Terug naar zoekresultaten

3.18.30.01 Inventaris van het archief van het Kapittel van St. Maria op het Hof te 's-Gravenhage

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.18.30.01
Inventaris van het archief van het Kapittel van St. Maria op het Hof te 's-Gravenhage

Auteur

jhr. A.H. Martens van Sevenhoven

Versie

20-12-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1914 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Kapittel van St. Marie op het Hof te 's-Gravenhage
Kapittel St. Marie op het Hof

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1276-1571

Archiefbloknummer

36029

Omvang

588 inventarisnummer(s); 1,10 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in hetgesteld.
Middelnederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Kapittel van St. Marie op het Hof te 's-Gravenhage

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat de stukken betreffende de stichting van het kapittel door hertog Albrecht en hertogin Margareta van Beieren in 1367 en de bekrachtiging daarvan door paus Gregorius XI in 1371.
Diverse brieven en akten geven zicht op de verhouding van het kapittel tot de paus, de bisschop van Utrecht en de landsheer. Van een aantal dekens en kanunniken zijn stukken over hun aanstelling bewaard gebleven, onder meer van Conradus de Silice, dr. Wilhelmus Lindanus en mr. Fernandus Bontius. De bevoegdheden van de deken werden geregeld in privilegiebrieven van de paus. Hiervan zijn eveneens exemplaren in het archief te vinden.
In de hofkapel aanwezige kleding en juwelen waar de deken verantwoordelijk voor was, zijn beschreven op een lijst uit 1443.
Het archief bevat verder eigendomsbewijzen, akten en rentebrieven betreffende landerijen en huizen van het kapittel en stukken over in de hofkapel gevestigde vicarieën. Er zijn registers met afschriften van oorkonden aanwezig, evenals een regestenlijst.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Het kapittel ( Literatuur over het kapittel: MR. J. DE RIEMER, Beschrijving van 's-Gravenhage (Delft 1730), le deel le stuk bldz. 183 e. vlg., JHR. MR. TH. VAN RIEMSDIJK, De Tresorie en Kanselarij der graven van Holland en Zeeland uit het Henegouwsche en Beijersche Huis ('s-Gravenhage 1908), bldz. 133 e. vlg. Voorts de door deze schrijvers t. a. p. genoemde werken en: C. H. PETERS in Bijdr. en Meded. van Die Haghe ('s-Gravenhage 1909), bldz. 195 e. vlg. ) .
dat gedurende twee eeuwen verbonden was aan de Mariakapel op het hof te 's-Gravenhage, werd 31 December 1367 gesticht door hertog ALBBECHT VAN BEIEREN en zijne eerste gemalin MARGARETA VAN BRIEG. 8 December 1369 kwam het voor het eerst bijeen, terwijl 5 April 1371 paus GREGORIUS XI zijne goedkeuring aan de nieuwe stichting verleende. 2 Maart 1374 plaatste dezelfde paus op verzoek van de hertog het kapittel onder het onmiddellijke gezag van den H. Stoel en tegelijkertijd droeg hij de deken de cure op over de hertog en zijn hofgezin, die tot dusver door de pastoor der St. Jacobskerk was uitgeoefend.
Het college bestond uit een deken en 12 kanunniken, die allen priesters moesten zijn of binnen één jaar na hun aanstelling als zodanig gewijd worden. De landsheer benoemde de kanunniken, die in de regel de deken uit hun midden verkozen. Voor iederen kanunnik was ééne prebende beschikbaar, voor de deken een dubbele. Voor de uitkering daarvan en de betaling der kapelaans en officianten, die het kapittel bij zijn dienst behulpzaam waren, bestemde ALBRECHT in de eerste plaats de 4 prebenden der tot dusver aan de hofkapel verbonden kapelaans en voorts begiftigde hij zijne stichting met een aantal goederen en beneficiën, alsmede zekere jaarlijksche uitkeringen en emolumenten. Door enkele zijner opvolgers werden deze schenkingen vermeerderd, maar in hoofdzaak had het kapittel zijne vrij belangrijke inkomsten te danken aan den stichter. Zoo was bijvoorbeeld het uitgestrekte grondbezit bij 's-Gravenzande, waartoe o. m. de duinen bezuiden Terheide behoorden ( Zie over de kapittelduinen: PAULUS MERULA, Placaten ende Ordonnancien op 't stuck van de wildernissen ('s-Gravenhage 1605), bldz. 182 e. vlg. ) , grootendeels afkomstig van hertog ALBRECHT. Ook het beheer der Haagsche school had deze met uitsluiting van anderen aan het kapittel, mede ten behoeve der kerkelijke diensten, opgedragen ( Zie over deze school: DE RIEMER t. a. p. I, II bldz. 588 e. vlg. ) . Zijn vermogen beheerde het kapittel met behulp van een rentmeester. Hertog ALBRECHT begiftigde met de kanunniksprebenden verschillende personen uit zijne naaste omgeving en schijnt ook omgekeerd met de instelling van dit college beoogd te hebben, een aantal dagelijksche raadslieden aan zijn hof te verbinden ( VgL VAN RIEMSDIJK t. a. p. bldz. 134. ) . Ook na den dood des stichters treft men onder de leden van het kapittel herhaaldelijk landsheerlijke ambtenaren aan en andere aanzienlijke, veelal geleerde, lieden, die de landsheer op deze wijze aan zich verbond. Met deze bedoeling des vorsten hingen samen de strenge voorschriften omtrent de residentieplicht der kanunniken. Het is niet verwonderlijk, dat deze voorschriften eenigermate uitsleten sedert de landsheeren niet meer geregeld te 's-Gravenhage verblijf hielden. Meermalen toch werden kanunniksplaatsen toegekend aan personen uit de omgeving van den toen afwezigen vorst. In 1481 werden den leden van het kapittel beurtelings 70 vrije dagen 's jaars vergund, die buiten Den Haag (waar zij vanouds hun eigen huizen plachten te bewonen) mochten worden doorgebracht. Deze maatregel wijst er op, dat hun werkzaamheden in dien voor het Haagsche hof vrij rustigen tijd niet zeer gewichtig waren. PHILIPS II, die in 1559 dr. WILHELMUS LINDANUS (sinds 1561 tevens bisschop van Roermond) tot deken aanstelde, in 1591 - na de feitelijke opheffing van het kapittel - den bekenden vicaris-generaal SASBOUT VOSMEER, heeft blijkbaar getracht, van dit college gebruik te maken in den strijd voor de handhaving der oude religie. Evenwel, in (of althans omstreeks) 1572 moest het kapittel zijne werkzaamheden staken en zijn vermogen aan de Hollandsche Staten overgeven, die wegens de verandering der religie de oude bestemming daarvan niet eerbiedigden. Enkele kanunniken werden nog gedurende hun leven door de Staten onderhouden, doch de door de Spaanschen koning na dien tijd nieuwbenoemde konden niet meer van hun waardigheid bezit nemen.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Na het overlijden van den laatsten rentmeester van het kapittel, WILLEM MOONS, stelden de Staten, bij resolutie d.d. 13 Augustus 1577, de goederen onder het beheer van den ontvanger-generaal van de geestelijke goederen, ten behoeve van het onderhoud der predikanten. In 1581 evenwel (resol. 15 Juli) besloten zij, ze met het domein te vereenigen, en in 1582 (resol. 27 Juni) werden ze als domeingoed onder het beheer van den rentmeester van Noord-Holland gesteld. Deze maatregel (wellicht gegrond op het collatierecht van den landsheer) heeft tengevolge gehad, dat het archief van het kapittel gedeponeerd werd in dat van de domein- en leenkamer, waarmee het in het Algemeen Rijksarchief belandde. Vandaar ook, dat er enkele stukken in verdwaald waren, die in het archief van de domein- en leenkamer bleken thuis te behooren en thans daarheen zijn overgebracht. Hieronder bevonden zich stukken rakende het beheer der hofkapel, dat steeds tot de taak van den rentmeester van Noord-Holland heeft behoord. Omgekeerd zijn wellicht sommige stukken betreffende de door het kapittel beheerde pastorie- en vicariegoederen indertijd uit het archief gelicht, omdat aan die goederen door de Staten andere bestemmingen gegeven werden. Op die wijze meen ik te moeten verklaren, dat enkele charters, uit het archief van 't kapittel afkomstig, onder die van het geestelijk kantoor van Delft werden aangetroffen, waarvan evenwel ook de bovengenoemde maatregel van 1577 de oorzaak kan zijn. Zij zijn thans weer met het kapittelarchief vereenigd ( Het cartularium (Inv. no. 59) is eenigen tijd uit het archief verwijderd geweest: de erven van den voormaligen griffier der leenn Swaan gaven het in 1839 terug aan het Rijk (Zie BAKHUIZEN VAN DEN BRINK, Overzigt v. h. Nederl. Rijksarchief, bldz. 81, 82). ) .
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
Onder den minder juisten naam "archief der hofkapel" was dit archief in zooverre geordend, dat de meeste charters in chronologische volgorde gelegd en voor een klein gedeelte in regestvorm beschreven waren.
Ordening van het archief Aan de chronologische volgorde werd door mij vastgehouden in de regestenlijst, waarin alle gedateerde akten en andere brieven (met uitzondering van enkele, die wegens hun officieus karakter niet in aanmerking konden komen) werden opgenomen. Voor den inventaris echter werd een geheel nieuwe orde ontworpen, omdat de sporen der voormalige ordening van het archief te gering waren om daarin eenigen steun te vinden. Zooveel mogelijk werd bij deze nieuwe ordening, alsook bij de samenstelling der regestenlijst, tot voorbeeld genomen de ordening en beschrijving van het archief der Middelburgsche abdij door Mr. FRUIN ( Mr. R. FRUIN, Het archief der O. L. V. abdij te Middelburg ('s-Gravenhage 1901). ) . Inzonderheid moet naar aanleiding hiervan vermeld worden, dat de door Mr. FRUIN gevolgde methode t. a. v. de benaming der stukken ook hier in toepassing werd gebracht: bij de onderscheiding van deelen, stukken en charters in den inventaris is uitgegaan van de verschillende berging der archiefstukken, zonder dat op de technische beteekenis dier woorden werd gelet.
Van een aantal charters uit dit archief zijn in bekende werken afdrukken te vinden, waarnaar verwezen wordt in de regestenlijst.
Tenslotte nog enkele opmerkingen over de bestanddeelen van het archief. Onder de stukken, die het vermogen van het kapittel betreffen, zal men vergeefs zoeken naar de door de rentmeester overgelegde rekeningen en evenmin zal men er een lijst van goederen aantreffen. Daarentegen omvat de laatste afdeeling van den inventaris meer dan men er wellicht verwachten zou, omdat daar stukken vereenigd zijn, afkomstig van in de hofkapel gevestigde vicarieën, onverschillig of het kapittel het collatierecht van die stichtingen al of niet heeft bezeten. De reden, waarom de bedoelde stukken zich in dit archief bevinden, is gelegen in het feit, dat het kapittel toezicht hield op alle priesters, die in de hofkapel diensten verrichtten, en hun het hun toekomende uitkeerde. Van een verwijdering dezer stukken uit het archief - zoo de daartoe noodzakelijke scheiding al mogelijk ware -kon dus geen sprake zijn. Evenmin werden verwijderd enkele stukken betreffende de kapelaans der hofkapel vóór de stichting van het kapittel, alsook een aantal, die afkomstig zijn van leden van dat college particulier. Zij werden echter niet in den inventaris opgenomen, doch in de daarbij gevoegde appendices A en B. Wat de stukken rakende de in het kapittel geïncorporeerde kerken betreft, deze beneficiën werden op verschillende wijzen beheerd: in sommige gevallen waren de vicecureiten huurders van de cure met de inkomsten, in andere gesalarieerde lasthebbers van het kapittel; te Amsterdam bestonden de inkomsten, voorzoover mij is gebleken, geheel uit oblaties, terwijl in de andere plaatsen de pastoor over een meer of min omvangrijk vermogen beschikte. De door MAXIMILIAAN en MARIA in 1479 in het kapittel ingelijfde Nieuwe Kerk te Delft en die te Hoorn konden nimmer daarmee vereenigd worden, evenmin als de Haagsche parochiekerk, welker incorporatie in den stichtingsbrief van het kapittel in uitzicht gesteld werd.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Kapittel van St. Marie op het Hof te 's-Gravenhage, nummer toegang 3.18.30.01, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Kapittel St. Marie op het Hof, 3.18.30.01, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen