Selectie onderwerpen openbaarheidsdag 2024

dossiers in het depot van het Nationaal Archief

Dit jaar vervallen de beperkingen van bijna 11.000 inventarisnummers. Deze stukken, gevormd vanaf 1948, bevatten vele nieuwe verhalen of nieuwe inzichten. Het Nationaal Archief heeft hieronder een selectie gemaakt op basis van actuele vragen en hedendaagse ontwikkelingen. Bij deze selectie hebben we geprobeerd op een objectieve wijze een zo breed mogelijk beeld van deze 11.000 inventarisnummers te geven. 

Anders dan voorgaande jaren, stelt het Nationaal Archief deze selectielijst eerder ter beschikking om de pers meer tijd geven om vooronderzoek te kunnen doen. Wij nodigen u van harte uit om zelf op onderzoek te gaan in de onderstaande inventarisnummers en alle andere inventarisnummers die vanaf januari 2024 vrij in te zien zijn.

Selectie onderwerpen vrijvallijst

Alles uitklappen

Net als elk jaar worden ook nu weer ministerraadnotulen vrij opvraagbaar. Dit keer van het jaar 1998. Meer informatie over de vrijgekomen notulen vind je op de pagina onderwerpen uit de MR-notulen.

De strijd om Ypenburg

In 1973 schreef de oud-minister van Defensie Sim Visser (1908-1983) zijn autobiografie. Visser had een vaardige pen wat zorgt voor een zeer leesbaar manuscript. Openhartig ook omdat het nooit voor publicatie bestemd was, alleen voor zijn familie. Natuurlijk bevat de autobiografie een uitvoerig hoofdstuk over zijn ministerschap (1959-1963) waarin hij veel kritiek te verduren kreeg van zijn eigen partij, de VVD. Niet minder interessant is echter het uitvoerige verslag van Vissers belevenissen in de meidagen van 1940, toen hij als onderofficier bij de artillerie deelnam aan de gevechten rond vliegveld Ypenburg bij Den Haag. Dit verslag schreef hij vrij vers van de lever in augustus 1940, na terugkeer uit krijgsgevangenschap. Het is integraal in zijn autobiografie opgenomen.

ArchiefInventarisnummerBeschrijving
Archief van ir. S.H. Visser [levensjaren 1808-1983], 1973-1980 (2.21.183.87)1‘Hoe het groeide’, autobiografie over de jaren 1908-1973 (gestencild). Verslag over de meidagen op blz. 62-87.

Geheim agenten

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waagden agenten van Bureau Inlichtingen hun leven om in bezet Nederland inlichtingen te verzamelen en verzetsorganisaties bij te staan. De dossiers die dit jaar vrijvallen laten zien dat droppen niet altijd zo professioneel ging: er werden veel fouten gemaakt en er waren veel moeilijkheden in het contact tussen Londen en Nederland. Na de oorlog kregen de agenten vaak weinig waardering of (financiële) hulp om weer terug te keren in de burgermaatschappij.

Het Nationaal Archief is al enige tijd bezig met een project om informatie en documenten over Engelandvaarders beter en online toegankelijk te maken. Meer informatie over dit project is te vinden op https://www.nationaalarchief.nl/engelandvaarders 

Archief InventarisnummerBeschrijving 
Ministerie van Defensie te Londen; Ministerie van Oorlog te Londen en afwikkeling daarvan (2.13.71)2757Brandjes, Jacobus Johannes alias, J. de Bruin, 1944-1948
Ministerie van Defensie te Londen; Ministerie van Oorlog te Londen en afwikkeling daarvan (2.13.71)2760Brink, C.H. van alias Vanguard, 1942-1948 
Ministerie van Defensie te Londen; Ministerie van Oorlog te Londen en afwikkeling daarvan (2.13.71)2768Dijckmeester, F. Th. Alias Rogers, alias Snuitkever, alias G.G. Van der Ende, alias Westminster, 1944-1948
Ministerie van Defensie te Londen; Ministerie van Oorlog te Londen en afwikkeling daarvan (2.13.71)2780Haeren, Jos Ant. Gerard van alias Josje, alias Lebrun, alias Frans van Beek, alias Barnstein alias Titmouse, 1945-1948
Ministerie van Defensie te Londen; Ministerie van Oorlog te Londen en afwikkeling daarvan (2.13.71)2833C. Knulst, 1945-1946, 1948

