Archief
Titel
2.21.111 Inventaris van het archief van prof. dr. J.H.A. Logemann [levensjaren 1892-1969], (1854) 1909-1969 (1977)
Auteur
C.M. LontCopyright
Nationaal Archief, Den Haag
1975 cc0Beschrijving van het archief
Naam archiefblok
Collectie 220 J.H.A. Logemann Logemann
Periodisering
archiefvorming: 1909-1969 oudste stuk - jongste stuk: 1854-1977
Archiefbloknummer
C22091Omvang
; 226 inventarisnummer(s) 2,20 meterTaal van het archiefmateriaal
Het merendeel der stukken is in het
Nederlands
Soort archiefmateriaal
Normale, geschreven, getypte en gedrukte documenten. Geen bijzondere stukken.Archiefdienst
Nationaal ArchiefLocatie
Den HaagArchiefvormers
J.H.A. Logemann
Samenvatting van de inhoud van het archief
J. H.A. Logemann (1892-1969) maakte carrière als bestuursambtenaar op Nederlandsch-Indië, en was daarnaast, o.a. als voorzitter, betrokken bij de Stuwgroep. Deze stelde zich ten doel Indië tot meerdere bloei en hogere ontwikkeling te brengen, onder meer door publikaties over de staatkundige toestand in Nederlands-Indië in "De Stuw", het orgaan van deze groep. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Logemann in Duitse gevangenschap o.a. geïnterneerd in Buchenwald, Haren en St. Michielsgestel. Na de oorlog had hij als minister van Overzeese gebiedsdelen zitting in het kabinet Schermerhorn-Drees.
Het archief bevat voornamelijk de schriftelijke neerslag van zijn stilistische arbeid, voorts stukken voortvloeiende uit zijn diverse funkties en door hem gegeven adviezen zowel op staatsrechtelijk als administratiefrechtelijk gebied.Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
Johan Heinrich Adolf Logemann werd geboren op 19 januari 1892 te Rotterdam als zoon van Logemann Johann Heinrich en Arnold Elisabeth Sophia.
Na het behalen van zijn H.B.S.-diploma volgde hij de opleiding voor de Indische Bestuursdienst. In 1912 behaalde hij het diploma van deze opleiding en vertrok naar Nederlands-Indië, waar hij in augustus van dat jaar werd aangesteld als administratief ambtenaar bij het binnenlands bestuur op Java en Madoera. Gedurende zijn diensttijd in Nederlands-Indië heeft hij de volgende funkties bekleed:
1912 administratief ambtenaar op Java en Madoera, waarnemend aspirant controleur te Blora;
1913 aspirant controleur te Blora, controleur op Java en Madoera;
1915 werkzaam bij de dienst pestbestrijding in de residentie Soerakarta;
1919 waarnemend inspekteur voor de woningverbetering bij de dienst der pestbestrijding;
1921 gewestelijk leider bij de volkstelling.
Na het behalen van het getuigschrift voor het notarisambt in 1922, in Nederland, werd hij na zijn terugkeer in Nederlands-Indië in 1923 belast met de waarneming van de betrekking van inspecteur bij de bezuinigingsdienst op het departement van Financiën.
1924 plaatsvervangend gouvernements-commissaris bij de Javasche Bank,
waarnemend inspecteur van de generale thesaurie,
hoogleraar in het staats- en administratiefrecht aan de Rechtshogeschool te Batavia;
1928 gouvernements-commissaris bij de Javasche Bank.
Voorts was hij lid c.q. voorzitter van de Commissie voor de financiële verhouding tussen land, provincies, regentschappen, gemeenten en andere lokale ressorten, de Commissie tot herziening van de stadsgemeente-ordonnantie en van de provincie- en regentschapsordonnanties, de Agrarische commissie en de Kiesrechtcommissie.
Hij behoorde tot de zogenaamde Stuwgroep die zich ten doel stelde Indië tot meerdere bloei en hogere ontwikkeling te brengen, onder meer door publikaties over de staatkundige toestand in Nederlands-Indië in "De Stuw", het orgaan van deze groep. Zijn aanvankelijk wat gereserveerde opstelling tegenover deze groep, die noch van de Nederlandse noch van de Nederlands-Indische regering enige waardering genoot, was geleidelijk veranderd.
