Terug naar zoekresultaten

2.14.120 Inventaris van het archief van de Rijkscommissie voor Geodesie, 1879-1990

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.14.120
Inventaris van het archief van de Rijkscommissie voor Geodesie, 1879-1990

Auteur

Doc-Direkt

Versie

26-10-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
(c) 2023 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Rijkscommissie voor Geodesie en taakvoorganger Rijkscommissie voor Geodesie
OCW / Rijkscie. Geodesie RCGEO

Periodisering

archiefvorming: merendeel 1879-1990
oudste stuk - jongste stuk: 1879-1990

Archiefbloknummer

O52

Omvang

1033 inventarisnummer(s); 22,80 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het,,en, maar soms zitten er ook stukken in die in een andere taal zijn gesteld.
Nederlands
Frans
Duits
Engels

Soort archiefmateriaal

Het archief bevat normaal getypte en gedrukte documenten, daarnaast bevat het enkele met potlood geschreven stukken en kaarten, tekeningen, foto's, films, geluidsdragers en digitale dragers

Archiefdienst

Nationaal Archief, Den Haag

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

(, 1879 - 1937)(, 1937 - 1989) Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing Rijkscommissie voor Geodesie

Samenvatting van de inhoud van het archief

De totale omvang van het archief omvat ca. 25 meter.
Het archief bestaat voornamelijk uit resultaten van metingen, correspondentie van wetenschappers, vergaderingen van de Rijkscommissie en haar subcommissies, stukken inzake de eigen bedrijfsvoering en publicaties inzake de geodesie. Ook bevat het archief foto’s, records en audiovisueel materiaal.
De belangrijkste onderwerpen die in de bescheiden aan bod komen zijn:
- Metingen en berekeningen
- Colleges in geodesie
- Wetenschappelijke publicaties
- Briefwisselingen
- Vergaderingen
- Eigen bedrijfsvoeringen

