Terug naar zoekresultaten

2.19.322 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau: eigen archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.322
Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau: eigen archief

Auteur

Het Nederlandse Rode Kruis en het Nationaal Archief

Versie

12-08-2024

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2019 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau: eigen archief
NRK - Informatiebureau: eigen archief

Periodisering

archiefvorming: 1939-2012
oudste stuk - jongste stuk: 1909-2012

Archiefbloknummer

I28571

Omvang

2950 inventarisnummer(s) 134,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in heten een deel is in het,en het.
Nederlands
Engels
Frans
Duits

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nederlandse Rode Kruis / Informatiebureau (1914-1998)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bestaat voor een groot deel uit gefragmenteerd en gemengd archiefmateriaal. Het archiefmateriaal is door het NRK verzameld en gebruikt om - zo ver mogelijk - voor alle vermisten de verblijfplaats of de plaats en datum van overlijden vast te stellen. Het bevat o.a. correspondentie tussen het Netherlands Tracing Mission (NTM) en het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis (IB) en soms ook andere opsporingsinstanties. In de bijlagen staat informatie over geïnterneerden en vermisten opgemaakt door diverse hulporganisaties cq. opsporingsbureaus. Verder bevat het archief informatie afkomstig van andere regionale afdelingen van het Nederlandse Rode Kruis. Daarnaast bevat het eigen archief informatie over de organisatie zoals jaarverslagen, correspondentie, beleidsstukken en stukken over huisvesting en personeel.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis
De vereniging Nederlandse Rode Kruis (NRK) is in 1867 opgericht met als doelstelling:
"In tijd van oorlog, het lot van den gekwetsten en zieken krijgsman door persoonlijke diensten en stoffelijke hulpmiddelen te helpen verzachten, ook dan, wanneer hare hulp wordt gevraagd door oorlogvoerende natiën, terwijl Nederland in den oorlog niet betrokken is; In tijd van vrede, zich uitsluitend tot die taak voor te bereiden, om daarvoor steeds gereed te zijn."
In 1909 krijgt het NRK bij Koninklijk Besluit de aanvullende opdracht om bij mobilisatie een informatiebureau voor zieken en gewonden in te richten.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog voert het Informatiebureau (hierna: IB) voor de eerste keer de werkzaamheden van deze oorlogstaak uit. Primair bestaat de taak uit het inwinnen en uitwisselen van informatie over militairen, krijgsgevangenen en geïnterneerden. Daarnaast levert het IB hulppakketten aan krijgsgevangenen en sociale zorg aan hun verwanten.
Het takenpakket van het IB groeit in de loop der jaren en dat is aanleiding om in 1936 het IB in vier afdelingen te verdelen: ( Verslag van het Nederlandse Roode Kruis gedurende de periode augustus 1939 december 1940 )
  1. Afdeling I: Belast met aangelegenheden omtrent Nederlandse militairen;
  2. Afdeling II: Belast met aangelegenheden omtrent militairen van vreemde nationaliteit;
  3. Afdeling III: de Gravendienst, onder andere belast met de identificatie van onbekende gesneuvelden;
  4. Afdeling IV: Belast met het zenden van pakketten aan krijgsgevangenen, geïnterneerde burgers en gijzelaars.
Daarnaast heeft het IB een algemeen secretariaat en een staf voor de financiële administratie.
Vanwege de groeiende internationale spanningen stelt het NRK het IB op 29 augustus 1939 opnieuw in werking. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nemen de werkzaamheden van het IB explosief toe. Het IB richt zich op militairen maar er blijkt ook behoefte aan informatie over burgers. In juni 1940 richt het IB daarom het Correspondentiebureau en de Inlichtingendienst voor Burgers op. ( Het correspondentiebureau probeerde contact tussen burgers in Nederland en burgers in het buitenland mogelijk te maken. Het Inlichtingenbureau behandelde vragen betreffende Nederlandsche vluchtelingen, Nederlanders in het buitenland en opvarenden van Nederlandse koopvaardijschepen. ) Deze diensten staan los van het IB maar zijn er wel nauw mee verbonden. Tijdens de oorlog blijken er toch nog groepen geïnterneerden en gevangen te zijn die niet voorkomen in de instructie van het IB. Daarom richt het IB in mei 1943 de Afdeling V op. Deze afdeling gaat zich bezighouden met bijzondere aangelegenheden, zoals het verstrekken van inlichtingen over personen in gevangenissen. ( Het Nederlandse Rode Kruis (1867-1967) door G.M. Verspyck ) Na de oorlog stelt het IB nieuwe afdelingen in om de informatiestromen beter te kunnen verwerken: ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 door J. van de Vosse )
