Terug naar zoekresultaten

2.06.173 Inventaris van het archief van het Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland, voorheen Commissariaat Acquisitie van het Ministerie van Economische Zaken, 1967-2004 (2007)

Het archief bevat de archiefbescheiden gevormd door het Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.06.173
Inventaris van het archief van het Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland, voorheen Commissariaat Acquisitie van het Ministerie van Economische Zaken, 1967-2004 (2007)

Auteur

Doc-Direkt

Versie

02-04-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2016 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Economische Zaken: Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland (CBIN) voorheen Commissariaat Acquisitie Ministerie van Economische Zaken: Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland (CBIN) voorheen Commissariaat Acquisitie
EZ / CBIN EZ / CBIN

Periodisering

archiefvorming: 1967-2004
oudste stuk - jongste stuk: 1967-2007

Archiefbloknummer

E27

Omvang

1142 inventarisnummer(s); 5,28 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten. Geen bijzondere handschriften. Bevat tekeningen, foto's en een diskette.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Economische Zaken / Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland (1967-2001)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat de archiefbescheiden gevormd door het Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Het Ministerie van Economische Zaken (EZ) is vanaf de jaren vijftig actief bezig geweest om buitenlandse bedrijven aan te trekken om naar Nederland te komen. In de begin jaren was dit beleid vooral gericht op de Verenigde Staten. EZ bleef hierbij achter de schermen. Het werk werd voornamelijk uitgevoerd door het onafhankelijke Instituut voor Nederlands Amerikaanse Industriële Samenwerking (INAIS). EZ was voor het INAIS een belangrijkste bron van informatie over de Nederlandse industrie. Tevens was EZ verantwoordelijk voor de officieuze koers van het instituut. INAIS werd overigens wel door de overheid gefinancierd en had kantoren in Amsterdam, New York en enige tijd ook in Chicago. Het moest buitenlandse, ook niet-Amerikaanse, geïnteresseerde bedrijven benaderen en hulp aanbieden bij het vinden van de juiste wegen om een vestiging in Nederland te realiseren.
Tot circa 1959 was het beleid er vooral op gericht om zoveel mogelijk buitenlandse industriële ondernemingen aan te trekken. Hierbij werd geen onderscheid gemaakt in welke sector een mogelijk geïnteresseerde onderneming werkzaam was. Na 1959 werd een meer selectief beleid gevoerd en kreeg de INAIS de opdracht om te selecteren op sector om zo ook te anticiperen op de algehele schaarste op de arbeidsmarkt. Het doel werd om zoveel mogelijk buitenlandse belangstelling te creëren voor de ontwikkelingskernen in de achtergebleven regio’s in Nederland. Het accent lag nu op ondernemingen die in technologisch gebied vooraan stonden, zoals de petroleumindustrie en de elektronische industrie. Deze sectoren werden als kansrijk gezien.
De activiteiten van het INAIS werden vanaf het begin van de jaren zestig afgebouwd. Men vond dat de bedrijvigheid in Nederland voldoende was gegroeid. In 1976 werd er in New York een industrial commissioner aangesteld, belast met het werven van Amerikaanse ondernemingen. Vanaf 1978 werd de acquisitie breder aangepakt met de oprichting van het Commissariaat Acquisitie, waaronder ook de commissioners en een Nederlandse afdeling vielen. De commissioners waren inmiddels ook in andere landen aanwezig, waaronder in Japan (Tokio). In 1983 werd de naam van het Commissariaat Acquisitie gewijzigd in het Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland (CBIN).
Positie van het CBIN en taakvoorganger binnen het ministerie van Economische Zaken.
Het Commissariaat Acquisitie ressorteerde van 1978 - 1983 onder het Directoraat-Generaal voor Industrie (DGI). DGI behandelde alle aangelegenheden met betrekking tot de Nederlandse industrie. In 1983 werd de naam gewijzigd in CBIN. De taken bleven hetzelfde en de positie binnen het ministerie van Economische Zaken (EZ) ook. In 1986 vond er binnen het ministerie van EZ een reorganisatie plaats. Het DG I werd opgeheven en werd vervangen door het Directoraat-Generaal voor Industrie en Regionaal Beleid (DG IR). Het CBIN kwam onder dit nieuwe directoraat-generaal te vallen. De hoofdtaak van het DG IR was om naast het beleid ten aanzien van de industrie, zich ook te richten op het beleid ten aanzien van het regionale ontwikkelingen.
