In de zoektocht naar duurzame toegankelijkheid van informatie valt regelmatig het begrip Design Thinking. Design Thinking is een benadering om zinnig met complexe vraagstukken om te kunnen gaan, door een andere logica te gebruiken. We spreken daarbinnen steeds vaker over ‘VUCA-vraagstukken'. Anna Snel, bestuurslid van de VUCA Academy, vertelt er over in OD-magazine oktober-november.
Design Thinking is gericht op complexe vraagstukken. Hiervoor is samenwerking nodig tussen verschillende kennisgebieden. Bij Design Thinking staat de mens centraal. Dat kunnen collega’s, klanten of eindgebruikers zijn. Als Design Thinker hoef je zelf niet alle antwoorden te geven, maar probeer je de juiste vragen te stellen. Dat kan met de VUCA-aanpak. VUCA staat voor Volatile (vluchtig/veranderlijk), Uncertain (onzeker) Complex en Ambiguous (dubbelzinnig/ambigue).
Een andere logica
Zeker informatie-intensieve organisaties kunnen Design Thinking goed gebruiken. Want ze hebben dagelijks te maken met snelle en vluchtige veranderingen. Met het feit dat schijnbaar kleine gebeurtenissen enorme gevolgen kunnen hebben. Dat zaken steeds meer vervlochten raken en daarmee steeds complexer worden. En met de ambigue wereld van alternatieve feiten en fake news. Design Thinking geeft ons opties om met deze vraagstukken aan de gang te gaan door kritisch te kijken naar onze vooronderstellingen en logica.
Complexiteit: weet je wat het vraagstuk is?
Design Thinking start altijd bij de mens. De informatieprofessional dient zich eerst af te vragen wie nu eigenlijk concreet het probleem ervaart. Vervolgens probeer je je in te leven in het probleem, door die mensen bijvoorbeeld te interviewen, een dagdeel met ze mee te lopen, het product of de dienst waar het om gaat zelf uit te proberen, en/of mee te kijken als ze een bepaalde taak uitvoeren.
Ambiguïteit: welke kennis heb je nodig?
Als dingen ambigu zijn, geven we er vaak een betekenis aan die ons goed uitkomt. Het probleem daarvan is dat we dan een tunnelvisie krijgen en niet weten of onze kennis wel de juiste is om het vraagstuk aan te pakken. Je moet dus over grenzen heen kijken en leren van andermans perspectieven en inzichten. Er is een andere insteek nodig. De oude logica van specialistische expertise binnen een bepaald vakgebied moet aangevuld worden met een nieuwe logica van samenwerking tussen verschillende disciplines en perspectieven. Samenwerken met andere disciplines is essentieel.
Volatiliteit: weet je waar het heen gaat?
Volatiele vraagstukken kunnen alle kanten op gaan. Verandering is de constante. Als we bij een interventie de mens centraal stellen, moeten we eerst checken of de wereld niet alweer veranderd is en of onze plannen nog wel bij de nieuwe situatie passen. Kleine stapjes en iteratief werken kan uitkomst bieden. Het gaat erom dat je de ideeën en oplossingsrichtingen die je hebt bedacht tastbaar maakt. Op die manier kun je er makkelijker over communiceren met de mensen van wie je feedback wil hebben. En kun je ze andere vragen stellen. Zij kunnen op hun beurt makkelijker aangeven wat ze tot nu toe van je idee vinden en wat er nog beter kan of moet. Daarmee kun je je prototypes dan weer verbeteren.
Onzekerheid: wat kun je nog met termen als opschalen en uitrollen?
Bij de meeste theorieën stopt het designproces als er een prototype ligt dat getest is. Voor VUCA-vraagstukken is dit lastiger. Die kun je niet mooi tentoonstellen op een site of in een etalage en verwachten dat iedereen het wel zal snappen en kopen. Informatieprofessionals hakken al langer met dit bijltje en weten dat wat je zendt en wat de ander ontvangt wel eens heel verschillend kan zijn. Dat maakt het ook zo onzeker, want jij weet niet van tevoren wie welk deel van jouw boodschap op welke manier gaat interpreteren. Een ding is in ieder geval wel zeker: in je eentje ga jij het VUCA-vraagstuk niet oplossen. Dus je zult anderen moeten betrekken en meenemen.
Lees het volledige artikel Design Thinking: Een andere logica van Anna Snel in de OD oktober-november 2018.