Het Englandspiel

Gestapo Kriminaldirektor en SS-Sturmbahnführer Joseph Schreieder was één van de hoofdrolspelers van het Englandspiel aan Duitse kant. Hij maakte jacht op de geallieerde geheim agenten die naar Nederland werden gestuurd, onder wie een hoop Engelandvaarders. Een stuk of 60 agenten werden onder zijn leiding opgepakt. Een deel werd gedwongen om valse codeberichten naar het Verenigd Koninkrijk te sturen waardoor er steeds opnieuw agenten en materieel in Duitse handen vielen. Dit ging jarenlang zo door voordat de geallieerden het doorkregen. Maar er zijn ook theorieën dat de Britten het al eerder wisten en willens en wetens Nederlandse agenten opofferden om de Duitsers valse informatie te sturen. Schreieder is na de oorlog in Nederland berecht.

Archief InventarisnummerBeschrijving 
Ministerie van Defensie te Londen; Ministerie van Oorlog te Londen en afwikkeling daarvan (2.13.71)2835Schreider, Joseph, 1945-1948 (inzake Englandspiel)

Koffer met NSB-tegoeden

Na de oorlog stelt het ministerie van Justitie een onderzoek in naar de werkwijze van de man die namens het Nederlands Beheersinstituut optrad als beheerder van het vermogen van de NSB, advocaat en oud-verzetsman mr. M.H. de Boer. Er is namelijk een vermoeden van fraude met de tegoeden van de NSB en onduidelijkheid over wat er is gebeurd met het geld (in totaal circa 1,8 miljoen aan geld en andere kostbare goederen, zoals auto’s, huuropbrengsten, etc.). Een deel van het geld zou verdwenen zijn. Er doet het verhaal de ronde van Mussert die in april 1945 met een koffer vol bankbiljetten door het land zou zijn gereisd. Het dossier bevat een rapport van accountantskantoor Dijker, De Leede & Co en processen-verbaal van de verhoren van verdachten (NSB’ers). Historica Tessel Pollmann heeft over deze geschiedenis geschreven in haar boek Mussert & Co.: de NSB-leider en zijn vertrouwelingen (Amsterdam 2012).

Archief InventarisnummerBeschrijving 
Nederlands Beheersinstituut: Hoofdkantoor (2.09.49)95310000/08 NSB en de Rijksstichting Nederland, 1947-1948

Repatriëring na de oorlog

Er komen dit jaar verschillende stukken vrij met betrekking tot de repatriëring van Joden en andere Nederlanders na afloop van de Tweede Wereldoorlog. Noemenswaardig is een brief van de Nederlandse Spoorwegen aan het Departement van Sociale Zaken. Daarin vragen de NS naar wie zij de rekening voor de kosten van het “vervoer van Joodsche uitgewekenen” konden sturen. Naar de Nederlandse staat of de Joodse Coördinatie Commissie. 

In hetzelfde inventarisnummer zit correspondentie over de repatriëring van verzetsvrouw Sabine Zuur. In haar geval dringt het Nederlandse gezantschap aan op een snelle repatriëring. Dat staat in schril contrast tot de repatriëring van Duitse Joden en Joodse ouderloze kinderen; zij moeten kunnen bewijzen dat zij Nederlander zijn. Over Sabine Zuur is recent een boek verschenen van Eva Taylor-Tazelaar, Sabines Oorlog. Hoe mijn moeder de kampen overleefde (Amsterdam 2021).

