Terug naar zoekresultaten

2.05.433 Inventaris van het archief van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Burkina Faso, (1975) 1985-2013

Het archief bevat stukken ontvangen en opgemaakt door de Nederlandse ambassade in Burkina Faso te Ouagadougou, over de periode 1985 - 2013.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.433
Inventaris van het archief van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Burkina Faso, (1975) 1985-2013

Auteur

Doc-Direkt

Versie

06-01-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2017 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlandse Ambassade in Burkina Faso (Ouagadougou)
Ambassade Burkina Fasso

Periodisering

archiefvorming: 1985-2013
oudste stuk - jongste stuk: 1975-2013

Archiefbloknummer

Z340

Omvang

; 341 inventarisnummer(s) 14,30 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzonder handschriften. Bevat tevens foto's, analoge en digitale dragers.

Archiefdienst

Nationaal Archief, Den Haag

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nederlandse ambassade in Burkina Faso

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken ontvangen en opgemaakt door de Nederlandse ambassade in Burkina Faso te Ouagadougou, over de periode 1985 - 2013.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Staatsinrichting Burkina Faso
Burkina Faso werd gedurende de vorming van het onderhavige archief geleid door Blaise Compaoré, die in 1987 middels een staatsgreep aan de macht kwam. Na een referendum in juni 1991 werd met 93% voorstemmen een grondwetswijziging doorgevoerd die voorziet in een meerpartijenstelsel evenals de scheiding van uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende machten. Desalniettemin kon het parlement worden ontbonden door de president, die onbeperkt voor termijnen van zeven jaar kon worden verkozen. Middels een amendement uit 2000 werd de presidentiële ambtstermijn teruggebracht naar maximaal twee maal vijf jaar. President Compaoré paste deze wijziging niet met terugwerkende kracht toe op zijn eigen positie en stelde zich in 2005 en 2010 opnieuw verkiesbaar. Zijn poging om het maximum van twee termijnen op te heffen leidde in oktober 2014 tot hevige onlusten die hem uiteindelijk noodzaakten af te treden. Daarop week hij uit naar Ivoorkust en werd hij opgevolgd door luitenant-kolonel Yacouba Isaac Zida, die op zijn beurt na internationale druk plaatsmaakte voor de VN-diplomaat Michel Kafando.
Tot 1991 kende het Burkinese parlement slechts één kamer: de Assemblée Nationale, met 111 zetels die voor een termijn van vijf jaar werden gekozen. Er was ook een constitutionele kamer, samengesteld uit tien leden, en een economische en sociale adviesraad. De grondwetswijziging van 1991 stelde een tweekamerstelsel in, maar het senaat (de Kamer van Vertegenwoordigers) werd in 2002 afgeschaft. Sinds september 2001 heeft Burkina Faso een Nationale Onafhankelijke Kiescommissie, de CENI. In het kader van een hervormingsproces werden eind 2004 enige bestuurlijke verantwoordelijkheden overgeheveld naar regionale en gemeentelijke autoriteiten. Wijdverbreid wantrouwen jegens politici en een gebrek aan politieke betrokkenheid hebben dit proces echter gecompliceerd, waardoor de centrale macht slechts zeer ten dele is gedecentraliseerd.
Staatsinrichting Niger
In de eerste veertien jaar sinds haar onafhankelijkheid van Franse heerschappij in 1960 kende de Republiek van Niger een eenpartijstelsel geleid door president Hamani Diori. Sinds de eerste staatsgreep in 1974 heeft het land afwisselend militaire en civiele regeringen gehad. Middels een grondwetwijziging in juli 1999 werd een semi-presidentieel stelsel ingevoerd, waarbij de uitvoerende macht bij zowel de president als de premier ligt. De president wordt rechtstreeks gekozen voor vijf jaar. De wetgevende macht ligt in principe bij het 113 zetels tellende parlement, de Assemblée Nationale. Het land kent het meerpartijenstelsel, waarbij politieke partijen minimaal 5% van de stemmen moeten winnen om tot het Assemblée toe te treden. De rechterlijke macht bestaat uit vier onafhankelijke organen naar Frans model.
Geschiedenis Burkina Faso
Sinds de onafhankelijkheid van Franse heerschappij in 1960 kende het land, destijds de Republiek Boven-Volta genaamd, afwisselend militaire en civiele regeringen. Op 25 november 1980 pleegde het leger onder leiding van kolonel Saye Zerbo een staatsgreep en schafte de grondwet van 1977 af. Gesteund door vakbonden die kritisch tegenover Zerbo’s bewind stonden, greep twee jaar later, op 7 november 1982, een groep jonge officieren (onder wie Blaise Compaoré en de marxist Thomas Sankara) de macht. De nieuwe regering, een coalitie van conservatieve en progressieve facties, viel spoedig uiteen door interne rivaliteiten. Het hoogtepunt werd bereikt toen majoor Jean-Baptiste Ouédraogo, staatshoofd en leider van de conservatieve factie, Sankara, minister-president en leider van de progressieve factie, uit diens functie zette en onder arrest plaatste. Pogingen om Sankara te bevrijden leidden op 4 augustus 1983 tot een nieuwe staatsgreep die Sankara aan de macht bracht en Compaoré op de positie van minister van Justitie. Dezelfde dag nog doopte Sankara Boven-Volta om tot Burkina Faso, ‘het land van de integere mensen’.
Sankara’s sociaal-economische hervormingsprogramma en zijn charismatische persoonlijkheid maakten hem aanvankelijk populair, maar riepen later steeds meer weerstand op. Na jaren van interne conflicten binnen de Nationaal Revolutionaire Raad leidde Compaoré op 15 oktober 1987, gesteund door Frankrijk en buurland Ivoorkust, een staatsgreep waarbij Sankara omkwam. Als nieuwe president draaide Compaoré bijna alle beleidsbesluiten van Sankara terug en richtte hij een Volksfront op waarin diverse linkse en gematigde partijen zitting namen. Tegelijkertijd werd de socialistische planeconomie vervangen door een markteconomie, hoewel het nog tot 1997 zou duren vooraleer het marxisme als politieke leer van Burkina Faso zou worden afgeschaft.
Na zijn voornaamste opponenten uitgeschakeld te hebben versoepelde Compaoré zijn bewind en voerde enige democratische hervormingen door. Ondanks deze aanzet tot democratisering regeerde Compaoré met harde hand. Voor al te veel oppositie was er onder zijn bewind geen plaats, evenmin voor een vrije pers. De onopgehelderde moord op de journalist Norbert Zonga eind 1998 veroorzaakte een nationale crisis die tot op heden (2017) nog leeft.
Geschiedenis Niger
Aanhoudende droogte en beschuldigingen van corruptie leidden in april 1974 tot een staatsgreep die het regime van Hamani Diori, de eerste president van onafhankelijk Niger, omverwierp. Onder leiding van luitenant-kolonel Seyni Kountché voer het land een koers die zich noch op het Westen, noch op de Sovjet-Unie oriënteerde. Na verscheidene gefaalde pogingen om hem af te zetten verrichtte Kountché inspanningen om burgers bij de regering te betrekken. Na zijn dood in 1987 stelde zijn opvolger, kolonel Ali Saibou, met goedkeuring middels een referendum een nieuwe grondwet in die voorzag in een eenpartijstelsel en de stichting van de Tweede Republiek. Begin jaren negentig zwelde de roep om democratische hervormingen aan, hetgeen uiteindelijk eind 1990 leidde tot de instelling van een meerpartijenstelsel. Tevens haalde hij diplomatieke banden met westerse landen aan, waaronder Nederland. Een fel publiek debat resulteerde uiteindelijk in juli 1991 in de vorming van een interimregering, geleid door Amadou Cheiffou. Deze regering organiseerde de eerste democratische verkiezingen in 1993, die werd gewonnen door de oppositiepartij. Na complexe coalitieonderhandelingen mocht Mahamane Ousmane zich de eerste president van de Derde Republiek noemen. Al spoedig werd Ousmane geconfronteerd met een economische crisis en maatschappelijke onlusten, evenals hevige opstanden van de Toeareg met wie hij in april 1995 een vredesakkoord sloot.
