Zie voor stukken van genoemde oom inv. nrs. 357-358.
Deze stukken zijn in 1962 door ir. M.A. van Idsinga geschonken aan de Collot d'Escury-stichting.
Franse tekst.
Genoemde buitenplaats behoorde destijds aan Jacob van Byemont. De reizigster is naar alle waarschijnlijkheid een kleindochter geweest, die dit reisverslag voor haar ouders mr. Johan François van Byemont en Machtelina Christina Lestevenon zal hebben opgesteld. Achterin ontbreekt het laatste blad.
In blikken doos. Het opschrift op deze doos draagt het jaartal 1817, kennelijk ontleend aan een dorsale notitie van de Griffier van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland betreffende de registratie van het diploma.
Genoemde hofstede gelegen tussen Den Haag en Loosduinen, was eigendom van Robert Collot d'Escury. Zijn gelijknamige oudste zoon zette de notities voort van 1824-1840 met aantekening, dat ook buiten Rusthoek werd geopereerd. Dit deel heeft los inliggende bijlagen. Het is gedeeltelijk gepubliceerd door M.J. Tekke in het tijdschrift "Ardea" van de Ned. Ornithologische Unie, jrg. 51-1963, afl. 2/4.
Zie voor zijn aantekeningen over jacht en visserij inv. nr. 216.
Antoine Collot d'Escury was in 1841 commandant van het instructievaartuig Urania te Medemblik.
Zie voor andere beschrijvingen van zijn loopbaan inv. no. 431.
Geschreven in het Maleis-Arabisch. De jaaraanduiding is 1294 volgens de Mohammedaanse tijdrekening. Antoine Collot d'Escury heeft deze pas vermoedelijk als commandant van de Sumatra ingenomen.
Waarschijnlijk wordt hier gedoeld op de brieven van Willem V in inv. nrs. 58 en 59.
De erflaatster was een zuster van Ida Cornelia Rees, eerste echtgenote van Hendrik Collot d'Escury, heer van Heinenoord. Zie ook inv. nrs. 175, 183 en 363.
Anne Catherine de la Vallette was de echtgenote van Daniel Collot d'Escury (Derde generatie: C 1, blz. 1).
Henri Collot d'Escury's echtgenote was Johanna Martina Geertruid Sweerts de Landas (Vierde generatie: D 2, blz.3)
Charles de Boileau de Castelnau huwde Marie-Magdeleine Collot d'Escury, oudste dochter van Daniel en Anne Catherine de la Vallette.
John Corneille huwde Marie, derde dochter van Daniel Collot d'Escury en Anne Catherine de la Vallette.
Charlotte Elisabeth van der Burch was de eerste echtgenote van Simeon Petrus Collot d'Escury (Vijfde generatie: E 2, blz.5 ). Het archief van de aan de familie Van der Burch verwante familie Blijenburg volgt apart hierna (blz.31 ).
Zie voor het betrokken leengoed inv. nr. 375.
Hierbij een gedrukte ordonnantie en een eveneens gedrukte publicatie van het stadsbestuur van Dordrecht over het begraven benevens de eigendom en het onderhoud van graven, 1722.
Gelijktijdig extract uit het lopende verbaalboek der stad Dordrecht.
Adriaen Snoeck huwde Erckenraet Berck, schoonzuster van Johan Françoisz. van der Burch.
François van der Burch Johansz. was gehuwd met Anna, dochter van Sir William Davidson Baronet.
Burntisland, zoals de naam van de stad thans luidt, ligt tegenover Edinburgh aan de Firth of Forth.
Peter's aanstelling, nog bij het leven van zijn vader gedaan, zou pas ingaan na diens dood.
Charlotte Elisabeth van Blijenburg, dochter van Adriaen Adriaensz. en Levina de Vriese, huwde Johan van der Burch. Haar kleindochter Charlotte Elisabeth was de eerste echtgenote van Simeon Petrus Collot d'Escury (Vijfde generatie: E 2, blz.5).
Het betreft de ambachtsheerlijkheden Ketel en 's-Gravenambacht, de hofstede Spierinxhoek, een huis in Den Haag, land in Polsbroek en in Putten benevens rechten in West-Barendrecht. Zie ook inv. nrs. 367, 371, 372 en 373.
De natie verenigde alle Germaanse studenten.
Aan de titel gaat het wapen van de dichter vooraf. Daarna begint het boek met twee gedichten, niet van hem zelf, maar hem opgedragen respectievelijk door Dan. Heinsius en Adr. van Moeusijenbrouck. Zie ook inv. nr. 416.
Klaarblijkelijk is dit request bij de requestrant teruggekeerd. Zie ook inv. nrs. 321 en 322.
Clara Bogaard (Boogert, Boegert, Bogaert) was de eerste echtgenote van Adriaen Adriaensz. van Blijenburg (1510-1573). Gerrit Bogaard en Adriana van Heerjansdam waren haar ouders.
Eén van deze diensten bestond uit het jaarlijks verstrekken van broden, welke door hun nazaten verdeeld zouden worden onder de armen. Zie ook inv. nrs. 306 en 322.
Zie ook inv. nr. 306.
De familie Cool (Koel, Kool, Cooll, Cools) was doormeerdere huwelijken met de familie Van Blijenburg verbonden.
Eén der erfgenamen was Catharina Cool, later echtgenote van mr. Adriaen van Blijenburg. Overigens is de onderhavige akte geschreven op twee aaneengelijmde stukken perkament.
Cornelia was een dochter van Adriaen van Blijenburg en Clara Bogaard, geb. 1537. De moeder van Pieter Huygens Cool, Anna Ido, hertrouwde later met Cornelia's vader.
Anna Ido sterft in 1573 als echtgenote van Adriaen van Blijenburg; het betreft hier de boedel van haar eerste huwelijk. Huych Hugensz. Cool was zelf getrouwd met Maria van Blijenburg Heymansdr.
Zie voor de Romboutskapel inv. nr. 338.
Gerard de Pilgrum was gehuwd met Lucretia van Blijenburg (1564-1636), dochter van Adriaen en Catharina Cool.
Klaarblijkelijk is dit request bij de requestranten teruggekeerd.
Adriaen Jacobsz. van Blijenburg was gehuwd met Carolina, dochter van Willem van Beveren.
Adriaen van Blijenburg (1616-1682) was gehuwd met Levina, dochter van Dingeman de Vriese.
Voorzichtigheidshalve heeft de schrijver de brief niet ondertekend.
Klaarblijkelijk is dit request bij de requestrant teruggekeerd.
Pierre Isarn, zoon van Jean en Marie le Menager, huwde Albertina Christina Collot d'Escury (1721-1792), dochter van Henri en Johanna Martina Geertruid Sweerts de Landas.
Jacobus della Faille was vader van Anna Magdalena, tweede echtgenote van Simeon Petrus Collot d'Escury (Vijfde generatie: E 2, blz.5 ).
Carel Jan Bosschaert was gehuwd met Emelia Christina Els Collot d'Escury, derde dochter van Simeon Petrus en Charlotte Elisabeth van der Burch.
Balthasar Daniel van Idsinga was gehuwd met Margaretha Theodora Collot d'Escury, achtste dochter van Simeon Petrus en Charlotte Elisabeth van der Burch.
Nicolaas de Gijselaar was gehuwd met Martha Francina Collot d'Escury, negende dochter van Simeon Petrus en Charlotte Elisabeth van der Burch.
Carel Emanuel baron van Tuyll van Serooskerken was gehuwd met Elisabeth Henriette Emilie barones Collot d'Escury, dochter van Hendrik en Maria Susanna Fagel.
Jhr. Jacob Jan Quarles van Ufford was gehuwd met Adriana Johanna barones Collot d'Escury, dochter van Hendrik en Ida Cornelia Rees.
Jan Willem André Collot d'Escury was mede - executeur testamentair naast jhr. J.J. Quarles van Ufford. Zie ook inv. nrs. 175, 183 en 236.