In 1993 vond wederom een organisatie plaats. Het CBIN werd nu geplaatst onder het Directoraat-Generaal voor Industrie en Diensten (DG ID). DG ID nam de taken over van het voormalig Directoraat-Generaal voor Industrie en Regionaal Beleid en van het Directoraat-Generaal voor Diensten, Midden- en Kleinbedrijf en Ordening. De voornaamste taak van het DG ID was het behandelen van aangelegenheden met betrekking tot de Nederlandse industrie en de commerciële dienstensector. Op 1 april 2001 werd het CBIN naar aanleiding van een nieuwe reorganisatie geplaatst binnen het Directoraat-Generaal voor Ondernemingsklimaat. Een kleine zes jaar later, in 2006 werd het CBIN verplaatst naar het Directoraat-Generaal voor de Buitenlandse Economische Betrekkingen.
Organisatie
Het commissariaat bestond uit de volgende organisatieonderdelen:
Hoofdafdeling Acquisitie en Projectbegeleiding (1978), vanaf 1979 Afdeling Acquisitie en Afdeling Projectbeheer, vanaf 1980 Hoofdafdeling Acquisitie en Projectbeheer
  • Afdeling Acquisitievoorbereiding (vanaf 1980-1984)
  • Afdeling Projectbeheer (vanaf 1980-1984)
    • Projectgroep Japan en West-Europa (vanaf 1983-1984)
    • Projectgroep Amerika en overige landen (vanaf 1983-1984)
In 1985 werd dit gewijzigd in:
  1. Hoofdafdeling Acquisitie Voorbereiding en de Hoofdafdeling Projectbeheer
    • Afdeling Projectbeheer West-Europa en Japan
    • Afdeling Projectbeheer Noord-Amerika en andere landen
De Industrial Commissioner zat vanaf de oprichting van het commissariaat in New York (Verenigde Staten). In 1982 kwamen daar nog twee kantoren bij in San Fransisco en Houston. In 1987 opende nog een kantoor in Los Angeles. Verder waren er kantoren in Tokio (Japan) en Den Haag.
In 1993 bestond het commissariaat uit de volgende organisatieonderdelen:
  • Stafsecretariaat
  • Eenheid Acquisitiebeleid
  • Eenheid Projectbeheer
  • Kantoren Industriële Attachés
    • Den Haag
    • Londen (Verenigd Koninkrijk)
    • Tokio (Japan)
    • Seoel (Zuid-Korea)
    • New York, San Mateo, Chicago (Verenigde Staten)
    • Ottawa (Canada)
    • Singapore
    • Taipei (Taiwan)
Het commissariaat is onderverdeeld in een nationaal en een internationaal gedeelte. De thuisbasis is in Den Haag gevestigd. Er is een netwerk van buitenkantoren in de belangrijkste herkomstlanden van uitgaande investeringen, namelijk de Verenigde Staten, Japan, Taiwan, Korea, het Verenigd Koninkrijk, Hongkong en Singapore. In het buitenland opereert het CBIN onder de naam Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA).
Samenwerking
De werving van buitenlandse investeringen kenmerkt zich door een intensieve samenwerking tussen nationale, regionale en lokale organisaties die zich bezighouden met acquisitie. Naast het CBIN op nationaal niveau zijn hierbij op regionaal en lokaal niveau betrokken:
  1. De vijf regionale ontwikkelingsmaatschappijen
    • NOM = Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (omvat de provincies Friesland, Groningen en Drenthe; 1974)
    • OOM = Overijsselse Ontwikkelingsmaatschappij (1975)
    • GOM= Gelderse Ontwikkelingsmaatschappij (1978)
    • BOM = Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (1983)
    • LIOF = Limburgs Instituut voor Ontwikkeling en Financiering (1975)
  2. Vijf provincies (Flevoland, Utrecht, Zeeland, Noord- en Zuid-Holland) en
  3. De drie grote steden (Amsterdam, Rotterdam en Den Haag).
Daarnaast wordt – vooral bij logistieke projecten – samengewerkt met de Stichting Nederland Distributieland (NDL). Bij bepaalde investeringsprojecten worden ook het Ministerie van Financiën en het Aanspreekpunt Grote Ondernemingen in Rotterdam ingeschakeld. Het CBIN vervult hierbij een coördinerende rol. Het onderhoudt hiervoor intensieve contacten met regionale en lokale instanties en bestuurders.
Taken
De buitenlandse investeringen zijn belangrijk, want zij dragen bij aan het creëren van werk en welvaart in Nederland. Door de buitenlandse bedrijven kunnen Nederlandse bedrijven tevens een goede aansluiting behouden bij internationale netwerken. Overigens dragen de buitenlandse investeringen ook bij aan een snellere introductie en verspreiding van nieuwe kennis en technologie. Bovendien houden ze het Nederlandse bedrijfsleven ‘scherp’.
