De oorlog wordt gevoerd door de volgende partijen: De Entente, oorspronkelijk voortgekomen uit een bondgenootschap tussen Rusland en Frankrijk en de Centralen, een bondgenootschap tussen Duitsland en de “Dubbelmonarchie” Oostenrijk-Hongarije. De oorlog begon met een aanval van Oostenrijk op de zelfstandige staat Servië na een aanslag op de kroonprins in Serajewo, de hoofdstad van Bosnië, dat toen onder Oostenrijk viel. Rusland verklaarde als bondgenoot van Servië Oostenrijk-Hongarije, en daarmee ook Duitsland de oorlog. Daardoor was ook Frankrijk bij de oorlog betrokken. Duitsland viel daarom Frankrijk aan - maar via het neutrale België, dat daardoor ongewild partij werd. Uit protest tegen deze neutraliteitsschending sloot het Verenigd Koninkrijk zich toen bij de Entente aan. Doordat Frankrijk, Duitsland en Engeland koloniale mogendheden waren met een ‘gemenebest’ waren ook elders in de wereld gebieden bij deze oorlog betrokken. Italië, dat zelf belangen had bij een overwinning op Oostenrijk – het wilde en kreeg uiteindelijk ook Zuid-Tirol en Triëst – sloot zich bij de Entente aan. Het Ottomaanse Rijk meende te winnen bij verzwakking van Rusland en sloot zich bij de Centralen aan. De Verenigde Staten bleven neutraal totdat in 1917 een Amerikaans schip door Duitse onderzeeboten werd getorpedeerd; vanaf dat moment is er ook sprake van “Geallieerden”. In mei 1918 sloot Rusland – intussen een ‘anti-imperialistische’ Unie van Socialistische Republieken van Arbeidersraden USSR - vrede met de Centralen. De oorlog leidde tot het uiteenvallen van het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije en de zelfstandigheid van de Donaulanden en Polen en van het Ottomaanse rijk met als gevolg de opkomst van Saoedi-Arabië en een protectoraat van Engeland en Frankrijk over diverse gebieden in het Middeon-Oosten.
Beide boeken zijn uitgegeven door Librairie Payot & Co.
Spotprenten over de oorlogsmaatregelen tegen neutralen.
Prospectus van het boek.
Voorwoord van J.B. du Buy.
Bevat spotprenten en andere propaganda tegen Engeland
Muurkrant.
Bulletin ter aanbeveling van de staat Zwitserland voor de Nobelprijs van de Vrede.
Uitgaven van het comité “De Europeesche statenbond”, nr. 2.
Uitgave van het comité ‘De Europeesche statenbond”.
Bevat: Nr. 10: C.A. de Jong van Beek en Donk-Kluyver, ‘Punt 3. De Volkerenbond’. Nr. 11: H.Ch.G.J. van der Mandere, ‘Punt 4. Vermindering der bewapening en vrijheid der zee.’ Nr. 12: H.J. de Lange, ‘Punt 5: Het buitenlandsch beleid en de volksvertegenwoordiging'.
Alle brochures zijn in tweevoud aanwezig.
Bevat: II: Ueber Friedensmöglichkeiten : eine Umfrage des "Nederlandsche Anti-oorlog Raad" bei holländischen Früheren Ministern und anderen hervorragenden Persönlichkeiten dieses Landes, herausgegeben von der Neutralen Konferenz. Stockholm 1916. IIb: Approaches of peace : interviews of Dutch former ministers and other prominent men, asked for by the "Anti-Oorlogs-Raad", published by the Neutral Conference. Stockholm 1916.
N..B. Uitgave van de Organissation centrale pour une paix durable.
Bevat: No. 2: W. Paszkowski, ‘German international progress in 1913’. 1914. No. 3: H.W. Mabie, ‘Education exchange with Japan, a report to the trustees of the endowment om observations made in Japan in 1912-1913’. 1914. No. 14: ‘South American opinions of the war: 1: C.S. Vildósola, Chile and the war, N.F. López, The attidure of Equador’. 1917.
Vertaling van Citizens of the World uit september 1914, door de Broederschap der Wereldburgers uit Schotland.
Uitgegeven door de Britisch evangelical information committee.
Gore is anglicaans bisschop van Oxford.
Brochure no. 6 van deAnti-oorlog-beweging
Inaugurele rede als privaatdocent aan de Universiteit van Amsterdam op 27 april 1931.
Ontstaan na fusie met Die Versöhnung.
V.N.-gedachte = Vlaams-Nederlandse of Groot-Nederlandse gedachte.
Betreft het conflict tussen China en Japan inzake Mantsjoerije [Manchukwo]
De titelbladen zijn door vocht of vraat grotendeels verloren gegaan.
Deze boekerij is mede verzameld in verband met de Academie van internationaal recht in Den Haag, waar W.H. de Beaufort Curator was.
Bevat: Rapport nr. 1: Otlet, P., ‘L’organisation internationale et les Associations internationales’. Rapport nr. 2: Fried, A.A., ‘La science de l’internationalisme’. Rapport nr. 3: La Fontaine, H., ‘La documentation et l’internationalisme’. Rapport nr. 5, [deel 1] ‘Conclusions sur la 1e question: l’organisation internationale; la cooperation entre les associations internationals et la coordination de leurs efforts.’ Rapport nr. 5, deel 2 ‘Conclusions sur la 2e question: régime juridique des Associations internationales’. Rapport nr. 6, ‘Exposition-Musée des Association et conrès internationauix, guide descriptif.’
Ontleend aan een voordracht in 1917, gehouden in de "Norigs Ungdomslag"
Kritiek op het begrip oorlogsrecht.
met convocaten.
Referaat voor de Nederlandse afdeling van de Interparlementaire Vereeniging op 30 januari 1907.
Betreft perspublicaties over zijn faillissmentsproces als bankier na een vordering van de fa. wed. B.W. Starkenborg van Straten.
Het genootschap is een vereniging van afgestudeerde juristen, die experimenteert met procesrecht.
Het genootschap verricht een zekere vorm van arbitrage, waartegen beroep mogelijk is.
Met geleideadres aan de Tweede Kamer.
Harreborne was secretaris van de examencommissie.
Handboek ter voorlichting van de politie over actuele wetten en regels.
Tallack hield een referaat als secretaris van de Howard Association.
Voor bestrijding van kinderarbeid zie hoofdstuk J.8.3: arbeidsvoorwaarden
Betreft een kinderhuis aldaar.
Uitgebracht ter inlichting van de Volksbond, vereeniging tegen drankmisbruik.
Ingediend in het internationaal congres voor kinderbescherming.
Tijdschrift van de Rekkense inrichtingen, bevat het jaarverslag over de voorafgaande jaren, met geleidebrief als verzoek om steun
Referaat voor de algemene vergadering van de Schweizerische Vereinigung fúr Kinder- und Frauenschütz.
Met verzoek aan de lezer om ondersteuning van de wederopbouw van protestantse kerken.
De brochure is in tweevoud aanwezig
N.B: Met een manuscript van Sluijter over de Hollandse vissers in Lerwick tijdens de Eerste Wereldoorlog.