Archief InventarisnummerBeschrijving 
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Repatriëring (2.15.43)212Stukken betreffende de repatriëring van gedeporteerde Nederlanders uit Zwitserland, 1945-1948.

Uitzetting van personen met een Duitse nationaliteit

Na de oorlog vat de Nederlandse regering het plan op om alle op dat moment in Nederland wonende personen met een Duitse nationaliteit het land uit te zetten. Deze actie staat bekend als Operatie Black Tulip. In totaal zou het dan gaan om ongeveer 20.000 personen. Om de uitzetting te organiseren, en de Duitsers bij elkaar te verzamelen voordat ze de grens over worden gezet, wordt een aantal kampen speciaal voor dit doel ingericht. Het grootste daarvan is kamp Mariënbosch bij Nijmegen.

Over kamp Mariënbosch worden verschillende documenten openbaar. Het gaat daarbij niet alleen om stukken die informatie geven over het opzetten en inrichten van kamp Mariënbosch door de Rijksvreemdelingendienst, maar ook persoonlijke brieven. Zo zijn er twee Duitse (liefdes)brieven, geschreven vanuit het interneringskamp te lezen. Ze zijn ondertekend door ene Walli.

Vooral de slechte omstandigheden waaronder de Duitse burgers in het kamp moesten leven, trekken veel aandacht in de Nederlandse kranten. Maar er is ook een soort belangenorganisatie actief: de Contact Commissie Mariënbosch schrijft op 8 mei 1948 een brief aan Eleanor Roosevelt, de vrouw van de voormalige Amerikaanse president, om aandacht te vragen voor de omstandigheden in het kamp. Een afschrift van deze brief gaat ook naar o.a. minister-president Beel en prinses Juliana (als voorzitster van het Nederlandse Rode Kruis). De commissie schrijft de brief namens 152 mannen, 181 vrouwen en 172 kinderen die zijn geïnterneerd in kamp Mariënbosch.

Archief InventarisnummerBeschrijving 
Ministerie van Justitie: Beleidsarchief Immigratie- en Naturalisatiedienst (2.09.5026)1154Verwijdering van niet-gewenste personen van Duitse nationaliteit uit Nederland. 1946-1948
Kabinet der Koningin (2.02.20)96611948, mei 5-8
Rijksvreemdelingendienst (2.09.45)1995 en 1996Bevat ingekomen stukken van interneringskamp Mariënbosch

Duitse vrouwen met een Nederlandse man

Een specifieke categorie personen waar de Nederlandse regering enigszins mee in haar maag zit na de oorlog, zijn Duitse vrouwen die getrouwd zijn met een Nederlandse man. Maar uitzetting blijkt niet echt mogelijk. Daarom zal hier uiteindelijk pragmatisch mee worden omgegaan, zo is te lezen in een ongedateerd memo: 

“Hoe dat ook zij, over gemorste melk huile men niet. Ons Volk zal krachtig genoeg moeten blijken, om die vrouwen zich te doen aanpassen aan de Nederlandse mentaliteit. En dat betekent, dat men de vrouwen zal moeten accepteren, zoals men hun mannen accepteert. Hoe begrijpelijk ook, het is uitteraard mis en helemaal niet flink hen met een snauw de rug toe te keren als ze U in gebroken Nederlands naar de weg vragen en stoer taal uit te slaan, als ze hun Duits accent bij de bakker in de winkel doen horen. Als Nederland, zij het noodgedwongen, die vrouwen en zijn gezinnen toelaat, dan moet het hen althans de eerlijke kans geven te tonen, dat ze oprechte inwoners van ons land willen worden, en niet a priori afwijzend tegenover hen staan. Men bedenke, dat de Overheid de al te erge gevallen wel uitschift, en ze buiten de grens kan houden of ze daarover verwijdert.”

In de dossiers bevinden zich ook enkele lijsten met namen van die vrouwen en de status van hun aanvraag voor een visum of verblijfsvergunning.

