Terug naar zoekresultaten

2.05.456 Inventaris van het archief van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Albanië, (1990) 1999-2013

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.456
Inventaris van het archief van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Albanië, (1990) 1999-2013

Auteur

Doc-Direkt

Versie

31-10-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2021 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Albanië
Ambassade Albanië

Periodisering

archiefvorming: 1999-2013
oudste stuk - jongste stuk: 1990-2013

Archiefbloknummer

Z363

Omvang

228 inventarisnummer(s);

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief, Den Haag

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

(, 1999 - 2013) Nederlandse ambassade in Albanië

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de Nederlandse ambassade te Albanië bevat onder andere stukken betreffende de organisatie zelf en stukken betreffende politieke aangelegenheden, protocollaire aangelegenheden, juridische aangelegenheden, handelsaangelegenheden, ontwikkelingsaangelegenheden, aangelegenheden betreffende pers- en culturele zaken en consulaire aangelegenheden.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Staatsinrichting
Tussen 1948 en 1991 was de communistische partij - officieel Albanese Arbeiderspartij (afgekort: PPSh) - de enige leidinggevende politieke macht in staat en samenleving. In 1991 vonden de eerste vrije verkiezingen plaats na de val van het communistische bewind. De één kamer tellende Volksvergadering of ‘Kuvendi Popullor’ telt 140 afgevaardigden, die elke vier jaar gekozen worden; de Volksvergadering kiest het staatshoofd. Honderd leden van de Volksvergadering worden rechtstreeks gekozen uit enkelvoudige kiesdistricten en veertig via proportionele representatie. Er bestaat een algemene kiesplicht vanaf 18 jaar. De president is het staatshoofd van Albanië, wordt gekozen voor vijf jaar en is eenmaal herkiesbaar. De president benoemt de premier.
In 1998 kreeg Albanië zijn eerste postcommunistische grondwet, die het parlement meer bevoegdheden gaf, zoals het benoemen van de ministerraad. Deze grondwet maakte van Albanië een parlementaire republiek en een eenheidsstaat met regeringssysteem dat gebaseerd is op scheiding en evenwicht van wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
Geschiedenis
In december 1989 en januari 1990 waren er demonstraties voor meer democratie die met geweld uiteengeslagen warden. In juli 1990 mochten duizenden Albanezen ongehinderd het land verlaten en enkele maanden later kondigde Ramiz Alia, die in 1985 de overleden Enver Hoxha als partijleider was opgevolgd, beperkte hervormingen af, die uiteindelijk leidden tot vrije verkiezingen in maart 1991.
De communisten wonnen de verkiezingen, maar de nieuwe regering werd al na een maand ten val gebracht. Hierna volgde in juni 1991 een Regering van Nationale Redding, die in december al weer werd vervangen door een zakenkabinet. Ook dit zakenkabinet hield het echter niet lang vol en trad in maart 1992 af. Ali werd op 9 april 1992 opgevolgd door de democratisch gekozen president Sali Berisha die meteen begon met uitgebreide economische hervormingen. Onder zijn bewind verbeterde de relatie met Griekenland en de Griekse minderheid in Albanië, maar de relatie met het voormalige Joegoslavië bleef zeer problematisch vanwege het streven naar autonomie van de Albanezen in de Joegoslavische provincie Kosovo.
