2.11.53 Inventaris van het archief van de Directie Algemeen Beheer van het Ministerie van Landbouw en Visserij, 1945-1961

Met de Organisatiebeschikking van 11 oktober 1945 werd de inwendige organisatie van het ministerie opnieuw bekrachtigd en werd als volgt weergegeven.

De Afdeling Organisatie en Administratie werd belast met de behandeling van alle aangelegenheden betreffende de interne organisatie en administratie, de comptabiliteit daaronder begrepen en van alle personeelsaangelegenheden zowel ambtenaren als van arbeidscontractanten van het ministerie en alle daaronder ressorterende diensten. Personeelsaangelegenheden welke voorheen decentraal werden behartigd door:

• de 11e afdeling van de Directie van de Landbouw
• de Afdeling Personeel en Materieel van het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd, en
• de Afdeling Personeelszaken van het Staatsbosbeheer

Met de Organisatiebeschikking van 11 mei 1946, Kabinet 647, vond opnieuw een wijziging van de interne organisatie van het ministerie plaats waarbij o.a. de Afdeling Algemeen Beheer werd ingesteld. De afdeling werd belast met de zorg voor alle personeelsaangelegenheden; aangelegenheden betreffende de huishoudelijke dienst, het vervoer, huisvesting, de interne organisatie en administratie, voorzover niet liggende op het terrein van het Bureau voor Organisatie en Efficiency, en de sociale aangelegenheden.

De afdeling werd als volgt ingedeeld:

• Onderafdeling 1 - Personeelszaken, voor alle personeelsaangelegenheden met betrekking tot de rijksambtenaren en arbeidscontractanten, op de bepalingen van het Arbeidsovereenkomstenbesluit 1931.
• Onderafdeling 2 - Personeel en Materieel, voor alle personeelsaangelegenheden met betrekking tot de arbeidscontractanten, werkzaam op de Arbeidsvoorwaarden Voedselvoorziening.
• Onderafdeling 3 - Algemene Dienst, voor aangelegenheden betreffende het vervoer en de huishoudelijke dienst.
• Onderafdeling 4 - Administratie, waaronder het archief, postontvangst en expeditie, schrijfkamers.
• Bureau Sociale Aangelegenheden.

Gedurende de periode tot aan de opheffing vond interne wijzigingen plaats zoals de uitbreiding met een 5e onderafdeling Post- en Archiefzaken in 1951, en het Bureau Bedrijfszelfbescherming in 1957. Met de Organisatiebeschikking van 29 april 1957, Kabinet 234, werd de afdeling verheven tot de Directie Algemeen Beheer.

In juni 1961 werd de directie opgeheven.
De taak werd volgens de wijziging op de Organisatiebeschikking 1959 van 27 juni 1961, K. 872, voortgezet door de nieuw ingestelde organen:

• de Directie Personeelszaken en
• de Hoofdafdeling Materieel Beheer.

Bij de instelling werd het hoofd van de toenmalige Afdeling Personeel en Materieel, welke afdeling in haar geheel over ging naar de nieuwe Afdeling Organisatie en Administratie, mr. A. Greebe, hoofd van de nieuwe afdeling.

Met het Koninklijk Besluit van 11 maart 1946, nr. 127 werd mr. A. Greebe opgevolgd door de heer N.H. Schuytemaker.

Bij Ministrieel Besluit van 4 april werd dr. J.H. Patijn met de leiding over de afdeling belast, welke afdeling kort daarop veranderde in de Afdeling Algemeen Beheer.

In 1950 werd middels de Ministrieel Besluit van 1 november 1950, GS/PZ 2975 aan dr. J.P. Patijn de persoonlijke titel "directeur Algemeen Beheer" verleend.

Met het Ministrieel Besluit van 16 september 1955, GS/PZ 8258 werd dr. Patijn tevens belast met de waarneming van de functie van secretaris-generaal, waarna per Koninklijk Besluit van 19 november 1955, nr. 15 de benoeming tot secretaris-generaal volgde.

