Het verhoor van Robbie Wijting, een jonge Engelandvaarder

Rechts Robbie Wijting met collega Van Daalen Wetters op RAF-vliegveld
28 juni 2022

De verhoren van Engelandvaarders die het Nationaal Archief inventariseert en digitaliseert zijn bijzonder informatieve documenten; je komt veel te weten over de persoon in kwestie en de route die is afgelegd. Dat geldt ook voor het verhoor van de doortastende en moedige Alexander (Robbie) Wijting. Hij vertrekt al op zijn zestiende uit bezet Nederland.

Verzetswerk in Nederland 

Al meteen na de bezetting begint Robbie samen met een vriend militaire inlichtingen te verzamelen voor het Nederlandse verzet, gevaarlijk werk. In juli 1941 pakt de Grüne Polizei Robbie en zijn vriend op als zij bezig zijn de Duitse luchtafweerstellingen bij Arnhem in kaart te brengen. Ze belanden in de gevangenis. Maar wegens gebrek aan bewijs staan ze drie dagen later weer op straat. 

Iets te veel Duitse interesse

De Duitse inlichtingendienst blijft de piepjonge Wijting en zijn vriend scherp in de gaten houden. Een maand later wordt Robbie opnieuw opgepakt en een halve dag vastgehouden. Robbie concludeert dat de grond in Nederland hen nu te heet onder de voeten wordt. Ze besluiten via België, Frankrijk, Spanje en Portugal naar Engeland te gaan. Voor zijn gevaarlijke reis vraagt Robbie nog wel eerst zijn moeder om toestemming. In april 1942 vertrekt hij samen met zijn vriend richting Brussel.

Franse gastvrijheid en hulp voor de tieners

Op straat in Brussel vraagt Wijting een man ‘met een halve arm en een blind oog’ om hulp. De man biedt hun onderdak en voedsel. De volgende dag zet hij de jongens op de tram naar het station waar ze de trein richting Mons nemen. Tijdens Pasen reizen ze in een stampvolle trein naar Parijs. Zo weten ze op te gaan in de massa. In Parijs kunnen ze overnachten bij een Française en krijgen ze hulp van een caféhouder. 

In de trein naar Nevers reizen de jongens met hulp van een Vichy-officier, een controleur én de machinist zonder veel moeite tot aan de demarcatielijn. In Montceau les Mines zoeken ze op aanwijzingen van de machinist Hotel du Nord op, waar ze passeurs vinden die hen de demarcatielijn helpen oversteken. 

Vichy en andere problemen

“Wij dachten nu vrij te zijn”, vertelt Wijting tijdens zijn verhoor, maar eenmaal in Vichy-Frankrijk dreigt hun reis spaak te lopen. Ze melden zich bij een Franse officier in de hoop dat die hen verder zou helpen. Maar die stelt de jongens iets heel anders voor: naar het vreemdelinglegioen of naar een werkkamp. 
Ook dit keer helpt Robbie’s slimheid hen uit de problemen. Bij toeval ontmoeten ze eerder die dag, twee zoons van de Belgische consul in Zwitserland. Met hun auto worden ze naar Lyon gebracht, waar ze bij een vriend van de broers overnachten.

Goede reispapieren zijn essentieel

In Lyon melden de twee jongens zich bij de consul van het Office Néerlandais. Hij zorgt voor papieren om naar Perpignan te kunnen doorreizen. Ze hopen van daaruit snel de Spaanse grens over te kunnen steken. Maar dan blijken ze toch niet over álle benodigde papieren beschikken. Ze moeten noodgedwongen in Perpignan lang op nieuwe reisdocumenten wachten.
“Juist toen ik op het punt stond om terug te gaan naar Holland”, vertelt Wijting, “kreeg ik alsnog mijn papieren voor Lissabon”. Daar verblijft hij twee maanden waarin hij zich nog even laat keuren voor militaire dienst. Op 22 oktober 1942 krijgt Robbie toestemming om naar Engeland te vliegen, waar hij wordt verhoord. 

Oordeel

Na het eerste verhoor volgt het zogenaamd Nader Verhoor, waarin de Engelandvaarder wordt gevraagd naar betrouwbare en onbetrouwbare personen in bezet Nederland. Het verslag sluit meestal af met een oordeel over de politieke betrouwbaarheid van de Engelandvaarder. 
Men is onder de indruk van de jonge knul: “Wijting is een nette, bescheiden en beschaafde jongen met een helder verstand. Ondanks zijn jeugdigen leeftijd toont hij te beschikken over een doorzettingsvermogen met overleg”, is te lezen in het oordeel. En terecht.

Nationaal Archief

2.09.06 Ministerie van Justitie Londen (1940-1945), inv.nr. 12262

Lees meer over het project Engelandvaarders