In 1996 werden er onder zeer moeilijke omstandigheden parlementsverkiezingen gehouden. De verkiezingen waren frauduleus en werden gekenmerkt door intimidatie en veel geweld, en bovendien geboycot door de socialistische oppositie. De verkiezingen werden gewonnen door de Democratische Partij van president Berisha en Aleksander Meksi werd premier. In 1997 braken er ernstige onlusten uit nadat veel Albanezen hun spaargeld verloren hadden na een faillissement van een aantal zeer dubieuze investeringsfondsen. Dit liep bijna uit op een burgeroorlog in het zuiden van het land, maar door vervroegde verkiezingen in juni/juli 1997 werd dit op het nippertje voorkomen. De verkiezingen werden namelijk gewonnen door de Socialistische Partij van Albanië (PSS). Tot president werd de socialist Rexhep Mejdani benoemd, die op zijn beurt Fatos Nano tot premier benoemde. Nano werd in 1998 alweer opgevolgd door Pandeli Majko.
1999 stond in het teken van de Kosovo-crisis en -oorlog in Joegoslavië. Honderd-duizenden Kosovo-Albanezen vluchtten naar Albanië en de NAVO mocht onbeperkt gebruik maken van Albanese havens en infrastructuur. In juni 1999 capituleerde Joegoslavië en konden de Kosovaren weer terugkeren naar hun provincie. De problemen waren echter nog niet voorbij, want oktober 1999 stond in het teken van een interne strijd binnen de PSS-partij. Premier Majko en partijleider Nano maakten ruzie waarna Majko als premier werd opgevolgd door Ilir Meta. Op hetzelfde moment werd ex-presient Berisha als voorzitter van de oppositionele PDS herkozen en stonden de oude kemphanen weer recht tegenover elkaar. Hierdoor bleven de partijen zover uit elkaar staan dat de ontwikkeling tot een volwassen democratie steeds moeizamer werd.
In februari 2000 heropenden Albanië en de Joegoslavische deelrepubliek Montenegro hun gemeenschappelijke grens. De parlementsverkiezingen van juni/juli 2001 werden gewonnen door de PSS van premier Meta, met 41,5% van de stemmen. Er waren vier verkiezingsrondes nodig voor deze rustigste verkiezingen sinds 1991.
Ondertussen was er al maandenlang een machtsstrijd aan de gang binnen de PSS tussen premier Meta en partijvoorzitter Fatos Nano. Belangrijk twistpunt was de vraag wie het regeringsbeleid bepaalde; de partij of het kabinet van Meta. Als gevolg van dit conflict trad Meta eind januari 2002 af. Meta werd in februari opgevolgd door Pandeli Majko. In juni sloten Nano en Berisha weer vrede en werden het zelfs eens over een gezamenlijke presidentskandidaat, generaal Alfred Moisiu, die in juni door het parlement inderdaad gekozen werd tot opvolger van Rexhep Meidani. Na de beëdiging van Moisiu trad het kabinet-Majko af en kreeg Nano de opdracht een nieuwe regering te vormen. Eind juli trad het nieuwe kabinet aan en telde enkele illustere namen; de vroegere vijanden van Nano, namelijk Majko op Defensie en Meta als vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken.
In januari 2003 startten onderhandelingen tussen Albanië en de EU over een associatieovereenkomst en in april stuurde Albanië militairen naar Irak; een teken van steun aan de Amerikaanse buitenlandse politiek. In april werd het Adriatische Handvest ondertekend door Albanië, Kroatie en Macedonië; doel hiervan was onder andere om het NAVO-lidmaatschap te bevorderen. Ook in 2003 eiste de machtsstrijd binnen de PSS tussen Nano en Meta weer alle aandacht op. In juli trad minister Meta van Buitenlandse Zaken af uit protest tegen het regeringsbeleid van Nano. Lokale verkiezingen van oktober werden in december overgedaan na geconstateerde ernstige onregelmatigheden.
De coalitie van de Albanese oppositieleider Sali Berisha werd op 1 september 2005 aangewezen als winnaar van de op 3 juli gehouden parlementsverkiezingen. Dit betekende dat Berisha na acht jaar socialistisch bewind als regeringsleider terugkeerde. Het duurde weken voor de einduitslag bekend kon worden gemaakt omdat meer dan driehonderd klachten over onregelmatigheden moesten worden onderzocht en de verkiezingen in drie districten moesten worden overgedaan. De Democratische Partij van Berisha won 55 van de honderd direct te kiezen zetels. De regerende Socialistische Partij van premier Fatos Nano mocht 42 parlementariërs leveren, de rest van de zetels ging naar drie kleine partijen.