  1. Afdeling A: Belast met aangelegenheden betreffende Nederlandse militairen (inclusief Nederlanders in geallieerde dienst).
  2. Afdeling B: Belast met aangelegenheden betreffende vreemde militairen (inclusief Nederlanders in Duitse dienst).
  3. Afdeling C: Belast met aangelegenheden betreffende Nederlandse burgers.
  4. Afdeling D: Belast met aangelegenheden betreffende vreemde burgers.
  5. Afdeling Gravendienst: Belast met de registratie van oorlogsgraven.
Na de capitulatie van Japan houdt Afdeling A zich bijna alleen nog maar bezig met de Nederlandse militairen in en rond Nederlands-Indië. Het blijkt ook praktischer alle zaken met betrekking Nederlands-Indië door dezelfde afdeling uit te laten voeren. Dit wordt voortaan gedaan door Afdeling A. De nog lopende zaken over Nederlandse militairen in Europa worden door afdeling A overgedragen aan Afdeling C. Eind 1945 worden ook de taken van Afdeling D bij Afdeling C gevoegd.
In de eerste jaren na de oorlog bestaat de taak van het IB voornamelijk uit het vaststellen van het lot van weggevoerde personen. Op 12 september 1945 wijst het NRK het IB dan ook aan als National Tracing Bureau. Ook andere instanties houden zich met opsporing bezig wat het opsporingswerk niet ten goede komt. In 1946 besluit de regering daarom de opsporingstaak te centraliseren bij het IB. De werkarchieven van de andere instanties worden naar het IB overgebracht. ( Luijters, G., Schutz, R. en Jongman, M. (2017). De Deportaties uit Nederland 1940-1945. Portretten uit de archieven. )
Het IB neemt lange tijd een zelfstandige plaats in binnen het Nederlandse Rode Kruis. Het heeft een eigen directeur en wordt tot het voorjaar van 1946 gefinancierd door het Ministerie van Oorlog. Hierna neemt het Ministerie van Sociale Zaken de financiering (deels) over.
Dit zorgde er ook voor dat het IB een nieuwe indeling kreeg: ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 door J. van de Vosse )
  1. Afdeling A: Belast met alle werkzaamheden betreffende Nederlandse militairen en burgers in Indië en het verre Oosten.
  2. Afdeling B: Belast met alle aangelegenheden betreffende Nederlanders in Duitse dienst en buitenlandse militairen (zogenaamde vreemde militairen).
  3. Afdeling C: Belast met de aanleg van een Centrale Europese Cartotheek, het beheer van de documentatie en het archief en zaken die niet onder één van de andere afdelingen vallen zoals childtracing.
  4. Afdeling E: Belast met alle aangelegenheden betreffende vermiste ex-politieke gevangenen.
  5. Afdeling Gravendienst: Belast met de registratie van oorlogsgraven.
  6. Afdeling H: Belast met alle aangelegenheden betreffende gedwongen en vrijwillig tewerkgestelde arbeiders.
  7. Afdeling J: Belast met aangelegenheden betreffende Joden.
Eind jaren veertig begon de hoeveelheid werkzaamheden van het IB af te nemen. Diverse afdelingen werden hierdoor opgeheven. ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1948 tot en met 1953 door J. van de Vosse ) Het IB bleef wel particulieren voorzien van informatie over oorlogsgetroffenen in Europa en Indonesië. Ook de gravendienst bleef actief. Vanaf de jaren ’60 werd steeds vaker onderzoek gedaan ten behoeve van de verificatie van uitkeringsaanvragen van oorlogsgetroffenen, wat leidde tot de vorming van een aparte sectie voor verificatieonderzoek van het IB. Gedurende de jaren ’70 werden ook kleine wijzigingen doorgevoerd. Om een betere groepering van de werkzaamheden te krijgen werd in 1981 een grotere herindeling van de taken doorgevoerd: ( Jaarverslag van het informatiebureau 1981 )
  1. a. Archief / documentatie / Oorlogsinformatie
  2. b. Opsporingen / algemene informatie
  3. c. Rampeninformatie binnenland / verbindingen
