Keti Koti: afschaffing slavernij

1 juli 2021

Op 1 juli 1863 klinken in Paramaribo en in Willemstad 21 kanonschoten en zijn de slaafgemaakten vrij. Keti Koti: de ketenen zijn gebroken. Op die dag wordt de slavernij in Suriname en op de Nederlandse Caribische eilanden afgeschaft. Keti Koti wordt op dit moment in Nederland lokaal herdacht en gevierd. Om jaarlijks landelijk aandacht aan het Nederlands slavernijverleden te geven, stellen de burgemeesters van de vier grote steden voor om van 1 juli een nationale feestdag te maken. Ook is een petitie gestart om dit te realiseren.

Nog niet vrij

Echt vrij zijn de slaafgemaakten in Suriname in 1863 niet. Ze moeten nog tien jaar lang verplicht op contractbasis voor een plantage-eigenaar werken om de plantage-economie overeind te houden. Pas in 1873 zijn de voormalige slaafgemaakten helemaal vrij. Nederland had niet alleen slaafgemaakten op plantages in koloniën maar ook een aandeel in de internationale slavenhandel. 

West-Indische Compagnie 

Op 3 juni 1621, is de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. De compagnie krijgt van de Staten-Generaal het monopolie op de handel en kaapvaart in het Atlantische gebied. Dat betekent dat de WIC naast het drijven van handel, gebieden mag veroveren en vijandelijke schepen mag aanvallen om de lading buit te maken. In 1628 kaapt Piet Hein namens de WIC de Spaanse zilvervloot in de Cubaanse baai van Matanzas. Het levert de Republiek naast zilver ook goud, parels, huiden, suiker en kostbare kleurstoffen op. Een deel van deze opbrengst wordt gebruikt in de strijd tegen Spanje bij het beleg van ‘s-Hertogenbosch in 1629. 

Veroveringen en slavenhandel

Het lukt de WIC Portugese en Spaanse (delen van) koloniën in Noord- en Zuid Amerika in handen te krijgen. Naast het stichten van landbouwnederzettingen gaat de WIC zich bezighouden met de handel in slaafgemaakten. In 1634 verovert de WIC Curaçao op de Spanjaarden. Met deze natuurlijke haven heeft de WIC een belangrijk steunpunt voor de kaapvaart en handel in het Caribisch gebied. In 1637 verliest Portugal fort Elmina in Ghana aan de WIC. De Hollanders maken er een gevangenis voor slaafgemaakten van. Elmina wordt het hoofdkwartier van de WIC in West-Afrika.

Driehoekshandel

De WIC doet mee aan de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika. Vanuit West-Europa vertrekken schepen met handelswaar als geweren, aardewerk, metalen, textiel, buskruit en ijzer naar West-Afrika. Daar ruilen ze hun handel voor goud, ivoor en slaafgemaakten. Daarna varen de schepen volgestouwd met slaafgemaakten naar Noord-Amerika of het Caribisch gebied. Een overtocht onder de meest vreselijke omstandigheden die veel slaafgemaakten het leven kost. De overlevenden worden op slavenmarkten verhandeld om op plantages of in mijnen te werken. De Curaçaose slavenmarkt groeit uit tot het centrum van de Caribische handel in slaafgemaakten. Met het geld dat de slaafgemaakten opbrengen, koopt de WIC plantageproducten als rietsuiker, koffie en katoen en vervoert die naar Europa.

Einde

In totaal zijn er ongeveer 11 à 12 miljoen mensen verhandeld. Nederland is verantwoordelijk voor de handel van ongeveer 600.000 slaafgemaakten. De eerste of oude WIC gaat in 1674 failliet maar wordt nog opgevolgd door de Tweede WIC. Uiteindelijk gaat het omstreden bedrijf in 1791 roemloos ten onder. 
Nederland is in 1863 een van de laatste landen in Europa die de slavernij afschaft. De verstrekkende gevolgen van de slavernij werken tot op de dag van vandaag door.

Informatie over slavernijverleden en slaafgemaakten

Wie meer wil weten over (de afschaffing van) slavernij of informatie zoekt over de vrijgelaten slaafgemaakten of hun eigenaren vindt in verschillende zoekhulpen over slavernij uitleg hoe u deze informatie online kunt vinden. 
Bent u op zoek naar slaafgemaakte voorouders in Suriname? Bekijk dan de zoekhulp Suriname: slavenregisters.
Of zoekt u slaafgemaakte voorouders uit Curaçao? Bekijk dan de zoekhulp Curaçao slaven- en emancipatieregisters.