In juli 2007 koos het parlement Bamir Topi tot president. In april 2009 trad Albanië toe tot de NAVO. In juli van dat jaar won de partij van Berisha de parlementsverkiezingen met een krappe meerderheid. In juni 2013 won de socialistische partij de verkiezingen en in september werd Edi Rama de premier. In juni 2014 beval de Europese Commissie Albanië aan voor het lidmaatschap van de EU.
Bron: https://www.landenweb.nl/albanie/geschiedenis/
Betrekkingen Nederland - Albanië
De politieke betrekkingen tussen Nederland en Albanië zijn goed. Nederland wordt in Albanië diplomatiek en consulair vertegenwoordigd door de ambassade in Tirana.
Politieke betrekkingen:
  • Sinds 1992 onderhouden beide landen diplomatieke betrekking. In 2000 werd de Nederlandse ambassade geopend.
  • Albanië is een potentiële kandidaat-lidstaat voor de EU. In 2006 werd met de ondertekening van een Stabilisatie en Associatie Overeenkomst een belangrijke stap in het EU toetredingsproces gezet. Albanië moet 12 belangrijke hervormingen doorvoeren voordat het kandidaat-lid kan worden. De grootste uitdagingen voor Albanië liggen op het terrein van hervormingen van de justitiële sector, de bestrijding van corruptie en de georganiseerde misdaad, het creëren van een goed ondernemingsklimaat en het opzetten van een nieuw kiessysteem.
Economische betrekkingen:
  • De Nederlandse export naar Albanië is gering en ook de Nederlandse investeringen in het land zijn beperkt. De kleine binnenlandse markt en de geringe bekendheid van Albanië liggen daar mede aan ten grondslag.
  • De export vanuit Nederland naar Albanië bestaat grotendeels uit machines en vervoermaterieel. De import is zeer beperkt.
Culturele betrekkingen:
  • De culturele betrekkingen tussen beide landen zijn beperkt tot een aantal individuele, kleinschalige activiteiten. Deze worden grotendeels met Nederlandse middelen gefinancierd.
    Ontwikkelingsrelatie met Albanië
  • Nederland heeft jarenlang een ontwikkelingssamenwerkingsrelatie gehad met Albanië. De bijdrage richtte zich op stabiliteit en economische en sociale ontwikkeling, door versterking van de rechtstaat, en op de milieusector.
  • In 2006 is een geleidelijke afbouw van het Nederlands ontwikkelingsprogramma ingezet. De ontwikkelingsrelatie met Albanië is inmiddels volledig afgebouwd. Met instrumenten als het Matra-programma blijft Nederland bijdragen aan de maatschappelijke transitie en de EU-toenadering in Albanië.
Ambassade Tirana
In april 1999 verzocht de HMA te Skopje het departement om ondersteuning voor met name Albanië nu grootschalige vluchtelingenstromen als gevolg van de Kosovo-crisis op gang komen. De ambassade te Skopje wordt per code geïnformeerd dat er tijdelijk personeel aan de HMA Skopje voor stationering in Tirane wordt toegevoegd (Humanitaire missie). Zij werden ondergebracht in het kantoor van de Nederlandse Honorair Consul te Tirana, SNV velddirecteur Te Velde. Communicatie geschiedde om logistieke redenen rechtsreeks met het departement. Gevolg hiervan was dat men al snel sprak van een “ambassadekantoor Tirana”. Door DGBR werd echter bij herhaling duidelijk gemaakt dat er geen sprake is van een ambassadekantoor zoals omschreven in het Verdrag van Wenen. De BZ en later ook Defensiemedewerkers van de humanitaire missie in Tirane zijn aangemeld bij de Albanese autoriteiten als toegevoegd aan de ambassade te Skopje, werkzaam in Tirana (Albanië behoorde tot ambtsgebied HMA Skopje). Deze situatie bleef bestaan tot vestiging van zelfstandige post in Tirana.
Begin juli 1999 kondigde de Minister van Buitenlandse Zaken het voornemen aan tot opening van en zelfstandige ambassade in Albanië. Per 1 juni 2000 is de vestiging van een zelfstandige ambassade in Tirana met als ambtsgebied Albanië een feit (per KB 00.003590 d.d. 7 juni 2000). Per 1 juni defungeert tevens het Honorair-Consulaat in Tirana.
Overzicht ambassadeurs:
  • Albanie, Tirana, BGA 2000-2005: Blankenberg, mr. Johan Frederik Lodewijk
  • Albanië, Tirana, BGA 2006-2008: Voorst tot Voorst, S.E.J.M. van
  • Albanië, Tirana, BGA 2009-2012: Dool, H.G.C. van den
  • Albanië, Tirana, BGA 2012- .... : Bey, M. de la
Werkzaamheden Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland
De werkzaamheden van de bilaterale posten kunnen verdeeld worden in politieke aangelegenheden, economische aangelegenheden, ontwikkelingssamenwerking, pers- en culturele aangelegenheden, consulaire aangelegenheden en algemene zaken. Hieronder volgt een weergave van de taken:
Politieke Zaken (PZ):
  • het volgen van de binnenlandse en buitenlandse politieke ontwikkelingen in het land van accreditatie; het rapporteren aan de Nederlandse regering omtrent de voor Nederland relevante ontwikkelingen, opdat die bij het formuleren van haar beleid daar rekening mee kan houden;
  • het uitdragen van het Nederlandse politieke beleid;
  • het behartigen van de belangen van andere landen; dit omvat de behartiging van de politieke belangen van Luxemburg.
Economische Zaken (EZ): De economische werkzaamheden kunnen worden onderscheiden in macro-, meso- en micro-economische.
Macro-economisch:
  • het opstellen van algemene economische rapportages over macro-economische ontwikkelingen in het land van accreditatie, overheidsmaatregelen, monetaire kwesties, energievoorziening, milieuhygiëne, lucht- en scheepvaartaangelegenheden;
  • het vergaren van handelspolitieke informatie en het leveren van inspanningen, met name daar waar de handel op beperkende maatregelen stuit;
  • het toezenden van economisch-statistisch materiaal;
  • het verstrekken van inlichtingen aan de overheid en het bedrijfsleven van het land van vestiging over economische ontwikkelingen en mogelijkheden tot economische samenwerking met Nederland;
  • het uitdragen van het Nederlandse beleid op economisch terrein.
Meso-economisch:
  • het berichten over afzetmogelijkheden, ontwikkelingen in het bedrijfsleven, fusies, buitenlandse investeringen, concurrentie van derde landen;
  • het geven van voorlichting over Nederlandse leveringsmogelijkheden van goederen en diensten;
  • het doen van meldingen over ontwikkelingsprojecten en overheidsaanbestedingen;
  • het aantrekken van industriële projecten voor Nederland door middel van voorlichting, bemiddeling, etc.; het berichten over economische missies die West-Europa bezoeken en hulp aan Nederlandse missies in het ambtsgebied;
  • het berichten over beurzen en tentoonstellingen in het land van vestiging en hulp bij Nederlandse deelname aan beurzen.
Micro-economisch: Het ondersteunen en begeleiden van Nederlandse exporteurs in de vorm van:
  • handelsbemiddeling;
  • voorlichting aan Nederlandse zakenlieden en introducties bij overheid en bedrijfsleven;
  • bemiddeling bij handelsgeschillen.
Ontwikkelingssamenwerking (OS):
De werkzaamheden in het kader van ontwikkelingssamenwerking houden in:
  • het analyseren van het ontwikkelingsbeleid van het betrokken land;
  • het nagaan van de plaats die Nederland in de samenwerking op dit gebied zou kunnen innemen;
  • het vaststellen van doelgroepen waarop het samenwerkingsbeleid gericht kan zijn;
  • het adviseren omtrent de aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid van individuele projecten;
  • het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van Kleine Ambassade Projecten (KAP);
  • het toezicht houden op en berichten over de voortgang van projecten;
  • het begeleiden van uit te zenden deskundigen, huisvesting, financiering, hulp bij import van goederen;
  • het bemiddelen bij de invoer van materieel voor hulpprojecten;
  • het behandelen van financiële aspecten.
Consulaire Zaken (CZ):
Ten behoeve van Nederlanders:
Het zorg dragen voor de Nederlandse kolonie en Nederlandse toeristen in het buitenland. De meest voorkomende werkzaamheden hiervoor zijn:
  • het verstrekken, verlengen en wijzigen van reisdocumenten voor Nederlanders, alsmede diplomatieke, consulaire en dienstpaspoorten;
  • het opmaken van legalisaties;
  • het verstrekken van juridische adviezen;
  • het leveren van bijstand bij het opstellen van notariële akten;
  • het opmaken van akten van huwelijkstoestemming;
  • het in bewaring nemen van holografische en geheime testamenten;
  • het opmaken van volmachten;
  • het registreren van opgemaakte akten in een repertorium;
  • het opmaken van akten van de burgerlijke stand;
  • het regelen van dienstplichtzaken;
  • het zorgen voor repatriëring;
  • het overbrengen van gerechtelijke stukken, het bijstaan van rogatoire commissies, het opmaken van legalisaties en het verrichten van andere juridische handelingen.
Ten behoeve van buitenlanders:
  • het verlenen van visa voor bezoeken aan Nederland korter dan drie maanden of het verstrekken van een ‘machtiging voorlopig verblijf’ bij een verblijf langer dan drie maanden;
  • het doorzenden van asielverzoeken;
  • het inlichten van buitenlandse autoriteiten over Nederland.
Pers- en Culturele Zaken (PCZ):
Het bevorderen en verbreiden van kennis van het leven en denken van het Nederlandse volk, zijn staatkundige, economische en sociale structuur, zijn cultuur en zijn historie, en over de beginselen en feitelijke gegevens die daarbij een rol spelen. De diplomatieke post heeft tot taak het ontwikkelen van activiteiten en het aankweken en onderhouden van relaties die de banden tussen beide landen kunnen verstevigen. Concreter betekent dit:
  • het medewerken aan de uitvoering van bilaterale afspraken en verdragen op cultureel en wetenschappelijk gebied;
  • het deelnemen aan het internationale culturele verkeer;
  • het profijt trekken uit multilaterale samenwerkingsvormen op dit gebied alsmede het uitdragen van Nederlandse standpunten;
  • het onderhouden van contacten met de lokale pers teneinde publicaties over Nederland te stimuleren en waar nodig onjuiste voorlichting te corrigeren.
Algemene Zaken (AZ) De afdeling Algemene Zaken is belast met de ondersteunende, secundaire taken op een post, dat wil zeggen zaken met betrekking tot:
  • personeel;
  • informatievoorziening, automatisering;
  • organisatie;
  • financieel beheer;
  • archief;
  • communicatie;
  • huisvesting;
  • vervoer.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De archieven van de buitenlandse posten van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) werden geordend en geselecteerd conform instructies, opgesteld door de centrale archiefafdeling op het departement en neergelegd in een archiefinstructiebundel. De archiefinstructiebundel heeft in de loop der jaren grotere en kleinere revisies ondergaan. De belangrijkste was de introductie van de archiefinstructiebundel "Archiefzorg op de posten" in 1999. Deze archiefinstructie introduceerde een nieuwe primaire, hiërarchische ordening op trefwoord en verving de oude ordening op basis van de Archiefcode BZ, afgeleid van de Universele Decimale Code (UDC).
In 2014 is besloten om alle postenarchieven uit de periode 1975-2013 te bewerken. Het zogenaamde archiefblok "Postenarchieven" bestaat uit de volgende onderdelen:
  • Archiefbescheiden over de periode 1975 – 1984, code-archief
  • Archiefbescheiden over de periode 1985 – 1990, code-archief
  • Archiefbescheiden over de periode 1990 – 2013.
De archiefbescheiden over de periode 1990-2013 zijn naar Nederland overgebracht.
De archieven waren tot aan de overdracht aan het NA in beheer bij Doc-Direkt.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2021 door overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 12 van de Archiefwet 1995