De verkiezingsuitslag van 1995 dwong Ousmane tot een samenwerking met zijn rivaal, oud-premier Hama Amadou, hetgeen uiteindelijk tot een patstelling leidde. Daarop zegde kolonel Ibrahim Baré Maïnassara het vertrouwen in de Derde Republiek op en werd een nationale overgangsraad in het leven geroepen die een grondwet voor een Vierde Republiek opstelde. Baré schreef vrije presidentsverkiezingen uit voor juli 1996, maar nog voor de gang naar de stembus verving hij de leden van de kiescommissie die hem met 52% van de stemmen tot overwinnaar uitriepen. Als gevolg van de frauduleuze verkiezingen beëindigden vele donorlanden hun ontwikkelingsrelatie met Niger en kampte Baré met onophoudelijke weerstand die hij met intimidatie en onderdrukking beantwoordde.
De invalidatie van de uitslagen van de eind 1998 gehouden gemeenteverkiezingen door het Hooggerechtshof veroorzaakte grote politieke spanningen, te meer daar de oppositie de verkiezingen had gewonnen. Op 9 april 1999 vond een – wederom door militairen geleide – staatsgreep plaats waarbij Baré het leven verloor. De pleger van de coup, majoor Daouda Malam Wanké, installeerde een nationale verzoeningsraad met als doel de constitutie van een semi-presidentieel systeem voor te bereiden. De nieuwe grondwet werd op 9 augustus 1999 aangenomen en in november van datzelfde jaar gevolgd door presidentiële en parlementaire verkiezingen, waaruit Mamadou Tandja, die eerder door Baré onder huisarrest was geplaatst, als winnaar naar voren kwam.
In zijn eerste termijn als president van de Vijfde Republiek bewerkstelligde Tandja, samen met de omstreden premier Hama Amadou, vele bestuurlijke en economische hervormingen die sinds de voorgaande militaire coups waren gestagneerd. In augustus 2002 staken muiterijen de kop op binnen verschillende militaire kampementen, maar de regering was in staat de rust binnen enkele dagen te herstellen. Op 24 juli 2004 vonden de eerste gemeentelijke verkiezingen uit de Nigerese geschiedenis plaats, gevolgd door presidentiële verkiezingen waarbij president Tandja voor een tweede termijn werd herkozen.
Tegen 2007 was de relatie tussen president Tandja en premier Amadou zodanig verslechterd dat de laatste werd vervangen door Seyni Oumarou. Van 2007 tot 2008 vond in het noorden van Niger een tweede opstand van de Toeareg plaats, hetgeen de economische en politieke situatie in Niger nog meer onder druk zette. In 2009 escaleerde de maatschappelijke onrust toen president Tandja probeerde de grondwettelijke beperking op de presidentiële ambtstermijn op te heffen. Daarop organiseerde Tandja een referendum over de kwestie, hetgeen positief voor hem uitpakte, ondanks dat het Constitutioneel Gerechtshof vooraf het referendum ongrondwettelijk had verklaard. Gedragen door zijn nieuwe mandaat ontbond Tandja het Gerechtshof en eigende hij zich de bevoegdheid om de noodtoestand af te roepen toe. Ook stuurde hij aan op een nieuwe grondwet die voorzag in een presidentieel systeem, en daarmee de grondwet van 1999 buiten werking stelde. De onrust die al deze wijzigingen in de Zesde Republiek creëerden, leidde uiteindelijk in februari 2010 tot een staatsgreep waarbij een militaire junta geleid door kapitein Salou Djibo de macht greep en het ontwerp van een nieuwe grondwet in gang zette. Na de aanname van deze grondwet later dat jaar volgden in april 2011 presidentiële verkiezingen waarbij Mahamadou Issoufou werd gekozen als eerste president van de Zevende Republiek.
Betrekkingen tussen Nederland en Burkina Faso/Niger
De betrekkingen tussen Nederland en Burkina Faso zijn goed. De betrekkingen tussen Nederland en Niger zijn goed, maar staan op een laag pitje.
Politieke betrekkingen
De politieke betrekkingen van Nederland met Burkina Faso en Niger zijn goed, en staan met name in dienst van de handelsbetrekkingen.
Economische betrekkingen
De handel tussen Nederland en Burkina Faso, evenals tussen Nederland en Niger, is van beperkte omvang. Er is slechts een klein aantal Nederlandse bedrijven actief in Burkina Faso en Niger.
Culturele betrekkingen
