Archief
Titel
3.12.50 Inventaris van het archief van de faculteiten van de Erasmus Universiteit Rotterdam, 1986-1999
Auteur
Doxis Informatiemanagers BVVersie
04-03-2024
Copyright
Nationaal Archief, Den Haag
2024 cc0Beschrijving van het archief
Naam archiefblok
Erasmus Universiteit: Faculteiten [blok 1985-1999]Periodisering
archiefvorming: 1986-1999 oudste stuk - jongste stuk: 1986-1999
Archiefbloknummer
38369Omvang
1503 inventarisnummer(s); 13,00 meterTaal van het archiefmateriaal
Het merendeel van de stukken is in het
Nederlands
Soort archiefmateriaal
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.Archiefdienst
Nationaal Archief, Den HaagLocatie
Den HaagArchiefvormers
Faculteit Economische Wetenschappen (nu genoemd Erasmus School of Economics) Faculteit Rechtsgeleerdheid (nu genoemd Erasmus School of Law) Faculteit Sociale Wetenschappen (nu genoemd Erasmus School of Social Behaviour) Faculteit Wijsbegeerte (nu genoemd Erasmus School of Philosophy) Faculteit Bedrijfskunde (nu genoemd Rotterdam School of Management Faculteit Kunst en Cultuur (nu genoemd Erasmus School of History, Culture and Communication)Samenvatting van de inhoud van het archief
Deze inventaris beslaat de faculteitsarchieven van de Erasmus Universiteit Rotterdam uit de periode 1986-1999 en bestaat uit archiefbescheiden die de neerslag vormen van de handelingen uitgevoerd door de faculteiten.Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
Erasmus Universiteit Rotterdam
Zie voor de geschiedenis van de Erasmus Universiteit Rotterdam betreffende het bestuur, het onderwijs en onderzoek (3.12.47)
Inventaris van het bestuursarchief van de Erasmus Universiteit 1986-1999.
Faculteiten algemeen
Met de invoering van de Wet van 8 oktober 1992, houdende bepalingen met betrekking tot het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
(Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek) konden de faculteiten het overgrote deel van hun onderwijs en onderzoek zelf bepalen.
In 1997 werden door de Wet Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie ( Staatsblad van het koninkrijk der Nederlanden 1992, 593. (hierna Stb.) ) de bestuurlijke verhoudingen in de universiteit gewijzigd en werden faculteitsraden adviesorganen. De aandacht kwam hierna steeds meer op
onderzoek te liggen en er kwamen hogere eisen voor nieuwe medewerkers. ( Ambitie en Identiteit, 109. ) Faculteit der economische wetenschappen
De oudste faculteit, zij vindt haar oorsprong in de oprichting van de Nederlandsche Handels-Hogeschool in 1913. ( Dr. J.H. van Stuijvenberg, De Nederlandsche Economische Hoogeschool 1913-1963. Van handelshoogeschool naar hogeschool voor maatschappijwetenschappen
(Rotterdam/Den Haag 1963) 18 ) In 1985 vond de faculteit der economische wetenschappen een primeur in Japankunde, dat gelijk grote belangstelling genoot. In 1988 werd het ook
als keuzevak toegankelijk voor doctoraalstudenten aan de EUR. Met de toename van het aantal Aziatische landen op het wereldtoneel werd de studie
verbreed tot Aziatische Studies. Het aantal masterprogramma’s nam eind jaren negentig rap toe, er moest worden gesneden en Aziatische Studies
moest het veld ruimen. ( Matthijs Dicke, Paul van de Laar en Joop Visser (red.), Ambitie en Identiteit. Van Nederlandsche Handels Hoogeschool tot Erasmus Universiteit
Rotterdam (Rotterdam 2013), 61-62. ) Met de invoering van de Wet van 8 oktober 1992, houdende bepalingen met betrekking tot het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek) kon de faculteit
het overgrote deel van haar onderwijs en onderzoek zelf bepalen. In 1997 werden door de Wet Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie ( Stb 1992, 593. ) de bestuurlijke verhoudingen in de universiteit gewijzigd en werd de faculteitsraad een adviesorgaan. De aandacht kwam hierna steeds meer op onderzoek te liggen en kwamen er hogere eisen
voor nieuwe medewerkers. ( Ambitie en Identiteit 109. ) Faculteit der Rechtsgeleerdheid
In 1963 werd de faculteit der rechtsgeleerdheid opgericht en bood zij alleen de studierichting Nederlands recht aan. Sinds het begin was er ook
belangstelling voor een fiscale studierichting. Eind jaren tachtig werd dit door de sectie belastingrecht opnieuw opgepakt en werd er eind 1989
een commissie fiscaal recht in het leven geroepen. In 1990 leverde zij haar rapport op en opperde zij in 1991 met het onderwijs te starten. Het
eerste doctoraaljaar startte in 1991, maar het duurde tot 1994 tot alle drie de doctoraal studiejaren worden aangeboden. Vanaf collegejaar
1992-1993 werd de studie ook in deeltijd aangeboden.
