Archief
Titel
1.05.06 Inventaris van de Collectie Verspreide West-Indische stukken, 1614-1875
Auteur
I.E. GuicheritVersie
02-05-2021
Copyright
Nationaal Archief, Den Haag
1989 cc0Beschrijving van het archief
Naam archiefblok
Verspreide West-Indische Stukken Verspreide West-Indische Stukken
Periodisering
oudste stuk - jongste stuk: 1614-1875
Archiefbloknummer
119Omvang
; 540 inventarisnummer(s) 6,25 meterTaal van het archiefmateriaal
Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands
Soort archiefmateriaal
Normale geschreven en gedrukte documenten. De stukken van vòòr ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.Archiefdienst
Nationaal ArchiefLocatie
Den HaagArchiefvormers
Westindische Compagnie, Kamer Amsterdam Westindische Compagnie, Kamer Maze Westindische Compagnie, Kamer Noorderkwartier Westindische Compagnie, Kamer Stad en Lande Westindische Compagnie, Kamer Zeeland Westindische Compagnie, Vergadering van Negentienen Westindische Compagnie, Vergadering van Tienen Commandeur ad interim en Raden van Essequebo Directeur-Generaal en Raden van Essequebo en Demerary Directie van de Sociëteit van Berbice Hervormde Gemeente te Paraiba, Brazilië Raad der Koloniën in West-Indië Weerstand, Jan Tymonsz.
Samenvatting van de inhoud van het archief
De Verspreide West-Indische Stukken vormen een zeer diverse collectie over de periode 17e-19e eeuw. Veel stukken hebben betrekking op het gebied dat onder octrooi viel van de West-Indische Compagnie. Een aanzienlijk deel van de collectie handelt over de Kust van Guinea, met name over de handel en scheepvaart op Essequibo en Demerary. Er zijn ook stukken over Curaçao, St. Eustatius, St. Maarten, Berbice, Brazilië en Nieuw-Nederland (Manhattan). Hoofdonderwerpen zijn de slavenhandel, beheer van plantages en het koloniaal bestuur. Tevens zijn er allerhande stukken over de Kamers van de WIC.Archiefvorming
Geschiedenis van het archiefbeheer
De verzameling Verspreide West-Indische Stukken (VWIS) is door toeval ontstaan. Na de dood in 1907 van de adjunct-archivaris van het ARA, Mr. A. Telting, die het beheer heeft gehad over de archieven van de Westindische koloniën, vond men deze stukken in zijn kast. Hij had ze uit verschillende Westindische archieven gehaald maar verzuimde ze terug te plaatsen. Dr. J. de Hullu, de opvolger van Mr. Telting, begon in 1908 met het inventariseren van de stukken en trachtte de oorspronkelijke vindplaatsen van de archieven te achterhalen. In een N.B. bij de index die hij op de verzameling vervaardigde, stelt hij:
"Vermoedelijk zijn deze stukken vroeger in de West-Indische archieven ondergebracht geweest en daar naderhand weder door Mr. Telting uit afgezonderd en in deze verzameling bijeengebracht."
Van verreweg het grootste deel van de stukken lukte het De Hullu niet de herkomst te bepalen, getuige een verslag van de vorderingen in "Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven" (VROA) van het jaar 1909, blz. 17. Van de 1074 nummers kon De Hullu toen van slechts 262 de herkomst met zekerheid vaststellen. Men besloot een plaatsingslijst te maken. In 1911 beëindigde Dr. de Hullu zijn beschrijving van de collectie Verspreide West-Indische Stukken. De oude plaatsingslijst Verspreide West-Indische Stukken nr. 10506 is hiervan de gestencilde neerslag. Daarnaast maakte hij de onvolledige Index Verspreide West-Indische Stukken nr. 74.
In het jaar 1978 maakte Ch. van Marle in het kader van de herinventarisatie van de archieven van de Tweede West-Indische Compagnie een klad-concordans van de verzameling VWIS. Haar klad-concordans deelde Van Marle als volgt in:
In de eerste kolom vermeldt zij de nummers van de stukken, in de tweede het onderwerp waar de stukken betrekking op hebben en/of soms het archief waar de stukken naar overgebracht moeten worden. In de derde kolom tenslotte vermeldt zij de archieven met (niet altijd) de archiefnummers waarheen de stukken zijn overgebracht of naar toe overgebracht dienen te worden. Tevens geeft zij in die kolom aan welke stukken vermist worden.
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend
Het archief is bij Koninklijk Besluit of ministeriële beschikking overgebracht.
Inhoud en structuur van het archief
Verantwoording van de bewerking
De klad-concordans van Van Marle en de plaatsingslijst van De Hullu hebben als basis gediend voor het tot stand komen van deze nieuwe bijgewerkte plaatsingslijst en concordans van de Verspreide West-Indische Stukken. In de nieuwe plaatsingslijst staan de stukken vermeld die zich op dit moment in de verzameling Verspreide West-Indische Stukken in het depot van het ARA bevinden. Daarbij bevinden zich ook stukken die niet op de plaatsingslijst van De Hullu voorkomen of door Van Marle alsnog achter in haar klad-concordans beschreven zijn, maar die wel in de verzameling VWIS in het depot aanwezig zijn. Deze stukken, in totaal zeventien, zijn door mij beschreven en aangegeven met I.G.. Vaak kregen zij een nieuw nummer, meestal door toevoeging van een asterisk of een extra cijfer aan het bestaande nummer. Deze wijze van nummering werd ook toegepast bij stukken waarvan Van Marle opgeeft dat zij naar andere archieven overgebracht zijn, maar waarvan bij controle nog stukken in het archief VWIS actergebleven bleken te zijn.
Van niet alle stukken die volgens opgave van Van Marle reeds overgebracht zijn naar andere archieven kon worden nagegaan of zij daadwerkelijk in de bewuste archieven terechtgekomen zijn. Dit omdat er geen concordans van die archieven bestaat of omdat er geen beschrijving van de stukken in de plaatsingslijst voorkomt of omdat de stukken zo algemeen beschreven zijn dat het moeilijk is met zekerheid te zeggen of de stukken die overgebracht zijn daaronder vallen. Achter de nummers van al deze stukken staat in de nieuwe concordans in de kolom `Overgebracht naar' een vraagteken. Kwamen de stukken niet meer in de verzameling VWIS voor en kon niet met zekerheid worden vastgesteld of zij in een ander archief terechtgekomen waren of simpelweg zijn kwijtgeraakt, dan is er zowel in de kolom `Overgebracht naar' als in de kolom `Vermist' een vraagteken geplaatst. Staat er slechts in de kolom `Vermist' een vraagteken dan is het stuk vrijwel zeker vermist.
De kolom `Onderwerp/archief' is vrijwel geheel gebasseerd op de aantekeningen van Van Marle. Zij geeft daar het onderwerp waar de stukken betrekking op hebben of het archief waar de stukken die nog in het archief VWIS zitten naar toe overgebracht dienen te worden. Vaak geeft zij behalve het archief ook een onderdeel van dat archief aan, bijvoorbeeld 2e WIC (KZ), waarmee dan wordt bedoeld: de Kamer Zeeland van de Tweede West-Indische Compagnie. Was zij er niet zeker van of een bepaald stuk naar het archief dat zij opgaf overgebracht diende te worden, dan plaatste zij een vraagteken achter de naam van dat archief. In de nieuwe concordans is achter de nummers van stukken waarvan Van Marle de herkomst nog niet vastgesteld heeft in de kolom `Onderwerp/archief' een kruisje geplaatst om aan te geven dat deze stukken zich wel in het archief VWIS bevinden, maar nog niet gedetermineerd zijn. Dit gebeurde eveneens bij de stukken die door mij, I.G., beschreven zijn. Bij het uiteindelijk bepalen van de herkomst van de stukken die nog in het archief VWIS zitten, dienen de aanwijzingen van Van Marle met de nodige voorzichtigheid beschouwd te worden.
Aangezien Van Marle eveneens bezig was met het herinventariseren van de archieven van de Tweede West-Indische Compagnie heeft zij tweeenveertig stukken van de VWIS alvast een plaatsje toegekend in de helaas niet afgekomen inventaris. Van deze stukken, waarnaar zij in de concordans verwijst, kon van vierentwintig worden nagegaan dat zij daadwerkelijk opgenomen zijn in haar inventaris. Deze zijn: VWIS 108, 117, 123, 127, 130, 325, 329, 330, 464, 471, 477, 580, 606, 677, 757, 879, 889, 925, 983, 1146, 1168, 1168*, 1169 en 1170.
Als basis voor Van Marle's inventaris van de Tweede West-Indische Compagnie hebben onder andere gediend de inventarissen uit 1974 van twee onderdelen van dit archief, namelijk die van de Kamer Zeeland door Y.S.M. de Haan en die van de Kamer Amsterdam door R.M.E. Raaff. Zowel De Haan als Raaff namen alvast beschrijvingen van stukken van de VWIS in hun inventaris op en voorzagen die van een nieuw nummer. In de inventaris van De Haan komen de volgende VWIS-stukken voor: 74*, 138, 161, 325, 329, 330, 606, 879, 888, 889, 894, 983. In de inventaris van Raaff de VWIS-stukken: 333 en 1182.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
- Creëer een account of log in.
- Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
- Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Verspreide West-Indische Stukken, nummer toegang 1.05.06, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Verspreide West-Indische Stukken, 1.05.06, inv.nr. ...
Verwant materiaal
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar
Bijlagen