Terug naar zoekresultaten

2.13.165 Inventaris van het ongevallenarchief van de afdeling Luchtmacht Bedrijfveiligheid van de Chef Luchtmachtstaf en taakvoorgangers, 1946-1984 (1986)

Het archief bevat uitsluitend dossiers betreffende onderzoek naar ongevallen met vliegtuigen van de Luchtmacht.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.13.165
Inventaris van het ongevallenarchief van de afdeling Luchtmacht Bedrijfveiligheid van de Chef Luchtmachtstaf en taakvoorgangers, 1946-1984 (1986)

Auteur

CAS Winschoten

Versie

18-09-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2011 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Afdeling Luchtmacht Bedrijfsveiligheid
KLU / Luchtmacht Bedrijfsveiligheid

Periodisering

archiefvorming: 1946-1984
oudste stuk - jongste stuk: 1946-1986

Archiefbloknummer

D70

Omvang

; 4864 inventarisnummer(s) 37,20 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Luchtmachtstaf / Afdeling Luchtmacht Bedrijfsveiligheid, 1947-1991

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat uitsluitend dossiers betreffende onderzoek naar ongevallen met vliegtuigen van de Luchtmacht.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De Afdeling Luchtmacht Bedrijfsveiligheid van de Chef Luchtmachtstaf (CLS) en taakvoorgangers had in de periode 1947-1984 voornamelijk als taken het opstellen van regelgeving omtrent vliegveiligheid, en het verrichten van onderzoek naar de oorzaken van het incident of het ongeluk. Bij lichte ongevallen werd er geen onderzoek ingesteld. Bij de zwaardere ongevallen stelde de commandant van de vliegbasis waar het ongeval had plaatsgevonden of de CLS een commissie van onderzoek in (zie voor nadere informatie over de (bedrijfs)veiligheid de hoofdstukken 4.8 en 4.9 van het Rapport Institutioneel Onderzoek (RIO) nr. 50 betreffende het beleidsterrein militaire operatiën). Hieronder is een overzicht opgenomen van de taken van de CLS waarbinnen de Afdeling Luchtmacht Bedrijfsveiligheid functioneerde.
Periode 1947-1949
Op 1 maart 1947 werd het ministerie van Oorlog uitgebreid met de Luchtmachtstaf. De Chef der Luchtmachtstaf (CLS) beschikte over een staf bestaande uit de stafofficieren Organisatiën, Opleidingen, Personeel (tevens directeur Legerluchtmachttroepen) en Technische Zaken. De CLS kreeg bevelsbevoegdheid over de militaire luchtvaart en de luchtvaarttroepen, en was tevens verantwoordelijk voor de aanschaf, het onderhoud en het herstel van specifiek luchtmachtmaterieel. Hij was nevengeschikt aan de CGS, de adjudant-generaal, de kwartiermeester-generaal en de directeur Administratieve Diensten, en ressorteerde net als deze functionarissen rechtstreeks onder de Minister van Oorlog. Binnen deze nieuwe organisatiestructuur werd de CLS een gelijkwaardige partner van de CGS en de CMS.
Periode 1950-1962
Met de reorganisatie van september 1950 werd het Commando Legerluchtmacht Nederland opgeheven en werden de commando’s Luchtverdediging, Luchtvaartopleidingen, Luchtvaarttroepen, en Magazijnen en Werkplaatsen ingesteld. De uit het Commando Legerluchtmacht voortvloeiende bevoegdheden en verplichtingen gingen over naar de plv. CLS. Het politieke bestuur van de luchtmacht bleef bij de minister berusten, bijgestaan door de staatssecretaris. De Luchtmachtstaf diende het door de minister vastgestelde beleid uit te werken. De bevelsbevoegdheid over de luchtmacht werd uitgeoefend door de CLS. Voor het materieel- en personeelsbeleid werd de CLS bijgestaan door een Chef Materieel Luchtmacht en een Chef Personeel Luchtmacht. Naast een persoonlijke staf werd tevens een kabinet in de staf van de CLS opgenomen. De sous-chef van de Luchtmachtstaf had de leiding over de secties L1 tot en met L6:
  • Organisatie
  • Inlichtingen
  • Operatiën
  • Logistiek
  • Opleiding
  • Verbindingen
Zijn taak bestond onder andere uit:
  • het initiëren van plannen en programma’s inzake de formatie, het gebruik en de instandhouding van de KLu en het adviseren van de CLS daarover;
  • het behandelen van aangelegenheden van organisatorische en administratief-organisatorische aard, bijvoorbeeld op het gebied van operationele en logistieke aard, behoefteraming, opleidingen, inlichtingen en veiligheid en buitenlandse betrekkingen;
  • het leiden en coördineren van de werkzaamheden in de Luchtmachtstaf ten aanzien van de bouw van vliegvelden, gebouwen, werken en terreinen, alsmede het leiden van terzake bestaande behoefte aan coördinatie met organen buiten de luchtmacht.
Periode 1963-1975