Faculteit der sociale wetenschappen
De faculteit der sociale wetenschappen ging van start met het onderwijsprogramma per september 1963. ( Matthijs Dicke, 40 jaar FSW. De Rotterdamse formule in de praktijk (Rotterdam 2003) 11. ) Op 23 september 1986 kwamen de concept beleidsvoornemens ten behoeve van de operatie ‘Selectieve Krimp en Groei’ tevoorschijn en kreeg de
faculteit het om de oren: de minister van Onderwijs en Wetenschap, Minister Deetman, stelde voor om sociologie, politicologie en
maatschappijgeschiedenis bij andere universiteiten onder te brengen, respectievelijk aan de Uva en de RUL. De universiteit ging daartegen in
verzet. Op 13 november 1986 verscheen er een nieuwe nota van de minister, die zijn standpunten had getoetst aan de bevindingen van externe
deskundigen Dresden en van der Kaa. Maatschappijgeschiedenis werd voor de EUR behouden. Politicologie vertrok naar Leiden, maar de EUR behield
een basisvoorziening politicologie die service plichtig was aan de RUL. Met sociologie gebeurt exact het tegenovergestelde.
De bezuinigingsoperaties van de minister hadden effect op de inrichting van het onderzoek. Dit resulteerde in de oprichting van het Rotterdams
Instituut voor Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek in 1987 (RISBO). In 1991 trad het Erasmus Studiecentrum voor Milieukunde toe tot het RISBO en
werd het RISBO omgevormd tot een Randstedelijk Instituut voor Sociologisch en Bestuurskundig Onderzoek, op die manier konden Leidse en
Rotterdamse sociologen en bestuurskunde onder één noemer werken. ( 40 jaar FSW, 53-63. ) Faculteit der wijsbegeerte
De faculteit der Wijsbegeerte werd opgericht na de fusie in 1973 van de Nederlandse Economische Hogeschool en de Medische Faculteit Rotterdam tot
de Erasmus Universiteit Rotterdam. Toen werd nog gesproken van een Centrale Interfaculteit. Vanaf 1960 was iedere Nederlandse universiteit
verplicht zo'n centrale interfaculteit op te richten. Door de wijsbegeerte een centrale plaats te geven in de universiteiten hoopte de wetgever
bij de studenten inzicht in de samenhang der wetenschappen en maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef te bevorderen. In december 1986 werd de
officiële naam van de faculteit de Faculteit der Wijsbegeerte.
De faculteit der Wijsbegeerte is de kleinste faculteit van de Erasmus Universiteit. Het overgrote deel van de studenten volgt de studie filosofie
als een tweede studie naast een andere niet-filosofische studie. Hierdoor heeft de faculteit een heel eigen karakter; tegelijk is het rendement
van de studies in sommige jaren zorgwekkend. Ook ontstaan door de geringe omvang van de faculteit specifieke financiële en organisatorische
problemen die bij andere faculteiten veel minder spelen.
Tussen 1989 en 1992 werd vanwege vergaande bezuinigingen bij alle universiteiten de faculteit gereorganiseerd. Hierbij werd onder meer het aantal
leerstoelen verkleind van vier naar drie: Ethiek, Methodologie en Wetenschapsfilosofie, en Wijsgerige antropologie. Tussen 1996 en 1998 vond een
nieuwe reorganisatie plaats, mede ingegeven door de invoering van de wet Modernisering universitaire bestuursorganisatie (MUB) in 1997. Kern van
de onderwijsactiviteiten van de faculteit zijn de studies Algemene wijsbegeerte, en Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied.
In 1992 werd de faculteit gevestigd in het Visser 't Hooft-gebouw aan de Oostmaaslaan 950. Hiermee kreeg een faculteit, en dat is best bijzonder,
een locatie buiten de twee campussen Hoboken en Woudestein. Het gebouw ligt echter op loopafstand van de andere universiteitsgebouwen van de
Woudestein campus. Voordat de faculteit er zijn intrek kon nemen moest er ongeveer drie miljoen gulden worden geïnvesteerd in achterstallig
onderhoud aan het gebouw. Ramen en deuren in de gevel werden vernieuwd en er kwam een nieuwe lift. In 2004 kreeg de faculteit weer een plek op de
campus van Woudestein.