Mr. E.W.J. Kuyl werd als opvolger benoemd.

De benoeming werd bekrachtigd bij Koninklijk Besluit van 3 oktober 1955, nr. 11, waarin tevens de persoonlijke titel "directeur van Algemeen Beheer" werd verleend.

Mr. Kuyl heeft tot aan de opheffing de leiding over de Directie Algemeen Beheer gevoerd.

De periode waarover het archief zich uitstrekt begint met de instelling van de Afdeling Organisatie en Administratie op 1 oktober 1945 en eindigt bij de opheffing van de Directie Algemeen Beheer op 1 juni 1961.

De ingekomen- en uitgaande stukken werden geagendeerd en volgens een .07/.08 code, opgesteld door het Registratuurbureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, tot dossiers gevormd. Na de opheffing verhuisde het archief naar de archiefbewaarplaats van het Ministerie van Landbouw en Visserij, destijds gevestigd te Schiedam.

Een tweede verhuizing maakte het archief mee toen de archiefbewaarplaats in 1968 naar Voorschoten verhuisde.

In 1976 vond wederom een verplaatsing plaats, toen de archiefbewaarplaats naar de Oude Haagweg 547 te 's-Gravenhage verhuisde.

De inventarisatie is samengesteld in opdracht van het voormalig hoofd van de voormalige Onderafdeling Inspectie en Semi-Statische Archieven. De inventarisatie heeft plaats gevonden in de archiefbewaarplaats van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Het aangetroffen archief had, met uitzondering van de persoonsdossiers, een omvang van 23 meter en was, behalve de agenda's, in 135 dozen verpakt.

De persoonsdossiers, welke overigens niet in de inventaris zijn opgenomen, zijn in twee groepen te verdelen:

1. de voor vernietiging in aanmerking komende dossiers, 75 jaar na geboorte, en
2. de personeelsdossiers welke voor bewaring in aanmerking komen.

Een deel van de onder punt 2 genoemde groep dossiers van personen, geboren vóór 1906, is reeds naar het Algemeen Rijksarchief te Den Haag overgebracht.

De dossiers van personen, geboren na 1906, zullen in die zelfde reeks opgenomen worden.

Stukken die zich in het zogenaamde Geheim Archief bevonden werden gederubriceerd.

Bovendien zijn de stukken welke onterecht in het archief van de Directie voor de Voedselvoorziening verbleven teruggehaald. De door de samensteller aangetroffen stukken uit de periode vóór 1945 zijn door hem als retroacta beschouwd en gevoegd bij de dossiers waarop ze betrekking hebben.

Bij de indeling van de inventaris is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de oorspronkelijke ordening en daar waar nodig heeft bijstelling plaatsgevonden.

Tijdens de inventarisatie werd vernietiging van daarvoor in aanmerking komende stukken doorgevoerd. Een opgave van de vernietigde stukken is onder "Selectie en vernietiging" opgenomen. Eerder, gedurende de periode 1953-1966, heeft vernietiging van stukken plaatsgevonden op grond van het Koninklijk Besluit van 7 oktober 1919, nr. 596.

De periode daarna op basis van de vernietigingslijst van het Ministerie van Landbouw en Visserij van 29 december 1966, PAZ 400, en van 3 februari 1967, nr. 1333.

Na inventarisatie werd het archief, met uitzondering van de agenda's in 31 dozen verpakt.

Overbrenging van een overheidsarchief

Het archief is in 2024 voorzien van een kleine aanvulling. Het betreft de inv.nrs. 595-601.

Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van kwetsbare of slechte materiële staat.

Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:

1. Creëer een account of log in.
2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.

Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.

VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Landbouw, Directie Algemeen Beheer, nummer toegang 2.11.53, inventarisnummer ...

VERKORT:
NL-HaNA, Landbouw / DAB, 2.11.53, inv.nr. ...

Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar