Terug naar zoekresultaten

2.09.71 Inventaris van de archieven betreffende het beleid inzake gratie op doodstraffen van het Ministerie van Justitie, 1945-1977

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.09.71
Inventaris van de archieven betreffende het beleid inzake gratie op doodstraffen van het Ministerie van Justitie, 1945-1977

Auteur

Centrale Archief Selectiedienst

Versie

31-10-2018

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2009 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Justitie: Archieven betreffende het Beleid inzake Gratie op Doodstraffen
Justitie / Gratie Doodstraffen

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1945-1977

Archiefbloknummer

J2

Omvang

; 185 inventarisnummer(s) 1,80 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Justitie

Samenvatting van de inhoud van het archief

De archiefbescheiden hebben betrekking op het beleid inzake gratie op doodstraffen, die werden opgelegd aan zowel Nederlandse als Duitse politieke delinquenten na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog. Het archief bevat onder meer richtlijnen, correspondentie, circulaires, namenlijsten en formulieren die gegevens betreffende veroordeelde delinquenten en gratieverzoeken bevatten, en petities van zowel voor- en tegenstanders van het opleggen van de doodstraf. Een groot deel van het archief bestaat uit gratiedossiers van individuele gevallen waarin al dan niet gratie werd verleend. Daarnaast bevat het nog enige documentatie.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De inleiding geeft een beeld van de geschiedenis van het beleid inzake gratie op doodstraffen in de periode die volgde op de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog. ( Bij het schrijven van deze inleiding is o.m. gebruik gemaakt van een artikel van P.J. Kat uit het NRC van 26-2-1972. In een aantal gevallen zijn uit dit artikel citaten overgenomen van mr. J. Zaaijer, na de bevrijding procureur-generaal bij het Bijzonder Gerechtshof in Den Haag. Zie voor het artikel zelf inv.nr. 182. )
Het stond als een paal boven water dat Nederlanders die min of meer met de Duitse bezetter hadden samengewerkt, na de oorlog streng zouden worden gestraft. Koningin Wilhelmina sprak voor Radio Oranje over "verraders voor wie in een bevrijd Nederland geen plaats meer zal zijn" en bepleitte maatregelen "teneinde verraders hun welverdiende straf niet te laten ontgaan". De algemene opinie was dat de voornaamste collaborateurs, de secretarissen-generaal, de burgemeesters van de grote plaatsen en profiteurs bij de politie de liquidatie niet zouden overleven.
Naarmate de bevrijding echter dichterbij kwam, groeide de behoefte aan een uitgebalanceerd rechtssysteem, waardoor collectieve wraakacties in de vorm van Bijltjesdag konden worden voorkomen. Het (illegale) Parool schreef in november '44: "Indien wij de schurken die ons tiranniseerden en uitmergelden in hun eigen munt gaan terugbetalen, indien wij hun voor rechteloosheid rechteloosheid geven, verlagen wij ons tot hun miserabel peil en tonen wij ons de democratie niet waardig, die wij tot inzet van onze strijd namen." Geen orgiën van wraak dus. Wel een bijzondere rechtspleging waarbij veelvuldig de doodstraf zou worden toegepast.
De Nederlandse regering in Londen had bij de bevrijding van de zuidelijke provincies alle wetten op het bestraffen van landverraders en andere oorlogsmisdadigers klaar liggen. Het Besluit Buitengewoon Strafrecht (BBS) gold voor de ernstigste misdrijven, het Tribunaalbesluit voor de minder erge en het Zuiveringsbesluit was bestemd voor het minst verwerpelijk gedrag. Al snel bleek dat de voorbereide rechtswetgeving niet berekend was op de 130.000 politieke delinquenten (Nederlanders en Duitsers) die in enkele maanden door het Militair Gezag werden gearresteerd en ondergebracht in slecht geoutilleerde internerings-kampen.
In augustus 1946 kregen de officierenfiscaal van de Bijzondere Gerechtshoven richtlijnen voor berechting en vrijlating van 40.000 zgn. "lichte gevallen". Ze werden in voorwaardelijke vrijheid gesteld.
Mr. Zaaijer: "De behandeling van de resterende "minder-lichte" gevallen was al een mammoetkarwei. De berechting van Duitsers werd vertraagd. De Opsporingsdienst die gevluchte Duitsers arresteerde, was overbelast en functioneerde niet. Ik heb me in die dagen gerealiseerd wat een benauwde maatschappelijk probleem die tienduizenden Nederlanders die niet in voorwaardelijke vrijheid kwamen voor de regering moeten zijn geweest. Wel heb ik mij toen afgevraagd: ik heb niet al die oorlogsjaren zitten wachten om eerst uitvoerig al die "minder-lichte" gevallen te behandelen, maar om snel en streng de zware gevallen, Nederlanders en Duitsers te berechten. Ik heb tegen Mussert en Blokzijl zeer snel de doodstraf kunnen vorderen. Ik streefde een andere selectie na dan van hogerhand was voorgeschreven.".
"De regering wilde de grote massa uit de kampen kwijt. Telkens moesten dan duizenden min of meer onbeduidende zaken behandeld worden, terwijl ik het liefst zware criminelen geëxecuteerd wilde zien. Die bleven voorlopig buiten schot, terwijl langzaam maar zeker, geïnspireerd vanuit rooms-katholieke kring, een golf van barmhartigheid kwam opzetten".
Het rooms-katholieke episcopaat en de bij het Interkerkelijk Overleg aangesloten kerken deden al in oktober 1945 een beroep op het Nederlandse volk zich tegenover politieke delinquenten te laten leiden door "gevoelens van liefde en gerechtigheid". In augustus 1946 herhaalden de bisschoppen deze boodschap.
Mr. Zaaijer: "Met de komst van minister Van Maarseveen werd het barmhartigheidsgevoel geïnstitutionaliseerd. Deze katholieke minister begon stelselmatig de beloofde "snelle en strenge" rechtspleging tegen te werken. Barmhartigheid was inderdaad voor de lichte gevallen op zijn plaats. Tegen de zware gevallen moest hard worden opgetreden. Van Maarseveen introduceerde een soort algemene slapheid. Mr. Hooijkaas, raadsadviseur bij het Ministerie van Justitie, schreef een geheim advies over wat men op het departement met al die doodvonnissen aan moest. ( Zie voor dit advies inv.nr. 2. ) Mr. Hooijkaas was een uitgesproken tegenstander van de doodstraf. De executie van de doodstraf moest met behulp van gratieverlening drastisch ingeperkt worden".
De doodstraf was al sinds 1870 uit ons strafrecht verdwenen. Zij was opnieuw in de bijzondere rechtspleging ingevoerd, maar vanaf het begin bleek dat met name in katholieke en protestants-christelijke kringen de bijbeltekst "Wie 's mensen bloed vergiet, diens bloed zal door de mens vergoten worden" nog altijd opgeld deed. Toen in januari 1947 vele tientallen doodvonnissen nog steeds niet definitief waren geworden (vertraging in de behandeling van cassatie en de beoordeling van gratieverzoeken) vroeg de desbetreffende Kamercommissie aan Van Maarseveen uitleg. De publieke opinie werd onrustig. Het werd immoreel en onethisch gevonden dat omtrent de executie van doodvonnissen zo lang onzekerheid bestond. Met vreesde dat via het instituut van gratie de wet terzijde gesteld werd.
Mr. Zaaijer: "Ik, die keer op keer de doodstraf eiste, voelde me hoe langer hoe meer een Don Quichotte." In zijn requisitoir tegen Carel Piek, directeur van Winterhulp Nederland maakte mr. Zaaijer zijn kritiek op het ministeriële beleid openbaar.
"Indien Piek de straf had gekregen dij hij verdiende, dan zou hij op de dag na de bevrijding ergens in Nederland aan een boom zijn opgehangen," zo zei mr. Zaaijer. "Maar dat is niet gebeurd en in de afgelopen anderhalf jaar hebben wij nu wel de zekerheid dat over hen die dit verdienen in Nederland, ik zeg niet: geen recht wordt gesproken maar: geen recht wordt gedaan. Het moet uit zijn met de vette koppen in de kranten "Tegen verrader de doodstraf geëist" in een land waar wij weten dat daar toch niets van terechtkomt."
Mr. Zaaijer eiste dan ook niet de doodstraf tegen Piek, maar twaalf jaar. Minister Van Maarseveen noemde het optreden van zijn Haagse procureur-fiscaal "gezagsondermijnend" en gaf hem een disciplinaire berisping. Tegenover de Kamer deelde de minister mee dat de afdoening van doodvonnissen "een zaak van zijn geweten" was. De Kamer mocht over deze zaak niet oordelen.
Uiteindelijk werd in Nederland na de Tweede Wereldoorlog 140 maal de doodstraf uitgesproken, waarvan 15 maal tegen Duitse oorlogsmisdadigers. In 39 gevallen werd tot executie overgegaan, in 6 gevallen betrof dit Duitsers.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De archiefbescheiden van het Ministerie van Justitie betreffende het beleid inzake gratie op doodstraffen waren bijeengebracht in depot 143.
De stukken zijn afkomstig uit verscheidene archiefbestanddelen, voornamelijk uit het kabinetsarchief en de verzameling Gratiedossiers.
In een opmerking bij de plaatsingslijst lezen we "het valt stellig te ontraden de stukken terug te brengen in de verscheidene archiefbestanddelen: een mooiere verzameling krijg je zo compleet niet bij elkaar."
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Behoudens dubbelen is er niets uit de archieven vernietigd.
Verantwoording van de bewerking
De archieven zijn bewerkt om ze te laten voldoen aan de normen goede, geordende en toegankelijke staat.
Als toegang op de archieven was een inventarislijst beschikbaar.
De oorspronkelijke omvang van de archieven vóór de bewerking bedroeg ca. 2,75 meter. Na bewerking en herverpakking bedraagt de omvang 3 meter.
Bij de inventaris zijn twee bijlagen opgenomen:
  • Concordans van oud depot-, inventarisnummer naar nieuw inventarisnummer;
  • Concordans van oud gratiedossiernummering naar nieuw inventarisnummer.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Archieven betreffende het Beleid inzake Gratie op Doodstraffen, nummer toegang 2.09.71, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Justitie / Gratie Doodstraffen, 2.09.71, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Bijlagen

Bijlage 1
Concordans van oud depot/inventarisnummer naar nieuw inventarisnummer
Oud inv.nr. Nieuw inv.nr.
Depot 143, inv.nr. 6 184
Depot 143, inv.nr. 7 21
Depot 143, inv.nr. 8 7
Depot 143, inv.nr. 9 4
Depot 143, inv.nr. 10 179
Depot 143, inv.nr. 11 181
Depot 143, inv.nr. 12 18
Depot 143, inv.nr. 13 5
Depot 143, inv.nr. 14 30
Depot 143, inv.nr. 15 2
Depot 143, inv.nr. 16 3
Depot 143, inv.nr. 17/18 20
Depot 143, inv.nr. 19 185
Depot 143, inv.nr. 20 9
Depot 143, inv.nr. 21 10
Depot 143, inv.nr. 22 11
Depot 143, inv.nr. 23 8
Depot 143, inv.nr. 24 14
Depot 143, inv.nr. 25 15
Depot 143, inv.nr. 26 29
Depot 143, inv.nr. 27 35
Depot 143, inv.nr. 28 13
Depot 143, inv.nr. 29 29, 180, 183
Depot 143, inv.nr. 30 31
Depot 143, inv.nr. 31 32
Depot 143, inv.nr. 32 36
Depot 143, inv.nr. 33 19
Depot 143, inv.nr. 34 1, 17, 22, 23, 33
Depot 143, inv.nr. 35 6
Depot 143, inv.nr. 36 12
Depot 143, inv.nr. 37 178
Depot 143, inv.nr. 38 182
Depot 143, inv.nr. 39 34
Depot 143, inv.nr. 40 16
Depot 143, inv.nr. 41 24
Depot 143, inv.nr. 42 25
Depot 143, inv.nr. 43 26
Depot 143, inv.nr. 44 27
Depot 143, inv.nr. 45 28
Depot 143, inv.nr. 47 37
Depot 143, inv.nr. 48 38
Depot 143, inv.nr. 49 39
Depot 143, inv.nr. 50 40
Depot 143, inv.nr. 51 41
Depot 143, inv.nr. 52 42
Depot 143, inv.nr. 53 43
Depot 143, inv.nr. 54 45
Depot 143, inv.nr. 55 46
Depot 143, inv.nr. 56 47
Depot 143, inv.nr. 57 44
Depot 143, inv.nr. 58 48
Depot 143, inv.nr. 59 49
Depot 143, inv.nr. 60 50
Depot 143, inv.nr. 61 51
Depot 143, inv.nr. 62 52
Depot 143, inv.nr. 63 53
Depot 143, inv.nr. 64 54
Depot 143, inv.nr. 65 55
Depot 143, inv.nr. 66 56
Depot 143, inv.nr. 67 57
Depot 143, inv.nr. 68 58
Depot 143, inv.nr. 69 59
Depot 143, inv.nr. 70 60
Depot 143, inv.nr. 71 61
Depot 143, inv.nr. 72 62
Depot 143, inv.nr. 73 63
Depot 143, inv.nr. 74 64
Depot 143, inv.nr. 75 65
Depot 143, inv.nr. 76 66
Depot 143, inv.nr. 77 67
Depot 143, inv.nr. 78 68
Depot 143, inv.nr. 79 69
Depot 143, inv.nr. 80 70
Depot 143, inv.nr. 81 71
Depot 143, inv.nr. 82 72
Depot 143, inv.nr. 83 73
Depot 143, inv.nr. 84 74
Depot 143, inv.nr. 85 75
Depot 143, inv.nr. 86 76
Depot 143, inv.nr. 87 77
Depot 143, inv.nr. 88 78
Depot 143, inv.nr. 89 79
Depot 143, inv.nr. 90 80
Depot 143, inv.nr. 91 81
Depot 143, inv.nr. 92 82
Depot 143, inv.nr. 93 83
Depot 143, inv.nr. 94 84
Depot 143, inv.nr. 95 85
Depot 143, inv.nr. 96 86
Depot 143, inv.nr. 97 87
Depot 143, inv.nr. 98 88
Depot 143, inv.nr. 99 89
Depot 143, inv.nr. 100 niet aangetroffen
Depot 143, inv.nr. 101 90
Depot 143, inv.nr. 102 91
Depot 143, inv.nr. 103 92
Depot 143, inv.nr. 104 93
Depot 143, inv.nr. 105 94
Depot 143, inv.nr. 106 95
Depot 143, inv.nr. 107 96
Depot 143, inv.nr. 108 97
Depot 143, inv.nr. 109 98
Depot 143, inv.nr. 110 99
Depot 143, inv.nr. 111 100
Depot 143, inv.nr. 112 101
Depot 143, inv.nr. 113 102
Depot 143, inv.nr. 113a 103
Depot 143, inv.nr. 114 104
Depot 143, inv.nr. 115 105
Depot 143, inv.nr. 116 106
Depot 143, inv.nr. 117 107
Depot 143, inv.nr. 117a 108
Depot 143, inv.nr. 118 109
Depot 143, inv.nr. 119 110
Depot 143, inv.nr. 120 111
Depot 143, inv.nr. 121 112
Depot 143, inv.nr. 122 113
Depot 143, inv.nr. 123 114
Depot 143, inv.nr. 124 115
Depot 143, inv.nr. 125 116
Depot 143, inv.nr. 126 117
Depot 143, inv.nr. 127 118
Depot 143, inv.nr. 128 119
Depot 143, inv.nr. 129 120
Depot 143, inv.nr. 130 121
Depot 143, inv.nr. 131 122
Depot 143, inv.nr. 132 123
Depot 143, inv.nr. 133 124
Depot 143, inv.nr. 134 125
Depot 143, inv.nr. 135 126
Depot 143, inv.nr. 136 127
Depot 143, inv.nr. 137 128
Depot 143, inv.nr. 138 129
Depot 143, inv.nr. 139 130
Depot 143, inv.nr. 140 131
Depot 143, inv.nr. 141 132
Depot 143, inv.nr. 142 133
Depot 143, inv.nr. 142a 134
Depot 143, inv.nr. 143 135
Depot 143, inv.nr. 144 136
Depot 143, inv.nr. 145 137
Depot 143, inv.nr. 146 138
Depot 143, inv.nr. 147 139
Depot 143, inv.nr. 148 140
Depot 143, inv.nr. 149 141
Depot 143, inv.nr. 149a 142
Depot 143, inv.nr. 150 143
Depot 143, inv.nr. 151 144
Depot 143, inv.nr. 152 145
Depot 143, inv.nr. 153 146
Depot 143, inv.nr. 154 147
Depot 143, inv.nr. 155 148
Depot 143, inv.nr. 156 149
Depot 143, inv.nr. 157 150
Depot 143, inv.nr. 158 152
Depot 143, inv.nr. 159 153
Depot 143, inv.nr. 160 154
Depot 143, inv.nr. 161 155
Depot 143, inv.nr. 162 156
Depot 143, inv.nr. 163 157
Depot 143, inv.nr. 164 158
Depot 143, inv.nr. 165 159
Depot 143, inv.nr. 166 160
Depot 143, inv.nr. 166a 161
Depot 143, inv.nr. 167 162
Depot 143, inv.nr. 168 163
Depot 143, inv.nr. 169 164
Depot 143, inv.nr. 170 165
Depot 143, inv.nr. 171 166
Depot 143, inv.nr. 172 167
Depot 143, inv.nr. 173 168
Depot 143, inv.nr. 174 169
Depot 143, inv.nr. 175 170
Depot 143, inv.nr. 176 171
Depot 143, inv.nr. 177 172
Depot 143, inv.nr. 178 173
Depot 143, inv.nr. 179 174
Depot 143, inv.nr. 180 175
Depot 143, inv.nr. 181 176
Depot 143, inv.nr. 182 177
Depot 143, inv.nr. 183 151
Bijlage 2
Concordans van gratiedossiernummer naar nieuw inventarsinummer
Oud gratienr. Nieuw inv.nr.
G 490/273 100
G 490/751 98
G 490/1177 172
G 490/1227 169
G 490/1394 133
G 490/1892 85
G 490/1950 165
G 490/1998 103
G 490/2038 176
G 490/2364 139
G 490/2800 80
G 490/2878 95
G 490/2968 136
G 490/3021 109
G 490/3273 123
G 490/3287 86
G 490/3332 152
G 490/3441 104
G 501/214 143
G 501/640 147
G 501/867 137
G 501/1354 177
G 501/1685 89
G 502/194 118
G 502/1033 175
G 503/056 130
G 503/628 102
G 503/1095 156
G 503/1107 105
G 504/451 91
G 504/1300 131
G 511/817 146
G 511/848 149
G 511/901 164
G 511/948 157
G 511/1017 81
G 511/1240 166
G 512/364 148
G 512/436 142
G 512/743 144
G 512/754 162
G 512/1033 140
G 512/1034 117
G 512/1044 158
G 512/1045 132
G 512/1047 115
G 512/1049 99
G 512/1053 155
G 512/1054 160
G 512/1138 168
G 512/1141 90
G 512/1162 112
G 513/061 163
G 513/068 129
G 513/116 173
G 513/163 135
G 514/342 150
G 514/413 93
G 514/1288 161
G 521/038 138
G 521/296 83
G 521/457 114
G 521/547 127
G 521/850 78
G 522/096 170
G 522/502 174
G 522/639 110
G 522/791 77
G 522/843 126
G 522/886 159
G 523/328 113
G 523/375 88
G 523/558 87
G 523/627 121
G 524/023 92
G 524/221 145
G 524/764 111
G 524/900 97
G 531/017 116
G 531/714 94
G 532/919 154
G 541/573 141
G 544/469 167
G 552/663 82
G 563/326 125
G 573/334 79
G 573/336 108
G 573/338 134
G 574/209 171
G 593/561 84
G 742/214 151
Oud inv.nr.Nieuw inv.nr.Oud gratienr.Nieuw inv.nr.