Archief InventarisnummerBeschrijving 
Ministerie van Justitie: Beleidsarchief Immigratie- en Naturalisatiedienst (2.09.5026)2248-2249, 2251, 2253 en 2255-2258 

Japanse oorlogsmisdadigers

Na de capitulatie van Japan in augustus 1945 beginnen de vele onderzoeken naar de verschikkingen en gedragingen in Indonesië onder het regime van de Japanse bezetter. In dit geval gaat het om materiaal met betrekking tot de opsporing van de Japanse verdachten van gedwongen prostitutie in een bordeel in Semarang, dat daar in 1944 was gevestigd. Ook verhoren van getuigen, o.a. van een Nederlandse dokter die de vrouwen moest controleren die gedwongen werden tot prostitutie. Een van de verdachten heeft waarschijnlijk zelfmoord gepleegd voordat de internationale justitie hem kon opsporen. Er zitten een aantal foto’s van zijn lijk in het dossier, evenals een aantal 'mugshots' van andere verdachte Japanners.

Daarnaast bevat het dossier ook documenten over de opsporing en ondervraging van Japanners die verdacht worden van andere oorlogsmisdaden gepleegd in het voormalige Nederlands-Indië.

Archief 

Inventarisnummer

Beschrijving 

Ministerie van Buitenlandse Zaken, Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging te Japan (Tokio) (2.05.116)

520

Onderzoeksrapporten door SCAP naar van oorlogsmisdaden in Nederlands-Indië verdachte Japanners, 1948

Bondowoso-affaire

De Bondowoso-affaire is een van de bekendste misdaden uit de dekolonisatieoorlog in Indonesië in de periode 1945-1949. Het betreft een transport van krijgsgevangen die van het Oost-Javaanse dorp Bondowoso per trein naar Surabaya vervoerd werden. Tijdens de 14-uur durende reis – in afgesloten goederenwagons – kregen de gevangenen geen eten en drinken of frisse lucht. Op hun hulpgeroep werd niet gereageerd. Bij aankomst in Surabaya bleken 46 van de 100 inzittenden het transport niet te hebben overleefd. De affaire en de berechting van de verantwoordelijken maakten destijds al veel los en zorgden voor grote verontwaardiging. In 1997 schreef Ad van Liempt het boek De Lijkentrein over deze affaire. Nu worden de stukken over de berechting openbaar.

Archief 

Inventarisnummer

Beschrijving 

Ministerie van Defensie: Permanente krijgsraad  voor de zeemacht te ’s Gravenhage (2.12.133)

500

Stukken betreffende de behandeling van de strafzaak tegen een aantal verdacht in het zogenaamde Bondowoso-affaire ten tijde van de politionele acties in bezet Nederlands-Indië, 1948

Ministerie van Defensie: Permanente krijgsraad  voor de zeemacht te ’s Gravenhage (2.12.133)

501

Stukken betreffende de behandeling van de strafzaak tegen een aantal verdacht in het zogenaamde Bondowoso-affaire ten tijde van de politionele acties in bezet Nederlands-Indië, 1948

Raymond Westerling

In de late avond van 21 mei 1952 wordt aangebeld bij de militair attaché van het Hoge Commissariaat van de Republiek Indonesië te Den Haag, luitenant-kolonel M.T. Harjono, omdat er een telegram bezorgd zou worden. Als Harjono naar de deur komt, ontstaat een gevecht met de twee mannen die hebben aangebeld. Er wordt geschoten en Harjono krijgt een klap op zijn hoofd met een revolver. Als hij gaat schreeuwen, vluchten de mannen weg. Er wordt meteen een onderzoek ingesteld. Al een paar dagen later arresteert de politie drie verdachten: Meine Pot, Frans Colson en ene Van Delden. De eerste twee van deze mannen, worden gezien als handlangers van Raymond Westerling. Zij zouden Westerling hebben geholpen om uit handen van Justitie te blijven na zijn mislukte couppoging in Indonesië in 1950. Bij Harjono zouden zij op zoek zijn geweest naar documenten met betrekking tot het Indonesische verzoek om uitlevering van Westerling.