De culturele betrekkingen tussen Nederland en Burkina Faso zijn beperkt. Duurzaam is de samenwerking tussen het cultuurfestival Les Nuits Atypiques de Koudougou en Festival Mundial in Tilburg.
Ontwikkelingsrelatie
Nederland onderhield sinds de grote droogte en hongersnood in de Sahel in de jaren zeventig van de vorig eeuw een lange ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met Burkina Faso en was enige tijd de grootste bilaterale donor. Met de toespitsing van Nederlandse ontwikkelingssamenwerking tot vijftien partnerlanden is de Nederlandse bilaterale ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met Burkina Faso echter in 2013 beëindigd.
Nederland onderhoudt geen structurele bilaterale ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met Niger. Wel werd hulp gegeven via Ontwikkelingsrelevante Infrastructuurontwikkeling (ORIO), een programma dat in 2014 is stopgezet. Sindsdien handelt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de bestaande ORIO-projecten in Niger volgens de gemaakte afspraken af.
Ambassade Ougadougou
In 1975 opende Nederland in de hoofdstad Ouagadougou een ambassadekantoor dat in 1983 werd omgedoopt tot de officiële Nederlandse vertegenwoordiging in Burkina Faso. Samen met andere donoren assisteerde Nederland Burkina Faso op het gebied van grondwaterbeheersing, landbouwplanning, onderwijs en gezondheidszorg. In 1990 ging de Nederlandse accreditatie voor Niger over van de ambassade in Ivoorkust naar Ouagadougou. Met de beëindiging van de ontwikkelingssamenwerking is per 30 juni 2013 de ambassade in de Burkinese hoofdstad Ouagadougou gesloten en is de ambassade in Bamako (Mali) verantwoordelijk voor het ambtsgebied van zowel Burkina Faso als Niger. Nederland heeft nog wel een honorair consulaat in Ouagadougou en Niamey ter facilitering van het Nederlandse bedrijfsleven in Burkina Faso en Niger.
Overzicht ambassadeurs
  • 1985 - 1986: mr. G.N. Westerouen van Meeteren
  • 1986 - 1989: drs. Paul Reitze Brouwer
  • 1990: A. Pijpers
  • 1990 - 1994: dr. A. Heldring
  • 1994 - 1998: B.E.A. Ambags
  • 1998 - 2002: mr. A.J.A.J.M.G. Hennekens
  • 2002 - 2006: drs. H.M.S. Schaapveld
  • 2006 - 2010: G. Duijfjes
  • 2010 - 2013: drs. E.A. Noorman
Taken ambassade
De werkzaamheden van de bilaterale posten kunnen grofweg verdeeld worden in politieke aangelegenheden, economische aangelegenheden, pers- en culturele aangelegenheden, consulaire aangelegenheden en algemene zaken. Hieronder volgt een weergave van de taken:
Politieke Zaken (PZ):
  • het volgen van de binnenlandse en buitenlandse politieke ontwikkelingen in het land van accreditatie;
  • het rapporteren aan de Nederlandse regering omtrent de voor Nederland relevante ontwikkelingen opdat die bij het formuleren van haar beleid daar rekening mee kan houden;
  • het uitdragen van het Nederlandse politieke beleid;
  • het behartigen van de belangen van andere landen.
Economische Zaken (EZ): de economische werkzaamheden kunnen worden onderscheiden in macro-, meso- en micro-economische aangelegenheden.
Macro-economisch:
  • het opstellen van algemene economische rapportage over macro-economische ontwikkelingen in het buitenland, overheidsmaatregelen, monetaire kwesties, energievoorziening, milieuhygiëne, lucht- en scheepvaartaangelegenheden;
  • het vergaren van handelspolitieke informatievergaring en inspanningen, met name daar waar de handel op beperkende maatregelen stuit;
  • het toezenden van economisch-statistisch materiaal;
  • het verstrekken van inlichtingen aan de overheid en het bedrijfsleven van het land van vestiging over economische ontwikkelingen en mogelijkheden tot economische samenwerking met Nederland;
  • het uitdragen van het Nederlandse beleid op economisch terrein.
Meso-economisch:
  • het berichten over afzetmogelijkheden, ontwikkelingen in het bedrijfsleven, fusies, buitenlandse investeringen, concurrentie van derde landen;
  • het geven van voorlichting over Nederlandse leveringsmogelijkheden van goederen en diensten;
  • het doen van meldingen over ontwikkelingsprojecten en overheidsaanbestedingen;
  • het aantrekken van industriële projecten voor Nederland door middel van voorlichting, bemiddeling, etc.;
  • het berichten over economische missies die West-Europa bezoeken en hulp aan Nederlandse missies in het ambtsgebied;
  • het berichten over beurzen en tentoonstellingen in het land van vestiging en hulp bij Nederlandse deelname aan beurzen.
Micro-economisch
Het ondersteunen en begeleiden van Nederlandse exporteurs in de vorm van:
  • het ondersteunen en begeleiden van Nederlandse exporteurs in de vorm van: handelsbemiddeling;
  • het voorlichten van Nederlandse zakenlieden en introducties bij overheid en bedrijfsleven;
  • het bemiddelen bij handelsgeschillen.
Ontwikkelingssamenwerking (OS):
de werkzaamheden in het kader van ontwikkelingssamenwerking houden in:
  • het analyseren van het ontwikkelingsbeleid van het betrokken land;
  • het nagaan van de plaats die Nederland in de samenwerking op dit gebied zou kunnen innemen;
  • het vaststellen van doelgroepen waarop het samenwerkingsbeleid gericht kan zijn;
  • het adviseren omtrent de aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid van individuele projecten;
  • het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van Kleine Ambassade Projecten (KAP);
  • het begeleiden van uit te zenden deskundigen, huisvesting, financiering, hulp bij import van goederen;
  • het bemiddelen bij de invoer van materieel voor hulpprojecten;
  • het behandelen van financiële aspecten.
Consulaire Zaken (CZ):
Ten behoeve van Nederlanders:
  • het zorgdragen voor de Nederlandse kolonie en Nederlandse toeristen in het buitenland. De meest voorkomende werkzaamheden hiervoor zijn:
  • het verstrekken, verlengen en wijzigen van reisdocumenten voor Nederlanders, alsmede diplomatieke, consulaire en dienstpaspoorten;
  • het opmaken van legalisaties;
  • het verstrekken van juridische adviezen;
  • het verlenen van bijstand bij het opstellen van notariële akten
  • het opmaken van akten van huwelijkstoestemming;
  • het in bewaring nemen van holografische en geheime testamenten;
  • het opmaken van volmachten
  • het registreren van opgemaakte akten in een repertorium;
  • het opmaken van akten van de burgerlijke stand;
  • het regelen van dienstplichtzaken;
  • het zorgen voor repatriëring
  • het overbrengen van gerechtelijke stukken, het bijstaan van rogatoire commissies, het opmaken van legalisaties en het verrichten van andere juridische handelingen.
Ten behoeve van buitenlanders:
  • het verlenen van visa voor bezoeken aan Nederland korter dan drie maanden of verstrekken van een ‘machtiging voorlopig verblijf’ bij een verblijf langer dan drie maanden;
  • het doorzenden van asielverzoeken;
  • het inlichten van buitenlandse autoriteiten betreffende Nederland.
Pers- en culturele zaken (PCZ):
het bevorderen en verbreiden van kennis van het leven en denken van het Nederlandse volk, zijn staatkundige, economische en sociale structuur, zijn cultuur en zijn historie, en over de beginselen en feitelijke gegevens die daarbij een rol spelen. De diplomatieke post heeft tot taak het ontwikkelen van activiteiten en het aankweken en onderhouden van relaties die de banden tussen beide landen kunnen verstevigen. Concreter betekent dit:
  • het medewerken aan de uitvoering van bilaterale afspraken en verdragen op cultureel en wetenschappelijk gebied;
  • het deelnemen aan het internationale culturele verkeer;
  • het profijt trekken uit multilaterale samenwerkingsvormen op dit gebied alsmede het uitdragen van Nederlandse standpunten;
  • het onderhouden van contacten met de lokale pers teneinde publicaties over Nederland te stimuleren en waar nodig onjuiste voorlichting te corrigeren.
Algemene Zaken (AZ):
De afdeling algemene Zaken is belast met de ondersteunende, secundaire taken op een post, dat wil zeggen zaken met betrekking tot:
  • personeel;
  • informatievoorziening, automatisering;
  • organisatie;
  • financieel beheer;
  • archief;
  • communicatie;
  • huisvesting;
  • vervoer
Geschiedenis van het archiefbeheer
De archieven van de buitenlandse posten van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) werden geordend en geselecteerd conform instructies, opgesteld door de centrale archiefafdeling op het departement en neergelegd in een archiefinstructiebundel. De archiefinstructiebundel heeft in de loop der jaren grotere en kleinere revisies ondergaan. De belangrijkste was de introductie van de archiefinstructiebundel ‘Archiefzorg op de posten’ in 1999. Deze archiefinstructie introduceerde een nieuwe primaire, hiërarchische ordening op trefwoord en verving de oude ordening op basis van de Archiefcode BZ, afgeleid van de Universele Decimale Code (UDC).
In 2014 is besloten om alle postenarchieven uit de periode 1975-2013 te bewerken. Het zogenaamde archiefblok ‘Postenarchieven’ bestaat uit de volgende onderdelen:
  • Archiefbescheiden over de periode 1975-1984, code-archief
  • Archiefbescheiden over de periode 1985-1990, code-archief
  • Archiefbescheiden over de periode 1990-2013
Archiefbescheiden uit de periode voor 1975 zijn in eerder stadium overgebracht naar het Nationaal Archief. Zie daarvoor ‘Verwante archieven’.
De archiefbescheiden over de periode 1975-1984 zijn grotendeels rond 2005 overgedragen aan Nederland. Ook het archief over de periode 1985-1990 is later voor een belangrijk deel overgedragen aan Nederland. De archiefbescheiden over de periode vanaf 1990 zijn voor aanvang van de archiefbewerking in zijn totaliteit overgedragen aan Nederland in het kader van actie ‘Papier Hier’, een project dat gericht is op het afbouwen van de bestaande papieren archieven op departementen en posten. Met deze actie worden eveneens de nog niet aan Nederland overgedragen dossiers uit de periode voor 1990 meegenomen.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2017 door Ministerie van Buitenlandse Zaken overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 12 van de Archiefwet 1995
De archieven zijn tot aan de overdracht aan het Nationaal Archief in beheer bij Doc-Direkt. In 2017 is het archief van de ambassade van Burkina Faso bewerkt door Doc-Direkt, locatie Tweelingenlaan 62, Apeldoorn.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bevat stukken ontvangen en opgemaakt door de Nederlandse ambassade te Ouagadougou over de periode 1975-2013, met als zwaartepunt stukken over de periode 1985-2013. Het betreft stukken over de organisatie en taken van de ambassade op het gebied van consulaire, economische, culturele en politieke zaken met betrekking tot Burkina Faso, en vanaf 1990 tevens voor Niger.
Het archief bevat onder andere stukken over:
  • de politieke, economische en culturele betrekkingen van Nederland met Burkina Faso en Niger;
  • de betrekkingen tussen Burkina Faso en andere landen;
  • de economische en politieke situatie in Burkina Faso en Niger;
  • de mensenrechtensituatie in Burkina Faso en Niger;
  • de staatsgreep van 15 oktober 1987 in Burkina Faso;
  • de fatale aanslag van 9 december 1991 op Clément Ouédraogo, voorheen de nummer twee in Blaise Compaoré’s Volksfront;
  • onderzoek naar de dood van journalist Norbert Zongo, eind december 1998;
  • de staatsgreep van februari 2010 in Niger;
  • diverse ontwikkelingssamenwerkingsprojecten in Burkina Faso en Niger.
Selectie en vernietiging
De selectie heeft plaatsgevonden aan de hand van de volgende vastgestelde selectielijsten:
  • [015] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rijksbegroting over de periode 1945-2000, 25 januari 2005/Nr. C/S/05/138 (Stcrt. 31 maart 2005, nr. 62);
  • [045] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rijkshuisvesting over de periode vanaf 1945, 12 maart 2007/Nr. C/S&A/07/524 (Stcrt. 26 juli 2007, nr. 142);
  • [072] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Arbeidsverhoudingen over de periode 1945 tot heden, 3 oktober 2007/Nr. C/S&A/07/2471 (Stcrt. 29 oktober 2007, nr. 209);
  • [073] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel over de periode 1945-, 11 september 2007/Nr. C/S&A/07/2236 (Stcrt. 15 oktober 2007, nr. 199);