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Geschiedenis
De Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing is in 1879 ingesteld ter uitvoering van de landelijke Rijksdriehoeksmeting en van de Rijkshoogtemeting, de (eerste) nauwkeurigheids waterpassing.
-De Rijksdriehoeksmeting werd ingegeven door de wens Nederland op te nemen in de Midden-Europese graadmeting die op Pruisisch initiatief werd ondernomen en door de bevinding dat het uit de Franse tijd daterende Nederlandse driehoeksnet niet aan de nauwkeurigheidseisen daarvoor voldeed. Het hoofdnet van de Rijksdriehoeksmeting — het primaire net — was bij het 25-jarig bestaan van de RCGW in 1904 gereed. De uitkomsten van de secundaire verdichting daarvan ten behoeve van de kadastrale en andere plaatselijke metingen werden ter gelegenheid van het halve-eeuwfeest in 1929 gepresenteerd. Het bijhouden van de uitkomsten van de Rijksdriehoeksmeting (RD) werd per 1930 overgedragen aan het Kadaster. -Intussen had de commissie als uitvloeisel van de vorming van het NAP en het RD-net ook astronomische metingen en metingen van de zwaartekracht in Nederland ter hand genomen. De problemen die de beweeglijkheid van de Nederlandse bodem voor laatstbedoelde metingen veroorzaakte, bracht de jonge civiel-ingenieur F.A. Vening Meinesz, die deze metingen in dienst van de commissie uitvoerde en analyseerde, tot instrumentele aanpassingen die zouden uitmonden in een apparaat, waarmee ook op zee zwaartekracht nauwkeurig zou kunnen worden gemeten, een vereiste om wereldwijd de vorm van de aarde te bepalen. Varend in onderzeeërs, voornamelijk van de Koninklijke Marine, maakten hij en Nederland hiermee wereldnaam. Zo bevestigde de commissie haar rol als het contactpunt in Nederland voor de International Association of Geodesy (lAG).
Nadat de commissie haar oorspronkelijke opdracht had vervuld, werd zij in 1937 als Rijkscommissie voor Geodesie (RCG) opnieuw ingesteld, met subcommissies voor deelgebieden en werkgroepen met specifieke opdrachten. De RCG kreeg daarbij een meer algemeen coördinerende taak inzake de geodetische werkzaamheden van rijksdiensten.
Al in de jaren voorafgaande aan het eeuwfeest van de RCG in 1979 had onder druk van de technische ontwikkelingen en de daardoor geboden nieuwe mogelijkheden een verschuiving van de aandachtsgebieden van de commissie plaatsgehad. Lag de aandacht voorheen voornamelijk op de geometrische infrastructuur — inclusief het zwaartekrachtsveld — en de meettechnieken daarvoor, de behoeften van de samenleving en de toepassingen van de automatisering daarbij confronteerden de commissie met nieuwe probleemvelden. Het begrip ‘geo-informatie’, als thematische informatie over alles wat op aarde een plaatscomponent had, deed opgeld. Ondanks de verschuiving in accenten bleef het zwaartepunt van de aandacht van de RCG voorlopig toch liggen op de geometrische aspecten van de geodesie: de geometrische infrastructuur, de plaatsbepaling daarmee en de toepassingen daarvan in de aardwetenschappen, al dan niet in samenwerking met de sterrenkunde.
Bij haar instelling in 1879 werd de commissie ondergebracht bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, waaronder toen onderwijs, letteren, kunsten en wetenschappen vielen. Nadat de RCGW in 1937 was omgezet in de RCG kreeg zij haar middelen van het inmiddels ingestelde Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De commissie kon zich ongestoord op haar werkzaamheden richten, tot in 1987 de beleidsnota ‘De plaats van de para-universitaire instituten in het Nederlandse wetenschapsbestel’ de positie van de Commissie ter discussie stelde. Een Koninklijk Besluit van 17 november 1989 bezegelde uiteindelijk dat de RCG werd opgeheven.
Op 29 januari 1990 besloot de Afdeling Natuurkunde van de KNAW de commissie met terugwerkende kracht per 1 januari van dat jaar in haar organisatie op te nemen, op dezelfde dag dat het voornoemde KB in werking trad. De commissie zou als Nederlandse Commissie voor Geodesie (NCG) voortbestaan. De NCG is een onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
Taakbeschrijving
De Rijkscommissie voor Geodesie had de volgende taken:
  • Het coördineren en sturen van het fundamenteel en strategisch onderzoek in de geodesie en de geo-informatie in Nederland.
  • Het vormen van een denktank voor de geodesie en de geo-informatie in Nederland.
  • Het geven van adviezen over algemene beleidslijnen voor de geodesie en de geo-informatie rekening houdend met de maatschappelijke ontwikkelingen.
  • Het coördineren van de vertegenwoordiging van Nederland in internationale wetenschappelijke organisaties op het gebied van de geodesie en de geo-informatie.
  • Het adviseren van het hoger onderwijs in de geodesie en de geo-informatie vanuit een wetenschappelijk perspectief rekening houdend met de maatschappelijke behoeften.
  • Het bijdragen aan de instandhouding en het up-to-date houden van de geodetische infrastructuur in Nederland.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief is altijd bij de Nederlandse Commissie voor Geodesie en haar voorgangers in beheer geweest, maar heeft in de loop der tijd op verschillende locaties gestaan. In 1895 werd het archief met de commissie ondergebracht in het nieuwe gebouw dat de Polytechnische School voor de beoefening van de geodesie aan de latere Kanaalweg in Delft had laten bouwen. In 1975 verhuisde de commissie mee naar het nieuwe hogeschool gebouw voor geodesie aan de Thijsseweg in Delft. In 2004 vond het bureau van de NCG onderdak bij de TU Delft faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek aan de Kluyverweg te Delft. Het archief stond nu in stalen kasten in de kelder van het Onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft aan de Jaffalaan 9 opgeslagen. In deze ruimte waren geen bijzondere (klimaat)maatregelen getroffen.
Het archief van NCG valt niet meer onder het zorgdragerschap van OCW. In 2012 is het archief van de Rijkscommissie voor Geodesie aan Doc-Direkt ter bewerking aangeboden.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2023 door Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 12 van de Archiefwet 1995

