Overwinteren op Nova Zembla (1597)

Scheepsjournaal over de ontdekkingstocht naar het noorden
 

Alles uitklappen

De Nederlanders doen eind 16e eeuw verschillende pogingen om via het noordelijke poolgebied naar Azië te varen. Met zo’n nieuwe route kunnen ze de Portugezen te slim af zijn. In 1596 gaan twee schepen vanuit Amsterdam op weg; op het ene is Jan Cornelisz. Rijp de schipper, op het andere Jacob van Heemskerck. De leiding van de expeditie is in handen van Willem Barentsz.

De schepen raken spoedig verzeild tussen de ijsschotsen. Rijp besluit terug te keren naar Amsterdam, maar Van Heemskerck en Barentsz. gaan door. In september 1596 blijven zij echter steken op Nova Zembla.

Er zit niets anders op dan te wachten tot het ijs smelt in een van drijfhout gebouwd huis: het Behouden Huys. Na negen maanden kunnen ze dan eindelijk de terugreis naar de bewoonde wereld wagen. Al een week na het vertrek met een sloep sterft Barentsz. Uiteindelijk komen twaalf van de zeventien overwinteraars veilig thuis in de Republiek.

Diverse objecten van deze hachelijke onderneming zijn terug gevonden op Nova Zembla en worden nu bewaard in het Rijksmuseum.

Archief van Johan van Oldenbarnevelt, 3.01.14, inventarisnummer 3058