Terug naar zoekresultaten

2.21.468 Inventaris van het archief van R. van Gijzel [levensjaren 1954- ] met betrekking tot de Bijlmerramp, als Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid, (1981) 1992-2000 (2022)

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.468
Inventaris van het archief van R. van Gijzel [levensjaren 1954- ] met betrekking tot de Bijlmerramp, als Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid, (1981) 1992-2000 (2022)

Auteur

J. Grupstra

Versie

09-02-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2022 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Rob van Gijzel - Bijlmerramparchief R. van Gijzel
Van Gijzel

Periodisering

archiefvorming: merendeel 1992-2000
oudste stuk - jongste stuk: 1981-2022

Archiefbloknummer

C124

Omvang

; 81 inventarisnummer(s) 2,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het. Enkele stukken zijn in heten het.
Nederlands
Engels
Hebreeuws

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief, Den Haag

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Rob van Gijzel

Samenvatting van de inhoud van het archief

Rob van Gijzel (1954) was werkzaam als ambtenaar, Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid (1989-2001) en burgemeester van Eindhoven (2008-2016). Voor de PvdA was hij onder meer lange tijd woordvoerder voor Verkeer en Waterstaat (1991-2001). Dit archief bevat de neerslag van zijn bemoeienis als Kamerlid met de vliegramp in de Bijlmermeer op 4 oktober 1992. Mede dankzij Van Gijzels aanhoudende pleidooien voor nader onderzoek werd in oktober 1998 een parlementaire enquête ingesteld naar de Bijlmerramp. Het archief bevat de neerslag van Van Gijzels eigen onderzoek naar de ramp als controlerende volksvertegenwoordiger en zijn contacten met insiders, slachtoffers, journalisten en zelfstandig onderzoekers. Het geeft inzicht in de politieke processen - ook binnen de PvdA - omtrent de afwikkeling van de ramp, tot en met de behandeling van het enquêterapport in de Tweede Kamer. Het archief bevat tevens stukken betreffende een boek dat Van Gijzel wilde publiceren over de Bijlmerramp. Hoewel de voorbereiding van dit in dagboekvorm geschreven werk in een vergevorderd stadium was, is het uiteindelijk nooit gepubliceerd.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Rob van Gijzel groeide op in Eindhoven en doorliep daar de mavo, havo en de pabo. In 1978 toog hij naar Amsterdam voor een studie andragologie aan de Universiteit van Amsterdam, die hij in 1981 voortijdig afbrak. Als student werd Van Gijzel politiek actief. In 1979 trad hij toe tot het landelijke partijbestuur van de Partij van de Arbeid en werd hij landelijk voorzitter van de Jonge Socialisten. Beide functies vervulde Van Gijzel tot 1982, terwijl hij van 1980 tot 1983 tevens werkte als persmedewerker van de PvdA-fractie in het Europees Parlement. Van 1984 tot 1987 was hij voorzitter van het gewest Amsterdam van de PvdA. Gedurende grofweg dezelfde periode (1983-1989) vervulde hij verschillende functies als ambtenaar bij de gemeente Amsterdam, waarna hij in 1989 lid werd van de Tweede Kamer voor de PvdA.
In zijn periode als Kamerlid was Van Gijzel onder meer woordvoerder Buitenland en Ruimtelijke Ordening (beide 1990-1994) en lid van het dagelijks bestuur van de Tweede Kamerfractie van de PvdA. Daarnaast was hij voorzitter van de fractiecommissie Verkeer en Waterstaat (1991-1994) en woordvoerder Verkeer en Waterstaat (1991-2001). Vooral in deze hoedanigheid raakte hij nauw betrokken bij de nasleep van de vliegramp in de Bijlmermeer op 4 oktober 1992, waarbij een vrachtvliegtuig van de Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al neerstortte op de flats Groeneveen en Klein-Kruitberg en (ten minste) 43 mensen om het leven kwamen.
De Bijlmerramp was van begin af aan omgeven met mysteries. Hoewel direct na de ramp een onderzoek werd ingesteld, bleven er veel zaken onopgehelderd, onder meer met betrekking tot de toedracht van het ongeluk, (het optreden van) de betrokken actoren, de vrachtdocumentatie en lading van de vlucht en de gevolgen van de ramp voor de gezondheid van omwonenden van de rampplek en hulpverleners. Velen van hen kregen te kampen met ernstige klachten. Het vermoeden rees dat het verarmd uranium, dat als balansgewicht in het vliegtuig zat, na verpulvering via de luchtwegen vergiftiging kon hebben veroorzaakt. Deze discussie spitste zich toe op de vraag bij welke temperatuur uranium verbrandt en uiteenvalt. Terwijl aanvankelijk sprake was van 1200 graden Celsius, bleek later dat de grens in werkelijkheid op een temperatuur ligt (900 graden Celsius) die tijdens de ramp van 4 oktober met zekerheid is bereikt. Onder andere de schimmigheid over de lading van het neergestorte vliegtuig en de aanwezigheid van mannen in witte pakken op de plaats des onheils voedden de achterdocht van velen. Van Gijzel zette zich jarenlang in om opheldering te krijgen over de openstaande vragen omtrent de ramp en maakte zich hard voor een betere behandeling van de slachtoffers. Hij deed zelf onderzoek en stond in contact met allerlei betrokkenen, waaronder vertegenwoordigers van belangenorganisaties en medewerkers van El Al. Zo werkte hij, bijvoorbeeld, samen met Jeroen Plettenberg, eindverantwoordelijke voor de belading van het neergestorte El Al-vliegtuig, die op verzoek van Van Gijzel onderzoek deed naar vermeend geknoei met de vrachtbrieven van de noodlottige vlucht. In 1996 werd Plettenberg pas na bemiddeling door Van Gijzel in staat gesteld om aangifte te doen van verduistering en valsheid in geschrifte vanwege de door hem geconstateerde onregelmatigheden in de vrachtdocumentatie.
Van Gijzel zat de verantwoordelijke bewindspersonen op de huid en verweet hen meermaals de Tweede Kamer onjuist en onvolledig te hebben geïnformeerd over de ramp. Hierbij gaven nieuwe onthullingen in de media steeds weer aanleiding tot nieuwe Kamervragen. Met het oog op de schimmige (politieke) nasleep en de gebrekkige nazorg, pleitte Van Gijzel herhaaldelijk voor nader onderzoek. De onderzoeken die er kwamen, hadden aanvankelijk betrekking op specifieke aspecten van de ramp. Zo focuste de rijksrecherche zich onder meer op de mannen in witte pakken en de betrokkenheid van Israël, in een onderzoek waarbij ook Van Gijzel als getuige werd verhoord. Begin 1998 gaf minister van Verkeer en Waterstaat A. Jorritsma de Commissie Informatiestroom Luchtvrachtdocumentatie (commissie-Hoekstra) opdracht om te achterhalen wat er was misgegaan bij de informatieverzameling over de vracht. Toen kort nadien weer nieuwe informatie boven tafel kwam, was de maat vol. Op aandringen van Van Gijzel stelde de Tweede Kamer in het voorjaar van 1998 een parlementaire werkgroep in die moest inventariseren welke informatie allemaal ontbrak omtrent de toedracht en afwikkeling van de ramp. Deze Werkgroep Vliegramp Bijlmermeer, waarvan Van Gijzel zelf deel uitmaakte, adviseerde in september 1998 een parlementair onderzoek in te stellen naar de ramp. Na weer een nieuwe onthulling (over uraniumresten in urinemonsters van getroffenen) besloot de Tweede Kamer in plaats hiervan het zwaardere middel van een parlementaire enquête in te zetten, teneinde nu eindelijk de onderste steen boven te krijgen.
De parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer, onder leiding van CDA’er Theo Meijer, had een halfjaar nodig om het onderzoek te voltooien. Op 22 april 1999 presenteerde de commissie haar eindrapport, waarin zij een hard oordeel velde over de nalatige afhandeling van de Bijlmerramp en de gebrekkige manier waarop de regering de Tweede Kamer hierover had geïnformeerd. Aangezien er ook veel kritiek kwam op het rapport en de handelswijze van de commissie, bleven de politieke consequenties uiteindelijk beperkt. De door de oppositie ingediende motie van afkeuring tegen minister Borst werd verworpen. Van Gijzel, die in het debat optrad als woordvoerder van zijn partij, en Rob Oudkerk (tevens lid van de enquêtecommissie) waren de enige PvdA’ers die vóór stemden. Een beladen vlucht
Hiermee was de behandeling van het enquêterapport ontaard in een politiek spel tussen machthebbers en tegenkrachten, met Van Gijzels eigen PvdA in de hoofdrol. Door zijn onafhankelijke opstelling botste Van Gijzel met de partij en vooral met fractievoorzitter Melkert, die de zittende regering niet in gevaar wilde brengen. Om die reden onderschreef hij weliswaar de aanbevelingen van de enquêtecommissie, maar verwierp hij de conclusies, die onvermijdelijk tot het aftreden van verantwoordelijke bewindslieden hadden moeten leiden.
In de periode van de parlementaire enquête ontving Van Gijzel veel brieven van burgers die hun steun betuigden voor zijn bemoeienis met de ramp, zijn inzet voor de slachtoffers en zijn onbuigzame houding, ook ten opzichte van zijn eigen partij. Vooral zijn optredens in televisieprogramma Barend en Witteman en het Kamerdebat over het rapport van de enquêtecommissie maakten grote indruk op veel toeschouwers.
Zijn grote betrokkenheid bij de Bijlmerramp leverde Van Gijzel onder collega-Kamerleden de (ietwat gekscherend bedoelde) bijnaam ‘Bijlmerboy’ op.
In november 2001 stelde Van Gijzel zich, wederom onafhankelijk van zijn fractie, zeer kritisch op na onthullingen over grootschalige, jarenlange fraude door een kongsi van Nederlands grootste bouwbedrijven. In een debat over deze bouwfraude diende Van Gijzel namens de PvdA-fractie een motie in waarin hij minister van Justitie Korthals opriep een schikking tussen het OM en drie bouwbedrijven terug te draaien. Toen het kabinet via de minister van Binnenlandse Zaken, Klaas de Vries, aan Melkert liet weten dat het niet van zins was de schikking in te trekken, besloot fractievoorzitter Melkert om Van Gijzel het woordvoerderschap inzake de bouwfraude te ontnemen. Hierop stapte Van Gijzel op als Tweede Kamerlid, omdat hij naar eigen zeggen te weinig ruimte kreeg om zijn functie als volksvertegenwoordiger naar behoren te kunnen uitoefenen.
In april 2008 werd Van Gijzel benoemd tot burgemeester van zijn geboortestad Eindhoven, een ambt dat hij in 2003 nog nipt was misgelopen. In september 2016 legde hij deze functie neer. Bij deze gelegenheid werd Van Gijzel onderscheiden met het ereteken van de gemeente Eindhoven en benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Na zijn vertrek als burgemeester legde hij zich toe op het werk voor zijn eigen adviesbureau Politea, dat hij in 2002 samen met zijn vrouw had opgericht. Van Gijzel vervulde gedurende zijn loopbaan meerdere commissariaten en overige nevenfuncties, voor zowel bedrijven als maatschappelijke organisaties.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Tot aan de overdracht berustte het archief thuis bij Van Gijzel, die zelf zorg droeg voor de ordening en archivering.
Schenking van een particulier archief.
De verwerving van het archief

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief van Rob van Gijzel heeft uitsluitend betrekking op zijn bemoeienis met de nasleep van de vliegramp in de Bijlmermeer op 4 oktober 1992, als Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid (met de portefeuille Verkeer en Waterstaat). Van Gijzel deed zelf onderzoek naar de ramp, probeerde herhaaldelijk opheldering te krijgen over openstaande vragen, onder meer met betrekking tot gezondheidsklachten van Bijlmerbewoners, en pleitte in het parlement meermaals voor een gedegen onderzoek en betere behandeling van de slachtoffers. Het archief bevat, naast stukken betreffende de politieke afwikkeling en de officiële onderzoeken, ook ingekomen stukken van ooggetuigen, insiders, organisaties en burgers met betrekking tot (onderzoeken naar) de toedracht van de ramp en de nasleep. Van Gijzels archief geeft een inkijkje in het politieke spel naar aanleiding van de ramp en de manier waarop een volksvertegenwoordiger zijn taak probeert uit te oefenen in een situatie waarbij sommige verantwoordelijke bewindspersonen uit dezelfde partij afkomstig zijn. De archivalia omvatten correspondentie (voornamelijk ingekomen stukken), onderzoeksrapporten, Kamerstukken, vergaderstukken, krantenknipsels en ander gedrukt materiaal. Daarnaast zijn veel eigen aantekeningen aanwezig, onder meer van PvdA-fractievergaderingen en ten behoeve van Kamerdebatten over de ramp. Het archief bevat tevens stukken betreffende een boek dat Van Gijzel wilde publiceren over de Bijlmerramp, met als doel inzicht te geven in de politieke processen vanaf de ramp tot en met de behandeling van het enquêterapport. Van dit in dagboekvorm geschreven, uiteindelijk ongepubliceerd gebleven werk, is onder meer een (ogenschijnlijk) voldragen concept aanwezig.
Selectie en vernietiging
Bij de bewerking is enkel overtollig materiaal afgezonderd voor vernietiging (zoals dubbeltallen).
Aanvullingen
Er zijn geen aanvullingen te verwachten op dit archief.
Verantwoording van de bewerking
Bij de overdracht was het archief niet duidelijk gestructureerd. Wel had Van Gijzel zelf dossiers aangelegd over verschillende onderwerpen omtrent de ramp, zoals de lading van het vliegtuig, de toedracht van het ongeluk, de gezondheidsproblematiek enzovoort. Deze dossiers zijn integraal gehandhaafd, zij het op een enkele plaatst aangevuld met relevante stukken van elders uit het archief. De beschrijvingen van deze bestanddelen zijn vrij globaal, omdat de onderwerpsaanduidingen afdoende informatie verschaffen over de inhoud. De overige inventarisnummers zijn doorgaans iets gedetailleerder beschreven, ook vanwege het feit dat het hierbij vaak om een beperkt aantal stukken gaat.
Ordening van het archief
De stukken zijn geordend naar de verschillende kwesties die speelden omtrent de afwikkeling van de Bijlmerramp en de naar aanleiding hiervan verrichte onderzoeken, uitmondend in de parlementaire enquête Vliegramp Bijlmermeer. De door Van Gijzel aangebrachte verdeling in onderwerpen is gehandhaafd. Omwille van het overzicht is het merendeel van de betreffende dossiers gegroepeerd in overkoepelende rubrieken (A2), onder meer met betrekking tot de lading van het neergestorte vliegtuig en de gezondheidsproblematiek. De stukken betreffende de parlementaire enquête en het ongepubliceerde dagboek van Van Gijzel zijn ondergebracht in aparte delen (B en C). Inventarisnummer 73 (A1), dat een verzameling van soms moeilijk te plaatsen aantekeningen van Van Gijzel bevat, heeft eveneens betrekking op de parlementaire enquête. Rubriek D bevat documentatie en een gering aantal overige stukken. Binnen de rubrieken is een chronologische ordening aangebracht.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B). Beperkt openbaar B betreft inv.nrs. 29 en 33
Beperkingen aan het gebruik
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Rob van Gijzel - Bijlmerramparchief R. van Gijzel, nummer toegang 2.21.468, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Van Gijzel, 2.21.468, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Een deel van Van Gijzels archief dat de periode vóór zijn Tweede Kamerlidmaatschap beslaat, berust bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG). Het betreft onder andere zijn voorzitterschap van, respectievelijk, de Jonge Socialisten (1979-1982) en het gewest Amsterdam van de PvdA (1984-1987).
Bij het Nationaal Archief berust het archief van de Raad voor de Luchtvaart en het Bureau Vooronderzoek Ongevallen en Incidenten van de Rijksluchtvaartdienst, 1924-1998 (2000), toegangsnummer 2.16.107.
Deze opsomming is niet uitputtend.
Publicaties R. (Rob) van Gijzel , Biografisch archief van het Parlementair Documentatiecentrum, www.parlement.com