Terug naar zoekresultaten

2.16.45 Inventaris van het archief van de Delta-Commissie, (1936) 1953-1961

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.16.45
Inventaris van het archief van de Delta-Commissie, (1936) 1953-1961

Auteur

H.B. Misérus

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1975 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Delta Commissie
Delta Commissie

Periodisering

archiefvorming: 1953-1961
oudste stuk - jongste stuk: 1936-1961

Archiefbloknummer

W26510

Omvang

; 228 inventarisnummer(s) 2,30 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Delta-Commissie

Samenvatting van de inhoud van het archief

Na de Februari-stormvloed van 1953 werd op 18 februari dat jaar de Deltacommissie ingesteld. Doel was om nog zo een ramp te voorkomen en tegelijkertijd te kijken in hoeverre het mogelijk was de zeearmen af te sluiten ter beveiliging tegen hoge stormvloedstanden en de verbetering van de zoetwatervoorziening in de grote stroomgebieden. Op 10 december 1960 bracht de Deltacommissie een uit zes delen bestaand eindverslag uit. De commissie werd bij besluit van 12 april 1961 ontbonden.
Het archief bevat stukken betreffende de werkzaamheden van de Commissie zelf, maar ook van de verscheidene werkgroepen, te weten de werkgroepen Veiligheid binnendijks, Meteorologie, Windgolven en golfoploop, Constructie afsluitingen, Plaats en volgende werken, Bestaande dijken, Verkeer, Economie, Schelpdieren en visserij en de Programmacommissie Delft. Het archief van de commissie zelf is opgedeeld in stukken betreffende de plenaire commissie, en stukken uit het archief van de voorzitter.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De Februari-stormvloed
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 werd Nederland getroffen door een ongekend hevige stormvloed, die veroorzaakt werd door een aantal uiterst ongunstige omstandigheden, welke op dat tijdstip vrijwel gelijktijdig optraden. Op genoemde datum viel springtij toevallig samen met een storm van orkaankracht uit het noordwesten, welke bovendien vele uren aan hield. Deze storm veroorzaakte een golfbeweging, ten gevolge waarvan vele uren de kleibekleding van de bovenste dijkgedeelten werd aangevreten en tenslotte werd weggeslagen. De gevolgen waren desastreus. Een aantal dijken brak op vele plaatsen door, ten gevolge waarvan alleen al in de provincie Zeeland 124 polders werden overstroomd en volliepen. Behalve het onherstelbaar verlies van 1835 mensenlevens werden zware klappen toegediend aan het gehele economisch bestaan in de getroffen gebieden. Verschillende bedrijfstakken leden grote verliezen aan materiaal en vermogensbezit. Alleen reeds in de sector landbouw werd de totale vermogensschade geschat op f.40 mln. zonder rekening te houden met verloren gegane bedrijfsgebouwen. De totale materiële schade bedroeg meer dan f.1100 mln. Ook de veestapel werd zwaar getroffen: 4700 stuks vee en 140.000 stuks pluimvee kwamen om.
Instelling Deltacommissie
Dat het de Nederlandse regering ernst was om met grote spoed en met inzet van alle beschikbare middelen een aanvang te maken met de planning van de belangrijkste waterstaatkundige voorzieningen, welke met voorrang moesten worden uitgevoerd om herhaling van de Februari-ramp te voorkomen, blijkt uit het feit, dat bij beschikking nr. 8976, Afd.P. Directie van de Waterstaat van 18 februari 1953 reeds een commissie van advies werd ingesteld ( Zie voor samenstelling Inventarisnummer 1 ) .
Aan deze commissie - onder voorzitterschap van ir. A.G. Maris, directeur-generaal van de Rijkswaterstaat met als secretaris dr. ir. J. van Veen eveneens van de Rijkswaterstaat - werd onder meer voorgelegd de beantwoording van de vraag, "welke waterstaatstechnische voorzieningen dienen te worden getroffen met betrekking tot de door de stormvloed geteisterde gebieden, waarbij in het onderzoek ware te betrekken de vraag of een afsluiting van de zeearmen zulk een voorziening behoort te vormen."