Hij werd lid ervan en in 1932 zelfs voorzitter.
Gedurende deze periode heeft Logemann diverse artikelen geschreven die in "De Stuw" werden gepubliceerd.
Na het overlijden van prof. mr. C. van Vollenhoven (1933), werd Logemann gevraagd diens werk als hoogleraar Staatsrecht, aan de universiteit van Leiden over te nemen (in 1930 was Logemann al gevraagd om hoogleraar te worden in Leiden), hetgeen betekende, dat voor Logemann een opvolger aan de Rechtshogeschool te Batavia gevonden moest worden, welke hij zag in de persoon van Van Mook.
De gouverneur-generaal wilde echter niet opnieuw een "Stuw-man" - Van Mook was ook lid van de Stuwgroep - en Logemann kon eerst in 1939 met verlof naar Nederland vertrekken.
In oktober 1940 werd hij als vergelding voor de internering van de Duitsers in Nederlands-Indië als gijzelaar naar Buchenwald en vervolgens naar Haren en St. Michielsgestel gebracht.
"Van de voorlezingen, die hij in Buchenwald heeft gehouden, weet ik uit getuigenis van een volstrekt onbevooroordeelde toehoorder, dat zij iets anders waren dan "colleges" voor belangstellende ondeskundigen: het waren colleges voor hoogleraren in het staatsrecht omtrent het object van hun vak", aldus prof. mr. W.F. Prins in zijn biografie van Logemann.
Deze lezingen werden later gepubliceerd onder de titel "Duitse lezingen".
Na de Tweede Wereldoorlog werd Logemann benoemd tot minister van Overzeese Gebiedsdelen in het kabinet Schermerhorn-Drees, 1945-1946. Kenmerkend voor deze tijd zijn de onderhandelingen, die hij moest voeren in verband met het uitroepen van de Republiek Indonesia. In die dagen verklaarde hij in een radiorede wel met Sjahrir te willen onderhandelen, doch niet met de Sukarno-regering.
Samen met Van Kleffens, de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, drong hij - tijdens de besprekingen te Londen - aan op krachtiger optreden tegen de Republiek Indonesia.
Volgens een verklaring in een radiorede stelde hij:
"De Nederlandse regering is bereid een uiterste poging te doen om een nieuwe vorm van samenwerking te vinden, waarbij Nederland slechts steun verleent en de laatste verantwoordelijkheid draagt voor de waarborgen van goed bestuur." ( Uit: het chronologisch overzicht van het Indonesisch vraagstuk in de nationale en internationale politieke verhoudingen (14 augustus 1945-1 januari 1949), publikatie van de Regeringsvoorlichtingsdienst, 's-Gravenhage, z.j. p. 5 en 6. ) Bij zijn ontslag in 1946 ontving hij van de Koningin een officiële dankbetuiging voor de "onder zeer moeilijke omstandigheden" verrichte arbeid. Per 1 augustus 1946 werd hij op eigen verzoek officieel ontslagen uit de Nederlands-Indische gouvernementsdienst.
Vanaf 4 juni 1946 is hij voor de Partij van de Arbeid lid geweest van de Tweede Kamer, waarin hij twee jaar zitting heeft gehad. Ook heeft hij als lid van de Partij van de Arbeid zitting gehad in de Indiën-commissie van de Wiardi Beckmanstichting.
Op 2 augustus 1947 werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden in het staats- en administratief recht, later ook nog in de algemene staatsleer.
Naast de reeds vermelde funkties is Logemann betrokken geweest bij of lid c.q. voorzitter geweest van de hiernavolgende commissies, colleges, verenigingen of stichtingen, waarvan de weerslag te vinden is in het archief:
- de Planol-studiegroep, inventarisnummer 27,
- de Volksraad, inventarisnummer 6,
- de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, inventarisnummer 104,
- de Nederlandse Volksbeweging, inventarisnummer 107, (116)
- de Nationaliteitscommissie, inventarisnummer 80,
- de Adatrechtstichting, inventarisnummer 105,
- de Academische Baad, inventarisnummer 172,
- de Commissie grondwetsherziening, inventarisnummer (79,)
- de Radaktie-commissie rijksgrondwet, inventarisnummer 79,
- de Deventer-Maasstichting, inventarisnummer 96,
- de Thorbecke- en de Bachienestichting, inventarisnummer 95,
- de Stichting culturele samenwerking tussen Oost en West, inventarisnummer 60, (Sticusa)
- het Oosters instituut.
