Archief
Titel
3.01.05 Inventaris van de archieven van Gecommitteerde Raden der Staten van Holland en West-Friesland, 1621-1795
Auteur
W.E. Meiboom, F.J.M. OttenVersie
20-05-2021
Copyright
Nationaal Archief, Den Haag
1994 cc0Beschrijving van het archief
Naam archiefblok
Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland en Westfriesland Staten van Holland / Gecommitteerde Raden
Periodisering
oudste stuk - jongste stuk: 1621-1795
Archiefbloknummer
3516Omvang
; 1297 inventarisnummer(s) 133,00 meterTaal van het archiefmateriaal
Het merendeel der stukken is in het Nederlands Archiefdienst
Nationaal ArchiefLocatie
Den HaagArchiefvormers
Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland en West-Friesland Gecommitteerde Raden van het Zuiderkwartier, (1434)Samenvatting van de inhoud van het archief
In de beginjaren van de Opstand kozen de Staten van Holland uit hun midden Gecommitteerden voor taken op het terrein van bestuur, financiën en landsverdediging te land en ter zee. In het Noorderkwartier van Holland (grofweg Holland boven het Y) fungeerde een afzonderlijk college van Gecommitteerde Raden in West-Friesland en het Noorderkwartier. Gecommitteerde Raden moesten de besluiten van de Staten (doen) uitvoeren, toezicht houden op de Rekenkamer en op de gemenelandsambtenaren en zorg dragen voor de financiën in het algemeen.
Het archief bevat onder meer registers met resoluties, ingekomen missiven, akten, appointementen (beschikkingen op verzoekschriften), stukken betreffende ambten, domeinzaken, de gemene middelen (belastingen) en verpondingen, naast documenten over financiële-, juridische- en kerkelijke aangelegenheden, militaire zaken en waterstaatszaken.Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
1. Organisatie
Na de eerste vrije Statenvergadering van 19 juli 1572 te Dordrecht gingen de Staten van Holland fungeren als hoogste bestuurscollege in het gewest Holland. In de jaren daarna benoemden de Staten uit hun midden verschillende gedeputeerden voor taken op het terrein van bestuur, financiën, admiraliteit, militaire en juridische zaken.
In het Noorderkwartier van Holland, globaal het gebied ten noorden van het IJ, dat als gevolg van de oorlogssituatie in 1573 van de rest van Holland was afgesneden, fungeerde vanaf 1574 een apart college van Gecommitteerde Raden (GR). In dit te Hoorn gevestigde college had elk van de zeven steden van het Noorderkwartier een vertegenwoordiger.
Over het aanvangsjaar van het college van GR in het Zuiderkwartier lopen de meningen uiteen. ( J.W. Koopmans, De Staten van Holland en de Opstand. De ontwikkeling van hun functies in de periode 1544-1588 ('s-Gravenhage 1990) gaat uitgebreid in op deze problematiek, met name op pp. 186-198. ) Feit is, dat de resoluties begin 1582 een aanvang nemen. Pogingen de colleges in de beide kwartieren samen te voegen zijn afgestuit op het streven naar zelfstandigheid van het Noorderkwartier. Het ambtsgebied van GR van het Zuiderkwartier strekte zich uit over het zuidelijk gedeelte van de huidige provincie Noord-Holland, over geheel Zuid-Holland en over "Hollands Brabant", een strook gebied in het noord-westen van Noord-Brabant. Boven het IJ ressorteerden Beverwijk, Wijk aan Zee, Heemskerk en de Zaanstreek onder de competentie van GR van het ZK, al vielen de Zaanse bannen op bepaalde terreinen (o.a. de waterstaat) onder een gecombineerd bestuur. Volgens de instructie van 1590 bestond het in Den Haag zetelende college van het Zuiderkwartier uit negen leden, één namens de Ridderschap en acht voor de steden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam, Gouda, Rotterdam en Gorinchem. Zij hadden aanvankelijk voor een jaar zitting, vanaf 1604 voor drie jaar. In 1616 kwam er een tiende lid bij: de steden Schiedam, Schoonhoven en Brielle kregen het recht beurtelings voor twee jaar dit lid aan te wijzen. Onder voorzitterschap van het lid van de Ridderschap vergaderden GR dagelijks (behalve op zon- en feestdagen) in een vertrek dat recht onder de vergaderzaal van de Staten van Holland was gelegen. Elk jaar vond in de maand mei de verdeling van de werkzaamheden plaats in vaste commissies van (als regel) twee leden. Ook waren er verschillende zogenaamde "buiten-commissies" zoals de afvaardiging naar de Staten-Generaal, het zitting nemen in colleges als de Rekenkamer, de Admiraliteiten e.d. ( De paragrafen Organisatie en Taken berusten vnl. op: A.J.C.M. Gabriëls, "De Edel Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland en Westvriesland", 1747-1795. Aspecten van een buitencommissie op gewestelijk niveau. In: Tijdschrift voor Geschiedenis 94 (1981) 527-564. Vgl. ook: Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, deel IV (Amsterdam 1742) p. 163-184. ) In 1623 en 1670 zijn de instructies voor GR herzien. Omdat de bestuurlijke scheiding tussen Noorder- en Zuiderkwartier vooral op het terrein van de financiën inefficiënt was, werd in 1751 in de herziene instructie voor GR bepaald, dat vertegenwoordigers uit beide colleges regelmatig in Den Haag zouden overleggen in het bijzonder over financiële zaken. Ook zouden de resoluties wederzijds worden uitgewisseld. Er zou door beide colleges zodanig moeten worden samengewerkt, dat "deselve in effecte niet anders als een Collegie sullen zyn in twee departementen besoigneerende". De instructie van 1751 bleef tot 1795 van kracht.
In 1795, na de inval van de Franse troepen, werden de Staten van Holland vervangen door de Provisionele Representanten van het Volk van Holland, die vervolgens ook de beide colleges van GR ophieven en vervingen door een drietal Comités, namelijk die van Algemeen Welzijn, Militaire Zaken en Financiën.
2. Taken
Gabriëls (vgl. noot 2) onderscheidt een viertal hoofdtaken:
1. Het dagelijks bestuur:
Omdat de Staten zelf als regel slechts vier maal per jaar bijeen kwamen (later wat vaker), traden GR in de tussenliggende periode op namens de Staten. Zij voerden de besluiten van de Staten uit en mochten in zaken van minder belang bij afwezigheid van de Staten zelf beslissingen nemen. Samen met de Raadpensionaris stelden zij de beschrijvingsbrief met de agendapunten voor de vergadering van de Staten vast.
2. Opperbestuur over de financiën:
Dit was het meest omvangrijke deel van de taak. GR moesten overzichten opstellen van de inkomsten en uitgaven van het Zuiderkwartier en daarover rapporteren aan de Staten. Ook waren zij verantwoordelijk voor het beheer van de gelden en het doen van betalingen. Zij hadden het toezicht op de Ontvanger-generaal, ontvangers, collecteurs en gaarders van 's lands middelen. Voor de eigenlijke boekhouding beschikten GR over het kantoor van de Financie van Holland, dat na de opheffing in 1728 van de Rekenkamer der Domeinen namens GR ook het domeinbeheer verzorgde. Na de afschaffing van het stelsel van verpachting van veel gemenelandsmiddelen in 1748 en de toewijzing van de invordering aan bezoldigde gaarders, werd in 1750 een kantoor voor de Collectieve middelen in het Zuiderkwartier opgericht, dat eveneens direct onder GR ressorteerde. ( Archief Financie van Holland 1575-1806, toegang 3.01.29; archief Kantoor van de Collectieve Middelen in het Zuiderkwartier 1751-1806, toegang 3.01.41. ) 3. Militaire zaken:
GR hadden, samen met de stadhouder, het toezicht op de fortificaties in het Zuiderkwartier, die jaarlijks door een commissie uit GR werden geïnspecteerd. ( Archief Contrarolleur-generaal van 's lands werken en fortificatiën van Holland 1630-1806, toegang 3.01.43. ) Zij waren verantwoordelijk voor de monstering en uitrusting van de troepen die 'ter repartitie" van het Zuiderkwartier stonden, maar veelal buiten Holland gelegerd waren. Ook hadden GR de zorg voor de bevoorrading en het beheer van de wapenarsenalen. 4. Juridische zaken:
Het belangrijkste taakonderdeel was hier de rechtspraak in belastingzaken, namelijk in fraudezaken en in geschillen in belastingkwesties in het criminele en hogere civiele ressort. Voor het lagere civiele ressort wezen GR schepen-commissarissen aan voor de steden en de daaronder vallende plattelandsdistricten. ( S.J. Fockema Andreae, De Nederlandse Staat onder de Republiek (Amsterdam 1969) p. 139. ) Daarnaast spraken GR recht bij zaken van valsemunterij en hadden zij bemoeienis met de militaire jurisdictie over soldaten die ter repartitie van het gewest Holland stonden. Naast deze hoofdtaken hadden GR onder meer bemoeienis met de waterstaat (zeeweringen, havenwerken, rivierverbetering, dijk- en polderzaken), kerkelijke zaken en de aanstelling van een aantal plaatselijke functionarissen. ( Een goed overzicht van de onderwerpen waarmee GR bemoeienis hadden geven de alfabetische hoofdenlijsten voorin de zgn. generale indices-Cassa (archief GR inv. nrs. 3291-3296). )Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend
Inhoud en structuur van het archief
Verantwoording van de bewerking
In deze voorlopige inventaris zijn opgenomen:
1. De inv. nrs. 3000-4096 uit de oude inventaris van de Staten van Holland, vervaardigd in 1880 en overgetypt in 1957, en
2. De inv. nrs. van afdeling II uit de inventaris van de "Aanvulling op de archieven van de Staten van Holland en Gecommitteerde Raden..", in 1985 vervaardigd door R. Kramer en W.E. Meiboom; het betreft hier de inv. nrs. 6153 en hoger.
Uit het gedeelte onder 1 (nrs. 3000-4096) zijn in het verleden stukken verwijderd en overgebracht naar andere archieven, zoals dat van de Contrarolleur der fortificaties. Dit is echter niet consequent gebeurd: zo zijn nogal wat stukken van na 1795 in het archief blijven zitten. ( Zie de inventaris van de archieven van de Gewestelijke Besturen 1795-1807 (toegang 3.02.01) deel I blz. 39: t.a.v. registers aangelegd door de Staten van Holland c.q. Gecommitteerde Raden die doorlopen tot na 1795 is besloten deze in het archief van de Staten te laten berusten. Het archief GR bevat echter ook inv. nrs. die in hun geheel van na 1795 dateren en dus t.z.t. daarvan dienen te worden afgesplitst. ) Binnen het kader van deze voorlopige inventaris is ervan afgezien deze stukken alsnog af te splitsen. Er is gestreefd naar een indeling in rubrieken zo veel mogelijk conform de rubricering in de in 1991 gereed gekomen inventaris van het archiefdeel Staten van Holland door W.E. Meiboom. Binnen de rubrieken is in deze voorlopige inventaris niet consequent gestreefd naar een chronologische ordening, omdat bepaalde dateringen in de oude inventaris (1957) te globaal zijn. Binnen een rubriek komen eerst de nrs. uit de oude inventaris SvH (3000-4096), dan de nrs. uit de Aanvulling (6153 e.v.).
De beschrijvingen van de nrs. 3000-4096, die archivistisch gezien veel te wensen over lieten, zijn slechts in een aantal gevallen gewijzigd. ( De stukken in de rubrieken Ambten Kerkelijke aangelegenheden, Militaire aangelegenheden, Neringen en bedrijven en Waterstaatsaangelegenheden (inv. nrs. 3799-3981 en 4030-4057) zijn in de jaren 1980 opnieuw beschreven door R. Kramer. Deze gedetailleerde beschrijvingen zijn in deze voorlopige inventaris niet overgenomen (al is wel informatie daaruit benut). Onderzoekers kunnen desgewenst deze beschrijvingen raadplegen. ) Wel zijn nu alle series gespecificeerd per inventarisnummer. De beschrijvingen van de Aanvulling (6153 e.v.) zijn vrijwel ongewijzigd overgenomen: ze zijn gedetailleerder dan die van de nrs. 3000-4096. Wat de nummering betreft, is de oude nummering van de inventaris uit 1880/1957 gehandhaafd. Latere aanvullingen en specificaties kregen vaak een bestaand inv. nr. aangevuld met een letter. Bepaalde nrs. uit de reeks 3000-4096 zijn overigens vervallen, omdat de stukken zijn verplaatst naar andere archieven: in de concordans achter de inventaris is de nieuwe bestemming aangegeven.
De nummering van de Aanvulling is eveneens ongewijzigd gebleven; een overzicht van de herkomst van deze stukken (nrs. 6153 en hoger) is opgenomen in de inventaris van het archief Staten van Holland uit 1991 (toegang: 3.01.04.01), bijlage 5 op blz 199 e.v.
Ordening van het archief
- Het is aan te bevelen bij onderzoek eerst de resoluties van de Staten van Holland en de indices daarop te raadplegen, omdat de resoluties van GR tot 1621 zijn ingeschreven in de resolutieregisters van de Staten, en veel zaken beginnen met een besluit van de Staten en vervolgens worden overgenomen door GR.
- De gedrukte indices (archief Staten inv. nrs. 281-298) bevatten voorin per deel een "tafel der respecten", een alfabetische trefwoordenlijst; daarna volgt de eigenlijke index, waarin bij elke zaak een korte samenvatting wordt gegeven van de resolutie(s) en verwezen naar de datum (data) van de resolutie(s).
- De gedrukte resoluties (archief Staten inv. nrs. 1-280) geven informatie, of een zaak wordt overgedragen aan GR en of GR op een later tijdstip daarover hebben geadviseerd of gerapporteerd.
- Binnen het archief GR vormen de resoluties (inv. nrs. 3000-3074) en de indices daarop (ten dele opgenomen in de resolutieregisters, voorts de inv. nrs. 3297-3342) de eerste ingang. De indices GR zijn kwalitatief minder en ook minder gedetailleerd dan de indices van de Staten. Achteraf heeft J.S. Cassa zes delen indices over de periode 1624-1755 samengesteld (inv. nrs. 3191-3296).
- Ook hier geven de resoluties aanwijzingen, of er sprake is van een ingekomen of een uitgaand stuk, waardoor een aanknopingspunt wordt gegeven voor onderzoek in de chronologisch geordende series ingekomen stukken en bijlagen tot de resoluties (inv. nrs. 3410-3797) dan wel de uitgaande stukken (archief Staten, inv. nrs. 1384-1483).
- Veel ingekomen stukken zijn buiten de series gehouden: ze zijn beschreven in de rubrieken van de afdeling Bijzonder. Ook kan het zijn, dat een zaak is overgenomen door de Raadpensionaris: daartoe raadplege men de inventarissen van de archieven van de raadpensionarissen.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Op de stukken betreffende ambten (inventarisnummers 4046-4050) is een
digitale index op plaatsnaam beschikbaar (oud nr. 3.01.05.01).Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
- Creëer een account of log in.
- Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
- Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland en Westfriesland, nummer toegang 3.01.05, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Staten van Holland / Gecommitteerde Raden, 3.01.05, inv.nr. ...
Verwant materiaal
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar
De inv.nrs. 3291-3296 en 3304-3342 zijn verfilmd. De originele stukken kunnen niet meer worden aangevraagd.
Afgescheiden archiefmateriaal
Het archief van de gecommitteerde raden van het Noorderkwartier berust in het Rijksarchief in Noord-Holland.
Staten van Holland en West-Friesland, 1572-1795, toegang 3.01.04.01
Staten van Holland en West-Friesland en van Gecommitteerde Raden in het Zuiderkwartier en op daarmee samenhangende archieven, 1572-1795, toegang 3.01.04.02
Archief Financie van Holland 1575-1806, toegang 3.01.29.
Archief Kantoor van de Collectieve Middelen in het Zuiderkwartier 1751-1806, toegang 3.01.41.
Archief Contrarolleur-generaal van 's lands werken en fortificatiën van Holland 1630-1806, toegang 3.01.43.
Gecommitteerde Raden: Index op plaatsnamen met betrekking tot het Ambtgeld, 1621-1795, toegang 3.01.05.01.