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bestaat voornamelijk uit stukken met betrekking tot resultaten van metingen, correspondentie van wetenschappers, neerslag van vergaderingen van de Rijkscommissie en haar subcommissies, stukken inzake de eigen bedrijfsvoering en publicaties inzake de geodesie. Ook bevat het archief foto’s, kaarten, onderzoeksdata en audiovisueel materiaal. De belangrijkste onderwerpen die in de bescheiden aan bod komen zijn:
  • Metingen en berekeningen
  • Colleges in geodesie
  • Wetenschappelijke publicaties
  • Briefwisselingen
  • Vergaderingen
  • Eigen bedrijfsvoeringen
Tot 1988 is de inhoud van de archiefdozen beschreven door ing. H.C. Pouls (voormalig adjunct-secretaris van de Rijkscommissie voor Geodesie). Daarna heeft mw. H.W.M. Verhoog-Krouwel dat gedaan. Zij was van 1989 tot 2012 administratief medewerkster van de Rijkscommissie voor Geodesie (RCG) en de Nederlandse Commissie voor Geodesie (NCG).
Selectie en vernietiging
Dubbele exemplaren en "vreemd archief" (archiefbestanden afgedaan of opgemaakt na 1990) zijn afgescheiden en in opdracht van het Nederlands Centrum voor Geodesie en Geo-informatica (NCG) geretourneerd naar de Technische Universiteit Delft, Civil Engineering & Geosciences, Stevinweg 1, 2628 CN Delft. Daarmee is het totaal te bewerken aantal meters ca. 26 m'. Na selectie waarbij de dubbelen (0,875 m') en het "vreemd archief" (2,125 m') zijn verwijderd is er een te bewaren bestand overgebleven van ca. 25 m'. Het verschil in meters voor en na de bewerking wordt veroorzaakt door de materiële verpakkingen. De mogelijk te vernietigen stukken uit de periode 1945 t/m 1990 zijn niet vernietigd vanwege cultuurhistorisch en wetenschappelijk belang.
Aanvullingen
Voor dit archief worden geen aanvullingen verwacht
Verantwoording van de bewerking
Het gehele archief is ter bewaring aangewezen op grond van de hardheidsclausule art. 5 lid e van het Archiefbesluit 1995. Op basis van de werkzaamheden van de Rijkscommissie is de faculteit Geodesie te Delft opgericht. Daarmee is het totaal te bewerken aantal meters ca. 26m'. Na selectie waarbij de dubbelen (0,875m') en het ''vreemd archief'' (2,125m') zijn verwijderd is er een te bewaren bestand overgebleven van ca. 25 m'. Het verschil in meters voor en na de bewerking wordt veroorzaakt door de materiele verpakkingen.
Het archief is materieel bewerkt zoals afgesproken met het Nationaal Archief volgens Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 december 2009, nr. WJZ/178205 (8189), met betrekking tot de duurzaamheid en de geordende en toegankelijke staat van archiefbescheiden en de bouw en inrichting van archiefruimten en archiefbewaarplaatsen. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 december 2012, WJZ/466161(10265), Stcrt. 2012, 26238.
Het gehele archief is ter bewaring aangewezen op grond van de hardheidsclausule art. 5 lid e van het Archiefbesluit 1995. Op basis van de werkzaamheden van de Rijkscommissie is de faculteit Geodesie te Delft opgericht.
Het archief is materieel bewerkt zoals afgesproken met het Nationaal Archief volgens Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 december 2009, nr. WJZ/178205 (8189), met betrekking tot de duurzaamheid en de geordende en toegankelijke staat van archiefbescheiden en de bouw en inrichting van archiefruimten en archiefbewaarplaatsen. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 december 2012, WJZ/466161(10265), Stcrt. 2012, 26238.
Het archief van de NCG (Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing (1879 - 1936) (RCGW), Rijkscommissie voor Geodesie (1937 - 1989), Nederlandse Commissie voor Geodesie (1990 - 2009) (NCG) is een doorlopend archief. Het archief van de NCG is niet ter bewerking aangeboden. De cesuur loopt hiermee tot 1990. Naast de in deze inventaris beschreven archiefstukken zijn er twee hutkoffers aangetroffen waarin archiefwaardig materiaal aanwezig is. De inhoud van de hutkoffers is niet meegenomen in de bewerking. De stukken zijn afkomstig van prof. Vening Meinesz en betreft meetarchieven. Van beide koffers is een inventarisatie aanwezig (zie inv.nr. 1025). Hutkoffer I met de meetarchieven van prof. Vening Meinesz is in beheer bij de TU Delft. Koffer II was altijd in beheer bij de NCG, maar is recentelijk geïnventariseerd door NCG. De reden hiervoor is het maken van een website over het werk van de heer Vening Meinesz. Hierbij is de daadwerkelijke inventarisatie uitgevoerd door TU Delft Library, afd. bijzondere collecties. Het archiefwaardige materiaal in de koffers is volgens de normen verpakt in zuurvrije omslagen.