De aanklacht tegen de plegers van de aanslag op Harjono luidt: “poging tot diefstal en geweld”. Indonesië is van oordeel dat dit ‘teleurstellend’ is. Ook vindt zij de juridische afhandeling niet adequaat en wilde uitlevering van de betrokkenen.

Het dossier bevat vooral veel krantenknipsels over Westerling en een enkel telexbericht, alle uit de periode van 1950 tot 1952 en eveneens een rapport van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, met daarin een verslag van een openbare bijeenkomst van het ‘Actie-Comité Westerling’, gehouden op 20 september 1950 in het Concertgebouw in Amsterdam.

Archief 

Inventarisnummer

Beschrijving 

Ministerie van Justitie, Afd. politie, Bureau kabinet, Juridische zaken (2.09.107)

1649

P00076/52. Westerling, R.P.P., geboren 31-08-1919 te Istanboel, Turkije en Pot, M., geboren 05-02-1923 te 's-Gravenhage, 1950 - 1953

Ministerie van Buitenlandse Zaken: Code-archief (2.05.117)

20883

Rechtszaak inzake de aanslag op luitenant-kolonel M.T. Harjono, militair attaché bij het Hoge Commissariaat van de Republiek Indonesië, gepleegd door M. Pot en F.O. Colson, 1952-1954

 

Inhuldiging koningin Juliana

Op 4 september 1948 doet koningin Wilhelmina afstand van de troon. Haar dochter Juliana volgt haar op als nieuwe koningin van Nederland. Zij wordt officieel ingehuldigd op 6 september in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.

In de periode tussen het aftreden van Willhelmina en de inhuldigingsceremonie, maakt Koningin Juliana al haar eerste beslissingen. In haar eerste koninklijke besluit van 4 september benoemt ze haar moeder oud-koningin Wilhelmina tot Ridder der 1e Klasse der Militaire Willemsorde. Haar tweede besluit is een Proclamatie voor haar nieuwe land- en rijksgenoten. Hiervan zijn verschillende conceptversies in het dossier aanwezig. Ook zitten in dit dossier (concept)versies van de Dagorder voor de Nederlandse militairen die Koningin Juliana heeft uitgesproken. 

Daarnaast bevat het dossier allerlei stukken van en over de inhuldiging van Koningin Juliana op 6 september. Onder andere verschillende versies van haar inhuldigingstoespraak, waarin zij uiteindelijk de gevleugelde woorden “Wie ben ik, dat ik dit doen mag?” heeft uitgesproken. Een ander interessant document dat bij de stukken over de inhuldiging zit, is een felicitatiebrief van de toenmalige paus Pius XII voor de nieuwe koningin.

Archief 

Inventarisnummer

Beschrijving 

Kabinet der Koningin (2.02.20)

9707

1948, september 1-6

Wilhelmina moet aftreden

In het archief van het Kabinet der Koningin komen ook brieven van Nederlandse burgers terecht. Bijvoorbeeld een brief van ene ‘Hulsebosch’ gedateerd 3 mei 1948 en gericht aan koningin Wilhelmina. De schrijver zegt hierin tegen de dan nog zittende koningin dat zij haar recht op het koningschap heeft verloren door in mei 1940 aan het begin van de oorlog naar Engeland te vluchten. Zij dient zich nu terug te trekken en verder te leven al gewone burgeres. Als zij dat niet doet, zal ze door Gods wraak worden getroffen. “Sinds Mei ’40, bent U dus geen Koningin meer; daarvan moet U uitgaan! Van een 50-jarig jubilé kan derhalve geen sprake zijn; want dat is ergerlijk bedrog eventueel!"