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bevat stukken ontvangen en opgemaakt door de Nederlandse ambassade in Albanië te Tirana over de periode 2000-2013. Van 1992 tot de opening van de ambassade in Tirana werden de Nederlandse belangen behartigd door de ambassade in Noord-Macedonië te Skopje.
Het archief bevat onder andere stukken over:
  • politieke ontwikkelingen in Albanië
  • buitenlands politiek beleid van Albanië;
  • ontwikkelingssamenwerking met Albanië;
  • bezoeken van Nederlandse bewindslieden aan Albanië;
  • eventuele toetreding van Albanië tot de Europese Unie;
Selectie en vernietiging
Formele grondslagen voor vernietiging:
Voor archiefbescheiden over de periode tot en met 1990 op de beleidsterreinen Buitenland en Ontwikkelingssamenwerking:
  • 103B: selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Ontwikkelingssamenwerking over de periode 1965–1990’, 18 december 2013, Nr.: NA/2013/13.045 (stcrt. jaargang 2013, nr. 36668);
  • 103A: Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Buitenland over de periode 1965-1990, 18 december 2013, Nr.: NA/2013/13.044 (stcrt. jaargang 2013, nr. 36665);
Voor archiefbescheiden over de periode vanaf 1990 op de beleidsterreinen Buitenland en Ontwikkelingssamenwerking:
  • 186: Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Nederlands buitenlands beleid over de periode vanaf 1990, 18 december 2013 / Nr.: NA/2013/12.299 (stcrt. jaargang 2013, nr. 36667).
Aanvullingen
Voor dit archief worden geen aanvullingen verwacht
Verantwoording van de bewerking
Als basis voor de bewerking werd een Archiefbewerkingsplan (ABP Postenarchieven 1975-2013) opgesteld, dat in november 2013 werd ondertekend door Doc-Direkt, het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nationaal Archief. Hierin zijn de afspraken met betrekking tot de selectie, ontsluiting, materiële verzorging en overbrenging geregeld voor de postenarchieven in de periode 1975-2013. Vervolgens werd voorafgaand aan de bewerking een werkinstructie opgesteld.
De omvang van het archief voor aanvang van de bewerking was 77 meter. Na bewerking door Doc-Direkt is in totaal 7 meter archief voor bewaring overgebleven. De archiefstukken die voor bewaring in aanmerking komen zijn overgebracht naar het Nationaal Archief. Van de te vernietigen stukken zijn vernietigingslijsten opgesteld en deze zijn aan het ministerie van Buitenlandse Zaken ter beschikking gesteld als bijlage bij het voorstel voor vernietiging.
Alle stukken zijn van nietjes, plakband en overige hechtmiddelen ontdaan en verpakt in zuurvrije omslagen en zuurvrije archiefdozen. Ze zijn daarna genummerd volgens de inventaris. De omslagen en dozen zijn voorzien van etiketten. Van de te vernietigen stukken zijn vernietigingslijsten opgesteld en deze zijn aan het ministerie van XXX overgedragen.
Ordening van het archief
De hoofdindeling van het archief is als volgt:
  • Algemene Zaken (AZ)
  • Consulaire Zaken (CZ)
  • Economische Zaken (EZ)
  • Ontwikkelingssamenwerking (OS)
  • Pers- en Culturele Zaken (PCZ)
  • Politieke Zaken (PZ)
Een nadere onderverdeling is zo mogelijk gemaakt op basis van de door de archiefvormer toegekende trefwoordindeling.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels niet openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het Auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Albanië, nummer toegang 2.05.456, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ambassade Albanië, 2.05.456, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Bewaarplaats van originelen
Niet van toepassing
Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Niet van toepassing
Verwante archieven
Nederlandse ambassade in Noord-Macedonië

Bijlagen

Geen bijlagen

Archiefbestanddelen