  • [074] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Buitensectorale Arbeidsvoorwaarden over de periode 1945 tot heden, 3 oktober 2007/Nr. C/S&A/07/2473 (Stcrt. 30 oktober 2007, nr. 210);
  • [075] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Formatiebeleid, arbeidsmarktbeleid en personeelsontwikkeling en mobiliteit over de periode 1945-, 11 september 2007/Nr. C/S&A/07/2237 (Stcrt. 12 oktober 2007, nr. 198);
  • [076] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Arbeidsomstandigheden bij de Overheid over de periode 1945-, 1 november 2007/Nr. C/S&A/07/2726 (Stcrt. 30 november 2007, nr. 233);
  • [077] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Personeelsinformatievoorziening en -administratie over de periode 1945–, 11 september 2007/C/S&A/07/2238 (Stcrt. 16 oktober 2007, nr. 200);
  • [103A] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Buitenland over de periode 1945–1990, 18 december 2013, NA/2013/13.044 (Stcrt. 31 december 2013, nr. 36665);
  • [103B]: selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Ontwikkelingssamenwerking over de periode 1965-1990, 18 december 2013, NA/2013/13.045 (Stcrt. 31 december 2013, nr. 36668);
  • [143] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Organisatie van de Rijksoverheid over de periode 1945-1999, 5 juli 2005/Nr.C/S&A/05/1197 (Stcrt. 16 december 2005, nr. 245 / pag. 25). Rekening houdend met de actualisatie in de Stcrt. 14 juni 2007, nr. 112 / p. 10;
  • [168] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van 18 2.05.391 personeelszaken, t.w. het personeelsdossier, 16 augustus 2007/Nr. C/S&A/07/1513 (Stcrt. 20 november 2007, nr. 225);
  • [186] selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Nederlands buitenlands beleid over de periode vanaf 1990, 18 december 2013, NA/2013/12.299 (Stcrt. 31 december 2013, nr. 36667).
Aanvullingen
Voor dit archief worden geen aanvullingen verwacht.
Verantwoording van de bewerking
Als basis voor de bewerking werd een Archiefbewerkingsplan (ABP Postenarchieven 1975-2013) opgesteld, dat in november 2013 werd ondertekend door Doc-Direkt, het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nationaal Archief. Hierin zijn de afspraken met betrekking tot de selectie, ontsluiting, materiële verzorging en overbrenging geregeld voor de postenarchieven in de periode 1975-2013. Vervolgens werd voorafgaand aan de bewerking een werkinstructie opgesteld.
Voor de bewerking van dit archief is ook rekening gehouden met het ABP voor de archieven van de buitenlandse posten van het ministerie van Buitenlandse Zaken in de periode vanaf 1990 (ABP posten 1990-heden). Dit ABP, ondertekend door het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nationaal Archief, bevat de uitkomst van een onderzoek naar de gemaakte selectiebeslissingen op basis van de door de posten gehanteerde archiefinstructies ten opzichte van de geldende selectielijsten. Het resultaat was dat op de door de posten gemaakte beslissingen een aantal correcties moest worden doorgevoerd. De correcties hebben vooral betrekking op de rubriek Algemene Zaken, waarbij met name dossiers inzake de bedrijfsvoering (o.a. huisvesting, financiën en personeel), op grond van eerdergenoemde selectielijsten, alsnog voor vernietiging zijn aangemerkt.
De omvang van het archief voor aanvang van de bewerking was 106,625 meter. Door de Nederlandse ambassade te Ouagadougou was reeds 88,75 meter als zijnde (op termijn) te vernietigen aangemerkt en 17,875 meter als zijnde te bewaren. De selectiebeslissingen zoals uitgevoerd door de ambassade zijn gehandhaafd, tenzij er correcties doorgevoerd moesten worden.
Na bewerking van het archief is in totaal 13,2 meter archief voor bewaring overgebleven. De archiefstukken die voor bewaring in aanmerking komen zijn overgebracht naar het Nationaal Archief. Van de te vernietigen stukken zijn vernietigingslijsten opgesteld en deze zijn aan het ministerie van Buitenlandse Zaken ter beschikking gesteld, als bijlage bij het voorstel voor vernietiging.
Bij de beschrijvingen van de in de inventaris opgenomen dossiers ontbreekt in veel gevallen een actieve handeling. Dit heeft te maken met de wijze van opbergen van de documenten, namelijk op onderwerp. In deze dossiers zijn alle aspecten met betrekking tot de uitvoering van de taak (volgen, analyseren en becommentariëren) ten aanzien van een bepaald onderwerp bij elkaar verzameld. Een zaak of werkproces is niet duidelijk aan te wijzen. De dossiers bestaan voor een groot deel uit berichtenverkeer tussen de post en het departement, correspondentie met diverse instellingen en particulieren.
Het beginjaar van het archief is 1985. Incidenteel bevinden zich in het archief stukken van vóór de begincesuur. Uit praktische overwegingen zijn deze stukken opgenomen in deze inventaris. Het eindjaar van het archief is 2013.
Ten behoeve van de overbrenging naar het Nationaal Archief dient het archief onder andere te voldoen aan de eisen met betrekking tot de duurzaamheid van archiefbescheiden zoals vastgelegd in de Archiefregeling 2009. Concreet betekent dit dat alle stukken zijn ontdaan van nietjes, plakband en overige hechtmiddelen en verpakt in zuurvrije omslagen en zuurvrije archiefdozen. Ze zijn daarna genummerd volgens de inventaris. Tot slot zijn de omslagen en dozen voorzien van zuurvrije etiketten.
Ordening van het archief
Het archief is primair op rubriek geordend. De rubrieksindeling is gebaseerd op de in de archiefinstructiebundel ‘Archiefzorg op de posten’ (1999) geïntroduceerde primaire, hiërarchische ordening met trefwoorden. Binnen de rubrieken zijn de dossiers zoveel mogelijk chronologisch geordend.
Dossiers oorspronkelijk geordend op basis van de Archiefcode BZ zijn, om een uniforme wijze van ordening te krijgen, overgezet naar de indeling op trefwoord. Dit was mogelijk, aangezien de overstap van een ordening op code naar die op trefwoord nagenoeg niets aan de bestaande dossiervorming veranderde. Daardoor was het mogelijk de oude code-ordening van een dossier om te zetten naar de nieuwe trefwoordordening.
Ordening van de dossiers op het gebied van ontwikkelingssamenwerking: de budgetten voor de ontwikkelingssamenwerking zijn gebundeld in de HGIS. HGIS staat voor Homogene Groep Internationale Samenwerking. Het uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van samenwerking en afstemming op het gebied van internationale samenwerking. Een os-activiteitendossier kan bestaan uit verschillende mappen, te weten:
  • de A-map (basisdossier). In dit dossier bevinden zich de basisdocumenten.
  • de B-map (dossier m.b.t. de uitvoering van het project). In dit dossier is mogelijk de correspondentie met betrekking tot de projectcyclus opgeborgen.
  • de C-map (clearing and forwarding projectgoederen). Betreft documenten van douanefaciliteiten bij de import van projectgoederen.
  • de D-map (deskundigen dossier). Dit dossier bevat de correspondentie met betrekking tot de individuele aanstelling en beëindiging van de tewerkstelling van de deskundige per os-activiteit.
  • de F-map (financieel dossier). Ten behoeve van een adequaat financieel beheer op de post dient per os-activiteit, naast de bestaande combinaties van mappen, een F-map gevormd en beheerd te worden.
  • de R-map (rapportage dossier). In dit dossier zijn de rapportages inzake os-activiteiten opgeborgen.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B), deels niet openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het Auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlandse Ambassade in Burkina Faso (Ouagadougou), nummer toegang 2.05.433, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ambassade Burkina Fasso, 2.05.433, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Bewaarplaats van originelen
Niet van toepassing
Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Niet van toepassing
Verwante archieven
  • NA nr. 2.05.205: Inventaris van het archief van het Nederlandse Gezantschap, later de Ambassade te Liberia (Monrovia), 1955-1974.

Bijlagen

Archiefbestanddelen