Publicaties die niet in een categorie kunnen worden ingedeeld omdat verschillende indelingscriteria tegelijkertijd ter sprake komen.
Verzameling artikelen over diverse maatschappelijke en kerkelijke onderwerpen, met vredesvoorstellen, 1893-1912
Internationale verwikkelingen naar aanleiding van een gebleken voornemen van koning Willem III het grootherogdom Luxemburg, dat in personele unie met Nederland was verbonden, aan Frankrijk te verkopen, leidde tot een interventie van de Tweede Kamer. Ofschoon de ‘Luxemburgse kwestie’ in beginsel een zuiver dynastieke aangelegenheid was, achtte de kamer toch het ministerie van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk en keurde het de begroting af. Het ministerie Van Zuylen-Heemkskerk ging hierna – voor de tweede maal in zijn kabinetsperiode – over tot Kamerontbinding. De kamer kwam na de verkiezingen nagenoeg in dezelfde samenstelling terug en bracht het kabinet met een motie “de ontbinding was geen landsbelang” het kabinet opnieuw ten val en won hiermee definitief een constitutioneel conflict.
Betreft kritiek op het taalgebruik en verwijst naar een Kamerontbinding.
Verantwoordt zijn niet-candidaatstelling na de uiteindelijke val van het kabinet Van Zuylen-van Nyevelt.
De grondwet van 1887 bevatte een ‘caoutchoucartikel” waarbij de nadere toelating van categoriën kiezers op “kenmerken van maatschappelijke geschiktheid en welstand” bij wet werden geregeld. Dit leidde tot verschillende wetsontwerpen en zelfs tot Kamerontbinding na een ‘destructief amendement’ van W. de Meijier op de kieswet Tak-van Poortvliet in 1894. De discussies die er toen volgden leidden tot breuken in de twee kampen waarin de kamer toen verdeeld was: er ontstonden afzonderlijke liberale partijen en naast de Antirevolutionairen kwam er de Christelijk Historische Unie. In 1896 werd door het ministerie Röell-van Houten het kiesstelsel zodanig geregeld.dat aan de helft van de mannelijke bevolking stemrecht werd verleend. Intussen werd -o.m. vanuit de opkomende sociaaldemocratie – geageerd voor algemeen kiesrecht.
Met latere handgeschreven aanvullingen over 1894.
Van Outhoorn is anarchist.
Het boekwerk ligt uit de band.
Bertreft de kieswet van het ministerie Tienhoven-Tak van Poortvliet.
Voor kiesrechtkwesties zie hoofdstuk B.1.3
Met aanvullingen, februari
Reeks Staat- und völkerrechtliche Abhandlungen, Band 1, Heft 3.
Pleidooi voor vaste rechtsbeginselen als leidraad voor een constitutioneel stelsel.
Onderwerp van discussie was de financiële vergoeding van Kamerleden in het kader van de grondwetsherziening.
Verzoek om invoering van vrouwenkiesrecht.
Speciaal nummer met kritiek op het parlementaire stelsel als schadelijk voor de nationale waakzaamheid.
Onder dit hoofdstuk zijn cesuren ingebracht waarbij de jaartallen van de gerondwetsherzieningen van 1887 en 1918 als scheidslijn dienen. De jaren daartussen worden gekenmerkt door een voor die tijd karakteristieke politieke tegenstelling, de “antithese” tussen ‘Christenen’ (de Coalitie, ‘rechts’) en ‘paganisten’ (de Concentratie, ‘links’), die de schoolstrijd ten grondslag heeft met als inzet de rechten van ‘bijzondere scholen’ op gelijke steun van de overheid als het openbaar onderwijs Voor de schoolstrijd zelf zie hoofdstuk E.8.3.
Oproep aan kiesgerechtigden om voortaan vooral te gaan stemmen.
Hiervan zijn twee exemplaren aanwezig in slechte staat.
Met de Coalitie wordt bedoeld de onder invloed van Abraham Kuyper gevormde samenwerking tussen de “Christelijke” politieke partijen Antirevolutionaire Partij, het Verbond van Rooms-Katholieke Kiesvereenigingen en de Christelijk Historische Unie. Samen vormen zij de rechtervleugel.
Sociaaldemocratische satire op de AR-partij van Abraham Kuiper en de formatie van het kabinet Heemkerk jr. Den ander = Albert Hahn(?)
Betreft minister-president Th. Heemskerk.
Anarchistisch commentaar op het aan de macht komen van het kabinet-Kuyper.
Met de Concentratie wordt bedoeld het wat lossere samenwerkingsverband van de door Kuyper als “paganisten” bestempelde politieke partijen: liberalen en de opkomende sociaal-democratie. De liberalen waren onderling weer verdeeld over de vraag in hoeverre de burgers kiesgerechtigd waren en in hoeverre de economie een ‘zaak van regering’ diende te zijn. Samen vormen zij de linkervleugel. In de jaren 1889-1901 domineerden de liberalen, maar na het optreden van de kabinetten-Kuyper en Heemskerk jr. kozen zij voor een sterker samenwerkingsverband in de verkiezingsstrijd. In 1913 werd zelfs de sociaal-democratie bij een regeringsformatie betrokken, war mislukte.
Uitgave van de Vrijzinnige Propaganda-Club.
Uitgave van een bloemlezing van stukken uit het Algemeen Handelsblad.
Betreft het kabinet J. Heemskerk Azn.
Betreft oprichting van een Vrijzinnige Partij.
Met vlugschrift ‘Waarom vrij liberaal’ als overdruk uit De fakkel.
Betreft de overgang van Joëls naar de Vrijzinnig Democratische Bond.
Betreft een openbare vergadering in Amsterdam naar aanleiding van de Kamerontbinding, uitgeschreven door Mozes Salvador.
Anoniem gepubliceerd.
Betreft het doorlaten van Griekse torpedojagers via de Schelde naar Antwerpen tijdens oorlogsdreiging met Turkije.
Stuk ingebracht in de internationale conferentie te Parijs.
Omslagband ontbreekt.
Voor commentaren na 1907 zie de commentaren op beide vredesconferenties in verband met de Tweede Vredesconferentie van 1907, hoofdstuk C.1.3.3.