In de jaren die volgden vonden er nog meermaals (kleine) herindelingen plaats. Halverwege de jaren negentig werd een grote reorganisatie ingezet. Voor de afhandeling van aanvragen met betrekking tot de periode rond de Tweede Wereldoorlog en Nederlands-Indië werd een aparte afdeling ingericht: Oorlogsnazorg. Het IB werd hiermee opgeheven. In 2014 werd de naam gewijzigd in Oorlogsarchief en werd de taak overgebracht naar de afdeling Opsporing en Ondersteuning. ( Jaarverslag van het Nederlandsche Rode Kruis 2014 )
Geschiedenis van het archiefbeheer
Vanuit een van belangrijkste taken van het IB: het inwinnen en uitwisselen van informatie over vermiste militairen, krijgsgevangenen, geïnterneerden maar (later) ook van vermiste burgers wordt er zo veel mogelijk informatie over het lot van deze slachtoffers verzameld. Dit deelarchief bevat stukken over en (soms) afkomstig van de Duitse autoriteiten, van geallieerde opsporingsbureau’s, zoals het Central Tracing Bureau later International Tracing Service en van de Netherlands Tracing Mission.
Daarnaast komt er informatie binnen van overlevenden van de kampen, zoals lijsten van personen waarmee zij in het kamp hebben gezeten.
Een voorbeeld van hoe dit gaat, lezen we in een verslag van de Franse Tracing Mission over Bergen Belsen:
“Gezien de omstandigheden waaronder de bevrijding van het kamp BERGEN-BELSEN plaatsvond, kon er geen origineel archief worden gevonden en de enige informatie die we hebben is uit tweede hand (lijsten van overlevenden die zijn samengesteld op de dag van vrijlating door de commissie van het Franse kamp, zeer onvolledige lijsten met doden door dezelfde commissie en door de overlevenden),” …en: “ we hebben veel verklaringen afgelegd gekregen door voormalige Duitse politieke gedeporteerden.” (Nationaal Archief toegangsnummer 2.19.321, inv.nr. 2270)
De Duitsers vernietigen en manipuleren materiaal nadat de geallieerden de overhand krijgen. Over de administratieve processen in de kampen is er dan ook niet veel informatie beschikbaar. In de vernietigingskampen staat de administratie onder controle van de SS. De vernietigingsoperaties zijn streng geheim.
Regelmatig worden joodse gevangenen ingezet voor de administratie. Zoals in Auschwitz waar de joodse Deborah Blandel werkzaam is op de afdeling Kommandatur, Politische Abteilung, Standesamt (burgerlijke stand). Na de oorlog is zij een belangrijke bron voor het Informatiebureau van het Rode Kruis omdat zij kennis heeft van de werkprocessen en de administratie van het kamp.
Over Westerbork (doorgangskamp) is er meer bekend omdat de Hulpsecretarie formeel onderdeel was van de gemeente Westerbork. ( R. Schutz (2011). Vermoedelijk op transport )
De Collectie Kampen en Gevangenissen is samen met de Centrale Documentatie een serie die reeds in de jaren veertig is gevormd. Tot ongeveer 2005 zijn er echter bestanddelen toegevoegd aan deze twee series. In principe kun je beide bestanden zien als belangrijke werkdossiers.
Het is verzameld materiaal afkomstig van verschillende instanties (voornamelijk opsporingsbureaus zoals International Tracing Service) en personen dat is hergebruikt door het Informatiebureau om - zo ver mogelijk - voor alle vermisten de plaats en datum van overlijden vast te stellen (tijdens en) na de Tweede Wereldoorlog.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief van het Informatiebureau is door de lange geschiedenis zeer divers. Het archief bevat lijsten, kaartsystemen, correspondentie, beleidsmatige stukken, rapporten, persoonsdossiers en verslagen. Het merendeel van de stukken is verzameld en gebruikt om - zo ver mogelijk - voor alle vermisten de plaats en datum van overlijden vast te stellen (tijdens en) na de Tweede Wereldoorlog.
Selectie en vernietiging
Uit het archief is bij bewerking niets vernietigd. Eén stuk en één dossier zijn vervreemd en retour gegaan naar het Nederlands Rode Kruis. Het betreft recent materiaal zonder direct verband met het Oorlogsarchief.
Aanvullingen
Er worden geen aanvullingen verwacht.
Verantwoording van de bewerking
Het archief is in 2018 door het Nederlandse Rode Kruis overgedragen aan het Nationaal Archief.
In 2022 zijn de inventarisnummers 4334-4461 toegevoegd met stukken uit het voormalige restbestand van NRK archief Informatiebureau. De stukken hebben betrekking op verschillende onderwerpen m.b.t. de taken van het Informatiebureau, waardoor ze ondergebracht zijn in de meest passende rubrieken in deze inventaris.
In 2023 zijn de inventarisnummers 4462 t/m 4592 toegevoegd, wederom met stukken afkomstig uit het zogenoemde 'restbestand' met archief van het Informatiebureau van het NRK. Het betreft de volgende stukken: doorslagen van formulieren met informatie over door de nazi’s vervolgde personen (4462-4520); ingekomen kopieën van door de International Trading Service behandelde informatieverzoeken m.b.t. de oorlogsgeschiedenis van individuele personen ten behoeve van pensioen- en andere uitkeringen (rubriek C.38, inv.nrs. 4525-4585); correspondentie over onder meer schade-uitkeringen en, tot slot, stukken betreffende personeel van de PTT (vooral de Plaatselijke Telefoondienst Amsterdam) in relatie tot de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog (rubriek C.39, inv.nrs. 4586-4592).
Ordening van het archief
De hoofdindeling van het archief bestaat uit “Organisatie” en “Taakuitvoering”. De taakuitvoering van het Informatiebureau is grotendeels geordend op thema, daarnaast geordend op een aantal andere hulporganisaties.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A+B). A beperking geldt voor inv.nr. 2621B, 2635 en 2646, en 4497 t/m 4520
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van kwetsbare of slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau: eigen archief, nummer toegang 2.19.322, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, NRK - Informatiebureau: eigen archief, 2.19.322, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Afgescheiden archiefmateriaal
Verwante archieven
Dit archief kent een veelheid aan deelonderwerpen als het gaat om opsporing van vermisten en overledenen, en de informatievoorziening naar achterblijvers en instanties en alles wat hier mee te maken heeft. Dat maakt dat veel archieven van het Nederlandse Rode Kruis en andere oorlogsgerelateerde archieven verwant hieraan zijn.
2.19.224 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Hoofdbestuur (1863) 1867-1945 (1950) (archiefinventaris 2.19.224)
2.19.287 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Centrale Europese Cartotheek (CEC) (archiefinventaris 2.19.287)
2.19.288 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Informatiebureau: Persoonsdossiers Europees (archiefinventaris 2.19.288)
2.19.299 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Informatiebureau: Nederlanders in Sovjet-zone of Krijgsgevangenkamp (archiefinventaris 2.19.299)
2.19.321 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Kampen en Gevangenissen (archiefinventaris 2.19.321)
2.19.324 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Informatiebureau: Restbestand (archiefinventaris 2.19.324)
In dit archief zitten stukken (inv. 707-717, 722-724, 732, 735-736, 740-743, 2688-2690) die eerder in een oudere versie van de toegang van het archief van Strafinstellingen 's-Gravenhage 1814-1975 (3.05.04) beschreven stonden. In de nieuwe versie van die toegang staat in de inleiding onder het kopje Verwante Archieven in tabel II een verwijzing naar de vindplaats in dit onderhavige archief.
Publicaties Bos, M, Schütz, R., en Schwartzenberg M., Het archief van het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis, in: Macht en Onmacht. De rol van archieven in Oorlog en bij rechtsherstel, 14: Jaarboek Stichting Archiefpublicaties 2014 (Den Haag 2014), 95-106
Grüter, R., Kwesties van leven en dood; Het Nederlandse Rode Kruis in de Tweede Wereldoorlog , Amsterdam, 2017
Luijters, G., Schütz, R. en Jongman, M., De deportaties uit Nederland 1940-1945; Portretten uit de archieven , Amsterdam, 2017 Schütz, R., De strijd om de herinnering. Bestuurlijke conflicten over slachtoffergegevens in het pas bevrijde Nederland (1945-1950), in: Misjpoge, 28, 2015-2 60-73 Schütz, R., Vermoedelijk op transport; De Joodsche Raadcartotheek als informatiesysteem binnen sterk veranderende kaders: repressie, opsporing en herinnering. Een archiefwetenschappelijk onderzoek naar de herkomst, het gebruik en het beheer van een bijzondere historische bron Amsterdam, 2011 Vosse, J. van de, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1939-1947 , Den Haag, 1948
Vosse, J. van de, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1948-1953 , Den Haag, 1953

Bijlagen

Archiefbestanddelen