Een register voor hertog Filips (1450)

Alle privileges op een rij

Fragment van een afbeelding uit de 'Remissorium Philippi' (1450)
Alles uitklappen

In 1433 wordt Filips de Goede, hertog van Bourgondië, de nieuwe graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen. Het jaar daarna begint Pieter van Renesse van Beoostenzweene aan een administratief meesterwerk.

Privileges

De voorgangers van Filips hebben door de eeuwen heen met lokale edelen en steden afspraken gemaakt over privileges (voorrechten). Zo mogen sommige steden tol heffen of hoeven ze geen belasting te betalen. Deze afspraken zijn opgeschreven in verdragen, oorkondes en brieven die bewaard worden door de kanselarij (een archief voor overheidsdocumenten).

Inventaris

Pieter van Renesse van Beoostenzweene is een klerk (administratief medewerker) aan het hof van de graaf. In 1434 maakt hij een plan om het archief te ordenen. Hij creëert een inventaris (overzicht) van alle documenten in een register. Nadat hij het beheer van het archief in 1441 moet overdragen aan zijn opvolger, krijgt hij toestemming om door te blijven werken aan zijn register. Uiteindelijk is hij zestien jaar bezig. Op 20 maart 1450 draagt Pieter het register officieel over aan Filips. Het is een waar kunststuk geworden.

Het boekwerk draagt de titel ‘Remissorium Philippi’: een register voor Filips. Het register bestaat uit perkamenten bladzijden en is gebonden in leer met koperen sloten. Vooral opvallend zijn de vijf schitterende miniaturen en de ingekleurde illustraties. Deze versieringen zijn heel bijzonder voor een administratief boekwerk. Op de eerste miniatuur is te zien hoe Pieter het register aan Filips aanbiedt. Dit zal één van de belangrijkste momenten uit zijn leven zijn geweest.

Onderstaande gegevens zijn nodig om de archiefstukken op te vragen in het Nationaal Archief. Gedigitaliseerde stukken kunnen in hoge kwaliteit gedownload worden.

Remissorium Philippi (1450)
Inventaris van het archief van de Graven van Holland, 1189-1581 (ca. 1650).
3.01.01, inventarisnummer 2149