Archief 

Inventarisnummer

Beschrijving 

Kabinet der Koningin (2.02.20)

9661

1948, mei 5-8

Afluisteren van de koningin

In het archief van (feministe, verzetsstrijder en directeur van het Kabinet der Koningin) Marie Anne Tellegen bevindt zich een handgeschreven briefje van koningin Juliana. Veiligheidsdiensten hebben het vermoeden dat ene Posthumus die aan het hof verkeert een communist is. Dat maakt hem verdacht en gevaarlijk, omdat hij daardoor vertrouwelijke gesprekken mogelijk zou kunnen afluisteren. De koningin stelt voor Posthumus weg te promoveren en ook zijn handlangers “onschuldig” te maken.

Archief 

Inventarisnummer

Beschrijving 

M.A. Tellegen (2.21.326)

378

Stuk uit inv.nr. 137

Een diplomatieke rel

De Bilderberg-conferenties, die sinds 1954 worden gehouden, zijn besloten internationale bijeenkomsten waar personen uit de politiek, het bedrijfsleven, non-gouvernementele organisaties, wetenschap en media op persoonlijke titel aan deelnemen. Voor de conferentie in het Zweedse Saltsjöbaden (van 11 tot 13 mei 1973) nodigde het organiserende comité Henry Kissinger uit, de National Security Advisor van president Nixon. Kissinger kreeg echter van de Zweedse zaakgelastigde in Washington te horen dat hij niet welkom was in Zweden, omdat de regering van de socialistische premier Olof Palme grote bezwaren had tegen de Amerikaanse politiek inzake de Vietnamoorlog. Een diplomatieke rel was het gevolg.

Archief 

Inventarisnummer

Beschrijving 

Archief van de Bilderberg Conferenties: Secretariaat, 1952-2017 (2.19.045)

139

Dossier inzake verwikkelingen wegens de toelating van Henry Kissinger in Zweden.

 

138

Correspondentie met de leden van het Steering Committee over de organisatie van de conferentie. Bevat o.a. ook de uitnodiging aan Kissinger en interne memo’s over de ‘Kissinger-affaire’.

 

141

Correspondentie op land geordend.

 

140

Notulen van het Steering Committee en correspondentie met prins Bernhard.

 

121

Dossier van de conferentie, met uitnodigingen, working papers, het verslag en persknipsels.

Commissie Boerenkaas

In 1953 werd bij TNO een commissie opgericht  “voor het verrichten van onderzoek met betrekking tot de bereiding van volvette Goudse boerenkaas”De zoektocht naar een proefboerderij blijkt al ingewikkeld want veel boerderijen zijn te ouderwets. Er zitten leuke citaten in, zoals: “Het gebruiken van de ‘woon’kamer is geen luxe: het behoort een natuurlijke levensgewoonte van het gezin te zijn zoveel mogelijk in dit vertrek te verkeren als het werk gedaan is. De ‘huis’kamer moet het belangrijke centrum van levensvreugde zijn, vanwaar uit het gezin leeft en werkt. Hoe gezelliger dit levenscentrum is des te beter. Men moet niet wonen in een werkruimte. Over deze psychologische en ideële overwegingen weiden wij echter op deze plaats niet uit.”

Archief 

Inventarisnummer

Beschrijving 

Commissie Boerenkaas (TNO), 1953-1973 (2.14.36.32)

1

Stukken betreffende vergaderingen van de commissie, 1953-1956.

Chemiebedrijf DuPont

Het chemiebedrijf Du Pont de Nemours (Nederland) BV is begin jaren 80 in zijn vestigingsplaats Dordrecht gestart met de productie van nieuwe chemische stoffen, onder meer stoffen die we nu kennen onder de verzamelnaam PFAS. De Nederlandse overheid heeft deze uitbreiding van de fabrieken gesubsidieerd met een bedrag van circa 38 miljoen gulden. Leidend daarbij is steeds geweest het behoud c.q. uitbreiding van werkgelegenheid.

In het dossier dat nu zonder beperkingen openbaar wordt, is eigenlijk geen sprake van ‘milieuproblematiek’; milieueisen vormden geen afzonderlijk onderdeel van de voorwaarden bij de subsidieverlening. Uit de schaarse gegevens is wel duidelijk dat voor het ministerie van Economische Zaken het nu veelbesproken vestigingsklimaat en de werkgelegenheid voorop stonden.