De commissie - voortaan Deltacommissie genoemd - bestond uit 11 leden en werd op 21 februari 1953 door de minister van Verkeer en Waterstaat aan het Binnenhof in Den Haag geïnstalleerd. In zijn installatierede werd door de heer Algera onder ander gememoreerd, dat reeds langer dan 15 jaar door de Rijkswaterstaat was gewerkt aan de voorbereiding en uitvoering van plannen, die voor een belangrijk deel het gebied bestrijken, waarop ook de werkzaamheden van de Deltacommissie zich zouden bewegen. De minister had hierbij het oog op de werkzaamheden van de zogeheten Stormvloedcommissie, die bij beschikking van de minister van Waterstaat van 28 april 1939, nr. 426 I, Directie van de Waterstaat, was ingesteld met de opdracht om van voorlichting te dienen inzake het optreden van stormvloedstanden langs de Nederlandse Noordzeekust en welke veiligheidsmaatregelen in verband met het optreden van deze stormvloedstanden nodig zouden zijn.
Tot voorzitter van deze commissie werd destijds benoemd de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de directie Zuid-Holland, ir.D.A. van Heyst. De commissie werd bij beschikking van de minister van Verkeer en Waterstaat van 21 april 1953 nr. 21179 Afd.P opgeheven.
Werkzaamheden en opheffing
De werkzaamheden van de Deltacommissie hebben in hoofdzaak te maken gehad met het ontwerpen van plannen ter beveiliging tegen hoge stormvloedstanden en de verbetering van de zoetwatervoorziening in de grote stroomgebieden. Bij haar studie, die heeft geleid tot het opstellen van het zogenaamde "Deltaplan", heeft de commissie gebruik kunnen maken van de ervaring en studie-resultaten van de volgende diensten en commissies:
  1. het Centraal Planbureau te Den Haag,
  2. het K.N.M.I. te De Bilt,
  3. het Laboratorium voor Grondmechanica te Delft,
  4. het Laboratorium voor Experimenteel Spanningsonderzoek te Delft,
  5. het Mathematisch Centrum te Amsterdam,
  6. Provinciale Waterstaatdiensten,
  7. de Rijksdienst voor het Nationale Plan,
  8. het Rijksinstituut voor Visserij-onderzoek te IJmuiden,
  9. het Waterloopkundig Laboratorium te Delft,
  10. het Zoölogisch Station te Den Helder,
  11. de Plancommissie Zuidwest,
  12. de Commissie ter bestudering van de Ruimtelijke Ordening in de Landbouw en
  13. de zogenaamde Commissie van Dertien voor aangelegenheden betreffende Schelpdierenteelt.
Hoewel de commissie vanaf de aanvang van haar werkzaamheden wist, dat zij voor een immens moeilijke taak was geplaatst en dat vergroting van de veiligheid van ons land tegen het dreigende water en verbetering van de zoetwaterhuishouding in Zuidwest Nederland aangelegenheden waren, welke een zeer intensieve bestudering van de daarmede samenhangende problemen en factoren met zich mee brachten, is zij niettemin reeds een jaar na haar installatie tot de overtuiging gekomen, dat afdamming van de daarvoor in aanmerking komende zeegaten wenselijk en ook technisch uitvoerbaar was. Hiermee was de door de minister gestelde hoofdvraag: "Afdamming van de zeegaten of verzwaring van de bestaande dijken?"beantwoord. De commissie kwam spoedig tot een aantal voorlopige bevindingen welke zij aan de minister heeft uit gebracht en heeft neergelegd in een vijftal interimadviezen, te weten:
  1. Eerste interimadvies, gedateerd 26 mei 1953; Verhoging Schouwense Dijk.
  2. Tweede interimadvies, gedateerd 26 mei 1953; Afsluiting Hollandse IJssel.
  3. Derde interimadvies, gedateerd 27 februari 1954, Afdamming zeearmen (deltaplan)
  4. Vierde interimadvies, gedateerd 5 januari 1955; Afdamming Veersegat en Zandkreek (Drie-eilandenplan)
  5. Vijfde interimadvies, gedateerd 18 oktober 1955; Nadere beschouwingen in verband met de afdamming van de zeearmen.
