Sontregisters, 18e eeuw

Bent u op zoek naar informatie over schepen die de Sont passeerden? Maak dan gebruik van deze zoekhulp en bijbehorende index Sontregisters.

Alles uitklappen

Gedurende een groot deel van de 18e eeuw hielden Nederlandse gezanten in het Deense Elseneur (het huidige Helsingør) bij welke schepen de Sont passeerden. Zij stuurden hun bevindingen naar de Staten-Generaal. De lijsten liggen nu in het Nationaal Archief. Studenten en vrijwilligers voerden van een aantal jaren de passages in een database in. Deze meer dan 50.000 records kunt u via de index Sontregisters  doorzoeken.

De digitale versie van de Nederlandse Sontregisters brengt een interessante bron binnen ieders bereik. Hoewel niet alle beschikbare jaren zijn gedigitaliseerd, bieden de steekjaren (clusters van drie jaar per decennium) voldoende mogelijkheden om langlopende ontwikkelingen te onderscheiden. Zo biedt de bron niet alleen mogelijkheden tot macro-analyse van de betreffende jaren, maar ook voor de 18e eeuw als geheel.
Doordat in de bron ook de naam van de schipper is opgenomen is het ook mogelijk  individuele reizen te volgen. Zeker in combinatie met de Deense registers en de Amsterdamse Galjootsgeldregisters kan dit goede reconstructies opleveren.

Om de Baltische kusten te bereiken, moesten schepen de Sont passeren, de zee-engte tussen het Deense eiland Sjaelland en het vasteland van Zweden. Van de meeste van deze schepen is zowel de vaarroute als de lading geregistreerd om zo de hoogte van de verschuldigde tol vast te stellen.
Van deze heffingen hielden Deense tolbeambten de administratie in registers bij: de Sonttolregisters. Deze originele registers liggen in Kopenhagen, maar zijn op microfilm ook te vinden in het Nederlands Economisch Historisch Archief (gehuisvest in het IISG) in Amsterdam. De Deense registers beslaan een enorme periode: vanaf eind 15e eeuw tot 1857 toen de heffing op schepen door de Sont werd opgeheven.

Meer informatie over de Deense Sonttolregisters vindt u op: http://soundtoll.nl/index.php/nl/

De Deense Sonttolregisters zijn dus zeer uitgebreid en volledig: de informatie is chronologisch gerangschikt per afzonderlijk schip. De Deense registers zijn, ook door de grote omvang, wel zeer bewerkelijk. Om wat meer lijn aan te brengen in die enorme hoeveelheid gegevens, zijn twee Deense historici begin deze eeuw begonnen met een bewerking van de Sonttolregisters tot een tabellarisch overzicht: de Sonttoltabellen. De Sonttoltabellen gaan over de periode 1497-1795.

Ook aan deze tabellen kleven echter een paar grote nadelen als men ze wil gebruiken voor onderzoek naar de handel op de Oostzee. Zo presenteren de tabellen uitsluitend totaalcijfers, waardoor analyse op microniveau -dus van een afzonderlijk schip of schipper - niet mogelijk is. Bovendien is in de tabellen een scheiding aangebracht tussen west- en oostwaarts verkeer, zodat een koppeling zeer moeilijk is.

Zowel de Deense Sonttolregisters als de Sonttoltabellen zijn belangrijk voor de economische geschiedenis van het premoderne Europa, omdat ze een goed beeld geven van het handelsverkeer tussen het Oostzeegebied en de rest van Europa. De informatie is ook uniek vanwege de zeer lange periode die ze bestrijkt. Hierdoor is het mogelijk ontwikkelingen en verschuivingen in de internationale handel op lange termijn in kaart te brengen.

De Deense Sonttolregisters zijn echter te bewerkelijk, terwijl bij de Sonttoltabellen een verfijnde analyse niet mogelijk is. Gelukkig is er nog een andere, aanvullende bron. In het Sontgebied waren vanaf het eind van de 16e eeuw ook Nederlandse vertegenwoordigers, commissarissen, aanwezig. De commissarissen werden naar dit gebied gestuurd om de belangen van de Republiek te behartigen. Vanaf het eind van de 17de eeuw tot het eind van de 18de eeuw behoorden de opeenvolgende commissarissen allen tot het geslacht Van Deurs. Deze Nederlandse commissarissen zetelden in Elseneur in Denemarken.

In 1714 was het commissaris Arent van Deurs die besloot voortaan eenvoudige lijsten van de Sont passerende schepen naar de Staten-Generaal te sturen: hij hield het bij datum, naam van de schipper, thuis van de schipper, herkomst van het schip, bestemming en lading. Deze indeling is door alle volgende commissarissen overgenomen. In vergelijking met de Deense Sonttolregisters is de indeling van de Nederlandse lijsten, de Nederlandse Sontregisters, zeer eenvoudig: slechts één regel per schip en een veel globalere aanduiding van de lading, zonder vermelding van volume of waarde.

De Nederlandse Sontregisters zijn in 1992 'ontdekt' door Dr. J.S.A.M. van Koningsbrugge van het Instituut voor Noord- en Oost-Europese Studies (INOS) in Groningen. De Nederlandse Sonttolregisters zijn te vinden in de archieven van de Staten-Generaal die het Nationaal Archief bewaart. Van 1993 tot 1998 hebben vrijwilligers en onderzoekers - verbonden aan het Instituut voor Maritieme Historie en de Rijksuniversiteit Leiden - dertien steekjaren in een database ingevoerd. Daarmee zijn gegevens over bijna 50.000 scheepsreizen digitaal doorzoekbaar gemaakt. Michel Koppelaar en Menno den Engelse, cursisten van de Postdoctorale Opleiding Historische Informatieverwerking, hebben de database verder vormgegeven en in 1999 op internet gezet.