Met de reorganisatie van 1963 werd voor elk krijgsmachtdeel een staatssecretaris aangesteld, die de dagelijkse leiding kreeg, en op administratief en financieel-economisch gebied werd bijgestaan door de plv. secretaris-generaal/KLu. Onder de staatssecretaris ressorteerden drie hiërarchisch-gelijke militaire functionarissen: de CLS, de opperofficier Personeel/KLu en de directeur Materieel Luchtmacht. Zij waren tevens nevengeschikt aan de plv. secretaris-generaal/KLu. Allen adviseerden zij de staatssecretaris voor wat betreft de zaken die tot hun functiegebied behoorden. Deze situatie bleef bestaan tot 1971. De CLS kreeg een tweeledige taak. Enerzijds was dat een departementale functie als krijgskundig adviseur van de minister ten aanzien van luchtmachtaangelegenheden. Deze adviezen hadden met name betrekking op:
  • operationele waarde en inzetmogelijkheden van de luchtstrijdkrachten in oorlogstijd;
  • formatie (slagorde), opbouw en instandhouding van de KLu;
  • opleiding en oefening.
Anderzijds had hij een bevelvoerende taak als Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten (BDL) waardoor hij belast was met:
  • het ontwerpen van de formatie (slagorde) en structuur van de KLu;
  • het ontwerpen van richtlijnen en instructies betreffende de oefeningen en opleidingen;
  • het ontwerpen van plannen en richtlijnen inzake het gebruik en de instandhouding van de luchtstrijdkrachten in oorlogstijd.
De Luchtmachtstaf beschikte naast het Kabinet over een stafbureau Luchtmachtplannen en een stafbureau Burgerpersoneel. Direct onder de souschef Luchtmachtstaf ressorteerden de nu gewijzigde secties L1 tot en met L6:
  • Organisatie en Opleidingen
  • Inlichtingen
  • Plannen en Operatiën
  • Logistiek en Infrastructuur
  • Financieel Beleid
  • Automatisering.
Periode 1976-1991
Het instellen van een matrixorganisatie had vooral gevolgen voor de organisatie op ministerieel niveau. De bestaande organisatie op krijgsmachtdeelniveau bleef grotendeels gehandhaafd. De functies van CLS en BDL bleven verenigd in één persoon. Wel werden de functies van sous-chef Plannen en sous-chef Operatiën geïntroduceerd. De functie van plv. secretaris-generaal bij de drie krijgsmachtdelen kwam te vervallen. De CLS stond hiërarchisch onder de minister van Defensie en - binnen hun bevoegdheden - onder de staatssecretarissen van Defensie. De CLS was nevengeschikt aan de directeuren Personeel, Materieel en Economisch Beheer van de KLu. In verband met zijn verantwoordelijkheid voor het operationele functiegebied, dat richtinggevend (maar niet maatgevend) was voor de overige functiegebieden, was hij primus inter pares. Functioneel stond hij onder de Chef Defensiestaf. De functie van de CLS omvatte: het afleiden, respectievelijk formuleren van eisen, waaraan de KLu nu en in de toekomst moet voldoen, alsmede het toetsen van de mate waarin de KLu aan de operationele eisen voldoet; het opstellen van een concept operationeel deelplan KLu waarin binnen de ontvangen operationele randvoorwaarden en de aanwijzingen en richtlijnen van de politieke leiding en de CDS gestreefd wordt naar een operationeel optimum; de CLS is in dat kader verantwoordelijk voor het leveren van een bijdrage in de constituerende en dirigerende activiteiten op ministerieel niveau. Om invulling te geven aan deze taken beschikte de CLS/BDL over de Luchtmachtstaf bestaande uit:
  • het kabinet, de stafgroep CLS/BDL, de stafgroep Juridische Zaken;
  • Ressort Plannen (afdelingen Plannen, Operationele Behoeften, Organisatie);
  • Ressort Operatiën (afdelingen Operationele Directie, Inlichtingen en Veiligheid, Luchtmacht Bedrijfsveiligheid, Verbindingen).
Geschiedenis van het archiefbeheer
Dit archief van de Afdeling Luchtmacht Bedrijfsveiligheid en voorgangers bestaat alleen maar uit ongevallendossiers. Deze dossiers zijn bij deze afdeling bijgehouden. De overige dossiers van deze afdeling zijn opgenomen in de Inventaris van het archief van de Chef van de Luchtmachtstaf (CLS) van het Ministerie van Defensie (1945) 1951-1986 (1996), CAS-inventarisnr. 1109 en toegangnummer 2.13.113 van het Nationaal Archief, omdat deze dossiers centraal zijn gevormd bij de Secretarie van de Chef Luchtmachtmachtstaf.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief van de Afdeling Luchtmacht Bedrijfsveiligheid en voorgangers bestaat alleen maar uit ongevallendossiers. Deze dossiers zijn wegens de specifieke taak bijeengehouden. De overige archiefbescheiden van deze afdeling zijn opgenomen in het archief van de Chef van de Luchtmachtstaf van het Ministerie van Defensie.
De dossiers zijn geordend op jaar en voorzien van een opeenvolgend nummer. Op de meeste dossieromslagen staan de metadata van een ongeval opgeschreven die ook in de dossiers zijn terug te vinden:
  • Commando
  • Onderdeel
  • Datum van ongeval
  • Plaats van ongeval
  • Soort ongeval
  • Type en registratienr.
  • Korte omschrijving van de toedracht/oorzaak
  • Betrokkene(n) en functie(s).
Vooral in de jaren veertig en vijftig staan niet alle bovengenoemde gegevens op de dossieromslag vermeld. Er bevinden zich 4864 dossiers in dit archiefbestand en veel dossiers zijn gerubriceerd. Dit houdt niet per se in dat er 4864 ongevallen zijn geweest: de “afdoening” van een ongeval zoals deze is vastgelegd kan verspreid zijn over meer dan één dossier. In de dossiers zijn veel foto’s en tekeningen van de ongevallen aanwezig.
Selectie en vernietiging
Door de volledigheid van het bestand kan een goede kijk verkregen worden in het vliegbedrijf in al zijn facetten, daarom is het van belang geacht hieruit niet te vernietigen. In het belang van het historisch onderzoek naar de militaire luchtvaart en het unieke karakter van het bestand is op verzoek van de zorgdrager en in overleg met het Nationaal Archief besloten om alle stukken op basis van handeling 133 van de selectielijst Militaire Operatiën, gepubliceerd in de Staatscourant 15 juni 2005, nr. 113 / pag. 14 te bewaren. Handeling 132, is als handeling op basis waarvan vernietigd kan worden, derhalve niet toegepast.
Verantwoording van de bewerking
Als uitvloeisel van het meerjarenconvenant, afgesloten op 10 februari 2003, tussen het Ministerie van Defensie, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Centrale Archief Selectiedienst (CAS), is in de periode 2007 - 2008 het ongevallenarchief van de Afdeling Luchtmacht Bedrijfsveiligheid van de Chef Luchtmachtstaf en taakvoorgangers bewerkt, totaal 27,9 meter. Met name door het verpakken van de vele foto’s is de omvang van het in zijn totaliteit te bewaren bestand toegenomen van 27,9 tot 41,75 meter.Voor de materiële staat van het archief is de bewerking uitgevoerd conform artikel 11 van Archiefbesluit en de Regeling duurzaamheid archiefbescheiden. De aangetroffen fotonegatieven zijn verpakt in de daarvoor bestemde polyethyleen negatiefbladen. Deze negatiefbladen zijn vervolgens weer verpakt in four flaps. Ook de vele aangetroffen foto’s zijn verpakt in four flaps.
Ordening van het archief
De toegang is gebasserd op een database. Het archiefbestand bestond oorspronkelijk uit een zestal deelbestanden, welke op verschillende plaatsen en tijden met verschillende doelen zijn ontstaan. Deze deelbestanden zijn gerespecteerd en herkenbaar gehouden door in de kolom “Soort ongeval” een voor het betreffende deelbestand specifieke tekst toe te voegen. Het deelbestand “Niet dodelijke luchtvaartongevallen” is herkenbaar omdat het geen dergelijk kenmerk heeft meegekregen. Dit is als volgt gedaan:
  • Niet dodelijke luchtvaartongevallen: Kenmerk anders dan de hieronder genoemde
  • Dodelijke luchtvaartongevallen: Dodelijk ongeval
  • Grondongevallen: Grondongeval
  • Luchtongevallen uit het archief van de Chef Luchtmachtstaf: C.L.S.
  • Grondfotoarchief: Grondfotoarchief
  • Foto’s van diverse ongevallen behorende bij formulier 765 C: 765 C
In de toegang zijn de volgende inhoudsgegevens per dossier opgenomen:
  • Inventarisnummer
  • Commando
  • Onderdeel
  • Datum van ongeval
  • Plaats van ongeval
  • Soort ongeval
  • Type en registratienr.
  • Korte omschrijving van de toedracht/oorzaak
  • Betrokkene(n) en functie(s)
  • Datering dossier
  • Uiterlijke vorm
  • Toelichting
Omwille van de privacy van betrokkenen is in de gepubliceerde toegang de naam en fucntie van de betrokke(n) niet opgenomen
Met name in de jaren 1946 - 1959 van het archiefbestand werd in de dossiers het commando niet vermeld. Ook het veld “Type en registratienummer” en het veld “Betrokkene(n) en functie(s)” is met enige regelmaat niet ingevuld omdat de informatie in de stukken niet is aangetroffen. Incidenteel komt het voor dat voor de velden “Plaats van ongeval”, “Datum van ongeval” en “Onderdeel” de gegevens niet in de stukken zijn aangetroffen. In al genoemde gevallen is in deze velden de term “Onbekend” gehanteerd.
In de kolom “Soort ongeval” is sprake van een aantal categorieën ongevallen die zijn aangeduid met een letter. Er is sprake van de volgende categorieën:
  • Cat. A: ter plaatse herstelbaar
  • Cat. B: ter plaatse herstelbaar door herstelploeg
  • Cat. C: herstelbaar door fabriek
  • Cat. D: onherstelbaar of vermist
  • Cat. O: onbeschadigd
Verder is in de toegang de door Defensie gehanteerde terminologie overgenomen zoals aangetroffen. Afkortingen zijn opgenomen in de afkortingenlijst.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Afdeling Luchtmacht Bedrijfsveiligheid , nummer toegang 2.13.165, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, KLU / Luchtmacht Bedrijfsveiligheid , 2.13.165, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Bijlagen

Lijst van afkortingen
A.V.O.T.
Aanvullende Vliegopleiding op Tweemotorige vliegtuigen
C.A.V.
Conversie en All-weather Vlucht
C.G.S.
Chef Generale Staf
C.L.O
Commando Luchtvaartopleidingen/Luchtmachtopleidingen/Logistiek en Opleidingen
C.L.S.
Chef Luchtmachtstaf
C.L.V.
Commando Luchtverdediging
C.M.S.
Chef Marinestaf
C.R.C.
Controle en rapporteer Centrum
C.T.L.
Commando Tactische Luchtstrijdkrachten
D.E.L.M.
Depot Electronisch Materieel
D.M.L.U.
Directoraat Materieel Luchtmacht
D.V.M.
Depot Vliegtuigmaterieel
E.V.O.
Elementaire vliegeropleiding
G.L.V.
Groep Lichte Vliegtuigen
G.P.L.V.
Groep Lichte Vliegtuigen
G.S.M.W.
Groep Straalmotorenwerkplaats
I.F.-vlucht
Instrument Flight-vlucht
J.V.O.
Jacht Vliegeropleiding
J.V.S.
Jachtvliegschool
K.K.S.L.
Koninklijke Kaderschool Luchtmacht
L.E.T.S.
Luchtmacht Elektronische en Technische School
L.I.M.O.S.
Luchtmacht Instructie- en Militaire Opleidingen School
L.O.K.S.
Luchtmacht Officiers- en Kaderschool
L.S.K.
Lucht Strijdkrachten
L.V.M.G.
Luchtmacht Verbindings- en Meteorologische Groep
L.V.O.
Lichte Vliegtuigen Opleiding
Mil.A.T.C.C.
Military Air Traffic Control Centre
N.N.G.
Nederlands Nieuw-Guinea
O & M-squadron
Onderhoud en Materieel-squadron
S.A.R.-vlucht
Search and Rescue-vlucht
S.O.C.
Sector Operatiën Centrum (voomalige Sectie Melding en Gevechtsleiding)
S.V.O.
Selectie Vliegopleiding
T.C.A.
Transitie Conversie Afdeling
T.V.O.
Transitie Vliegeropleiding
U.S.A.F.
United States Air Force
V.I.O.
Vlieginstructeursopleiding
V.V.O.
Voortgezette vliegeropleiding

Archiefbestanddelen