Op 10 december 1960 bracht de Deltacommissie een uit zes delen bestaand eindverslag uit ( Zie inventarisnummer 12 ) . Dit was de neerslag van een uitgebreide studie in de vorm van - grotendeels technische - rapporten, nota's, adviezen, beschouwingen en verslagen, samengesteld door een keur van deskundigen op het gebied van o.m. de waterstaat, de planologie, de meteorologie, de grondmechanica en het wetenschappelijk visserij-onderzoek. De commissie werd bij besluit van 12 april 1961, no.23902 Afd.P, Directie van de Waterstaat, met dankzegging voor de door haar verrichte belangrijke arbeid, ontbonden.
Geschiedenis van het archiefbeheer
In hetzelfde besluit, waarbij de Deltacommisie door de minister van Verkeer en Waterstaat werd ontbonden, werd door de minister bepaald, dat de archiefstukken van de commissie zullen berusten in het archief van de Directie van de Waterstaat. Begin 1972 werd het archief, hetwelk een lengte had van 81/2 m en zich in materieel opzicht in een goede toestand bevond, in het beheer overgedragen aan het Bureau Semi Statische Archieven van dit ministerie.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Lijst van vernietigde stukken
  1. Algemeen
    • 1. Dubbele exemplaren van ingekomen en uitgaande brieven, nota's, rapporten, concept-adviezen, tekeningen, notulen en tijdschriften.
    • 2. Aanbiedingsbrieven en overige correspondentie van onbelangrijke aard, waarop geen bijzondere aantekeningen zijn geplaatst.
    • 3. Stukken betreffende het aankondigen en het annuleren van vergaderingen.
    • 4. Correspondentie inzake mededelingen van verhindering tot het bijwonen van vergaderingen.
    • 5. Adreswijzigingen, overlijdensberichten en opgaven van gewijzigde of vervallen telefoonnummers.
    • 6. Stukken betreffende het verstrekken van inlichtingen van eenvoudige aard.
  2. Comptabele bescheiden
    • 7. Reisdeclaraties en onkostenrekeningen inzake ten dienste van de commissie-werkzaamheden gemaakte reis- en verblijfskosten.
  3. Kantoorbenodigdheden en administratieve hulpmiddelen
    • 8. Stukken betreffende de aanschaf van kantoormeubilair, schrijfmachines en andere grotere benodigdheden ten behoeve van het Secretariaatsbureau.
    • 9. Stukken betreffende de aanschaf van kleine kantoorbehoeften w.o. stempels, formulieren, stencilpapier, boeken en drukwerken.
    • 10. Stukken betreffende porti- entelefoonkosten, kosten van vertaalwerk en van publicaties.
  4. Particulieren
    • 11. Correspondentie met particulieren inzake door hen ingediende suggesties en ideeën met betrekking tot de opzet en uitvoering van een Deltaplan, waaraan geen gevolg is gegeven.
Totaalomvang van het vernietigde gedeelte: 6 m
Verantwoording van de bewerking
Aangezien de omvangrijke correspondentie van de voorzitter grotendeels bleek te zijn ondergebracht in een misleidende rubriek "Algemeen", is deze correspondentie door mij herordend in de rubrieken "Toezicht op de werkzaamheden van de commissie", "Technisch onderzoek" en "Onderzoek naar de sociaaleconomische gevolgen". Achter de inventaris is een afdeling documentatie toegevoegd, gevolgd door een bijlage, houdende een lijst van vernietigende stukken.
Ordening van het archief Alle ingekomen en minuten van uitgegane stukken waren voorzien van een correspondentienummer en een nummer van de werkgroep, door welke het desbetreffend stuk was behandeld. Deze nummering is terug te vinden in een door de secretaris bijgehouden agenda ( Zie inventarisnummer 84 ) , welke tevens als ingang goed bruikbaar is en waardoor een rechtstreekse chronologische benadering van de stukken mogelijk is gebleven. Het archief bleek geordend te zijn volgens een sterk doorgevoerd functioneel beginsel. De archivalia van liefst 11 verschillende werkgroepen bleken gemakkelijk te onderkennen. Daarnaast voerden de voorzitter van de commissie ir. A.G. Maris en de secretaris dr.ir. J. van Veen ieder een afzonderlijke correspondentie.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Delta Commissie, nummer toegang 2.16.45, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Delta Commissie, 2.16.45, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar