Copie in inv.nr. l29 fol. 83.

        1076 1538 Maart 1.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reinsburch, geven in erfpacht aan Jan Geritsz. Hammerlaen 2 morgen land in Voerscoten bij het Scakenbosch en den Vliet voor 4 gouden Car. gl. 's-jaars.

        Int jair ons Heren vijftienhondert acht ende dertich, upten eersten dach in Maerte.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 83 vs.

        1078 1538 Maart 1.

        Marie van Tautenburch, abdis, Elizabeth van Aemstel en van Mynden, priorin, en het convent van Reinsburch, geven aan Jan Cornelisz. in erfpacht 8 morgen land in Zoeterwoude aan Oude Zwet en Stompickerweg voor 16 gouden Carolusguldens 's-jaars.

        Int jair ons Heren vijfthienhondert acht ende dertich upten eersten dach in Maerte.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 80 vs.

        1080 1538 Maart 1.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reinsburch geven in erfpacht aan Jan Ewoutsz. 8 morgen land in Zoeterwoude aan de watering en den Stompickerweg en Westgoewech voor 16 gouden Car. gl. 's-jaars.

        Int jair ons Heren vijfthienhondert acht ende dertich upten eersten dach in Maerte.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 81 vs. Met notitie omtrent overneming door Jan Claesz. te Zoeterwoude, 1545 Mei 14.

        1084 1538 November 3.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reinsburch, geven aan Cornelis Cornelisz. in Boscop in erfpacht 22½ morgen land aldaar aan de Laagboscoperweg en de Goukade voor 40 Gouden Car. gl.

        Int jair ons Heren dusent vijfhondert acht ende dertich upten derden dach in Novembri.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 87 vs.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 73 vs. nr. XI onder Zoeterwoude.

        1085 1538 November 3.

        Bouwen Geritz., schout in Boscop, oorkondt dat Cornelis Cornelisz. erkent in erfpacht ontvangen te hebben van abdis en convent van Reinsburch 22½ morgen land in Boscop aan de Laagboscoperweg en Goukade voor 40 gouden Car. gl. 's-jaars.

        Int jaer ons Heren dusent vijfhondert acht ende dertich upten derden dach in Novembri.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 87.

        1086 1538 December 30.

        Marie van Tautenburch, priorin en convent van Reinsburch erkennen van de erfgenamen van Karel Grenier, procureur-generaal van Hollant, en Katherina van Bleiswijck, ontvangen te hebben 29 £. 15 schell. voor hoofdgeld van 35 grooten 's-jaars en achterstallige rente op een land buiten de oostpoort van Delft aan de laan.

        Upten dertichsten dach in Decembre anno XVc acht ende dertich.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 89 vs., met notitie.

        1087 1539 Januari 28.

        Dirc Willemsz., schout in Pinaker, oorkondt dat Jacob Geerlofz. erkent verkocht te hebben aan Willem van Alkemade ten behoeve van het convent van Reinsburch een erfrente van 12½ gouden Car. gl. op 6½ M. weiland in Catwijc onder Pinaker.

        Upten achtende twintichsten dach Januarii anno XVc negen ende dertich.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 88 met notitie.

        1088 1539 Februari 15.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reinsburch verkopen aan Simon Claesz. een brief van 4 £. Holl. 's-jaars op 11 morgen land in Vlaerdinge, waardoor deze brief gestoken is, (zie 1316 November 25), over welke rente proces geweest is voor het Hof van Holland en bepaald dat Simon Claesz. 80 £. voor hoofdgeld en achterstallige rente betaalt.

        Upten XVen dach in Februario anno XVc negen ende dertich na gemeen scriven.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 89.

        1089 1539 Maart 10.

        Dirc Willemsz., schout in Pinaker, oorkondt dat Marijtgen, vrouw van Peter Claesz., verkocht heeft aan Willem vam Alkemade ten behoeve van de vrouwe en het convent van Reinsburch een erfrente van 5 gouden Car. gl. op haar huis met 4 M. 2 hond weiland in Pinaker aan de Clapwichsen weg.

        Actum den thienden dach in Maerte anno XVc negen ende dertich.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 90.

        1091 1539 Juli 26.

        Marie van Tautenburch, abdis, en het convent van Reinsburch, en Jan van Alkemade Vrankenz. maken een verdeeling en ruil, waarbij 1 morgen 18½ hond weiland van Jan van Alkemade in Valkenburch in het Boenrack aan het convent komen, terwijl 3 morgen teelland in Oestgeest en 4 hond weiland in de lange weide, die van net convent zijn, aan Jan van Alkemade worden toebedeeld.

        Upten XXVIen dach van Julio anno XVc negen ende dertich.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 92.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 33 nr. LVI.

        1098 1540 November 30.

        Marie van Tautenburch, abdis, en priorin en convent van Reinsburch oorkonden, dat Vranc Jansz. backer van haar aangenomen heeft een tuin aldaar, genaamd Claes van Ruyven-tuin, strekkende uit den Vliet tot den conventsboomgaard, voor een jaarlijkse erfpacht van 2½ Car.gl.

        Upten lesten dach in Novembre anno XVc ende veertich.

        Copie in inv. 129 fol. 139 vs.

        1100 1541 April 24.

        Marie van Tautenburch, abdis, en convent van Reinsburch, verkopen aan Reyer Jacobz. 12 morgen verdolven veen in Stompijck aan Stompickerwatering en Vliet voor 750 Car.gl.

        Int jair ons Heren vijftienhondert een ende veertich upten XXIIIIen dach in Aprille.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 79a.

        1109 1542 September 20.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reinsburch, verkopen aan Dirc Simonz. en Cornelis Claesz. 20 morgen verdelven veen in Stompijc aan de Wilsvenerweg en de watering voor 650 Car. gl.

        Int jaer ons Heren XVc twe ende veertich upten XXen dach in September.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 79a vs.

        837 1464 Februari 28.

        Elizabeth van Matenesse, abdis, en convent te Reinsburch, geven in erfpacht aan het klooster van St. Bernardusorde te Warmondt 3 akkers land, groot 1½ hond, in Warmonde op de geest, voor 22 schell. 6 penn. 's-jaars.

        Int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende tsestich, upten XXVIIIen dach in Februario.

        Copie in inv.nr. 129 fol. (80).

        1114 1543 Mei 22.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reinsburch geven in erfpacht aan Peter van Noorde een morgen geestland in Voerscoten, (genaamd Kardell), voor 1 Car.gl. 's-jaars.

        Upten XXIIen dach in Meye int jaer ons Heren dusent vijfhondert ende drie ende veertich.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 132 vs.

        1116 1543 December 1.

        "Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reinsburch verkopen perceelen van verdolven veen in Stompijc aan Louris Willemsz. 8 M. 2 hond 24 r. voor 750 Car. gl.; aan C.J. Hammerlaen en Cornelis Philips 10 M. 5 h. 17 r. voor 18 £. de morgen; aan D. en S. Dircxz. 4 M. 5 h. 58½ r. en aan Dirc Geritsz. en Odzier 2 M. 50½ roeden."

        Upten eersten dach in Decenbre anno XVc drie ende veertich.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 132.

        1117 1543 December 1.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reinsburch oorkonden, dat Odzier Dircxz. van haar in erfpacht genomen heeft 1 M. 4 hond land in Stempic voor 6 Car. gl. 's-jaars.

        Upten eersten dach in Decembre anno XVc drie ende veertich.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 133.

        1123 1546 Mei 7.

        Peter Willemsz., schout in Benthusen, oorkondt dat Willem en Marten Willemsz. Verkae verkocht hebben aan Willem van Alkemade, rentmeester, ten behoeve van het klooster Reinsburch een erfrente van 2 gouden Car. gl. op 1½ M. weiland.

        Aldus gedaen den sevenden dach in Meye anno XVc sessendeveertich.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 134.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 72 vs. nr. I.

        1125 1546 Augustus 17.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reinsburch oorkonden, dat Cornelis Philipsz. van haar in erfpacht genomen heeft 2½ M. 32 roeden land in Stompic aan de heerweg voor 9 Car. gl. 13½ st. 's-jaars.

        Upten XVIIen dach in Auguste anno XVc sessendeveertich.

        Copie in inv.nr. 129 fol 139.

        1135 1549 Augustus 10.

        Marie van Tautenburch, abdis, Elburch van Langeraec, priorin, en het convent van Reinsburch geven in erfpacht een woning in Stompic met 5 M. land en toebehooren aan de Reinsburgervaart en Costverlaren, en nog 13 M. land aldaar, aan Aelwijn Dircxz. voor 95 Car.cl.

        Actum upten thienden dach in Auguste anno XVc negen ende veertich.

        Copie in inv.nr. l29 fol. 130.

        1136 1549 November 22.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reinsburch geven in erfpacht aan Huich Zegersz. te Leyden 3½ hond land in 2 stukken in Oestgeest bij de galg van Leiden, den Rijn en den Morsdijk, voor 5 Car.gl. 's-jaars.

        Upten XXIIen dach in Novembre anno XVc ende negen ende veertich.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 144.

        1139 1551 April 30.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reinsburch geven aan Jacob Jacobsz. Houwelinc in Hasersweude in erfpacht een woning met toebehooren aldaar.

        Int jaer ons Heeren XVc een ende vijftich upten lesten dach in Aprille.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 143.

        1140 1552 Mei 8.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reynsburch geven aan Claes van Berendrecht, schout van Leyden, in erfpacht 2 stukken land in de Veenen, groot 36 M., in Alkemade voor 15 £. 's-jaars.

        Upten VIIIen dach in Meye anno XVc LII.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 138 vs.

        1141 1552 Juni 8.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reynsburch geven aan Aem Claesz. in erfpacht 3 M. land in Bosschoop voor 6 Car.gl. 's-jaars.

        Int jaer ons Heeren duysent vijffhondert twee ende vijftich, upten achten dach in Junye.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 138.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 73 nr. III.

        1142 1552 Juni 8.

        Gerrijt Bouwensz., schout in Bosschoop, oorkondt dat Aem Claesz. erkent van abdis en convent van Reynsburch in erfpacht ontvangen te hebben 3 morgen land aldaar voor 6 Car.gl. 's-jaars.

        Int jaer ons Heeren duysent vijfhondert twee ende vijftich, upten achten dach in Junyo.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 137.

        1143 1552 Juni 8.

        Marie van Tautenburch, abdis, priorin en convent van Reynsburch geven aan Gerrijt Bouwensz., schout te Bosschoop, in erfpacht 8 M. land aldaar aan de Reynersscooper=weg voor 18 Car.gl. 's-jaars.

        Int jaer ons Heeren duysent vijffhondert twee ende vijftich, upten achten dach in Junye.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 135.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 72 vs. nr. II.

        1144 1552 Juni 8.

        Gerrijt Bouwensz., schout in Bosschoop, erkent van abdis, priorin en convent van Reynsburch in erfpacht ontvangen te hebben 8 morgen land aldaar aan de Reynersscooperweg voor 18 Car.gl. 's-jaars.

        Int jaer ons Heeren duysent vijffhondert twee ende vijftich, upten achten dach in Junyo.

        Copie in inv.nr. 129 fol. 136.

        gefolieerd 1-145, waarvan fol. 55 driemaal voorkomt, fol. 79 en 80 dubbel zijn en 80-94 tweemaal voorkomen.

      • 49 1260 Februari.

        Gherardus, ridder van Wateringhe, zoon van wijlen Ogerus de Hogh, oorkondt dat zijn moeder Gertrudis met zijn toestemming een land tussen dat van Walterus van Egmonde & van Batte, weduwe van Lawardus, aan de abdij Rijnsburch in eigendom heeft gegeven voor de zielerust van zijn vader & zijn broeder Ogerus.

