Beide rapporten zijn door de secretaris C. Nozeman op 12 februari 1798 in handen gesteld van de Agent van Marine Spoors.
(copia copiae)
Bijlagen:
a) copie van een missive van 20 januari 1796 aan C.C.G.G. tegen zijn ontslag en uitwijzing;
b) extract van een resolutie van 21 januari 1797 van C.C.G.G. contra van de Graaff;
c) copie van een protest van 28 januari 1797 van S.H. Frijkenius tegen de aan van de Graaff aangedane behandeling;
d) copie van een rekwest van oktober 1800 aan het Uitvoerend Bewind inzake rehabilitatie.
Zie volgend blad. Bijlage: copie van een rekwest van de sergeant der burgerij P.J. van de Venne aan president en schepenen van Batavia en een rekwest van P.D. van Vliet aan G.G. van Overstraten d.d. 17 oktober 1800.
Dit stuk is incompleet, slot ontbreekt.
Brief is incompleet, slot ontbreekt.
Op 19 juni 1802 is door A.G. Besier, lid van het Staatsbewind, een conceptschikking aan de actiehouders der O.I.C. gezonden, waarop Craeijvanger 21 juni bericht van ontvangst stuurt.
Deze brief is blijkens antwoord van Besier van 13 juli door het Staatsbewind ongunstig ontvangen.
Op 3 augustus 1802 is door het Staatsbewind bij het Wetgevend Lichaam een gedrukte memorie terzake ingediend.
Bijlage: secreet met de opmerking, dat de vetste posten zijn in handen gesteld van een gesloten conservatieve groep; misnoegdheid over de voorkeur van Engelhard boven Wiese.
De stukken 216, 217, 218 en 221 van een patriot te Batavia mogen wellicht toegeschreven worden aan B.P.M Liebeherr, in 1801 als koopman teruggekeerd op Java en daar verblijvende tot 1808.
Nadat hij 19 augustus geschreven heeft over de staat der cultures en achterstand der leveranties, zendt hij thans de korte schets voor een plan tot inzaaien en leverantie van producten met uitvoerig P.S., dat niet in het origineel voorkomt, met als bijlage een extract uit een brief geschreven door de Javase Ministers aan de Hoge Regering te Batavia, gedateerd Semarang ultimo december 1802, par. 360 slot tot 365, gevolgd door par. 357-360 begin).
met drie bijlagen:
a) lijst van de Amerikaanse schepen, die na ontvangst van de oorlogstijding op 17 oktober 1803 te Batavia met koffie, peper en suiker werden geladen, met opgave van vertrekhavens, datum van aankomst, tonnage, aangebrachte goederen en piasters;
b) copiebrief van F. van Braam d.d. 27 mei 1804 aan de Gouverneur, Generaal en Chef in Zuid Afrika J.W. Janssen over de zijdeteelt en toezending van zaden van de zijdeplant;
c) staat aantonende de winsten op de koffieleverantie in Tjiandjoer en Buitenzorg.
met drie bijlagen:
a) Dix articles proposés;
b) Extract secreet besluit 28 maart 1805, Litt, W.W., om Schout bij Nacht Kikkert op te dragen de twaalf schepen met passagiers naar Amerika met paspoort Brantsen ongehinderd door te laten;
c) Extract secreet besluit 29 april 1805, Litt. K.K.K. tot décharge van de commissie wegens het staken van de expeditie en de aanmars der manschappen uit Duitsland.
De verhouding der stukken 227 en 230 tot de brieven 228 en 229 alsmede de bijlage van 228, is niet geheel duidelijk.
Mr. Johan Henoch Neethling werd in 1793 adjunctfiscaal, was bij het herstel van het Bataafse gezag in 1803 provisioneel secretaris van de Raad van Politie en in oktober 1803 lid van de Hoge Raad van Justitie.
Aan het duplicaat is een nota toegevoegd, niet in het origineel voorkomende, waarin schrijver zegt de tegenstand van Nederburgh c.s. te vrezen en begeert als Bataafse agent naar Isle de France te worden gezonden.
Dit handschrift kan van A.G. Besier zijn.
.
Wellicht van Henricus van Royen 1760-1844, classicus, in 1795 in politieke loopbaan, administrateur der posterijen, Staatsraad onder Willem I.