In Ridderkerk bevindt zich een van de best bewaarde buitenplaatsen van Nederland: Huys ten Donck. Bijzonder is dat Huys ten Donck nog steeds in bezit is van een nakomeling van Otto Groeninx van Zoelen, die het ooit liet bouwen.
In 1676 komt het kasteel dat ooit op dezelfde locatie stond in bezit van de familie Van Zoelen. Catharina van Zoelen erft het huis in 1698 en brengt het in als bruidsschat wanneer zij in 1702 trouwt met Cornelis Groeninx. De zoon uit dit huwelijk, Otto Groeninx van Zoelen, besluit in 1746 het bouwwerk af te breken en te vervangen door het buitenhuis dat er nu nog staat. Dat hij bewindhebber is van de VOC, laat hij doorwerken in de architectuur van het huis, door het de verhoudingen van een VOC-schip te geven. Andersom wordt ook een VOC-schip vernoemd naar het huis. Het schip Huys ten Donck wordt gebouwd in Rotterdam en wordt talloze malen ingezet door de VOC voor reizen van en naar Batavia, Ceylon en Bengalen.
Via een andere tak stamt de familie Groeninx van Zoelen af van Hugo de Groot, die begin zeventiende eeuw samen met Johan van Oldenbarnevelt de juridische structuur van de naamloze vennootschap bedenkt en zo aan de wieg staat van de VOC. Dezelfde juridische basis geldt nog steeds in multinationals van vandaag de dag.
Nakomeling Catharina Groeninx van Zoelen woont nog steeds in Huys ten Donck. In de jaren ’80 besluiten haar ouders het huis op speciale momenten open te stellen voor publiek, om zo een maatschappelijke functie te vervullen. Dit idee wordt nog steeds gehandhaafd. Catharina Groeninx van Zoelen ziet drie historische lijnen samenkomen in Huys ten Donck: de eigen familiegeschiedenis, het VOC-verleden en de band met het koningshuis. Net als in de tijd van Otto Groeninx van Zoelen stelt zij dat Huys ten Donck een plek kan zijn waar ondernemers, professionals en talenten elkaar ontmoeten.