Het CBIN concentreert zich voornamelijk op ‘footloose’ investeringen. Dit zijn investeringsprojecten die in een aantal landen terecht zouden kunnen komen en waarvoor Nederland een optie zou kunnen zijn. “Bedrijven maken hun vestigingsplaatskeuze op basis van de ‘match’ tussen de kenmerken van de diverse potentiële vestigingslocaties en de voor hun operaties belangrijkste locatiefactoren. ”Het CBIN en de lokale overheden spelen hierom maximaal in op de sterke kanten van het Nederlandse vestigingsklimaat. Voor Nederland zijn dit onder andere de geografische positie, de hoog opgeleide meertalige beroepsbevolking, de stabiele economie en de sterke internationale oriëntatie. De Nederlandse economie kent echter ook een aantal knelpunten, waarvan de niet geheel optimale exploitatie van de beschikbare kennis nu één van de belangrijkste is.
Het wervingsproces is in 5 fasen onder te verdelen:
  1. fase 1. Contacten genereren
  2. fase 2. Informatievoorziening
  3. fase 3. ‘Fact finding’
  4. fase 4. Realisatie
  5. fase 5. Nazorg
Het tot stand brengen van contacten (fase één) is één van de hoofdtaken van het CBIN en de primaire taak van de CBIN-kantoren in het buitenland. In de tweede fase is de informatievoorziening kenmerkend. Deze kan worden onderverdeeld in het vervaardigen van promotiemateriaal (brochures, maar ook internetsites), het beantwoorden van vragen van bedrijven en het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten en seminars. Met name op het gebied van vervaardiging van promotiemateriaal wordt nauw samengewerkt met de regionale partners. Fase drie van het wervingsproces is de organisatie en uitvoering van ‘fact finding’-missies in Nederland. Wanneer het lukt om Nederland bij een buitenlandse onderneming in beeld te brengen en de ondernemer komt naar Nederland komt om de vestigingscondities te onderzoeken, wordt deze daarin begeleid door het CBIN, en de regionale en de lokale partners. Daarbij worden onder andere locaties bekeken, bezoeken afgelegd aan reeds gevestigde buitenlandse ondernemingen en presentaties gegeven door mogelijke dienstverleners en toeleveranciers. De fase vier (‘Realisatie’) en vijf (‘Nazorg’) zijn de primaire verantwoordelijkheid (geweest) van de regionale en lokale overheden.
Daarnaast is het CBIN belast met de volgende taken:
  • Het informeren en adviseren van het bedrijfsleven in binnen- en buitenland over de vestigingsmogelijkheden en stimuleringsmaatregelen;
  • Het informeren en adviseren van het bedrijfsleven in binnen- en buitenland over vestigingsmogelijkheden en stimuleringsmaatregelen;
  • Het vormen en uitvoeren van het wervingsbeleid in binnen- en buitenland met betrekking;
  • Tot de vestiging en uitbreiding van industriële en dienstverlenende bedrijven in Nederland;
  • Het coördineren van de overheidsaspecten met betrekking tot deze projecten, projectbegeleiding en het voorbereiden van overeenkomsten ter zake;
  • Het aantrekken van investeringen van buitenlandse bedrijven ter versterking van de Nederlandse industriële en dienstverlenende structuur;
  • Het zorgdragen voor projectbegeleiding en voorbereiding van overeenkomsten ter zake
  • Het adviseren van het bedrijfsleven in binnen- en buitenland over vestigingsmogelijkheden en stimuleringsmaatregelen;
  • Het coördineren van activiteiten van regionale en gemeentelijke overheden inzake het aantrekken van investeringen;
  • Het signaleren van en reageren op ontwikkelingen in het Nederlandse investeringsklimaat in vergelijking tot het buitenlandse investeringsklimaat
  • Het vormgeven en uitvoeren van het wervingsbeleid in binnen- en buitenland betreffende de vestiging en uitbreiding in Nederland van industriële en dienstverlenende bedrijven;
  • Het coördineren van overheidsaspecten met betrekking tot deze projecten, projectenbegeleiding en voorbereiding van overeenkomsten terzake;
  • Het informeren van adviseren van bedrijfsleven in binnen- en buitenland over vestigingsmogelijkheden;