        Datum aano M.CC. L nono, mense Februario.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 6 vs. & 35, waar de naam van de moeder is Bartrudis, en het jaartal 1359.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 37 vs. nr. XXVIII.

        Gedrukt van de Bergh II nr. 61.

        70 1282.

        Gherijt van de Wateringhe (brief van 2 M. land tussen Gheraert van Delff en Diric uut den Dike, dat was Iewijns Iewijnsz.).

        in dejaer dusent twechondert ende tweentachtich.

        Vermeld in inv.nr. 130 fol. 40.

        152 1319 Sept. 12.

        Willem, graaf van Henegouwen, Hollant etc. doet uitspraak in een geschil tussen de abdis van Riinsburch en Splinter uuten Waerdt over de tienden in Zuutwiic, waarbij ze aan de abdij worden toegewezen.

        Ghegheven in die Haghe op der heyligher crucen avonde in Septembri int jaer ons Heren M.CCC. end XIX.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 42.

        154 1319 October 21.

        Willem van der Borch en Gherijt Enghebrechtsz., schepenen in Delf, oorkonden dat Wouter Melijsz. en Wouter de Bogher van Willem Aelbrecht sz. gehuurd hebben in erfhuur 19 M. land in Vlaerdingherwout.

        Int jaer ons Heren M. IIIc ende XIX des Sonnendaghes na sinte Lucas daghe ewangelists.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 16 verso.

        177 1323 Aug. 19.

        Willem van Naeldwiic, ridder, geeft aan zijn dochter Jutte een Lijfrente van 50 schell. 's-jaars op het goed, dat Heyneman Hughenz. in huur heeft, welke rente daarna aan de abdij van Riinsburch vervalt.

        Ghegheven int jair ons Heren M.CCC. ende XXIII des Vridaghes na onser Vrouwen dach te midoest.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 34 verso.

        189 1330 Oct. 30.

        Willem, graaf van Henegouwen, van Holland etc., vergunt aan abdie en convent van Riinsburch, dat zij in land of renten niet meer beleggen zullen dan 10 £. Holl. 'sijaars van hetgeen zij bij testament verkrijgen.

        Ghegheven in de Haghe Dinxdaghes na sente Symon Juden daghe int jaer ons Heren M.CCC. ende XXX.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 41 verso.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 16 vs.

        Gedrukt Van Mieris II 502.

        198 1335 na Januari 25.

        Diederic, burggraaf van Leyden, ridder, ontslaat Jacob Claesz. en al zijn roerende en onroerende goederen van alle diensten.

        Ghegheven int iaer ons Heren M.CCC. ende XXXIIII na sente Pouwels dach apostel.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 70 vs.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 44 vs. nr. LXXXVIII.

        228 1342 Mei 29.

        Machtelt van Duvoerde, abdis van Reynsburch, en het convent verhuren aan Ziburgh, de vrouw van Gherijt Zoeten, zoon van vrouw Lisebet, zoolang zij leeft de hofstede naast de vrijheid van Delf voor 3 £. 's-jaars, welke erfhuur op haar man en erfgenamen overgaat, op onderpand van 2 M. land aldaar, waarop het convent recht van uitpad heeft.

        Ghegheven in de jaer ons Heren M.CCC.XLII des Woensdaghes na sinte Urbanus dach.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 78 vs.

        231 1342 Juli 4.

        Dirc Mangeleer verkoopt aan broeder Dirc Loeten ten behoeve van het klooster van Riinsborch 7 £. Holl. 's-jaars op 16 M. land in Wateringhe, waarop de erfgenamen van Jan van der Spange reeds 7 £. Hollo. 's-jaars hebben. Op verzoek mede bezegeld door zijn neef, heer Jan van der Boechorst, ridder.

        Ghegheven int iaer ons Heren als men screef M.CCC. ende XLII op sente Martijns dach in de zomer.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 78.

        259 1347 Sept. 21.

        Goeswijn van Garnse (brief van een erf op den Ouden Vliet in Oestgeest).

        Int jaer ons Heeren dusent driehondert seven ende viertich, op sinte Matheeus dach in de heurst.

        Vermeld in inv.nr. 130 fol. 39.

        269 1350 Febr. 1.

        Jan van Minde, baljuw van Riinsborch, oorkondt dat Jan Hobbenz. van Riinsborch erkent verkocht te hebben aan Ysbrant van Alkemade 1 £. Holl. 's-jaars op 5 hond land in Riinsborch, genaamd de Dijc.

        Ghegheven in de iaer ons Heren als men screef duysent driehondert vijftich op onser Vrouwen avont te Lichtmisse.

        "Copie in inv. nr. 130 fol. 47 met aantekening: ""hier steekt een transfix door"", en 65 vs."

        Hierbij behoort transfix d.d. 1378 April 7.

        309 1357 Juli 7.

        "De officiaal van de aartsdiaken van Utrecht geeft aan Theodericus, cureit van Rijnsburch, bevel, om Theodericus genaamd Robbrecht, die door de abdis is voorgedragen tot de ""in het breydencoer"", gesticht door Gerardus Boscaert, nu vacant door overlijden van Symon Boscaert, in het bezit daarvan te stellen."

        Datum anno Domini M.CCCC (sic) quinquagesimo septimo, feria sexta post translationem beati Martini.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 7 vs.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 122 en vs. nr. XXV.

        310 1357 Juli 9.

        Hertog Willem van Beyeren, graaf van Hollant etc., bepaalt dat de watergang, die hij aan Alphen, Hazerswoude, Waddincxvene en Boscoop door de heerlijkheden van de abdis van Riinsborch gegeven heeft, niet leiden mag tot vermindering van haar rechten.

        Ghegheven des Sonnendaghes na sente Martiins dach translatio int iaer ons Heren M.CCC. ende LVII.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 41 vs.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 22 vs.

        316 1358 (na Maart 11).

        Maria van Delna, Hasekina van Bridorp en de nonnen van de abdij van Rijnsborch, direct onderworpen aan de kerk van Rome, geven den bisschop van Utrecht kennis, dat zij den 11den Maart in plaats van wijlen Margareta van Langherake tot abdis gekozen hebben Clarissima van Scenghen, priorin, en verzoeken hem de keuze te bevestigen, voorzoover zijn bevoegdheid reikt.

        Actum et datum anno Domini millesimo trecentesimo quinquagesimo octave.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 12. Vgl. Hüffer 87.

        331 1360 Januari 6.

        Jan Boen, parochiepaap van Riinsborch, oorkondt dat Jan Blanckert Reynersz. erkent schuldig te zijn aan Machtelt Aernts dochter 1 £. Holl. 's-jaars op zijn huis aan het eind van de Koestraat naar Vorhout toe, voor de 10 £. die haar van haar vader beschreven waren.

        Int iaer ons Heren M.CCC. ende LX opten heylighen Dertiendach na Kersdach.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 47 vs.

        425 1373 Januari 8.

        Dirc Florijs Nevenz.zoon verkoopt aan Sophie van Dronghele, non in Riinsborch, 40 schell. Holl. 's-jaars op een akker van 2 hond en ¼ van een huis in Valkenburch en aan de noordzijde van Catwiic. Op verzoek bezegeld door Dirc Zay, schout in Valkenburch.

        Des Saterdaghes na Dertiendach int jair ons Heren M.CCC. ende LXXII.

        Copie in inv. nr. 130 fol. 72 vs.

        450 1376 October 19.

        Broeder Jacob, hofmeier van de hof te Valkenburch, vanwege heer Wouter van Heemskerc, oorkondt dat Hobbe Claesz. verkocht heeft aan Sophie van der Spangen, non te Riinsborch, 1 £. Holl. 's-jaars op ½ M. land in Valkenburch. Op verzoek bezegeld door Gherijt die Jonghe, commandeur van Valkenburch.

        Int iaer ons Heren M.CCC. ende LXXVI, des Sonnendaghes na sente Lucas dach des ewangelisten.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 73 vs.

        454 1378 April 7.

        Margriete van Oestgeest Gherts'dochter verkoopt aan Dirc Robbrecht, kapelaan der abdis en van het convent van Rijnsburch het £. Holl. 's-jaars, dat de brief inhoudt, waardoor zij haar brief gestoken heeft. (zie 1350 Febr. 1). Op verzoek bezegeld door haar zoon Willem van Alkemade.

        Ghegheven op den zevenden dach van Aprille - - int jaer ons Heren dusent driehondert ende acht ende tseventich.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 66.

        461 1379 Juni 30.

        Dirc Hermansz. verkoopt aan Jan Hoec ten behoeve van Soffie van der Spangen 1 M. land in Poeldijc in Claes Nachtelen woning voor 40 £. Op verzoek bezegeld door Willem van der Burch.

        Int jaer ons Heren M.IIIc LXXIX, des Donredaghes na sente Pieters daghe.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 20.

        462 1379 September 24.

        Jacob Coenraetss. verkoopt aan Jan Hoeck 3 M. land in Zoeterwoude, en 1 £. 's-jaars op den Hovel en 10½ schell. en 2 hoenders op Claes Baertensz. woning. Op verzoek bezegeld door zijn neet Pouwels Jansz.

        Int iaer ons Heren M.CCC. ende LXXIX, des Saterdaghes na sente Lambrechts daghe.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 92.

        479 1381 Mei 1.

        Witte Claes verkoopt aan Jan Hoec ten behoeve van Lijsbet van Hodenpijl ½ M. land in Poeldijc in de woning van Claes Nachtegael voor 20 £. Op verzoek bezegeld door Willem van der Burch.

        Int jaer ons Heren dusent driehondert een ende tachtich, op den eersten dach in Meye.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 34 vs.

        509 1387 Februari 6.

        Michiel van der Heyde en Jan Costijnsz., schepenen in Leyden, oorkonden dat Jan Willem IJsebrantsz. zoon erkent, dat abdis en convent van Riinsburch jaarlijks 12 penn. hebben op het huis van Spronc IJse brantsz. in Marendorp aan de Maern, op voorwaarde dat de abdis daar 2 paardestallen houdt.

        Int jaer ons Heren M.CCC. ende LXXXVII, tsWoensdaghes na onser Vrouwen dach Purificacio.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 33.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 41 nr. LXI.

        518 1389 October 1.

        Jan heer Symonsz. en Dirc den Boschs, schepenen in Leyden, oorkonden dat Herman Willemsz. erkent verkocht te hebben aan het convent te Rijnsborch 3 £. 18 penn. Holl. 's-jaars op een huis te Leyeden, 's-gravenboomgaard genaamd, ter memorie van Jan Aelmans, ridder, en zijn vrouw Machteld.

        Int jair ons Heren M.CCC. ende LXXXIX, op sente Baven dach.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 71 vs., met notitie dat de brief dood is en een andere brief daarvoor in de plaats op ander land. (Vgl. reg. nr. 666).

        549 1396 Juni 27.

        Vranc Poesz. en Dirck van der Specken, schepenen in Leyden, oorkonden dat Boudijn van der Werken vanwege de abdis van Rijnsborch pandde aan het huis en erf van Jacob Jansz. in Marendorp wegens achterstallige rente, welk beslag hem toegewezen is ten behoeve van de abdis.

        Int iaer ons Heren M.CCC. ende IXVI. (sic), tsDijnxdaghes na sente Jansdach te midzomer.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 71.

        554 1398 Mei 25.

        Katriin van Reymerswae1, abdis van Reynsburch, en het convent verkopen en geven aan Pieter van Foreest en zijn vrouw Katrine, zoolang zij leven, een papelijke prove in het klooster op uitvoerig beschreven voorwaarden.

        Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende tneghentich op den Pinxteravont.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 9.

        566 1400 December 18.

        Claes Jans Vosz. erkent in erfhuur te hebben van het klooster te Riinsborch 13 M. land tussen de Kromme en Lopsen poorthuis voor 19 £. 's-jaars, waarvan een gedeelte tot boomgaard ingericht zal worden, met een stal voor 2 paarden.

