De zorg voor de geestelijk gehandicapte en geesteszieke mens door organisaties met een christelijke grondslag begon aan het eind van de negentiende eeuw. In de periode daaraan voorafgaand had de overheid zich, hoewel traag, door regelgeving de zorgtaak tot haar verantwoordelijkheid gemaakt.
Aan het begin van de negentiende eeuw was in verscheidene Europese landen een ontwikkeling merkbaar, die wees op het ontstaan van meer begrip voor de geesteszieke mens. De Code Napoleon van 1811 bepaalde dat voortdurend krankzinnigen konden worden opgenomen in daartoe bestemde gestichten. Deze wet werd uitgebreid met een besluit van koning Willem I: gerechtelijke instanties konden voortaan op verzoek ook tijdelijk krankzinnigen laten opnemen. Opname, ontslag van patiënten en het staatstoezicht op de zorg werden in 1841 bij wet nader geregeld. Een verbetering volgde in 1884: toen ontstond een wettelijke basis voor het minimale aantal doctoren en het maximale aantal patiënten per inrichting. Daarnaast bevorderde de wet het toepassen van geneeskundige behandeling, waardoor het gebruik van dwangmiddelen afnam. Geesteszieken mochten niet meer worden opgenomen in gevangenissen.
Katholieke organisaties als de Zusters van Barmhartigheid en de St. Willibrords Stichting openden vanaf het midden van die eeuw verzorgingstehuizen. In het jaar 1884 werd de Vereniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders opgericht. Drijvende kracht hierachter was gereformeerd predikant en hoogleraar theologie Lucas Lindeboom. Hij verweet de kerken dat zij een groot aantal taken op sociaal gebied volkomen verwaarloosd hadden. Deze vereniging nam tussen 1886 en 1907 het initiatief tot oprichting van psychiatrische ziekenhuizen, zoals in Ermelo, Bloemendaal en Wolfheze. Een andere gereformeerde instelling, in dezelfde tijd is opgericht, was de vereniging voor zwakzinnigenzorg gevestigd op het landgoed 's Heeren Loo (Ermelo), tot stand gekomen door de inzet van met name de Voorthuizer predikant Willem van den Bergh (1891).
In 1927 werd met steun van het diaconaat van de Nederlandse Hervormde Kerk de Vereniging Nederlandsche Hervormde Stichtingen voor Zenuw- en Geesteszieken opgericht. Het belang van een protestants christelijke achtergrond, alternatief voor een gereformeerde signatuur, lag in de toepassing van de “psychotherapie, het inwerken op het zieleleven,…of verplegers en dokters begrijpend staan tegenover de zielenoden van een mens, diens zondebesef en genadebehoefte”. Ook de atmosfeer, aankleding en inrichting van de instelling moesten een positieve invloed hebben op de patiënten. De Vereniging was gevestigd te Voorburg. Het kerkelijk karakter van de eerste psychiatrische inrichtingen van deze vereniging bleek uit de markante kerkgebouwen, kapellen genaamd, die bij de complexen werden gebouwd.Het jaar volgend op de oprichting werd in Amersfoort een terrein aangekocht voor een psychiatrisch ziekenhuis met 250 bedden, dat de naam Zon en Schild kreeg, later uitgebreid met het tbc-hersteloord Hebron. In de jaren dertig volgden de inrichtingen Licht en Kracht en Port Natal te Assen. Deze laatste was gevestigd op een terrein van die naam die door een erfenis verkregen was. Grote boerderijen bij Assen en Westerbork werden gebruikt als buiteninrichtingen. Tijdens de moeilijke bezettingsjaren slaagde de Vereniging er in te Leidschendam het psychiatrisch ziekenhuis te bouwen , genaamd Hulp en Heil. De psychiatrische inrichtingen werden later aangeduid als P.M.C, Psychiatrisch Medisch Centrum.
De oorlogsperiode was zwaar vanwege de vordering van gebouwen door de vijand, deportatie van patiënten en schade door bominslagen. De bewoners van de vestiging te Amersfoort leden tijdens de Hongerwinter gebrek. Kort na de oorlog was de overbezetting van paviljoens groot, vanwege vernieling, ontruiming of tijdelijke in beslag name door de geallieerden van diverse panden van het collectief. De voorlopige Nederlandse regering vorderde ook ruimte, namelijk voor de huisvesting van het Departement van Handel en Nijverheid, in de gebouwen van Zon en Schild.
Verheugd was men met de terugkeer uit Londen van de zeer gewaardeerde penningmeester en stuwende kracht Hendrik van Boeijen. Deze goed protestant van de Veluwe werd na een loopbaan bij de PTT en de provincie Zuid-Holland in 1937 verrassend minister van Binnenlandse Zaken voor de CHU in het vierde kabinet Colijn en bezette daarna andere ministersposten, onder andere die van minister van Oorlog in de daarop volgende “Londense” kabinetten. In 1939 hechtte hij als minister van Binnenlandse Zaken zijn goedkeuring aan de bouw van een inrichting voor het geestelijk hulpbehoevende kind te Assen.
Het duurde vele jaren voordat de schade, materiële en personele tekorten, opgelopen tijdens de oorlog, waren hersteld. De Vereniging maakte in 1946 een nieuw begin door de aankoop van het landgoed de Oude Tempel in Soesterberg, met hoofdgebouw en andere opstallen, voor de vestiging van het hoofdkantoor, het Centraal Bureau. De band met de Nederlandse Hervormde Kerk werd in dat jaar ook nauwer aangehaald. Aanvankelijk was de psychiatrische zorg opgevat als een mandaat ontvangen van de Kerk, maar de belangstelling van de diaconieën bleek zo groot, dat de synode besloot het werk te beschouwen als uitgaande van de Kerk. Met als gevolg dat de geestelijke verzorgers, de predikanten en pastores door deze beroepen werden.
Na de oorlog trad de behandeling steeds meer uit de medische sfeer. Een sociale en opvoedkundige aanpak, er op gericht patiënten door arbeid gevoel voor eigen verantwoordelijkheid te geven, kreeg de overhand. Werken in een meubelwerkplaats, een mattenvlechterij of in de huishouding was hiervoor een geëigend middel. Doorgaans werd na een verblijf van enkele maanden meer dan de helft van de opgenomenen uit de verpleging ontslagen.
In 1938 al besloot De Vereniging dat de zorg voor het geestelijk hulpbehoevende kind ook deel van haar taken zou moeten uitmaken. Voor dit doel werd in 1953 de Stichting Nederlandse Hervormde Inrichtingen voor Geestelijk Hulpbehoevenden opgericht. Deze stichting kreeg eerst het beheer over het Hendrik van Boeijen-Oord en in latere jaren, tussen 1969 en 1973, ook over drie opgerichte inrichtingen met hetzelfde doel (de zorg voor zwakzinnigen), te weten het Eemeroord te Baarn, Borneroord in Beetsterzwaag en het Hernesseroord in Middelharnis. Uitbreiding van de Vereniging met psychiatrische bejaardenzorg kwam in de jaren zestig door de aansluiting van het Oranje Nassau’s Oord te Renkum en de oprichting van Overduin in Katwijk.
Begin jaren vijftig hadden de vijf toen bestaande inrichtingen 2000 verpleegden en 650 personeelsleden, waarvan tweederde in de verpleegdienst werkte. Begin jaren zestig was de capaciteit al toegenomen tot 2200 verpleegden en 1100 werknemers. Toen de Vereniging was uitgegroeid tot een werkverband van negen instellingen werden 3900 patiënten verpleegd en waren 3700 personeelsleden in dienst.
De confessionaliteit van De Vereniging stond in 1973 ter discussie. Deze discussie leidde tot het voorstel de statutaire binding van de bestuursleden met de Hervormde Kerk op te heffen en te kiezen voor een vereniging die het evangelie als richtsnoer voor haar werk heeft. In oktober 1977 werd bij het vijftigjarig bestaan de naam De Open Ankh geïntroduceerd en werd aangekondigd dat onder die naam het werk in breder confessioneel kader zou worden voortgezet.
De leiding van de koepelorganisatie bestond uit een Algemeen Bestuur en een Dagelijks Bestuur. De personele unie bestond uit de Stichting Nederlandse Hervormde Inrichtingen voor Geestelijk Hulpbehoevenden (gevestigd te Soest, wel aangeduid als “Stichting Soest”, zie A.3) en de Stichting Oranje Nassau’s Oord (zie D.1). De Vereniging kende een Ledenvergadering die de bestuursleden benoemde. De Geneesheren-Directeur hadden hierin een raadgevende stem en vormden later een apart onderling overleg, onder leiding van de Algemeen Secretaris.
Het overkoepelend verband bestond uit een drietal organisaties. De Vereniging hield toezicht op de psychiatrische ziekenhuizen die van oorsprong al onder haar beheer vielen, met inbegrip van de inrichting Overduin. De Stichting Nederlandse Hervormde Inrichtingen voor Geestelijk Hulpbehoevenden coördineerde de instellingen voor zwakzinnigenzorg en Het Oranje Nassau’s Oord bleef onder beheer van haar oude eigen stichting, vanwege statutaire beperkingen in verband met het Koninklijk Huis. Het aan het Oranje Nassau’s Oord verbonden Emmafonds, bestemd voor verpleging voor min- of onvermogenden, werd door de Vereniging en diens opvolger overgenomen.Vanaf 1979 werd de Vereniging voortgezet onder de naam De Open Ankh, stichting dienstverlening geestelijke gezondheidszorg‘. De Vereniging droeg in 1979 haar activiteiten over maar bleef formeel bestaan tot 1994, het jaar van de overgang naar het werkverband van De Open Ankh.
Samenstelling van besturen
Dagelijks Bestuur 1927 Dhr. J.R. Snoeck Henkemans, 's-Gravenhage, voorzitter Ds. A.B. te Winkel, 's-Gravenhage, tweede voorzitter Dhr. H. van Boeijen, Voorburg, penningmeester Ds. K.J. van den Berg, Amersfoort Ds. J. Hoekstra, Ternaard Ds. C.J. van Paassen, Haarlem Dr. Joh. van der Spek, Heemstede Dhr. H. Wisman, Utrecht
Algemeen Bestuur 1927 Ds. P.A. Binsbergen, Mastenbroek Dhr. N. de Bruyn, Apeldoorn Jhr. mr. C.G.C. Quarles van Ufford Dhr. F. C. C. Schokking, Amsterdam Ds. B. Tichelman, Schevingen Dhr. P. van der Vies, Schiedam Dhr. P. Wolffensperger, Zwolle
Dagelijks Bestuur 1963 dr. R.J. Kruisinga, Wassenaar, voorzitter mr. H. Rijpstra, Terneuzen, vice-voorzitter Dhr. J.H. Wessels Boer, Zierikzee, secretaris Dr. J.W. Beerekamp, Hoogeveen Dhr. J. L. van Hasselt, Groningen Dhr. J. T. Mellema, Nieuw Scheemda Dhr. J.J. Schokking, Amsterdam
Algemeen Bestuur 1963 Mr. W. Aantjes, Utrecht Dhr. J. van Antwerpen, Meppel Mr. H.K. Beernink, Rijswijk (Z-H.) Dr. ir. P. Dingemans, Delft Dhr. J.M.C.Emmen,Spakenburg Jhr. ds. C. van Eysinga, Oppenhuizen Dhr. H.M. Gerbrandij, Sneek Prof. dr. H. Jonker, Utrecht Ir. J. van der Kerk, ‘s Gravenhage Dr. A.A. Koolhaas, Amersfoort Dhr. H. C. Kranenburg, Rotterdam Dhr. C.J. de Lange, Zeist mw. dr. A.P. van Ooijen-Bolt, Drogeham Dr. mr. L.W.D. Schreuder, Amsterdam Dr. C. van Staverden, Leeuwarden Ds. P. van Wakeren, Rotterdam Ds. J.T. Wiersma, Wassenaar Dhr. J.M.J. Zandscholten, Deventer
Dagelijks Bestuur 1976 Mr. F.Th. Dijckmeester, voorzitter Ir. J. van der Kerk, vice-voorzitter Mr. W. Aantjes Dhr. G.J. van Amerongen Dhr. A.A. Beckering van Rhijn Ds. H.Beker Ds. H.M.J. van Duyne, Drs. G.J. Graafland Prof. dr. R.J. Ritsma Mr. C. van Veen
Algemeen Bestuur 1976 Mr. B. van Haersma-Buma Mw. A.Bijloo-Hannema Dhr. L.C. van Dalen Mr. J.I. van Dijke Mw. A. van Eck Dijkers Ds. J. van Ginkel Mw. A.G. Graafland-Haitsma Dhr. G.Groen Dhr. A, Groenendijk Mw. A.B. Hannema-van Elinkhuizen Mr. P.J.L. van Hoeken van ’s Gravepolder Dhr. H.R. Kreij Mw. Lietaert Peerbolte- van den Bergen Mw. A.Oosterwerf-Doddema Mr. A. Panis Mr. F.H. Piket Dhr. D. van der Plas Drs. D. Ravsteijn Dr. A.D. Roscam Abbing Mw. G.H. Strikwerda-van Dam Mw. J. van der Velden-de Kreij Mr. E.P. van Veldhuizen Mw. drs. F.C. Veltamp Mw. M. Visser-Steegman Mw. A.A.Vondeling- van ’t Hof Prof. dr. A. Wattel Mr. A.G. de Wilde
1944 ontbreekt.
1944 en 1945 ontbreken.