Archief 

Inventarisnummer

Beschrijving 

Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland, voorheen Commissariaat Acquisitie van het Ministerie van Economische Zaken, 1967-2004 (2007) (2.06.173)

548

Dupont de Nemours (Nederland) BV te Dordrecht 1982-1993

Benoemingen burgemeesters

Stukkende betreffende de benoeming, herbenoeming, zuivering en rechtsherstel en ontslag van verschillende burgemeesters:

  • H.P.J. Bloemers in Willemstad, Borculo, Rheden, Groningen en Arnhem
  • M.L. van Geen in Waardenburg en Putten
  • H.A.L. Hamilton in Etten & Leur
  • P.H. Knobbout in Buren
  • M.M. Kwint in Zuilichem en Velsen
  • Meerkamp van Embden in Middelburg 
  • F.M.A. Schokking in ’s-Gravesande & Hazerswoude
  • H.M. van der Vijver in Overasselt en Raalte
  • H. Vlug in Huizen

Archief

Ministerie van Binnenlandse Zaken

toegangsnummer

2.04.87

inv.nrs.

4100, 4358, 4426, 4633, 4688, 4768, 5057, 5241, 5242, 5257

Burgemeester van Rijswijk

Dit dossier heeft betrekking op de benoeming en herbenoeming van A.Th. Boogaardt tot burgemeester van Rijswijk. Het gaat daarbij eveneens over het onderzoek dat is ingesteld naar zijn gedragingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De aanleiding van dat onderzoek was een, volgens de stukken in het dossier, ongefundeerde beschuldiging van collaboratie.

Archief

Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland

toegangsnummer

3.02.42

inv.nr.

604

Dominee Rotterdam-Zuid

Dit dossier heeft betrekking op dominee Johannes Ewoldt, predikant van de hervormde gemeente Rotterdam-Zuid. In 1973 wordt hij ontheven uit zijn functie. Daarna gaat hij aan het werk als leraar in Alkmaar. De familie Ewoldt kent diverse predikanten onder haar leden. Zo werd  Abel Ewoldt, dominee in het Friese Oosterzee, ervan verdacht zijn vrouw te hebben vermoord. Ook hij wordt geschorst in 1909 en vervolgens uit het ambt gezet in 1912.

Archief

Provinciale kerkvergadering van de Nederlandse Hervormde Kerk in Zuid-Holland

toegangsnummer

3.18.36.01

inv.nr.

80A

Benzine- en alcoholsmokkel

Het dossier heeft betrekking op een smokkelhandel van benzine en alcohol door twee politie-inspecteurs in het grensgebied van Nederland en België. Omdat in Nederland de benzine na de Tweede Wereldoorlog duurder was dan in België was die smokkel lucratief.

Een van de spillen in deze smokkelroute is een politieman genaamd Broens, die eerder heeft gediend in Delft. De benzine zou worden gesmokkeld om een reis naar Lourdes te kunnen maken. Er zouden verschillende personen bij de smokkel zijn betrokken; niet alleen een aantal katholieke priesters, maar ook Gerrit Boeijen, een wielrenner en plaatselijk bekendheid.

Archief

Rijksrecherche

toegangsnummer

2.09.130

inv.nr.

19 (Onderzoek zaak ‘Van Oss’ Benzinefraude)

Openbaarheidsdag 2024 vrijvallijst

Vooronderzoek in december

Wanneer u in december al vooronderzoek wilt verrichten voor een publicatie (die pas verschijnt op of na 1 januari 2024), kunt u contact opnemen met woordvoering. Ook voor overige vragen of interviewverzoeken, graag contact opnemen met woordvoering: 

Anne Martens, Anne.Martens@nationaalarchief.nl / 06-29 67 71 55 of Erwin Tuil Erwin.Tuil@nationaalarchief.nl / 06-50098093