  • Het bemiddelen bij joint-ventures en overnames.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De structuur van het archief is niet eenduidig. Dit is het gevolg van het feit dat het archief bestaat uit twee onderdelen. Enerzijds is er een werkarchief en anderzijds een algemeen secretariearchief. Het werkarchief is het resultaat van een jarenlange versnippering en versplintering van het ministerie van Economische Zaken over verschillende gebouwen. Hierdoor hield vrijwel elke afdeling een eigen archief bij. Beide archieven bestaan naast elkaar en zijn even belangrijk om de geschiedenis, taken en organisatie van het Commissariaat Buitenlandse Investeringen Nederland, voorheen Commissariaat Acquisitie zo compleet mogelijk in beeld te brengen.
Aan het werkarchief is geen (eenduidige) ordening toegekend, maar het is veelal geordend op basis van het onderwerp. Deze kennen geen algemene code, in tegenstelling tot de dossiers die tot het algemeen secretariearchief behoren. Het algemeen secretariearchief is geordend op basis van het archiefplan voor het ministerie van Economische Zaken. Dit archiefplan bestaat uit onderwerpen waar het ministerie van Economische Zaken bemoeiing mee kan krijgen. De onderwerpen zijn systematisch bijeengebracht. Per onderwerp is een code toegekend met een nadere onderverdeling in decimale notaties.
Het archief van het CBIN en taakvoorganger is niet een aaneengesloten archiefblok, maar is afkomstig uit verschillende bewerkingen van archieven van het ministerie van Economische Zaken en vormen een apart archiefbestand. Het archief is aangetroffen in de archieven van het directoraat-generaal voor Industrie (1978-1985), directoraat-generaal voor Industrie en Regionaal Beleid (1986-1992). Daarnaast is een apart bestand van het CBIN aangetroffen in het archief van het directoraat-generaal voor Industrie en Diensten (1993-2001). Deze bestanden zijn gegroepeerd tot één archiefblok. In het samengestelde archiefblok bevinden zich de archieven van CBIN en van voorganger Commissariaat Acquisitie.
De archieven zijn samengevoegd in een klassieke inventaris. Deze inventaris is geordend op basis van het eerder genoemde Archiefplan van het ministerie van Economische Zaken. Hier is voor gekozen omdat een groot deel van het archief van het CBIN en taakvoorganger op deze code geordend was. Ook zijn de eerder opgestelde inventarissen van voorgaande archiefblokken van het ministerie van Economische Zaken op deze wijze geordend.
Het Archiefplan van het ministerie van Economische Zaken is gebaseerd op de standaardcode. De inventaris is onderverdeeld in de hoofdrubrieken Organisatie en Taakuitvoering. Onder deze hoofdrubrieken zijn de rubrieken uit het Archiefplan geplaatst. Hierbij zij opgemerkt dat alleen die rubrieken uit het Archiefplan gebruikt zijn die gekoppeld zijn aan dossiers. Dit betekent dus dat de inventaris niet een totaal overzicht biedt van het Archiefplan. Verder zij opgemerkt dat de meeste dossiers voorzien waren van een archiefcode. Indien deze code correspondeerde met de inhoud van het dossiers, is deze code gebruikt om het dossier te plaatsen in de nieuwe inventaris. Indien de code van het dossier niet overeenkwam met de inhoud van het dossier, is er voor gekozen het dossier onder een meer passende rubriekscode te plaatsen.
Het te bewerken archief besloeg de periode 1978 - 2001. De omvang van het archief was bij aanvang van de bewerking ca. 81 m1. Hiervan is 21,2 m1 afkomstig uit het archief van het directoraat-generaal voor Industrie. Uit het archief van het directoraat-generaal voor Industrie en Regionaal Beleid is 33,1 m1 afkomstig. De overige 27 m1 bestaat uit het aparte bestand CBIN dat is aangetroffen in het archief van het directoraat-generaal voor Industrie en Diensten. Tijdens de bewerking werd in het archief van het directoraat-generaal voor Industrie en Diensten nog een bestand aangetroffen met archief van het CBIN. Dit was uiteindelijk ca. 37 m1 waardoor het totaal te bewerken bestand op 118 m1 uitkwam.
In het archief zijn stukken aangetroffen in andere talen dan de Nederlandse. In ieder geval zijn Duitse en Engelstalige stukken aangetroffen. Het is niet bekend of in het verleden reeds stukken uit dit archief zijn vernietigd. Eventuele hiaten kunnen vanwege de archiefvorming niet worden geconstateerd.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2016 door Ministerie van Economische Zaken overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 12 van de Archiefwet 1995

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bestaat uit de archiefbescheiden gevormd door het Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland.
Selectie en vernietiging
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken, binnen het beleidsterrein Overheidsinformatievoorziening vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de minister van Economische Zaken, nr. C/S/031692 d.d. 11 juli 2003 (Stcrt. 20 oktober 2003, nr. 202 / pag. 11).
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken, als vakminister en als vakminister in Londen, binnen het beleidsterrein Beheer van de Rijksbegroting (periode 1940–1993), vastgesteld bij beschikking van de minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, nr. 98.28.RWS/JW d.d. 8 januari 1998 (Stcrt. 1998, nr. 142), rekening houdend met de actualisatie nr. C/S&A/06/1946, d.d. 16 augustus 2006 (Stcrt. 11 september 2006, nr. 176 / pag. 13).
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken, binnen het beleidsterrein Industrie- en Technologiebeleid vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/06/2200, d.d. 12 september 2006 (Stcrt. 17 oktober 2006, nr. 202 / pag. 16).
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken binnen het beleidsterrein Voorlichting van de rijksoverheid vanaf 1945, vastgesteld door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. Nr. C/S&A/07/1164, d.d. 3 mei 2007 (Stcrt. 14 juni 2007, nr. 112 / pag. 10)
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Organisatie van de Rijksoverheid over de periode 1945–1999 vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/05/1199 d.d. 5 juli 2005 (Stcrt. 16 december 2005, nr. 245 / pag. 25), rekening houdend met de publicatie in de Staatscourant op 14 juni 2007 (nr. 112 / pag.10)
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken binnen het beleidsterrein Rijkshuisvesting vanaf 1945, vastgesteld door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/07/526, d.d. 12 maart 2007 (Stcrt. 26 juli 2007, nr. 142 / pag. 6)
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken op het beleidsterrein Regionaal en Ruimtelijk Economisch Beleid vanaf 1945, vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/07/1891, d.d. 21 augustus 2007 (Stcrt. 5 oktober 2007, nr. 193 / pag. 7)
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken, binnen het deelbeleidsterrein van personeelszaken, t.w. het persoondossier, vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/07/1514 d.d. 16 augustus 2007 (Stcrt. 20 november 2007, nr. 225/pag. 15), rekeninghoudend met de geplaatste rectificatie in de Staatscourant van 18 december 2007, nr. 245 / p. 26
Aanvullingen
Voor dit archief worden geen aanvullingen verwacht.
Verantwoording van de bewerking
Het ministerie van Economische Zaken heeft de Centrale Archief Selectiedienst opdracht gegeven het archief van het Commissariaat Buitenlandse Investeringen Nederland en taakvoorganger in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen opdat dit archief kan worden overgebracht naar het Nationaal Archief. Dit archief beslaat de periode 1967 - 2001.
Tijdens de bewerking is het archief van het College van Adviseurs voor de Werving van Buitenlandse Bedrijven aangetroffen en in een aparte rubriek opgenomen in de inventaris. Dit College adviseerde de minister van Economische Zaken over de werving van buitenlandse bedrijven in Nederland. Deze rubriek is niet afkomstig uit het Archiefplan van het Ministerie van Economische Zaken. Het op deze manier toevoegen van dit archief in plaats van ze een eigen aparte inventaris te geven is om het verband aan te geven met het CBIN maar ook om er voor te zorgen dat deze toch vaak kleine archieven niet ondergesneeuwd raken.
Het College van Adviseurs voor de Werving van Buitenlandse Bedrijven kreeg midden jaren tachtig een uitgebreidere functie. Fungeerde het college eerst als klankbord, zo fungeerde het college vanaf 1986 als deskundig orgaan voor de werving van concrete wervingsgevallen. Het college verschafte adviezen aan de hand van door de minister vastgestelde beleidslijnen met betrekking tot de acquisitie van buitenlandse bedrijven.
Alle dossiers zijn op basis van selectielijsten geselecteerd en voor vernietiging dan wel bewaring aangemerkt. Elke selectielijst bestaat uit verschillende handelingen die door de archiefvormer uitgevoerd worden of uitgevoerd zijn. Deze handelingen zijn gebonden aan een vastgestelde periode, gebaseerd op onder meer wet- en regelgeving. In het archief zijn echter meerdere dossiers aangetroffen die een bepaalde handeling als kern omvatten, maar jonger of ouder waren dan de cesuur van de handeling. Wanneer de overschrijding van de cesuur niet meer dan 2 jaren was, is de handeling alsnog toegepast indien er geen geschiktere handeling was.
In het archief is een groot aantal bedrijvendossiers aangetroffen. Deze bevatten vooral promotiematerialen van de betreffende bedrijven. Het gaat in veel gevallen om bedrijven met grote en belangrijke investeringen in Nederland. Op basis van de selectielijst Industrie- en Technologiebeleid zouden deze dossiers vernietigd moeten worden. Vanwege de mogelijkheid om op basis van deze dossiers de Nederlandse economische politiek te kunnen reconstrueren, is de waardering aangepast. Dossiers welke anders voor vernietiging in aanmerking zouden komen, zijn op basis van het criterium of een zaak 'gewoon ambtelijk' is afgedaan of dat de zaak via de bemoeienis van een bewindspersoon, zoals de minister of de staatssecretaris is afgedaan.
De omvang van het archief bedroeg vóór bewerking 118m1. In totaal kwam 27m1 archief in aanmerking voor bewaring en overbrenging en 91 m1 is vernietigd.
De materiële verzorging heeft plaatsgevonden conform de vigerende regelgeving.
Ordening van het archief
Het Archiefplan van het ministerie van Economische Zaken is gebaseerd op de standaardcode. De inventaris is onderverdeeld in de hoofdrubrieken Organisatie en Taakuitvoering. Onder deze hoofdrubrieken zijn de rubrieken uit het Archiefplan geplaatst. Hierbij zij opgemerkt dat alleen die rubrieken uit het Archiefplan gebruikt zijn die gekoppeld zijn aan dossiers. Dit betekent dus dat de inventaris niet een totaal overzicht biedt van het Archiefplan. Verder zij opgemerkt dat de meeste dossiers voorzien waren van een archiefcode. Indien deze code correspondeerde met de inhoud van het dossiers, is deze code gebruikt om het dossier te plaatsen in de nieuwe inventaris. Indien de code van het dossier niet overeenkwam met de inhoud van het dossier, is er voor gekozen het dossier onder een meer passende rubriekscode te plaatsen.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Voor zover bekend zijn er geen beperkingen krachtens het auteursrecht. Kopiëren of fotograferen van beperkt openbare stukken is niet toegestaan.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Economische Zaken: Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland (CBIN) voorheen Commissariaat Acquisitie Ministerie van Economische Zaken: Commissariaat Buitenlandse Investeringen in Nederland (CBIN) voorheen Commissariaat Acquisitie, nummer toegang 2.06.173, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, EZ / CBIN EZ / CBIN, 2.06.173, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Bewaarplaats van originelen
Niet van toepassing.
Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Niet van toepassing.
Verwante archieven
Voor wat betreft de voorgaande periode zij verwezen naar de Inventaris van het archief van het Directoraat-Generaal voor Industrie van het Ministerie van Economische Zaken (1966) 19733-1975, te vinden onder toegangsnummer 2.06.114. Voor wat betreft verwant materiaal, zij verwezen naar de 'Inventaris van het deelarchief van het directoraat-generaal voor de Industrie en Handel van het Ministerie van Economische Zaken 1966 - 1969', te vinden onder toegangsnummer 2.06.099 en de ‘Inventaris van het archief van het directoraat-generaal Industrie en Handel van het Ministerie van Economische Zaken (1956)1965(1967)’, te vinden onder toegangsnummer 2.06.108. Deze archieven zijn te vinden bij het Nationaal Archief.

Bijlagen

Geen bijlagen

Archiefbestanddelen