        Int iaer ons Heren M.CCCC., tSaterdaghes na sinte Lucien dach.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 33.

        596 1407 November 27.

        Gherijt Aernd geeft aan het klooster van Riinsborch 3 £. Holl. 's-jaars op 4½ M. land in de Lier, om eerst na zijn dood aan het convent te komen. Op verzoek bezegeld door zijn broeder Willem van Oestgheest Ghijstgensz.

        Ghegheven int jaer ons Heren M.CCCC. ende VII, des Sonnendaghes na sinte Katrinen dach.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 28 waar het stuk doorgehaald is tot teeken van aflossing.

        599 1409 September 7.

        Voppe Dircsz. en Gherijt van Oestgheest, schepenen in Leyden, oorkonden dat Gherijt Hugen Boelincz. erkent verkocht te hebhen aan Steven van Nyevelt, non te Reynsburch, 40 schell. Holl. 's-jaars op zijn huis in Marendorp in onser Vrouwen parochie van de straat tot achter aan de Rijn.

        Int jaer ons Heren M.IIIIc ende IX, op onser Vrouwen avont Nativatis.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 33.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 31 nr. XXXIIII.

        606 1410 December 8.

        Dirc Jansz. belooft Margriet van Buyren, abdis te Reynsburch, en haar convent, om zich als getrouw dienaar naar haar aanwijzingen te gedragen ten opzichte van de kloosterschool. Op verzoek bezegeld door Jacob van de Noerde, rentmeester van het klooster.

        Int jaer ons Heeren M.IIIIc ende X op onser Vrouwen dach Concepcio.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 8.

        628 1415 Augustus 7.

        Gherijt de Griemer Ermboutsz. en Huge van der Hant Pietersz., schepenen in Leyden, oorkonden dat Beatrijs Willem Hermansz., en Willem van Boschuysen, haar zoon, erkennen schuldig te zijn vanwege heer Aelman aan het klooster van Reynsburch 4 £. 2 schell. Holl. 's-jaars op de helft van 8½ hond land in de waard in Leyderdorp aan de ouden Rijn.

        Int jaer ons Heren M.IIIIc ende XV, op den VIIden dach in Augusto.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 71 vs., doorgehaald.

        633 1416 December 14.

        Clemeyns van der Horst, abdis van Reynsburch, geeft aan Jan Betthenz in erfpacht 12 M. land in Vlaerdinge en Spadelant, haar aangekomen van Heynric uuten Polre voor 50 schell. Holl. 's-jaars.

        Int iaer ons Heeren M.IIIIc ende XVI, des Dinxdaghes na sinte Lucien daghe.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 35 vs.

        636 1417 Februari 18.

        Gherijt van Raephorst erkent schuldig te zijn aan de abdij van Reynsburch 30 schell. 's-jaars en aan de sacristie 10 schell. 's-jaars en van hofstedehuur 3 gl. 's-jaars, verzekerd op zijn huis op den ouden Vliet, voorheen van heer Willem Stuvezant.

        Int jaer ons Heren M.IIIIc ende XVII, des Donredages na sinte Valentijns dach.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 24 vs., en vermeld fol. 40.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 54 nr. XXX.

        647 1420 Maart 15.

        Clemeyns van der Horst, abdis van Reynsburch, en het convent dragen Claes Meinsen voor zijn leven den dienst van het broederhuis en het hofmeesterschap op onder zekere voorwaarden.

        Ghegheven int jaer ons Heren M.IIIIc. ende XX op den XVden dach in Maert.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 10.

        Vgl. Hüffer 113.

        670 1424 October 5.

        Willem, broeder Tegmonde, ridder, en Aernt, heer tot Leyenburch, doen uitspraak in een geschil tussen Jacob van Noerde, rentmeester van abdis en convent van Reynsburch, en Jan Willemsz., provenier.

        in de Hage upten vijften dach in October int jaer ons Heren M.CCCC. vier ende twintich.

        Copie in inr.nr. 130 fol. 93.

        729 1442 April 10.

        Jan Vinck, schout van Oestgeest, oorkondt dat Costijn Willemsz. erkent verkocht te hebben aan Jan van der Spangen, non te Reynsburch, 8 hond land in Oestgeest en genaamd Smeetskamp, met bepaling dat na haar dood de helft komt aan de sacristie en de helft aan de wijnkelder.

        Int jair ons Heren duysent vierhondert twe ende veertien, opten Xen dach in Aprille.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 68 vs.

        Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 53 nr. XX.

        Op fol. 82 van inv.nr. 130 is een notitie geplakt van 22 Mei 1469. (Vgl. reg.nr. 854).

        735 1445 Juni 16.

        Pieter Claes Kocxz. verkoopt aan Aechte Dirick Robbrechtsdr. 2 hond land in Oestgeest. Op verzoek bezegeld door Gherijt Vos, cureit van Rijnsburch, en Jan van Alkemade Hughez., schout te Rijnsburch.

        in de jaer ducent IIIIc vijf ende veertich up den XVIen dach in Junio.

        Copie in inv.nr. 130 fol. 66 vs.

        854 1469 Mei 22.

        Notitie van de bespreking door vrouwe Jan van der Spaengen van ½ van acht hond land volgens brief daarvan, nu geldende 4 £. 's-jaars, waarvan ½ aan de wijnkelder en ½ voor de sacristie voor jaargetijde op 22 Mei, en deze 2 £. zal aan de sacristievrouw uitreiken uit den wijnkelder de rentmeester van het land Smeetskamp.

        Zie inv.nr. 130 fol. 82.

        984 z.d. (XVe eeuw).

        Enghebrecht Vranckez. verkoopt aan Jacob Dammesz. ¼ van 9½ M. land in Vrienban tussen de huele en den nieuwe overslag, strekkende van de Schie tot het handhoofd, waarop de abdis van Reynsborch een jaarlijkse rente heeft van 7 schell. 6 penn. volgens den brief van Goeswiin Dirc Zaysz. schout in de Ketel.

        Losse notitie in inv.nr.130 fol. 93/4

        schrift van het begin der 16de eeuw, gefolieerd l-94 en ingedeeld naar de plaatsen.

        Op fol. 10 vs. een opgave der kosten om een kind in het klooster te brengen. (c. 1400.) Vgl. M. Hüffer, blz. 129.

        Fol. 11 een opgave van hetgeen de vrouwen uit den bier- en wijnkelder ontvangen.

        Fol. 37-38 lijsten van "huescheede", door Jacob van Noerde van wege de abdis en den bierkelder aan het kloostergezin op Kerstavond verleend. (140)6 December 24.

        Fol. 94 opgave over het verbruik van granen. 1422 Augustus 10-1428 Augustus 10.

      • 16 1227.

        Emece, abdis van Riinsburch, verkoept den tiend in Aloutgheest aan heer Theodericus van Raepherst en geeft hem dien in erfleen.

        Actum anno Domini M.CC. XXVIImo.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 6 vs.

        Gedrukt van de Bergh I nr. 309.

        411 1371 Januari 25.

        Agniese van Huern, abdis van Reynsburch, beleent na opdracht van Dirc Oetgod denzelfde met een huis en hofstad en 2 hond land ten erflaen.

        Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert een ende tseventich op sinte Pouwels dach in de winter.

        Copie in inv. nr. 131 fol. 11.

        506 1386 Maart 21.

        Agniese van Huern, abdis van Reynsburch, beleent Kerstant Symonsz. met 2 M. land in Alfen ten erfleen.

        Ghegheven int jaar ons Heren dusen(t) driehondert see ende tachtig op sinte Benedictus dach.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 7 vs. en fol. 11, met datum op S. Benedictusavont

        511 1387 Juli 22.

        Agnies van Huern, abdis van Reynsburch, beleent Aernt Pauwelsz. met 2 M. land in Oestgheest die hij aan de abdis opgedragen heeft, nl. de helft van 14 hond en de helft van 10 hond, ten erfleen.

        Int jaer ons Heren dusent driehondert seven ende tachtich op sinte Marien Magdalenen dach.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 6 vs.

        524 (13)91 Juli 23.

        Notitie, dat Feucghen Feucghens Willems soens soen ontving alzulk goed, als hij van de abdis in leen houdt.

        Des Sonnendaghes na sinte Marien Magdalenen dach, int jaer XCI.

        In inv.nr. 131 fol. 2 vs.

        527 (13)91.

        Schout, asigen en buren van Alfen oorkonden, dat 1 morgen land in de kerkwegkamp, afkomstig van Dirc Vredericz., toegepand is aan Willem Gheertrudenz., die er ten behoeve van de abdis den eigendom van ontving.

        Int jaer XCI.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 2.

        548 (13)96 Februari 27.

        De abdis van Rijnsburg beleent Gherijt Heynrics. als voogd met het land, dat Kerstant Harmansz. in leen had. (2 M. in Alfen).

        Op den Sonnendach na sinte Mathijsdach int jaer XCVI.

        aantekening in inv.nr. 131 fol. 11.

        551 1397 Juli 18.

        Katriin van Reymerswael, abdis van Reynsburch, beleent Lambrecht Andrieaz. na opdracht van Jacob Trudenz. met een hofstad met 2 hond land ten erfleen, hem aanbestorven van Dirc Oetgotsz.

        Ghegheven int jaer ons Heren M.CCC. XCVII, des Woensdaechs na sinte Margrieten dach.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 7. en 10.

        553 1398 Maart 29.

        Katherijn van Remmerswale, abdis van Reynsburch, beleent Jan Willems Moers ten erfleen, na opdracht van Dirc de Bloet, op wien het vererfd was van Mr. Gherijt van Leyden, de helft van een stuk land in Rijswijk op Ockenberg, nu genoemd Ver Ghilen woning, met de helft van 30 st. 's-jaars, die de abdij daarop heeft in de wijnrente, strekkende van de Vlietweg tot de kleine Zwet.

        Int jaer ons Heren M.CCC. XCVIII, des Vrydaghes na onser Vrouwen dach Annunciacio.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 8, met notitie, dat van de andere helft een brief is op Jan Meyer en dat van deze landen 4 morgen in Rijswijk, genaamd: dat Dal met woning, waar Claes G. woonde, opgrdragen zijn aan Florijs G.

        569 1402 Februari 9.

        Margriet van Buyren, abdis van Reynsburch, beleent Jacob Jan Ghijsbrechtsz. met 8 hond land in Reynsburch en een huis aldaar ten erfleen.

        Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twee opten neghenden dach in Sel.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 7 vs.

        570 1402 Februari 28.

        Margriet van Buren, abdis van Riinsborch, beleent Heynric Dircsz. met 1 M. land in Oestgheest naast Gherijt van Santvoert, en 1 M. aldaar tussen den Ouden dam en den nieuwe weg voor de helft van het huis, dat hij te leen had en nu in eigendom ontvangt.

        Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twe op den lesten dach in Zelle.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 9. Met notities van latere beleeningen: 1405 April 20, 1441 Dec. 1, (14)50 en (14)52.

        578 1403 Juni 8.

        Margriete van Buren, abdis van Riinsburch, beleent Ghiertrude Florijs Gherijt Rampenz. dochter met 2½ M. land in Vlaerdinghe rambacht in de Hoek, gemeen met 4½ leenland van Willem van Ghelre.

        Int jaer ons Heren M.CCCC. ende drie, des Vridaghes na sinte Bonifaes dach.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 8 vs. met nota: Quyt-ghesconde die manscip om des dijcks wille.

        585 1405 April 20.

        De abdis van Rijnsburg beleent Aliit, vrouw van Gherijt van Zantvoert, zuster van Heinric Dircsz., met 1 M. in Oestgheest.

