In de 19e eeuw wordt in de archieven een brief van Pieter Schaghen uit 1626 ontdekt. Schaghen schrijft in de brief over de aankoop van het eiland ‘Manhattes’, het huidige Manhattan. ‘Manhattes’ is een verbastering van de oorspronkelijke naam van dit eiland: Manahahtáanung. Op dit eiland wonen de Lenni-Lenape, die zich ook wel Delaware noemen. Duizenden jaren bevolken zij een groot gebied in het oosten van Noord-Amerika.
Vele heuvels
In het Algonquian-Munsee betekent Manahatta ‘vele heuvels’. Het eiland is rijk aan flora en fauna, zodat de Lenape voldoende hebben om van te leven en te handelen met andere volken. Net als overal ter wereld, vindt de handel vooral plaats langs grote rivieren. De handel van de Lenape vindt plaats bij de Shatemuc, dat later door de Britse kolonisten de Hudson-rivier wordt genoemd.
Matriarchale samenleving
De Lenape samenleving is matriarchaal, wat betekent dat vrouwen de grote beslissingen nemen. Ook voegen man en kinderen zich bij de familie van de vrouw, in tegenstelling tot de West-Europese patriarchale cultuur waarin dit precies andersom gebeurt.
De eerste Europese kolonist die Manahahtáanung bereikt is de Italiaan Giovanni da Verrazzano in 1524. Hierop volgt, werkzaam voor de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), de Britse Henry Hudson in 1609. Dit luidt het begin van de handel tussen de Lenape en Europeanen in.
Inname van Manahahtáanung
Tot 1626 is er sprake van een stabiele handelsrelatie; de Europeanen hebben vooral interesse in beverbont, dat zij verkrijgen in ruil voor onder andere wapens, wol en linnen. In 1626 nemen Nederlandse kolonisten Manahahtáanung in en creëren er een ommuurde vestiging om de oorspronkelijke bevolking en de Britten buiten te houden. Binnen 10 jaar is 90% van de Lenape bevolking vermoord of ontheemd. De Nederlandse kolonisator is duidelijk de aanstichter van dit leed. Zij brengen ziektes met zich mee, moorden Lenape uit of dwingen hen te migreren.
De brief van Pieter Schaghen is geschreven in Amsterdam en gericht aan de Staten-Generaal. Het is een zeldzame bron over de veranderende verhouding tussen de Nederlanders en de Lenape. Schaghen noemt de aankomst van het schip ’t Wapen van Amsterdam, dat is teruggekeerd uit de gebieden die bewoond worden door de Lenape en andere volkeren. Dit gebied wordt al snel ‘Nieuw-Nederland’ genoemd door de Nederlandse kolonisten.
"t'eylant Manhattes"
Schaghen bericht aan de Staten-Generaal wat hij gehoord heeft van de bemanning van het schip. Hij schrijft dat het goed gaat met de kolonisten in ‘Nieuw-Nederland’, dat er kinderen zijn geboren en dat er is geoogst. Halverwege de brief meldt Schaghen: “hebben t'eylant Manhattes van de wilde gekocht, voor de waerde van 60 gulden”.
Het is een mythe die tot de dag van vandaag nog volop leeft: de Nederlanders zouden het eiland Manahahtáanung voor 60 gulden hebben gekocht van de Lenape. In 1844 rekent John Romeyn Brodhead om dat dat het equivalent van 24 dollar moet zijn. De Schaghenbrief is de bron die leven heeft gegeven aan deze mythe. Het verhaal klopt om meerdere redenen niet.
Eenzijdig verslag
Allereerst is het belangrijk om op te merken dat dit een zeer eenzijdig verslag is van een gebeurtenis: we lezen over de gebeurtenis zoals de Nederlanders deze hebben meegemaakt en geïnterpreteerd. Bovendien is Schaghen zelf niet aanwezig bij het sluiten van de deal en de bemanning van het schip wellicht ook niet. Het verhaal heeft dus al een hele weg afgelegd voordat het op papier belandt, wat de bron minder betrouwbaar maakt.
Grondbezit
Daarnaast is het belangrijk om te realiseren dat er in de Lenape cultuur geen sprake is van grondbezit. Zij leven op en van de grond, maar zien deze niet als hun bezit en verkopen deze zodoende niet.
Er is dus geen sprake van een verkoop van dit gebied, hoewel Pieter Schaghen en de bemanning van ’t Wapen van Amsterdam hier wellicht anders over denken. Het is de vraag wat er wél overeengekomen is tussen de Lenape en de Nederlanders. Het is mogelijk dat de Lenape de Nederlanders ermee de pacht van het land of een veilige vrijgeleide door het gebied geven.
Overeenkomst met Lenape mannen
Tot slot vertelt de Lenape overlevering dat de Nederlandse kolonisten de overeenkomst sluiten met Lenape mannen, terwijl de vrouwen de belangrijke beslissingen nemen en deals sluiten met andere volkeren, waaronder de kolonisten.
Een schadelijk narratief
Vooraanstaande Lenape wijzen erop dat het herhalen van het verhaal over de ‘aankoop’ van Manahahtáanung schadelijk is. Hierdoor lijkt het alsof de Nederlanders vanaf 1626 de echte eigenaren van de grond zijn, met goedkeuring van de Lenape. Maar dit is dus niet het geval.
In het verhaal worden de Lenape bovendien vaak gepresenteerd als naïeve ‘wilden’ (zoals zij ook in de Schaghenbrief worden genoemd), die om de tuin geleid worden door de Nederlandse kolonisten of simpelweg de overeenkomst niet begrijpen. Dit versterkt het stereotiepe en onjuiste beeld dat de oorspronkelijke bevolking van Noord-Amerika minder beschaafd en intelligent is dan de Europeanen, en dat dit tot hun ondergang heeft geleid.
Date 5 november 1626[1]
Receptum 7 november 1626[2]
1 Hooghe Moghende Heeren
2 Hier is ghister ’t Schip ’t wapen van Amsterdam
3 aengekomen ende is den 23en September uyt Nieu Neder-
4 lant gezeylt uyt de Rivier Mauritius. rapporteren
5 dat ons volck daer kloec is ende vreedigh leven
6 hare vrouwen hebben ooc kinderen aldaer gebaert
7 hebben ’t eylant Manhattes van de wilde gekocht, voor
8 de waerde van 60 gulden. Is groot 11000 morgen.
9 hebben der alle koren half mey gezeyt, ende half
10 augusto gemayd. daer van zeyndende munsterkens[3]
11 van zomer-koren, als taruw[4], Rogge, garst, haver
12 boucweyt, knarizaet, boontjens ende vlas.
13 Het Cargasoen van ’t voorschreven schip is
14 7246 bevers vellen
15 178½ Otters vellen
16 675 Otters vellen
17 48 Mincke vellen
18 36 Catlo[e]s[5]-vellen
19 33 Mincken
20 34 Rattevellekens.
21 Veel eycken balcken, ende Noten-hout.
22 Hier mede
23 Hooghe Moghende Heeren, zijt den Almogende
24 in genaden bevolen.
25 In Amsterdam den 5en november anno 1626.
26 Uwe Hooghe Mooghende Dienstwillighe
27 P. Schaghen[6]
[1] De dubbele punt staat hier voor het stukje dat in de regel er onder wel is opgeschreven: november 1626.
[2] Deze manier van datering is typisch voor het archief van de Staten-Generaal. Het eerste (‘date’) geeft de datering van de briefschrijver zelf weer, het tweede (‘receptum’) de datum van ontvangst van de brief. Een derde mogelijkheid, die op dit stuk niet voorkomt, is ‘lectum’ wat zo veel als gelezen op of behandeld op betekent.
[3] ‘daer van zeyndende munsterkens’: daarvan heeft men monsters opgestuurd.
[4] Kijk en vergelijk: t a r u w (w als in ‘waerde’ [r.8] en ‘boucweyt’ [r.12]).
[5] ‘Catlo[e]s’: de e is doorgestreept. ‘Los’ is verouderd Nederlands voor 'lynx'; in verschillende documenten betreffende Nieuw Nederland tref je het woord cat(t)elos(s)en aan.
[6] Petrus (Pieter) Schagen was door de Staten-Generaal in 1626 als gecommitteerde voor de West-Indische zaken naar de Heren XIX te Amsterdam afgevaardigd.
Onderstaande gegevens zijn nodig om de archiefstukken op te vragen in het Nationaal Archief. Gedigitaliseerde stukken kunnen in hoge kwaliteit gedownload worden.
Schaghenbrief (1626)
Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, (1431) 1576-1796.
1.01.02, inventarisnummer 5751B.
Met transcriptie.
Literatuur
Ann Vettikkal - The Lenape of Manahatta: A Struggle for Acknowledgement
Official Web Site of the Delaware Tribe of Indians