In 1997 werd het Erasmus Institute for Philosophy and Economics (EIPE) opgericht, samen met de faculteit der Economische Wetenschappen en de
faculteit der Historische en Kunstwetenschappen. Het instituut verzorgt onder meer de opleiding Research Master in Philosophy and Economics.
Faculteit der bedrijfskunde
In 1984 werd het Interuniversitaire Instituut Bedrijfskunde, de samenwerking tussen de EUR, de THD, VU en RUL, opgeheven en kwam binnen de EUR de
nieuwe interfaculteit bedrijfskunde tot stand. Eind 1984 betrok men een gebouw op Woudestein. Met de invoering van de Wet van 25 september 1985,
houdend herziening regeling van het wetenschappelijk onderwijs (Wet op het wetenschappelijk onderwijs) per september 1986 werd het academisch
statuut herzien en veranderde de naam van interfaculteit bedrijfskunde naar faculteit der bedrijfskunde (hierna: FB). ( Stb. 1985, 562. ) In het najaar van 1986 begon het tweede jaar van de tweejarige postdoctorale fulltime opleiding ‘algemeen management’. Om de discussie over de
onderwijstaal te slechten begon met zowel een Nederlands- als een Engelstalige cursus. In 1987 ging men de opleiding aanduiden als ‘International
Master of Business Administration (MBA) Programme’. In 1986 was men gestart met een doctoraatsopleiding voor assistenten in opleiding en in het
collegejaar 1988 werd er gestart met een Master of Business Information. ( M. Davids en J. van Herwaarden, Erasmus Universiteit Rotterdam 1973-1993 (Rijswijk 1993) 158 en 258. ) Faculteit historische en kunstwetenschappen
Maatschappijgeschiedenis maakte in 1978 als subfaculteit in oprichting deel uit van de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Als gevolg van de
invoering van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs in september 1986 kreeg de studierichting een zelfstandige status. Met het oog op
vergevorderde plannen voor de studierichting kunst- en cultuurwetenschappen viel als naam de keuze op faculteit der historische en kunstwetenschappen. ( Matthijs Dicke, Paul van de Laar en Joop Visser (red.), Ambitie en Identiteit. Van Nederlandsche Handels Hoogeschool tot Erasmus Universiteit Rotterdam (Rotterdam 2013) 183. ) De vanuit Den Haag opgelegde bezuinigingsoperatie ‘Selectieve Krimp en Groei’ (hierna: SKG) zorgde er datzelfde jaar voor dat de EUR in zwaar weer
terecht kwam. Er dreigde een fusie van maatschappijgeschiedenis met de studie geschiedenis in Leiden. Mede door toedoen van prof. dr. S. Dredsen,
externe onafhankelijke adviseur van de minister, werden de beleidsvoornemens SKG enigszins aangepast. Voor maatschappijgeschiedenis betekende dit
concreet dat zij kon blijven bestaan, maar dat zij Leiden moest aanvullen. ( Ambitie en Identiteit, 58, M. Davids en J. van Herwaarden, Erasmus Universiteit Rotterdam 1973-1993 (Rijswijk 1993) 302 en 303. ) In 1989 ging de afstudeerrichting ‘Toegepaste Kunst- en Cultuurwetenschappen’ van start, weliswaar duurde het tot 1993 tot zij als volwaardig
experimentele studierichting werd gezien. ( Erasmus Universiteit Rotterdam 1973-1993, 184-185. )Geschiedenis van het archiefbeheer
Zie voor de geschiedenis van het archiefbeheer (3.12.47) Inventaris van het bestuursarchief van de Erasmus Universiteit 1986-1999.
Verwerving door Nationaal Archief
Het archief is in 2021 door de Erasmus Universiteit Rotterdam overgebracht naar het Nationaal Archief krachtens artikel 12 van de Archiefwet 1995.
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud
Het archief bestaat uit agenda’s, verslagen, lijsten van ingekomen stukken, besluiten, nota’s, rapporten, plannen, voorstellen, aanvragen, toekenningen, voorbereiden stukken, reglementen, begrotingen, jaarrekeningen,
jaarverslagen en andere stukken die de neerslag vormen van de handelingen uitgevoerd door de faculteit der economische wetenschappen.