        Int jaer XIIII c ende vive opten twintichsten dach in April.

        aantekening in inv.nr. 131 fol. 9.

        587 1406 Juli 7.

        De abdis van Rijnsburg beleent Adriaen van Raephorst met den tiend in Aloutgheest.

        Int jaer XIIIIc ende VI, des Woensdaechs na sinte Martiins dach in de somer.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 6 vs.

        593 1407 Juni 13.

        De abdis van Rijnsburg beleent Fokijn Aerntsz. met 2 M. land in Oestgheest.

        Int jaer ons Heren XIIIIc ende VII, des Manendaechs na sinte Odulfs dach.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 6 vs.

        602 1410 April 13.

        Mergriet van Buyren, abdis van Reynsburch, beleent na opdracht van Floris van Hodenpijl, zijn zwager Dirc Bertelmeesz. met 4 M. land in Maeslant, hem aanbestorven van zijn Moeder Belie Jansdr. van Delf, liggende aan de Gaech en de Seynwatering, ten erfleen.

        Int jaer ons Heren duysent vierhondert ende tien, up den dertienden dach in Aprille.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 7.

        Vgl. lijst van ontbrekende stukken nr. 116.

        638 1417 October 3.

        Clemeyns van der Horst, abdis van Rijnsborch, beleent Pieter Aerntsz. met 14 en 10 hond land in Oestgheest aan de Oudendam.

        Int iaer ons Heren M.IIIIc ende XVII, des Sonnendaghes na sinte Baven dach.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 9 vs.

        655 1421 October 8.

        Clemeyns van der Horst, abdis van Reynsburch, beleent na opdracht Jan Willem sbrantsz. met 19 M. land in Leyderdorp, genaamd Berendrect, ten erfleen.

        Ghegheven tot Reynsburch op den achtsten dach in October int iaer ons Heren duysent vierhondert een ende twintich.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 12.

        698 1434 Augustus 5.

        Baert van Langeraeck, abdis van Reynsburch, beleent Koen Pietersz. met het land, dat zijn vader in leen had (in Oestgeest).

        Doe men screef M.IIIIc ende XXXIIII, op den eersten Donredach in Augusto.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 4 vs.

        720 1439 Augustus 2.

        Baert van Langeraeck, abdis van Reynsburch, beleent Margriete Woutersdr. en haar man Andries Jacobsz. met het land, dat Koen Pietersz. in leen had. (Vgl. 1434 Aug. 5).

        De men screef M.IIIIc XXXIX upten an derden dach in Augusto.

        Copie in inv,nr. l31 fol. 4 vs.

        727 1441 December 1.

        Vrouwe van Oestende, abdis van Rijnsburg, beleent Henric Gherijtsz., zoon van Alijt Gherijtsz. vrouw van Santvoort, met 1 M. land in Oestgheest.

        Int jair M.CCCC.XLI, upten eersten dach van Decembry.

        aantekening in inv.nr. 131 fol. 9.

        736 1446 Augustus 2.

        "Margriete van Oostende, abdis van Rijnsborch, beleent Aernt van Hoyenpijl met 10 M. land in Maeslant aan de groote vaart, dat zijn ""oude moeder"" Clemeyns van de Buychorst van de abdij te leen had."

        Int jair ons Heren M.IIIIc XLVI, up den anderden dach in Augusto.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 4 vs.

        749 1449 Juni 6.

        Margriete van Oestende beleent Voppe Jan Vlamincxz. met 14 hond 10 hond in Oestgeest aan de Oudendam, na opdracht van Margriete Woutersdr. en Andries Jacobsz., haar man. (Vgl. 1434 Aug. 5 en 1439 Aug. 2).

        Opten sesten dach in Junio int jaer ons Heren duysent vierhondert negen ende veertich.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 5.

        758 1451 April 19.

        Margriet van Oostende, abdis van Reynsburch, beleent Willem Jan Broniisz. met de helft van 7 M. land in Vlaerdinghe.

        Int jair ons Heren dusent CCCC. ende LI, up den XIXden dach in Aprille.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 5, doorgehaald. (Vgl.fol. 6).

        778 1453 April 29.

        Margriete van Bruelis, abdis te Reynsburch, beleent Adryaen van Raphorst met een tiend in Monster.

        Gegeven upten neghen ende twintichsten dach in Aprill, int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende vijftien.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 13.

        779 1453 April 29.

        Margriete van Bruelis, abdis te Reynsburch, oorkondt dat Adryaen van Raephorst aan zijn vrouw Godelt met goedvinden van zijn zoon Ailbrechte in duwarie gegeven heeft een tiend in Monster, dien hij van de abdij te leen heeft.

        Gegeven upten negen ende twintichsten dach in Aprill, int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende vijftich.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 13.

        821 1460 Juli 11.

        Elyzabeth van Mattennesse, abdis te Rijnsburch, geeft op verzoek van Jan van Poelgeest, en de gebroeders Symon, Florijs, Jan en Jacob van Noirde aan Jan van Alcmade en Mathijs Heynricxz. vergunning tot het bedijken van 100 M. land op Texel in Burchambacht, genaamd de Noordergrie, die de gebroeders van Noirde van de abdij in leen hebben, na welke bedijking Jan van Alcmade en Mathijs 9 deelen in eigendom ontvangen, terwijl het tiende deel aan de van Noirdens ten erfleen blijft.

        Int jair ons Heren duysent vierhondert ende tzestich, upten elffsten dach in Julio.

        Copie in inv.nr. 131 fol. 14.

        14 bladen

        Op fol. 2 notitie van een acte van (13)91 en copie-acte van 1344; op fol. 2 verso sq. andere acten.

        Vgl. over de kamer van de abdis de noot bij Inv. no. 157.

      • gefol. 1-177, 10 bladen zonder folieering en 2 schutbladen. Losse aanteekeningen tussen folio 8/9, 55/6 en 115/6.

        Op fol. 169 wordt gesproken van een "overlooper" van A. van der Does van landen en belendingen in Zeeland, die niet meer schijnt te bestaan.

      • gefol. I-LXVIII en LXVI, A-H, LXVII-CLXXXI; De tafel aan het begin van het register en 19 bladen aan het einde zijn ongefolieerd. Losse stukken tussen folie 6/7, 85/6, 89/90, 113/4, 114/5, 115/6, 167/8.

      • gefol. I-XCV, 8 bladen ongefolieerd, XCVI-314 en 13 bladen ongefolieerd; . De tafel aan het begin van het register is ongefolieerd. Losse stukken folia 21/2, 28/9, 29/30, 43/4, 97/8, 131/2, 134/5 en 803/4.

        Op fol. 148 een randglos van 1631.

        Vgl. lijst van ontbrekende stukken no. 128.

      • Gefolieerd 1-147 en 33 bladen ongefolieerd, de tafel aan het begin van het register is mede ongefolieerd;

        Voorin een reçu van dit register 1 Mei 1608 voor jkvr. Adriana van Hargen, weduwe Karel Bentinck, niet ondertekend.

      • Inhoud: Tafel, ongefolieerd, bladen 1-150 en 32 ongefolieerd. Losse bladen tussen folia 15/6 (huurceel van 1595), 25/6 (huurceel van 1599) en 118/9 (huurceel van 1598).

        Voorin een aantekening betreffende een kaart van de fundamenten van het huis te Britten.

      • 68 folio's;

      • 80 folio's;
        Losse stukken tussen fol. 8/9, 17/8, 18/9, 65/6, 79/80.
        Merk XXI, vermeld in ouden inventaris 80, fol. 50.
        Onder no. XXII wordt daar vermeld een register van renten in het Noordland.

      • Vgl. Inv. no. 281 van Het archief van de Ridderschap van Holland, door P. A. Meilink bewerkt in Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven, 1925, dl. I.

        Chirograaf.

      • Met notitie van Elburch van Langerack, dat Maria van Homa(de) haar dit overgeleverd heeft.

      • In dorso notitie van hetgeen Margriet van Haeften verder geleverd heeft. Opten IIIIen dach Augusti anno LXIX.

        Chirograaf.

        • Vgl. Reg. no. 3.

        • Vgl. Reg. no. 527.

        • Vgl. Reg. nos. 26, 1074, 1075, 1084, 1085, 1141, 1142, 1143, 1144.

          • 63 1275 Oct. 25.

            "Florentius, graaf van Holland, schenkt aan de abdij van Rinsburg voor het zieleheil zijner voorvaderen, en ter vergoeding van hetgeen hij van vroegere legaten mocht schuldig zijn, het veen ""Gere"" genaamd, tussen Calveslo, Alamar & Vrisencop."

            Datum in festo Crispini et Crispiniani anno Domini M.CC.LXX. quinto.

            Orig. ( inv.nr. 258 ). Met uithangend zegel in witte was, geschonden.

            Copie in inv.nr. 127 fol 1.

            Gedrukt Van Mieris I p. 379, van de Bergh II nr. 295.

            Gedrukt: Kruisheer, OHZ, dl. III, p. 809-810, nr. 1700.

            Reg. no. 63.

          • Reg. nos. 84, 172.

            • 84 1295 Aug. 29.

              "Jan van Ambers, Florens van de Tollen, ridders, Hughe van Hillare & Godevart Willaems zoon doen op bevel van de graaf van Holland uitspraak over het veen, genaamd de Gheer, tussen Aelsmaer en Calfsloe, en wijzen aan die van Oude Calfsloe 12 ""vuirlinge"" uit de Drecht toe, - het ambacht, het gerecht, de tienden & eigendom aan de graaf, - en wat deze of zijn voorvaderen hebben uitgegeven, aan het convent van Reinsburgh, volgens de oude brieven, die zij gezien hebben."

              Op Hemestedervelde --- int jaer ons Heren dusent tuehondert ende viefentnegentich, des Manendaghes na sente Bertolomeus daghe.

              Orig. ( inv.nr. 259.1 ). Met uithangende zegels van Jan van Ambers & Florens van de Tollen in groene was. het derde zegel ontbreekt.

              In vidimus van 1321 Oct. 18.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 4.

              Gedrukt van de Bergh II nr. 913.

              Gedrukt: Dijkhof, OHZ, dl. V, p. 546-547, nr. 3032.

            • 172 1321 Oct. 18.

              Jacob, bisschop van Zuden, vidimeert den brief van Jan van Ammers e.a. (zie 1295 Aug. 29)

              Int iaer ons Heren ghegheven als men scrivet dusent driehondert ende enentuintich op sente Lucas daghe.

              Orig. ( inv.nr. 259 ). Met uithangend zegel in bruine was.

              Copie in inv.nr. 127 fol. 9.

              Ontbreekt
          • Reg. nos. 85, 173.

            • 85 1295 Nov. 23.

              Florens, graaf van Hollant en Zelant, en heer van Vrieslant, bevestigt de uitspraak van Jan van Ambers e.a over het veen, genaamd de Gheer, tussen Aelsmaert & Calfloe, en toewijzing aan abdis en convent van Reinsburgh.

              Ghegheven int iaer ons Heren dusent tuehondert ende viefentneghentich in sente Clements daghe in da Haghe.

              Orig. ( inv.nr. 260.1 ). Met uithangend zegel in bruine was, en tegenzegel.

              In vidimus van 1321 Oct. 18.

              Copie in inv.nr. 127 fol. 21.

              Gedrukt De Fremery: Suppl. Oorkondenboek nr. 307.

              Vgl. van de Bergh II nr. 913.

              Gedrukt: Dijkhof, OHZ, dl. V, p. 570-572, nr. 3054.

            • 173 1321 Oct. 18.

              Jacob, bisschop van Zuden, vidimeert den brief van Florens, graaf van Hollant. (zie 1295 Nov. 23)

              Int jaer ons Heren dusent driehondert ende enentuintich op zente Lucas daghe.

              Orig. ( inv.nr. 260.2 ). Met uithangend zegel in bruine was.

          • 1138 1551 April 30.

            Zeger van Dorp, baljuw en schout in de vrije heerlijkheid van Haserswoude, oorkondt dat Jacop Jacopsz. Houwelinck aan heer Willem van Alckemade, ridder, rentmeester-generaal van Reynsburch, verkocht heeft een woning met huis, schuur, boomgaard etc. met 3 morgen - 1½ hond weiland aldaar aan de achterweg, en dat hij die daarop weder in erfpacht heeft ontvangen voor 6 gouden Car.gl. en 10 st. 's-jaara.

            Int jaer ons Heeren vijftienhondert een ende vijftien, upten lesten dach in April.

            Orig. ( inv.nr. 261 ). Met uithangend zegel in rode was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 141 vs.

            Reg. nos. 1138.

          • Reg. no. 205.

            • 205 1336 Dec. 6.

              "Willaem Moedel verkoopt aan broeder Dirc Loeten een kamp land, groot 4½ hond, op ""des papen weteringhe"" (te Catwijc), waarvoor hij jaarlijks ten behoeve van het klooster van Rijnsbergh 15 schellingen Hollandsch betalen zal, terwijl zijn zoon Pieter to taan zijn dood het land in huur houden mag. Op verzoek bezegeld door Diddeboy, schout van Catwijc."

              in de jare ons Heren als men screef dusent driehondert ende sess ende dertich, op sente Niclais dach.

              Orig. ( inv.nr. 263.1 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie van notaris Pieter van der Burch 1584 Aug. 23.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 62, en nr. 130 fol. 73.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 242.

          • 834 1463 Mei 20.

            Florijs Grijp, schout in het ambacht van Valkenburch en Catwijck, asing en buren aldaar oorkonden, dat Jan Bitter, rentmeester der abdis van Reynsburch, het huis en erf van Dirch van Leyden's erfgenamen te Catwijck uptie zee voor de achterstallige pacht in eigendom verkregen heeft.

            Den twintichsten dach in Mayo, int jair onss Heeren duysent vierhondert drie ende tsestich.

            Orig. (inv.nv. 264), Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 67.

            Reg. no. 834.

          • Reg. no. 1205.

            • 1205 1571 Maart 19.

              Voor notaris Gielis Gerrijtsz. van Rijnsburch uit Noordtwijck verklaart Stephana van Rossum, abdis van Rijnsburch, dat zij protesteert tegen het doen graven door hoogheemraden van Rijnlandt van een grift door de duinen bij Catwijck, om daardoor het water te leozen, dat van ouds door de Sparendamsche sluizen geloosd werd, met bevel tot insinuatie aan hoogheemraden, en hun antwoord.

              Aldus gedaen ten daege, jaere ende maend t als beven. (Up huyden den XIXen Martii anno XVc een ende tzeventich stile conmuni).

              Orig. ( inv.nr. 265.1 ). Perkament en copie papier van G. van der Laen.

        • Vgl. Reg. no. 3.

        • Vgl. Reg. nos. 9, 549, 566.

          • 81 1293 Sept. 25.

            Rechter en schepenen van Leyden oorkonden, dat de gasthuisberaders van Leyden schuldig zijn aan de abdis van Renseburgh 3 £. en 3 schell. Holl. voor jaarl. huur van het land, dat Jan die Wever bezat, zoolang deze leeft, waarna het land weer vrij aan de abdis komt.

            Ghegheven int jaar ons Heren duzent tuie hondert ende drie ende neghentich des Vridaghes na zante Matheus daghe apostels end evangeliste.

            Orig. ( inv.nr. 266 ). Met uithangend stadszegel in witte was, geschonden.

            Copie in inv.nr. 130 fol. 30 vs..

            Gedrukt van de Bergh II nr. 860.

            Gedrukt: Dijkhof, OHZ, dl. V, p. 326-327, nr. 2825.

            Reg. no. 81.

          • 206 1337 Sept. 13.

            Heine van der Bregghe en Ghered Rijswijc, schepenen te Leyden, oorkonden dat Katrine Peys aan broeder Dieric Cloet ten behoeve van het klooster Rensburch 3½ hond en 25 gaarden verkoopt.

            Ghegheven int iair ons Heren dusent driehondert seven ende dertich, Sampdaghes voir s heilichcruys daghe, die met hiet ons Heren hemelvairt.

            Orig. ( Inv. nr. 267 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

            Copie in inv. nr. 128 fol. 89 en nr 130 fol 71.

            Vermeld in Regesta Hannonensia p. 245 op 24 mei.

            Reg. no. 206.

        • Vgl. Reg. no. 1064.

        • Vgl. Reg. no. 3.

          • 32 1246 Sept. 26.

            Wilhelmus, graaf van Holland, bevestigt abdis en convent in Rinseburg in de koop van zeker land in Ovensidwendi, gekocht van Florencius Regenboldi, die het van de graaf in leen had.

            Datum apud Rinseburg anno Domini M.CC.XLVI. feria IIII ante festum beati Michaelis.

            Orig. ( inv.nr. 268 ). Met uithangend ridderzegel in groene was, geschonden.

            Gedrukt Kluit II1 p. 513, van de Bergh I nr. 432.

            Gedrukt: Kruisheer, OHZ, dl. II, p. 326-327, nr. 697.

            Reg. no. 32.

          • 277 1352 April 19.

            Masijn Nyesen'zoon, schout te Noertich, oorkondt dat voor hem, de azeghen en de volle bank de getuigen die er bij waren geweest (met namen genoemd) verklaard hebben dat Florijs Foeytiaen, rentmeester der abdis van Rijnsburch aan Claes Mersker voor zijn leven verhuurde het land dat de abdis bij Florijs van de Dam's dood was gekomen? voor 6½ £. 's-jaars en 3 kapoenen, waarvoor Florijs Foeytiaen een paar kousen van 10 groot en den wijnkoop zou ontvangen.

            Ghegheven te Noertich des Donresdaechs na beloken Paesken, int jaer ons Heren M.CCC. twee ende vijftich.

            Orig. ( inv.nr. 269 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Reg. no. 277.

          • 337 1361 Februari 8.

            "Ghisebrecht van der Boechurst doet afstand van de eigendom van zijn aandeel in een kamp land, ""in de Roestcamp"" geheeten, tussen 9 en 10 hond groot in Noertich, die Maessijn Nyesen'zoon, zijn oom, van zijn broeder Florijs gekocht heeft, en verklaart door zijn broeder voldaan te zijn. Op verzoek bezegeld door zijn vader Florijs van der Boechurst, ridder."

            Ghegheven int jaer ons heren dusent dryehondert ende tsestich, des Manendaghes nae sente Aechtendach.

            Orig. ( inv. nr. 270 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Reg. no. 337.

          • 475 1380 September 24

            (inv.nr. 271) overgebracht naar abdij Leeuwenhorst.

            507 1386 Juli 3.

            (inv.nr. 271.) overgebracht naar abdij Leeuwenhorst.

            Reg. nos. 475, 507.

          • Reg. no. 534.

          • 534 1394 April 26.

            Jan Boen Daniëls'zoon, schout te Noertwijc, oorkondt dat Jan Aernts' zoon aan Jan van Nyevelt, non te Rijnsburch, verkocht heeft 1 morgen land, dien hij kocht van Wouter Jansz., en dezen voor 9 jaren tegen 3 £. 's-jaars in huur heeft.

            Int iaer ons Heren M.CCC. vier ende tneghentich, op ten beloken Paeschen.

            Orig. ( inv.nr. 273 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 57, en nr. 130 fol. 91.

            594 1407 Juli 6.

            Hoogheemraden van Rijnlant maken op verzoek van de abdissen van Rijnsburch en Lewenhurst, van Arent van Duvoerde, Willem van der Boechorst, Florens van der Boechorst, Jan van Alphen en andere ingelanden van Noertich en Noertigherhout een nieuwe ordonnantie op den schouw, morgentaal, aanbesteding, hoefslag etc. Bezegeld door Johan van de Woude, Reyner Dever, Boudijn van Zweten Dircss. op verzoek van Dirc van Zweten, Jan van de Woude, Jan van der Boechorst, Jan Freeste en Symon van der Scuere.

            Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende seven, des Woensdaghes na sinte Martijnsdach Translacio.

            Orig. ( inv.nr. 273 ). Met 7 uithangende zegels in groene was.

            Reg. no. 594.

          • Vermeld in oude inventaris 30, fol. 9, no. XXV, als gelegen in Voorschoten.

          • 1110 1543 Februari 21.

            Jan de bastaard van Noertwijck, schout te Noertwijck, oorkondt dat Gerrit Gerritsz. erkent verkocht te hebben aan Alijtgen Gerritsdr, zijn zuster, de hem aanbestorven perceelen van land en renten.

            Int jaer ons Heren duysent vijfhondert drie ende veertich, op den een ende twintichsten dach in Februwarij.

            Orig. ( inv.nr. 275 ). Het zegel ontbreekt.

            Reg. no. 1110.

          • 1164 1559 November 2.

            "Christoffel van nieuwehove, schout te Noortich binnen, Noortich op zee en Langevelt, oorkondt dat Jan Florijsz. erkent aan abdis en convent van Reynsburch verkocht te hebben zijn woning, groot 1½ morgen en 52 roeden land met alle lasten, die er op staan, gelegen in de ban van Noortich ""in de cley"" op den oever."

            Upten tweede Novembris anno XVc negen ende vijftich.

            Orig. ( inv.nr. 276 ). Met uithangend zegel in groene was, en handtekeningen.

            Reg. no. 1164.

        • Vgl. Reg. nos. 88, 729, 854, 1008, 1072, 1091, 1128.

          • 82 1294 Sept. 22.

            Gheertruit veren Volowien dochter draagt haar land in Oesgheesterambacht en in Warmonderbroek op aan de abdis van Renseburgh, onder verplichting om aan de erfgenamen van Gheertruit, na haar dood ? te geven en aan het convent 1 £. op ? daarvan. Bezegeld met het zegel van de abdis van Renseburgh.

            Ghegheven in de jare ons Heren dusent tuie hondert ende vijr ende neghetigh in sente Mourijs daghe.

            Orig. ( inv.nr. 277 ). Het zegel ontbreekt.

            Copie in inv.nr. 128 fol. 96.

            Gedrukt van de Bergh II nr. 885.

            Gedrukt: Dijkhof, OHZ, dl. V, p. 419-420, nr. 2914.

            Reg. no. 82.

          • Reg. nos. 219, 221, 222, 223, 224, 740, 741.

            • 219 1340 April 25.

              Philips van Wassenare, burggraaf van Leyden, verkoopt aan broeder Dirc Loetem ten behoeve van het klooster Rijnsborgh 5½ morgen lands in Gheesterwaerde.

              Ghegheven in de iaer ons Heren als men screef dusent driehondert ende viertich, op sente Marchusdach.

              Orig. ( inv.nr. 278.1 ). Met uithangend zegel in groene was.

              "Copie in inv.nr. 129 fol. 84bis;"

              vermeld in inv. 130 fol. 39 vs. en nr. 130 fol. 70a met datum: op sente Martiinsdach.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 269.

            • 221 1340 Juli 1.

              Symoen, basstaert van Leyden, ridder, oorkondt dat hij ten overstaan van Willaem van Steenberghen, schout, en van de buren van Oestgheest, kwijtgescholden heeft al zijn aanspraken op het erf, dat de abdis van Rijnsborgh gekocht had van Philips van Wassenare, burggraaf van Leyden.

              in de iare ons Heren als men screef dusent driehondert ende viertich, des Saterdaghes na sente Jans daghe te midde somer.

              Orig. ( inv.nr. 278.2 ). Met uithangend zegel in bruine was.

              Copie in inv.nr. 130 fol. 70 vs.

              Vermeld in inv. 130 fol. 39 vs., en Regesta Hannonensia p. 269 onder 25 April.

            • 222 1340 Juli 1.

              Willaem van Steenberghen, schout in Oestgheest, oorkondt dat voor hem en de buren Symoen de bastaert van Leyden, ridder, erkende al zijn aanspraken op het erf te hebben kwijtgescholden, dat Philips van Wassenare, burggraaf van Leyden, aan de abdis van Rijnsborgh verkocht had.

              in de iare ons Heren als men screef dusent driehondert ende viertich, des Saterdaghes na sente Jans dach te midden somer.

              Orig. ( inv.nr. 278.3 ). Met uithangend zegel in bruine was.

              Copie in inv.nr. 130 fol. 70.

            • 223 1340 November 13.

              "Ghereit van Oestgheest, schout in het ambacht van Oestgheest, en Diddeboye, schout van Catwijc, oorkonden dat Wouter Willaemsz. van Leyden, en zijn zuster Katerine afstand deden van het goed, dat Philips van Wassenare, burggraaf van Leyden, verkocht had, en waaraan Willaem van Leyden, hun vader, hen tot 10 £. 's- jaars ""gegoet"" had."

              in de jare (ons) Heren als men screef dusent driehondert ende viertich, des Manendaghes na sente Martijnsdach in de winter.

              Orig. ( inv.nr. 278.4 ). Met 2 uithangende zegels in bruine en groene was.

              Copie in inv.nr. 130 fol. 65 vs.

            • 224 1341 April 23.

              Philips van Wassenare, burggraaf van Leyden, verkoopt aan broeder Dirc Loeten ten behoeve van het klooster Rijnsborgh 12 morgen 1 hond in 't ambacht van Oestgheest voor 36½ £.

              Ghegheven in de jare ons Heren als Men screef dusent driehondert ende enenviertich, des Manendaghes voor sente Marchus dach.

              Orig. ( inv.nr. 278.5 ), Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 130 fol. 70a vs..

              Vermeld in inv.nr. 130 fol. 39 vs. met datum: Maand na S. Marcus.

            • 740 1446 December 31.

              Heinrick, heer tot Wassenair, burggraaf van Leyden, geeft aan het klooster Reinsburch het vrije gebruik terug van 6 morgen land, Geesterswairde genaamd, in zijn ambacht van Oestgeest onder zijn huis 't Sant bij Catwijck, die hij en zijn vader van Jacob van Noirde, rentmeester van het klooster, gehuurd en weder verhuurd hadden.

              Int jair ons Heren duysent vierhondert zesse ende viertich, upten laetsten dach van December.

              Orig. ( inv.nr. 278.6 ). Met uithangend signet in rode was.

              Vermeld in inv.nr. 130 fol. 39 vs.

            • 741 (1446).

              "Abdis en convent van Rijnsburg ontslaan Heinric, heer tot Wassenaar, burggraaf van Leiden, van de huur van 6 morgen land, genaamd Geesterwaarde, onder zijn huis ""'t Sant"" gelegen, omdat hij daar niet meer woont, met bepaling dat de huur te allen tijde weder kan ingaan, als hij daar verblijf houdt, en verder met belofte, dat zij de lamp in het klooster in het breede koor over het graf van de burggravin altijd brandende zullen houden."

              Minuut, 1 bl. ( inv.nr. 278 ).

          • Reg. nos. 234, 260.

            • 234 1343 Mei 13.

              Machtelt, abdis van Rijnsborch, oorkendt dat Clais Broy voor den rechter van Cestgheest aan broeder Dirc Loeten ten behoeve van het klooster een kamp land van 9½ hond in het ambacht van Oestgheest bij den ouden dam opgedragen heeft, op voorwaarde dat het klooster hem en zijn vrouw Gheertruut de jaarlijkse opbrengst zal afstaan, terwijl na hun dood 1 £. voor de wijnrente, en de rest voor de armen zal bestemd worden.

              Ghegheven in de iare ons Heren als men screef dusent driehondert drie ende viertich, op sente Servatius dach.

              Orig. ( inv.nr. 279 ). Het zegel ontbreekt.

              Vidimus van 1347 Oct. 31.

              Copie in inv.nr. 128 fol. 75, nr. 130 fol. 70a, en nr 130 fol. 30 vs. (op datum 1333 Mei 13).

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 288.

            • 260 1347 Oct. 31

              Dirc, parochiepaap van Rijnsborgh, en Florens, kapelaan van het convent van Rijnsborgh, vidimeeren een brief van Machteld van Duvenvoerde, abdis. (zie 1343 Mei 13).

              in de iare ons Heren als men screef M.CCC. ende seven ende viertich, op alre heilighen avont.

              Orig. ( inv. nr. 279.1 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

              Copie in inv. nr. 128 fol. 83, en nr. 130 fol. 70a vs.

          • 250 1346 Maart 26.

            "Dirc Voet uut den Waerde verkoopt aan broeder Vrank ten behoeve van het klooster Rijnsborgh 1 morgen land, ""de rogghe"" geheeten, in Oestgheest, en 3 morgen samenliggende met land van de hecren van St. Katerinen en met Jan Roedemouwen. Een tijns van 10 penningen 's-jaars staat daarop ten voordeele van het klooster. Bezegeld door Dirc, parochiepaap, en Jan van Minden, baljuw van Rijnsborgh."

            in de iare ons Heren als men screef dusent driehondert ende sess ende viertich, des Sonendaghes na onser Vrouwendag te midvasten.

            Orig. ( inv.nr. 280 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 90bis, en nr. 130 fol. 66.

            Vermeld in inv.nr. 130 fol. 39 vs. met datum: Zaterdag na Vrouwendag.

            Reg. no. 250.

          • 333 1360 April 15.

            Jacob Wolverits'zoon verkoopt aan de abdis van Rijnsburgh ½ morgen in Oestgheest. Op verzoek bezegeld door Jan Boen, parochiepaap, en Willaem Arntss. schout van Rijnsburgh.

            Int jair ons Heren dusent driehondert ende tsestich, des Woensdaghes na beloken Paeschen.

            Orig. ( inv.nr. 281 ). De zegels ontbreken.

            Copie in inv.nr. 128 fol. 101, en nr. 130 fol. 30. 67 vs.

            Reg. no. 333.

          • 409 1370 September 21.

            Jan van Langhevelt, schout in Oestgheest, en de heemraden aldaar keuren ten bate van de abdis van Rijnsburch den Oudendam tot een banweg en leggen er een hoefslag op, met verhaal van de wijze, waarop dit is geschied. Op verzoek van heemraden mede bezegeld door Florijs van Endegheest en Jacob Ghisen.

            Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert tseventich, op sente Matheusdach.

            Orig. ( inv. nr. 282 ). Met 3 uithangende zegels in groene was.

            Copie in inv. 129 fol. 97, en nr. 130 fol. 43.

            Vermeld in inv. nr. 130 fol. 39 vs.

            Reg. no. 409.

          • 510 1387 Mei 15.

            "Jan van Alomade, Heinric'zoon, rechter in het gerecht van Oestghee oorkondt dat Aernt Pouwels'zoon aan Jan van Raemsdonc ten behoeve van de abdis van Rijnsburch 4 morgen in eigendom gaf, liggende op ""Oestgheester Gheesttien houd, en 14 hond land aan de ouden dam."

            Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert zeven ende tachtich op sente Soffyen dach.

            Orig. ( inv.nr. 283 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 91bis, waar staat: sente Lossien dach, en nr. 130 fol. 30.

            Vermeld in inv. 119 fol. 39 met datum: Lucien dach.

            Reg. no. 510.

            Vgl. Reg. nos. 511, 638, 698, 720, 749, 1183, waarbij de abdis het land in erfleen geeft.

          • 529 1393 Augustus 3.

            Symon van Alcmade, schout in Rijnsburch, oorkondt dat Dirc Hemelrijc en Gheertruut, zijn vrouw, en Lijsbeth Aernt Rogghen aan broeder Jan Paridaen ten behoeve van het klooster Rijnsburch 1 morgen land verkocht hebben in Oestgheest.

            Int iaer ons Heren M.CCC. drie ende tneghentich, des Sonnendaghes na Petri ad vincula.

            Orig. ( inv.nr. 284 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 128 fol. 98, en nr. 130 fol. 66 vs. waar staat: Dirc Heynricz.

            Reg. no. 529.

          • Reg. no. 591.

          • 598 1409 Augustus 27.

            Aernt van Alkemaed, schout van Oestgheest, oorkondt dat Machtelt Jan Ghijsbrechtsz. weduwe en Jacob Jansz. aan Jutte van Uppel, non te Reynsburch, 8 hond land in Oestgheest verkoopen.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen, des Dinxdaechs na sinte Bertelmees dach.

            Orig. ( inv.nr. 286 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 128 fol. 93, en nr. 130 fol. 22. en 70.

            Reg. no. 598.

          • Reg. nos. 597, 600.

            • 597 1408 Maart 14.

              Aernt van Alkemaed, schout te Oestgheest oorkondt, dat Claes Matte Jansz. aan Jan van Tetroed 7 hond land tussen Callemeer en tsmalle breslacht verkoopt, waarop het klooster van Reynsburch 1 oude schild 's-jaars heeft staan, terwijl de verkooper het weder voor zijn leven inhuurt voor 5 £. 's-jaars.

              Int iaer ons Heren dusent vierhondert ende acht, op den viertiendach in Maert.

              Orig. ( inv.nr. 287.1 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Met Transfix van 1409 November 27.

            • 600 1409 November 27.

              Jan van Tetroede verklaart den doorstoken brief (zie 1408 Maart 14) gekocht te hebben ten behoeve van Gheertruut van Minen.

              Int iaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen, des Woensdaghes na sinte Katherinendach.

              Orig. ( inv.nr. 287 ). Met uithangend zegel in groene was.

          • 603 1410 September 24.

            Philps, heer van Wassenair, burggraaf van Leyden, geeft aan Pieter Leenairtsz. 2½ hond land in de heerlijkheid van Oestgheest, tuschen Leyderweg en Rijn, die deze van hem in leen had, in vrijen eigendom.

            Des Woinsdages XXIIII daghe in Septembri, int jair ons Heeren dusent vierhondert ende tien.

            Orig. ( inv.nr. 288 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Vermoedelijk dezelfde brief als vermeld in inv.nr. 130 fol. 40, waar gesproken wordt van ½ hond.

            Reg. nr. 603.

            Vgl. lijst van ontbrekende stukken no. 8.

          • 604 1410 October 21.

            Florijs Heerman en Pieter Jacop, schepenen te Leyden, oorkonden dat Hughe Gherijtsz. aan Gheertruyt van Minen, non te Reynsburch, 6½ nond land in Oestgheest aan de Vliet heeft verkocht, met vrijwaring voor Hughe van Swieten.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert ende tyen, up den Elfduysent Magheden dach.

            Orig. ( inv.nr. 289 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 92bis, en nr. 130 fol. 29 vs.

            Reg. no. 604.

          • 605 1410 December 8.

            Jan Voet, cureit der kerk van Rijnsburch, oorkondt dat zijn broeder Dirc aan Gheertruut van Minen, vrouwe in het klooster van Riinsburch 1 hond land in Oestgheest verkoopt.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tien, up onser Vrouwen dach Conceptio.

            Orig. ( inv.nr. 290 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 83bis, en nr. 130 fol. 29 vs.

            Reg. no. 605.

          • 611 1411 Ootober 11.

            Aernt van Alkemade, schout te Oestgheest, oorkondt dat Claes Heinricsz. aan Jan van Neyevelt, non te Rijnsburch, verkoopt ½ morgen, 16 gaarden land.

            Int iaer ons Heren dusent vierhondert ende elf, des Sonnendaghes na sinte Victorsdach.

            Orig. ( inv.nr. 291 ). Beschadigd. Het zegel ontbreekt.

            Reg. no. 611.

          • 627 1415 Mei 3.

            Willem Claesz., schout te Rijnaburch, oorkondt dat Willem van Dam aan Dirc Jansz., priester, ½ morgen in Oestgeest in Gheesterwaerd verkoopt, vrij van alle lasten, met verhaal wegens mogelijke schad,e op zijn huis en erf in de Kerksteeg te Rijnsburch.

            Int iaer ons Heren dusent vierhondert ende vijftien, up des heylichs Cruusdach Invencio.

            Orig. ( inv.nr. 292 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 95, en nr. 130 fol. 29 vs.

            Reg. no. 627.

          • 631 1416 Juli 3.

            Jacob Hughenz. van de Noerde verkoopt aan Jan van Nyevelt, non te Reynsbruch, 4 hond 2l½ roeden land in Oestgheest. Op verzoek van zijn neef bezegeld door Jacob van de Noerde Jacobsz.

            Int jaer ons Heeren duysent vierhondert ende zestien, des Vridaghes na onser Vrouwen dach Vicitacio.

            Orig. ( inv.nr. 293 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Reg. no. 631.

          • 644 1419 Februari 7.

            Foytgen Jansz. v Meerburch en Willem Gherijt Janaz'zoon, schepenen in Leyden, oorkonden dat Mr. Jan v Leyden aan Willem Aliden'zoon een kamp land van 8 hond 31½ gaarden, Smeets Camp genaamd, in Oestgheest, heeft verkocht.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert ende neghentien, upten zevenden dach in Februario.

            Orig. ( inv.nr. 294 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

            Copie in inv.nr. 128 fol. 90, en nr. 130 fol. 70 vs.

            Reg. no. 644.

            Vgl. Reg. no. 729.

          • Reg. nos. 654, 656, 657, 658, 660.

            • 654 1421 Juli 22.

              Aernt van Alcmade, schout in Oestgheest, oorkondt dat Lijsbeth van Endegheest aan Willem Harmansz. verkocht heeft een huis en erf aldaar aan de gracht, waarop de abdis van Reynsburch 12 penn. 's-jaars heeft staan.

              Int jair ons Heren duysent vierhondert een ende twintich, op sinte Maria Magdalenen daoh.

              Orig. ( inv.nr. 295.1 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 45.

            • 656 1422 Februari 8.

              Gillis van Cralinge, ridder, baljuw en rentmeester van der Goude, en sebrant van Alkemaede, baljuw te Oistgheest, oorkonden dat Willem van de Dam en Machtelt Jacobsdr. van de Dam aan Gherijd van Heemskerc beloofd hebben de overeenkomst te houden over hun geschil omtrent het huis op den Ouden Vliet en den brief van 32 £. en het notarïël instrument, betreffende het huisraad van wijlen Lijsbet van Endegheest, zoals dit beslist was door de beide baljuwen en Aernt van Alkemade, schout te Oestgheest, en Pieter Florijsz.

              Int jair ons Heren duysent vierhondert ende twientwintich, opten achtenden dach in Februario.

              Orig. ( inv.nr. 295.2 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 26.

            • 657 1422 Maart 20.

              sbrant van der Laen en Pieter van Leyden Dirxz., schepenen in Leyden, oorkonden dat Machtelt Jacopsdr. van de Damme afstand doet ten behoeve van Willem van Dam van alle aanspraak op het huis en erf, dat vroeger aan Lijsbet van Endegheest behoorde, en deze aan Fye Willem Harmansz. verkocht heeft volgens brief van Aernt van Alcmaed, schout in Oestgheest. (zie reg. 660).

              Int jair ons Heren duysent vierhondert twie ende twintich, ts-Vridages na sinte Gheerden dach.

              Orig. ( inv.nr. 295.2 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 27.

            • 658 1422 Mei 7.

              Willaem van Dam verkoopt aan Lijsbet van Broechuuysen een huis en erf in Oestgheest op den Ouden Vliet, dat van Lijsbeth van Endegheest was, met vrijwaring voor schade, zonder de pacht der abdis van Rijnsburch. Op verzoek bezegeld door Jacob van de Noerden, rentmeester van Reynsburch.

              Int jaer ons Heeren duysent vierhondert ende twie ende twintich, op den zevenden dach in Meye.

              Orig. ( inv.nr. 295.4 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 28.

            • 660 1422 November 30.

              Willam Beye en Sander Aelbrechtsz., schepenen in Woerden, oorkonden dat Willam Dircz. Dirc Willam Jonghe zoon's zoon afstand heeft gedaan van alle aanspraken op het huis en erf in Oestgheest, dat van wijlen Lisebet van Innigheest was, en dat hij erkend heeft, dat het zijn zwager Willam van Dam toebehoorde.

              Int jaer dusent vierhondert twe ende twijntich, op sinte Andries dach.

              Orig. ( inv.nr. 295.5 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

          • Reg. no. 683, 684.

            Vgl. Reg. no. 600.

            • 683 1429 Maart 1.

              Jacob van de Noerde, rentmeester van Reynsburch, oorkondt dat Heynrich Symon Heeskenz. aan Steven v Nyevelt, non te Reynsburch, 1 morgen land in Oestgheest aan de Leyerweg verkocht heeft.

              Doe men screef dusent vierhondert neghen ende twintich, op den eersten dach in Maert.

              Orig. ( inv.nr. 296.1 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 99.

            • 684 1429 Maart 15.

              Clemeyns van der Hoirst, abdis van Reynsbruch, oorkondt dat Steven van Nyevelt, non aldaar, 7½ hond land, van Hughe Gherijtsz. van Coutwijc c.s. gekocht en 1 morgen, gekocht van Heynric Symon Heeskenz., aan het klooster geschonken heeft, met nog 40 schell. 's-jaars te Leyden op het huis van Gherijt Beelinx, en 5 £. op andere perceelen, onder verplichting van uitkeering aan liberij en wijnkelder.

              Doe men screef M. IIIIc ende neghen ende twijnchtich, op den vijftienden dach in Maert.

              Orig. ( inv.nr. 296.2 ). Met uithangend zegel in groene was.

          • 697 1434 Augustus 1.

            Jan Vinck, schout in Oestgheest, oorkondt dat Loeff Pietersz. aan Andries Gelijsz. verkocht heeft zijn huis en erf in Oestgheest op den ouden Vliet, dat vroeger van Gherijt van Raephosst was, aan de Scoelsteeg en Heerstraat. Op verzoek mede bezegeld door den verkooper.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende virendertich, op sinte Pieters dach ad Vincula.

            Orig. ( inv.nr. 297 ). Met uithangend zegel in groene was. Dat van de schout is afgevallen.

            Vermeld in inv.nr. 130 fol. 40.

            Reg. no. 697.

          • Reg. no. 680, 704, 731, 743.

            • 680 1428 November 10.

              Clemeyns van der Horst, abdis van Reynsburch, vergunt Baerte en Jan van Langheraech, nonnen in het klooster, om een huis en erf te koopen in de heerlijkheid van Oestgheest op den ouden Vliet ten gebruike van haar moeder, de vrouwe van Langheraech, dat later te harer vrije beschikking komt.

              Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achtentwintich, op sinte Martijns avont in de winter.

              Orig. ( inv.nr. 298.1 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 128 fol. 11.

              In ouden inv. 30 fol. 88 nr. XXXII op 1478.

            • 704 1436 September 12.

              Jacob van der Noerde, rentmeester, en Hughe van der Brugghe, schout van Rijnsburch, oorkonden dat Philps Pietersz. aan Baert van Langeraeck, abdis van Reynsburch, een huis en erf op den ouden Vliet in Oestgeest verkocht heeft, met vrijwaring, uitgezonderd voor 1 £. 's-jaars voor S. Barbaer, en 27 grooten voor het klooster van Rijnsburch.

              Int jair ons Heren duysent vierhondert ende ses ende dertich, des Woensdages na onser Vrouwen dach Nativitas.

              Orig. ( inv.nr. 298.2 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 29.

            • 731 1442 October 15.

              Margriet van Oestende, abdis, en het convent van Reynsburch verkopen aan Beatrijs van Hodenpijl het huis en erf aan de Vliet in Oestgeest, dat de vrouw van Langeraeck bewoond heeft, en dat aan het klooster gekomen was met daarop gevestigde renten voor S. Barberengilde, wijnkelder en hofstedegeld.

              Int jair ons Heeren duysent vierhondert twee ende viertich, upten vijftienden dach in Octobry.

              Orig. ( inv.nr. 298.3 ). Met 2 uithangende zegels in roode en groene was, het tweede geschonden.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 86 bis.

              Met transfix 1448 Maart 1.

            • 743 1448 Maart 1.

              "Beatrijs van Hodenpijl vermaakt aan het klooster van Reynsburch het huis, waarin zij nu woont op den ouden Vliet, met de daarop gevestigde renten, tegen een graf in de kerk van Reynsburch en jaarlijkse memorie, en verplichte uitkeering aan nonnen, papen, ""scoeljouffrouen"" en koster. (Transfix van 1442 October 15). Op verzoek bezegeld door Gerijt Vos, cureit te Reynsburch, en Jan van Zwieten."

              Opten eersten dach van Maerte int jair ons Heren duysent vierhondert achte ende veertich.

              Orig. ( inv.nr. 298 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 86bis.

          • 751 1450 Mei 6.

            Haestgen Hoeyers Hoeyers weduwe verkoopt aan Beatrijs Jan Hugezoonsdr., haar nicht, een huis en erf en de pacht, die er op staat op den ouden Vliet in Oestgheest, naast den kloostermuur van Reynsburch. Op verzoek bezegeld door Jan Vynck.

            Int jaer ons Heren dusent CCCC. ende vijftich, op den sesten dach in Meye.

            Orig. ( inv.nr. 299 ). Het zegel ontbreekt.

            Reg. no. 751.

          • 798 1456 Juli 17.

            Ghijsbrecht van Zwieten en Jan Heerman Florijsz., schepenen in Leyden, oorkonden dat Florijs Jacop Hugenz. aan Huge Spruyt, rentmeester der abdis van Reynsburch, ten behoeve van het klooster verkocht heeft 4 hond 60 roeden land in Oestgeest.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert zes ende vijftich, opten zeventienden dach in Julio.

            Orig. ( inv.nr. 300 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 93bis.

            Vermeld in inv.nr. 130 fol. 39.

            Reg. no. 798.

          • 819 1460 Mei 20.

            Waekel Heerman en Willem Bort, schepenen in Leyden, oorkonden dat Willem Clais Horstsz., priester, aan Katherijn en Margriete, dochters van Bouwen Gherijtsz. van Heemsteden, verkocht heeft de helft van 3 morgen 11 roeden land in Oestgeest.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert ende tsestich, opten twintichsten dach in Meye.

            Orig. ( inv.nr. 301 ). Met uithangend zegel in groene was, het eerste ontbreekt.

            Reg. no. 819.

            Vgl. lijst van ontbrekende stukken no. 103.

          • 822 1461 Maart 18.

            Cornelijs Claisz. van der Mersch, schout van Oesgeest, oorkondt dat Paridaen Janz. en Jan Paridansz. aan Florijs Jansz. een tuin aldaar aan de Moffensteeg, Lijdweg en Vliet verkopen, onder borgstelling van Symon Jan Rechtevoortsz.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert een ende tsestich, den achtienden dach in Maerte.

            Orig. ( inv.nr. 302 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Reg. no. 822.

          • Reg. nos. 861, 862, 873.

            • 861 1471 Januari 23.

