De Nederlandse ambtenaar Jacob Lentz is de vader van het persoonsbewijs dat elke Nederlander vanaf 15 jaar in de Tweede Wereldoorlog verplicht bij zich moet dragen.
Jacob Lentz
Lentz is al voor de Tweede Wereldoorlog bezig met het opzetten van de perfecte bevolkingsregistratie en het ontwerpen van het persoonsbewijs. Kabinet de Geer wijst zijn plan voor het persoonsbewijs af. Maar de Duitse bezetter geeft de hoogste prioriteit aan een verplicht persoonsbewijs en geeft Lentz opdracht het te ontwikkelen. De nazi’s zijn zeer tevreden met het resultaat; het persoonsbewijs van Lentz is het beste van Europa, bijna niet te vervalsen.
Gehaat levenswerk
De nazi’s hebben met het persoonsbewijs een krachtig instrument in handen om de Nederlandse bevolking in hun greep te houden. Om de echtheid van een persoonsbewijs te kunnen controleren, is in villa Kleykamp in Den Haag een schaduwarchief van alle Nederlandse persoonsbewijzen aangelegd. Lentz is trots op zijn levenswerk. Het maakt het opsporen van Joden, onderduikers en verzetslieden mogelijk. Vervalsen is bijna onmogelijk. Tot grote frustratie van het verzet.
Bombardement
Het verzet vraagt de Britse Royal Air Force het schaduwarchief van alle persoonsbewijzen te vernietigen. Op 11 april 1944 bombarderen Britse jachtbommenwerpers Villa Kleykamp in Den Haag. Lentz vindt het een zinloze actie en is altijd blijven ontkennen dat zijn levenswerk zoveel schade heeft aangericht.
Dit verhaal is onderdeel van de tentoonstelling De oorlog die bleef over de nasleep van de Tweede Wereldoorlog.