Selecteren en vernietigen
Voor de waardering van het archief is het Basisselectiedocument Wetenschappelijk Onderwijs 1985-, instrument voor de selectie (ter vernietiging dan wel blijvende bewaring) van de
administratieve neerslag van de zorgdragers openbare en bijzondere universiteiten op het beleidsterrein wetenschappelijk onderwijs over de periode 1985 - gehanteerd.
Het BSD is vastgesteld op 20 augustus 2009 door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, namens deze, de algemene rijksarchivaris.
Verantwoording van de bewerking
Na de bewerking is van de oorspronkelijke 23,65 strekkende meters 12,995 meter overgebleven. Deze selectie is opnieuw gestructureerd gebaseerd op handelingsnummers (uit het BSD) en vergadernummers.
De codering, gebaseerd op de Basis Archiefcode is losgelaten. De beschrijvingen hebben als voorbeeld de oorspronkelijke dossieromschrijvingen van de archiefvormer, maar zijn gecontroleerd, waar nodig aangepast en
beschreven met als basis het onderwerp uit het BSD: waar nodig zijn ze voorzien van een handeling, object, subject, plaats en tijd.
Namen zijn de eerste keer voluit geschreven, met erachter de afkorting. De daaropvolgende keren is consequent de afkorting genoteerd. Voor de betekenis van de afkortingen verwijs ik u naar bijlage 1 bij (3.12.48)
Inventaris van het archief van het college van bestuur van de Erasmus Universiteit 1986-1999.
Alle stukken zijn van nietjes, plakband en overige hechtmiddelen ontdaan en verpakt in zuurvrije omslagen en zuurvrije archiefdozen, conform de normen in Normenblad materieele staat versie 3.0 van het Nationaal Archief.
Daarna zijn ze genummerd volgens de inventaris. De omslagen en dozen zijn voorzien van etiketten. Van de te vernietigen stukken is een vernietigingslijst opgesteld, die aan de afdeling DIM is overgedragen.
Ordening
De structuur van het archief is opgezet volgens de ISAD (G) en gerubriceerd in stukken niet beschreven naar inhoud en stukken beschreven naar inhoud. Daarbinnen zijn de stukken gerubriceerd naar organisatie,
personeel en taken. Verder is de ordening van het Basisselectiedocument (de handelingen) aangehouden om de beschrijvingen zo goed mogelijk te kunnen ordenen. Waar mogelijk is er gebruik gemaakt van
verzamel- en deelbeschrijvingen.
Bijzonderheden per faculteit
Faculteit Economische Wetenschappen (nu genoemd Erasmus School of Economics): na bewerking is van de oorspronkelijke 6,78 strekkende meters 4,14 meter overgebleven.
Faculteit Rechtsgeleerdheid (nu genoemd Erasmus School of Law) na bewerking is van de oorspronkelijke 3,76 strekkende meters 1,73 meter overgebleven.
Faculteit Sociale Wetenschappen (nu genoemd Erasmus School of Social Behaviour) na bewerking is van de oorspronkelijke 3 strekkende meters 1,96 meter overgebleven.
Faculteit Wijsbegeerte (nu genoemd Erasmus School of Philosophy); na bewerking is van de oorspronkelijke 1,33 strekkende meters 0,69 meter overgebleven.
Faculteit Bedrijfskunde (nu genoemd Rotterdam School of Management; na bewerking is van de oorspronkelijke 7 strekkende meters 3,45 meter overgebleven.
Faculteit Kunst en Cultuur (nu genoemd Erasmus School of History, Culture and Communication); na bewerking is van de oorspronkelijke 1,78 strekkende meters 1,04 overgebleven.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopieeren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van de stukken als gevolg van de materële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
- Creëer een account of log in.
- Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
- Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Erasmus Universiteit: Faculteiten [blok 1985-1999], nummer toegang 3.12.50, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, , 3.12.50, inv.nr. ...
Verwant materiaal
Een overzicht van de andere inventarissen van de EUR betreffende de archiefblokken 1986-1999, 2000-2009 en hoogleraren:
Bestuursarchief 1986-1999, toegangsnummer 3.12.47 Bestuursarchief 2000-2009, toegangsnummer 3.12.48 Faculteitsarchieven 2000-2009, toegangsnummer 3.12.50 Personeelsdossiers hoogleraren 1973-2009, toegangsnummer 3.12.46 Uit dit archief zijn geen kopieen op een alternatieve drager als microfilm, microfiche of in digitale vorm beschikbaar.
Afgescheiden archiefmateriaal
Niet van toepassing