In 1962 ging hij met emeritaat.
Reeds in Indonesië had hij zich beziggehouden met stilistische werkzaamheden, hetgeen hij gedurende zijn hoogleraarschap te Leiden voortzette. Zijn bijdragen voor de Adatrechtbundel, boeken en vele artikelen over Indonesië getuigen hiervan.
In 1962 verscheen van de hand van mevrouw mr. W. van Ham-Wagner in samenwerking met mr. J. Peters een overzicht van publikaties van zijn hand.
Logemann was gehuwd met Anna J. van Gogh, uit welk huwelijk twee zoons werden geboren.
Hij overleed op 12 november 1969 in Den Haag.
Literatuur
W.F. Prins, Herdenking van Johan Heinrich Adolf Logemann , in: Jaarboek Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, 1969-1970 , p. 217. Het chronologisch overzicht van het Indonesisch vraagstuk in de nationale en internationale politieke verhoudingen (14 augustus 1945-1 januari 1949 , publikatie van de Regeringsvoorlichtingsdienst, 's-Gravenhage, z.j. p. 5 en 6. Keesings Historisch Archief , jaargang 1969, p. 816. Grote Winkler Prins 1971 (7) , deel 12, p. 178. E.B. Locher - Scholten, De Stuw, tijdstekening en teken des tijds , in: Tijdschrift voor Geschiedenis , 84ste jaargang, 1971, p. 36-65. Henriëtte Laman Trip de Beaufort, Cornelis van Vollenhoven 1879-1933 , Utrecht, 1954.Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief is niet kompleet, zo ontbreekt vrijwel alles over de Stuwgroep, terwijl ook over de periode van zijn ministerschap erg weinig is bewaard gebleven. Enige aanvulling verkreeg deze laatste lacune toen bleek dat Logemaan veel origineel materiaal over deze tijd en daarna had overgedragen aan de Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis. Met toestemming van mevrouw A.J. Logemann-van Gogh en met medewerking van de Rijkscommissie konden deze papieren in het archief ingevoegd worden. Het archief bleek gedeeltelijk chronologisch, gedeeltelijk rubrieksgewijs geordend te zijn geweest, maar vaak was het verband verstoord of ontbrak het geheel. De papieren betreffende zijn indische ambtsperiode werden gedeeltelijk aangetroffen in mappen met op de omslag een omschrijving van de inhoud, die hiermee echter niet altijd in overeenstemming was.
De papieren van Logemann werden door tussenkomst van drs. P.J. Drooglever, medewerker van prof. dr. S.L. van der Wal aan het Algemeen Rijksarchief geschonken door mevrouw Logemann.
Tussen de boeken van Logemann die door de antikwaar Nabrink werden opgekocht bevonden zich losse stukken, die met medewerking van mevrouw Logemann eveneens aan het Algemeen Rijksarchief werden geschonken. De totale kollektie bereikte het Algemeen Rijksarchief dus in drie fasen: een deel in 1969, een deel in 1970 en een laatste deel in 1974.
In 2009 ontving het Nationaal Archief een aanvulling op het archief.
De verwerving van het archief
Het archief is door schenking verworven.
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud
De hierna beschreven papieren zijn voornamelijk de schriftelijke neerslag van zijn stilistische arbeid, voorts stukken voortvloeiende uit zijn diverse funkties en door hem gegeven adviezen zowel op staatsrechtelijk als administratiefrechtelijk gebied.
Verantwoording van de bewerking
Bij de inventarisatie werd gekozen voor een functionele opzet. Een zeer omvangrijke rubriek vormden die stukken die in verband staan met zijn stilistische arbeid. Zij zijn verenigd met de verspreid aangetroffen aantekeningen voor zovere duidelijke was dat deze met stilistische werkzaamheden direkt of indirekt in betrekking stonden onder de afdeling: "artikelen, commentaren en studies".
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
- Creëer een account of log in.
- Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
- Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 220 J.H.A. Logemann, nummer toegang 2.21.111, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Logemann, 2.21.111, inv.nr. ...
Verwant materiaal
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar