Op 4 mei herdenken we de oorlogsslachtoffers en op 5 mei vieren we de vrijheid. In de kortgeleden vrijgevallen stukken uit het Oorlogsarchief van het Nederlandse Rode Kruis vinden we beide facetten van de Tweede Wereldoorlog terug.
Lijsten en dodenboeken
De lijsten en dodenboeken met gedeporteerde Joden en politieke gevangenen die de oorlog niet overleefden vormen het merendeel van het openbare deel van het Oorlogsarchief. Er zijn ook lijsten met in mei 1940 gesneuvelde Nederlandse militairen. Niet alleen hun naam, rang, legeronderdeel en geboortedatum zijn genoteerd. Ook is te lezen waar en aan welke verwondingen ze overleden. Daarnaast is opgeschreven waar ze zijn begraven. Met al die lijsten komen de oorlogsslachtoffers heel dichtbij.
Kamp Westerbork bevrijd
Canadezen bevrijden Westerbork op 12 april 1945. In het kamp bevinden zich dan nog ongeveer honderd ‘gewone’ gevangenen en 850 Joden. In de vrijgevallen stukken over kamp Westerbork, zitten ook exemplaren van De Westerborker. Een krantje dat enkele maanden vanaf de bevrijding in kamp Westerbork verschijnt.
De Westerborker
De eerste Westerborker dateert van 17 april 1945. ‘Thans zijt gij vrij uit de greep van den bezetter’, zo opent het krantje. Maar niemand mag het kamp dan verlaten. Het is nog te gevaarlijk door alle oorlogshandelingen. Het blaadje doet uitgebreid verslag, ontleend aan de BBC, van alle oorlogsfronten; in Nederland en daarbuiten.
De Westerborker wijdt verder veel berichten aan de organisatie van het kampleven; openingstijden van het postkantoor, badhuis, kantine en watervoorziening, reparaties van schoenen en kleding, sportmogelijkheden, godsdienstoefeningen en het fluitsignaal om 8.00 uur precies als begin van het werk. Op zaterdag- en zondagmiddag mag er buiten het kamp gewandeld worden.
Blijven werken
Ambtenaar A. van As, die al jaren in het kamp werkt, is benoemd tot Kamp-Intendant. Hij is teleurgesteld in de kampbewoners. Hij schrijft in De Westerborker dat ‘allen beloofd zouden hebben voor de instandhouding van het kamp te blijven werken’. Maar lang niet iedereen doet dat. Van de 80 dames die in de aardappelkeuken moesten werken zijn er maar 50 op komen dagen. En hij zag gezonde mannen in de werkuren aan de wandel. Van As dreigt de namen van degenen die zich aan hun gemeenschapsplichten onttrekken in de kampkrant te publiceren.
5 mei Nederland bevrijd
Op 5 mei verschijnt no. 17 van De Westerborker. ‘Het einde der Duitsche legers – de vrijheid voor ons.’ Het krantje roemt degenen die van 10-14 mei 1940 vochten, de ondergrondse werkers, de bevrijders, de honderdduizenden huisvrouwen die hun huishoudingen gaande wisten te houden. Ook worden de gevallenen voor het land en de slachtoffers van de terreur der bezetting herdacht. Op 8 mei is er een bal in de grote zaal van kamp Westerbork, van 19.30 tot 22.30 uur, wanneer het licht uitgaat.
De Joodse slachtoffers worden rond die tijd niet expliciet genoemd in De Westerborker, over hun lot is dan nog weinig bekend. 26 april is een inlichtingenbureau in Westerbork opgericht om informatie te geven, onder meer over Joden die via Westerbork zijn gedeporteerd.
NSB’ers in Westerbork
Vanaf 24 april komen een paar honderd NSB’ers in kamp Westerbork terecht. In De Westerborker van 5 mei worden vrijwilligers gevraagd voor de visitatie van NSB’ers. Een deel van de bevrijde Joden krijgt de taak de geïnterneerde NSB’ers te bewaken. Een wrange opdracht die soms ook met excessief geweld gepaard gaat. Kortom, 5 mei betekent nog geen pais en vree in kamp Westerbork.
In de maanden die volgen verlaten de Joden het kamp. Tot 1 december 1948 is Westerbork het interneringskamp voor NSB’ers, SS’ers en andere van collaboratie verdachte personen.
Nationaal Archief
2.19.322 Nederlandse Rode Kruis: Informatiebureau: eigen archief, inv.nr. 623-625
2.19.296 Nederlandse Rode Kruis: Kamp Westerbork, inv.nr. 681