Naast de in deze inventaris beschreven archiefstukken zijn er twee hutkoffers aangetroffen waarin archiefwaardig materiaal aanwezig is. De inhoud van de hutkoffers is niet meegenomen in de bewerking. De stukken zijn afkomstig van prof. Vening Meinesz en betreffen meetarchieven. Van beide koffers is een inventarisatie aanwezig (zie inv.nr. 1025). Hutkoffer I met de meetarchieven van prof. Vening Meinesz is in beheer bij de TU Delft. Koffer II was altijd in beheer bij de NCG, maar is recentelijk geïnventariseerd door NCG. De reden hiervoor is het maken van een website over het werk van de heer Vening Meinesz. Hierbij is de daadwerkelijke inventarisatie uitgevoerd door de TU Delft Library, afd. bijzondere collecties. Het archiefwaardige materiaal in de koffers is volgens de normen verpakt in zuurvrije omslagen.
Van de te bewaren archiefbescheiden die aan het Nationaal Archief zijn overgedragen is een digitale inventaris volgens het model klassiek plus gemaakt conform de EAD-NA richtlijnen. De eigentijdse toegang (excelbestand NCG Archief) heeft als uitgangspunt gediend voor de beschrijvingen. De eigentijdse toegang is als bijlage onder inv.nr. 1031 in de inventaris opgenomen. De in deze toegang bij de dossierbeschrijvingen opgenomen nummering achter het kopje ''Oude orde'' verwijst naar de beschrijvingen in de eigentijdse toegangen. De ''H'' nummering verwijst naar de eigentijdse toegang RCGW, de overige nummering naar de toegang RCG.
Daarnaast is er de database ‘Post 1879 - ? NCG'. Dit is een nadere toegang op het correspondentiearchief (inv.nrs. 11 t/m 46). De database is als voorl. inv.nr. 1001 opgenomen in de toegang en kan worden opgevraagd als men een specifiek briefnummer zoekt. Ook is er een Excel-sheet Beeldarchief (voorl. inv.nr. 1033) waarop foto’s en afbeeldingen uit het archief beschreven staan.
De overige nadere toegangen of archiefbeschrijvingen:
  • Historisch Archief NCG Overzicht 2007, (inv.nr. 1026)
  • Archief RCGW._1879-1936, (inv.nr. 1029)
  • Archief_RCG._1937- 1989, (inv.nr. 1028)
  • Archief_RCGW_RCG_NCG_2012 (inv.nr. 1027) zijn als bijlage opgenomen.
Ordening van het archief
De hoofdindeling van de inventaris is op basis van de twee archiefvormers: de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing, 1879 - 1937, en de Rijkscommissie voor Geodesie, 1937 - 1989, ieder met hun eigen onderverdeling. Daarnaast zijn er voor elke periode aparte hoofdrubrieken aangemaakt voor het los aangetroffen beeldmateriaal. De eigentijdse en nadere toegangen zijn opgenomen in Rubriek 5 Bijlagen.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Voor zover bekend zijn er geen beperkingen krachtens het Auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is een aantal eigentijdse toegangen beschikbaar. Deze toegangen zijn opvraagbaar onder de inv.nrs. 1025 t/m 1033 van de rubriek Bijlagen. Voor een nadere uitleg over het gebruik zie de paragraaf Verantwoording van de bewerking.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Rijkscommissie voor Geodesie en taakvoorganger Rijkscommissie voor Geodesie, nummer toegang 2.14.120, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, OCW / Rijkscie. Geodesie RCGEO, 2.14.120, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Geen
Bewaarplaats van originelen
De originele bescheiden van dit archief berusten bij het Nationaal Archief
Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
De inhoud van twee hutkoffers is niet opgenomen in deze toegang. Deze zijn achtergebleven bij het NCG. Beschrijvingen van de inhoud van de hutkoffers vindt u onder inv.nr. 1025
Verwante archieven
Niet van toepassing

Bijlagen

Geen bijlagen

Archiefbestanddelen