In Parool, NRC en op EenVandaag zijn onlangs berichten verschenen over de oorlogsarchieven van het Nederlandse Rode Kruis. In een stuk in het Parool stellen auteurs Raymund Schütz en Frits Barend dat het Nationaal Archief niet de juiste instelling is om deze beladen archieven te beheren, omdat deze hierdoor minder toegankelijk zouden worden voor het publiek en voor wetenschappelijk onderzoek. In het bijzonder hebben zij genoemd Herinneringscentrum Kamp Westerbork en Joods Cultureel Kwartier. Verder wordt uiteengezet dat het eigendom van de Joodsche Raadcartotheek, een onderdeel van het oorlogsarchief Rode Kruis, tot op de dag van vandaag niet is vastgesteld.
Het Nationaal Archief is in 2018 door het Rode Kruis gevraagd zijn oorlogsarchief te beheren, te conserveren en beter toegankelijk te maken. Deze verantwoordelijkheid neemt het Nationaal Archief graag op zich, omdat het aansluit bij alle andere oorlogsarchieven die al bij het Nationaal Archief berusten. Het Nationaal Archief heeft de benodigde expertise om dit archief voor de eeuwigheid veilig te stellen, en om het toegankelijk te maken voor het publiek.
Het Nationaal Archief betreurt het dat de indruk is ontstaan dat de oorlogsarchieven van het Rode Kruis minder toegankelijk zouden worden door overdracht aan het Nationaal Archief. Wij zijn in gesprek met alle belanghebbenden om werkbare afspraken te maken voor inzage. Soms is dat complex, maar we zijn hard op zoek naar oplossingen. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) staat niet toe om de archieven helemaal openbaar te maken. De AVG geldt zowel voor het Rode Kruis als het Nationaal Archief. Op dit moment onderzoekt het Nationaal Archief voor elke collectie - waaronder de Joodsche Raadcartotheek - of de wet gehele of gedeeltelijke openbaarheid toestaat.
Net als bij het Rode Kruis krijgt het publiek inzage als wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden. Wij noemen dat beperkt openbaar. Zo’n beperking op de openbaarheid geldt omdat de oorlogsarchieven van het Rode Kruis boordevol zitten met zogenaamde 'bijzondere persoonsgegevens' van nog levende personen, denk bijvoorbeeld aan religie, afkomst, seksuele gerichtheid.
Dat er een beperking op de openbaarheid komt, wil overigens niet zeggen dat deze archieven niet toegankelijk zijn voor individuele of wetenschappelijke onderzoekers. Sterker nog, ons meest opgevraagde archief, het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) – ook een oorlogsarchief, zij het van een totaal andere orde –, is eveneens beperkt openbaar. Beperkt openbaar betekent dat inzage alleen onder voorwaarden wordt gegeven, zodat de privacy van betrokkenen beschermd wordt. Inzage is mogelijk, en wordt verkregen door vrijwel iedereen die een aanvraag indient.
Het Nationaal Archief gaat tevens in gesprek met Herinneringscentrum Kamp Westerbork en het Joods Cultureel Kwartier om een oplossing te zoeken zodat zij onderzoek kunnen blijven doen, en overlevenden en nabestaanden van dienst kunnen zijn bij informatieverzoeken. Voor een klein aantal zelfstandige onderzoekers, met wie door het Rode Kruis in het verleden afspraken zijn gemaakt, zoeken wij naar maatwerkoplossingen.
Het artikel in Parool zet uiteen dat het eigenaarschap van de cartotheek van de Joodsche Raad tot op de dag van vandaag niet vaststaat. Het Nationaal Archief en het Rode Kruis willen hierover graag in gesprek met belanghebbenden, en staan open voor andere oplossingen.
Meer weten? Lees ook het bericht van algemene rijksarchivaris Marens Engelhard.