Eind november 1944 bezoekt minister-president Pieter Gerbrandy het bevrijde deel van ons land. Hij maakt een uitgebreide rondgang langs allerlei gemeentes en inventariseert zo de stand van zaken in het land.
Gerbrandy signaleert een aantal grote problemen in het bevrijde gebied die snel opgelost moeten worden. Naast kwesties op het gebied van de voedselvoorziening, huisvesting en infrastructuur merkt Gerbrandy op dat ook de net ingestelde Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) een probleem opleveren. Hij betreurt het dat een aantal ‘bedenkelijke elementen’ deel uit maakt van de NBS. Deze lieden roven geld en goederen en hebben geen boodschap aan burgerlijk of militair gezag. Onder het motto dat men ‘slechts onder de bevelen van Prins Bernhard stond’ lijkt van alles geoorloofd.
NL-HaNA, Burger, 2.21.254, inv.nr. 68