              Broeder Peter van Schoeten, commandeur van het convent van St. Johan te Haerlem, verkoopt aan Gerijt van der Spaengen, rentmeestergeneraal van Reynsborch, ten behoeve der abdis Elyzabeth van Matenesse 11 hond land in Oestgeest, gemeen liggende met 21 hond land der abdis. Getuigen hierbij waren Mr. Goessen, pastoor van Reynsborch, en Claes de Visker, provisor van Kermerlant.

              Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende tseventich, den drie ende twintichsten dach van Januario.

              Orig. ( inv.nr. 303.1 ). Met uithangend zegel in rode was.

            • 862 1471 Januari 23.

              Broeder Peter van Scoten, commandeur van het convent van St. Johan te Haerlem, verkoopt aan Gerijt van der Spaengen, rentmeester-generaal van Reynsborch, ten behoeve van de abdis Elyzabeth van Matenesse, 11 hond land in Oestgeest, gemeen met 21 hond land der abdis, voor 120 R. gld.

              Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende tseventich, den drie ende twintichsten dach van Januario.

              Orig. ( inv.nr. 303.2 ). Met uithangend zegel in rode was.

              Vermeld in ouden inv. 30 f. 39 vs. nr. XLVI op 1371.

              Met transfix 1473 Sept. 9.

            • 873 1473 September 9.

              Claes van Schoten, commandeur, Pieter van der Beets, prior, Aernt Willemszoon van Noortich, Symon Janszoon van Gysp, Aernt Aerntszoon van Schoonhoven, Florijs Adriaenszoon, Jacob Claeszoon en meester Jan Willem, conventualen van het Sint Jansklooster te Hairlem en dat kapittel representerende, verklaren goed te keuren den verkoop van elf hond land, gelegen in het ambacht van Oestgheest, door wijlen broeder Pieter van Schoten, vermeld in de brief van 1471 Jan. 23, waardoor deze gestoken is.

              Dit was gedaen opten neghenden dach in September int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende tzeventich.

              Orig. ( inv.nr. 303.3 ). Met de zegels van Claes van Schoten in roode en van het convent in groene was.

          • Reg. nos. 905, 906.

            • 905 1481 Januari 4.

              Gherijt Dirckz. de Man en Clemeyns Dirck de Man's weduwe verkopen aan Wigger Hugenz. een halven tuin in Oostgheest op den ouden Vliet. Op verzoek bezegeld door Gherijt Hoochstraet.

              Ghedaen in de jair ons Heeren dusent vierhondert ende een ende tachtich, op den vierden dach in Januario.

              Orig. ( inv.nr. 304.1 ). met uithangend zegel in groene was.

            • 906 1481 Januari 8.

              Gherijt Dirckz. de Man en Clemeyns Dirck de Man's weduwe verkopen aan Florijs Janz. een halven tuin in Oostgheest op den ouden Vliet. Op verzoek bezegeld door Gherijt Hoochstraet.

              Ghedaen in de jair ons Heeren dusent vierhondert een ende tachtich, op den achtsten dach in Januario.

              Orig. ( inv.nr. 304.2 ). Met uithangend zegel in groene was.

          • 926 1484 Februari 20.

            Dirck Enghebrechtz., schout in Oostgheest, oorkondt dat Dirck Janz. aan Florijs Janz. verkocht heeft een tuin aldaar aan de Valkenburgerweg.

            Ghedaen in jair ons Heeren viertienhondert tachtich ende vier, up den twintichsten dach in die Zelle.

            Orig. ( inv.nr. 305 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Vermeld in ouden inv. 30 fol. 98 vs. nr. XLVI op 1480 Feb. 24

            Reg. no. 926.

          • 1022 1517 Juni 9.

            Jacop Gerijt Copbruynen'zoon verkoopt aan Zeger Willemsz. 3½ morgen land in Oestgeest, 1½ morgen in Reynsburch aan de Vliet. Op verzoek bezegeld door Heynrijck Aernt Touwez. en Claes Boen Florijsz. van Koudenhoven.

            Opten IXen dach in Junio, int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende seventhien.

            Orig. ( inv.nr. 306 ). Met 2 uithangende zegels in groene was. In dorso notitie: Van die werde van Jacop Gerritsz. van Delf.

            Reg. no. 1022.

            Vgl. Reg. no. 1059.

          • Reg. nos. 894, 1044.

            • 894 1477 Juli 3.

              Katrijn, weduwe van Willem van Zaenden, en Mr. Floris, zoon van Willem van Zaenden, mede als voogd van zijn 3 broers en zuster, verkopen aan Katrijn van Santfoort, haar zuster en tante, de helft van een stuk land in Oestgeest. Op verzoek bezegeld door Claes Pietersz.

              Int jaer ons Heren duysent vierhondert zeven ende tzeventich, opten derden dach in Julio.

              Orig. ( inv.nr. 307.1 ). Het zegel ontbreekt.

              Met transfix d.d. 1529 October 15.

            • 1044 1529 October 15.

              Gherijt Hermansz. Ramp, priester, verkoopt aan Jan Nicolaisz. de helft van een stuk land, gemeen met Barbaer, weduwe van Zeger Willems, in de ban van Oestgeest, volgens den brief waardoor deze gestoken is (zie 1477 Juli 3). Op verzoek mede bezegeld door den schout van Oestgeest.

              Int jair ons Heren duysent wijfhondert negen ende twintich, up sinte Gallen avent in Octobri.

              Orig. ( inv.nr. 307.2 ). Met handtekening van G. Ramp. De 2 zegels ontbreken.

          • 1054 1533 Januari 18.

            Adriana van Botlant, abdis van Reynsburch, geeft aan deken en gildemeester van St. Barbarengilde 2 hond land in Oestgheest in erfhuur voor 2 ¼ gouden Car. gl., op advies van de rentmeester-generaal, pastoor en kerkmeesters.

            Int jaer ons Heren vijftienhondert drie ende dertich, upten achtiensten dach in Januario.

            Orig. ( inv.nr. 308 ). Het zegel ontbreekt.

            Reg. no. 1054.

          • Reg. nos. 1059, 1128.

            Vgl. Reg. nos. 1022, 1136.

            • 1059 1534 October 10.

              Adriana van Botlandt, abdis, Elysabet van Aemstel, priorin, en senioren en convent van Reynsburch, en Zeger Huygenz., poorter van Leij den, ruilen omtrent 3½ morgen teel- en weiland in Oestgheest op de Morsch bij de schouw, die voortaan van het klooster zijn zullen, tegen 3 morgen min een hond weiland in Voerschoten, die aan Zeger zullen behooren.

              Upten tienden dach in Octobri int jaer ons Heeren vijftienhondert vier ende dertich.

              Orig. ( inv.nr. 309.1 ). Met 2 uithangende zegels in roode en groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 78.

            • 1128 1547 December 31.

              Jan van Endegheest, schout in Oestgeest, oorkondt dat Huych Zeegersz., pastoor van Leyden, erkent in eeuwigen erfpacht ontvangen te hebben van de abdis van Roynsburch 2 stukken land, samen 3½ hond, gelegen tussen den Rijn en den Morachdijk voor 5 Car. gl. 's-jaars, onder verband van 3 morgen land met een steenoven en huis, mede aldaar gelegen.

              Upten eenen dartichsten dach in December, anno duysent vijfhondert zeven ende veertich.

              Orig. ( inv.nr. 309.2 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 145.

          • Reg. no. 1068.

          • 1094 1539 November 10.

            Deken en kapittel van St. Pancraescollege te Leyden verkopen aan Mr. Willem van Alcmade, ridder, ten behoeve van het convent van Reynsburgh 2 hond land in de ban van Oestgeest aan de Lijtweg naar Valkenburgh.

            in de jare vijfthienhondert negen ende dartich, upten thienden dach van Novembri.

            Orig. ( inv.nr. 311 ). Met uithangend kapittelzegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 55 vs.

            Reg. no. 1094.

        • Vgl. Reg. nos. 207, 208, 227, 1022, 1098.

          • Reg. nos. 6, 7.

            • 6 1205.

              Ada, markgravin van Brandebrug, verkoopt met instemming van haar broeders graaf Willem en Florentius, van haar moeder, gravin Ada, en van haar nicht Ada, twee hoeven in Pole aan de kerk van S. Marie in Rinesburg.

              Hec vandicic facta est anno ..MCCV.

              Orig. ( inv.nr. 314 ). Ongeschonden zegel in bruine was les erbij.

              Copie in inv.nr. 127 fol. 6 vs.

              Gedrukt Van Mieris I p. 146, Kluit II1 p. 285, van de Bergh I nr. 202.

              Gedrukt: Koch, OHZ, dl. I, p. 453-454, nr. 273

            • 7 1205.

              Willelmus, graaf van Holland, staat toe en bevestigt den verkoop van twee hoeven in Pole aan de kerk van S. Marie in Rinesburg door zijn zuster Ada, markgravin van Brandeburg. Mede bezegeld door zijn moeder Ada & zijn broeder Florentius (poost ten Dom te Utrecht).

              Hec concessio et confirmatio facta est anno ...MCCV.

              Orig. ( inv.nr. 314.2 ). Met 3 uithangende zegels in bruine was.

              Gedrukt Kluit II1 p. 286, van de Bergh I nr. 203.

              Gedrukt: Koch, OHZ, dl. I, p. 454-455, nr. 274

          • 15 1223 Juli 23.

            Florentius, graaf van Holland, vergunt aan heer Willelmus van Egghemunde om van zijn leengoederen in Poel een gedeelte te geven aan de kerk van Egmunde, en aan de kerk van Rinsburg, vrij van lasten, voor de zielerust van zijn broeder Walterus.

            Actum anno ..M.CC XXIII. in Crastino Magdalene.

            Orig. ( inv.nr. 315 ). Geschonden ridderzegel in bruine was

            Copie in inv.nr. 127 fol. 5 vs.

            Gedrukt Van Mieris I p. 188, Kluit II1 p. 445, van de Bergh I nr. 283.

            Gedrukt: Kruisheer, OHZ, dl. II, p. 25, nr. 434.

            Reg. no. 15.

          • Reg. nos. 3, 376, 545.

            • 3 1199.

              Theodericus, graaf van Holland, en gravin Aleidis bevestigen de giften, die Petronilla, gravin van Holland, en haar zoon Theodericus aan de kerk van S. Marie in Rinsburch verleend hebben, nl. het dorp Rinsburch, 9½ akker in Nortghe, 6 hoeven in Lede en 3 in Delf en het land van Alsmer met de tienden. Het land van Alsmar echter ruilt de graaf met 250 gemeten in Walacria.

              Acta sunt hec anno millesimo centesimo nonagesimo nono, regnante Heynrico Romanorum imperatore. (1).

              Orig. ( inv.nr. 316.1 ). Met uithangend ridderzegel in bruine was.

              Opgenomen in vidimus dd. 1307 Juli 31 (reg.nr. 110). 1368 Jan. 11 en 1395 Juni 9, ( inv.nr. 316.3 ) en 1440 April 5 ( inv.nr. 22 ).

              Copie van (14)60 Juli en (14)64 Aug. 7, gewaarmerkt door Gerrit van Assendelft en Cruesino in inv.nr. 316 .

              Copie in inv.nr. 130 fol. 1. vs..

              Gedrukt van Mieris I p. 134, Kluit II1 p. 227. van de Bergh I nr. 180.

              Gedrukt: Koch, OHZ, dl. I, p. 398-401, nr. 238

              (1) N.B. 1197 Sept. 28.

            • 376 1368 Januari 11.

              Volpaerdus, deken van St. Pancras te Leiden, vidimeert den brief van Theodericus, graaf van Holland, van 1199.

              Datum anno Domini M.CCC. sexagesimo octavo feria tercia post Epiphaniam Domini.

              Orig. ( inv.nr. 316.2 ). Zegel geschonden.