Caspar Georg Carl Reinwardt (1773-1854) huwde de weduwe Calkoen - van IJsseldijk, moeder van Johanna Jacoba Calkoen, eerste echtgenote van Carel Jan baron Collot d'Escury.
Deze afdeling betreft ook renten uit onroerend goed. Zie voor onroerende goederen tevens: Stukken, waarvan het verband met het archief niet is gebleken.
De oorspronkelijke beschrijving van de ambachtsheerlijkheid in de akte luidt: "allen visscherijen ..... voor Barendrecht in den Wale aen de zuidtzijde ten halven diepe toe ..... ende noch het landt, ambachten, thienden ende vogelrijen ..... die daerop verschijnen mogen". Heinenoord kwam later in het bezit van Hendrik Collot d'Escury.
Zie inv. nrs. 272 en 373.
Beschadigd. Zie inv. nr. 272. 45
Dit leen kwam in 1572 aan Adriaen van Blijenburg Heymansz. Zie inv. nr. 272.
De Dordtse familie Van Blijenburg heeft dank zij dit goed haar naam gegeven aan een Haagse straat: het Bleijenburg Zie ook inv. nrs. 272 en 367.
De dochter van de beleende, Anna Canter was de tweede vrouw van Dingeman de Vriese, schoonvader van Adriaen van Blijenburg.
Thans Kneuterdijk nr. 6, bekend als het Johan de Witthuis.
De charters zijn door transfixie met elkaar verbonden.
Zie ook inv. nrs. 12 en 18.
Dit boek bevat het levensverhaal van de auteur, gedeeltelijk ook van zijn vader Daniel. Het onderhavige, oorspronkelijke exemplaar is met wapenafbeeldingen verlucht. Bovendien heeft het losinliggende aantekeningen van Daniel voornoemd en andere bijlagen. Gepubliceerd is het onder de titel "Les Collot d'Escury, réfugiés en Hollande et en Angleterre 1685-1834. Extrait de l'histoire généalogique de la famille Collot d'Escury" in "Bulletin de la Société de l'Histoire du Protestantisme Français", 10e année-1861, pp. 306-318.
Een bewerking in het Nederlands ligt los voorin.
Vermoedelijk betreft het hier de stamboom, genoemd in inv. nr. 78.
De beide kwartierstaten van Simeon Petrus worden in een rol bewaard.
Vader van Wilhelmina Christina du Tour, echtgenote van Johan Marthe Collot d'Escury.
De familie Van der Dussen was via de familie Rees geparenteerd aan Collot d'Escury.
Agathe Amélie de Smeth was de eerste vrouw van Henrik Collot d'Escury (1806-1869). Haar grootmoeder J. S. Hartsinck hertrouwde met F.L.F.M. graaf d'Oultremont, uit welk huwelijk Henriëtte-tweede echtgenote van koning Willem I-werd geboren.
Zie voor genealogieën van de families Bogaard en Schoyte respectievelijk inv. nrs. 316 en 314.
Met enkele los inliggende bijlagen.
Met los inliggende bijlage.
Met enkele los inliggende bijlagen.
Hierbij een gedrukt blad met wapens van regenten.
Zie voor een tekening van het familiewapen Mauritz inv. nr. 199.
De twee tekeningen van de alliantiewapens Collot d'Escury van Zanen in knipselvorm, één bestemd voor de bruidegom, één voor de bruid, zijn een geschenk van de M.A.O.C. Gravin van Bylandt-Stichting.
Marc Willem du Tour was de grootvader van Wilhelmina Christina du Tour, echtgenote van Johan Marthe Collot d'Escury.
De meeste van deze stukken zijn verzameld ter documentatie van de familiegeschiedenis.
Merendeels voor genealogische doeleinden verzameld door Simeon Petrus en Emond Els Collot d'Escury.
Hierbij enkele in de vorm van fotokopieën.
Hierbij enkele in de vorm van fotokopieën.
De gebundelde huwelijksgedichten voor de bruidsparen Collot d'Escury-della Faille en Collot d'Escury-van Zanen zijn een geschenk van de M.A.O.C. Gravin van Bylandt-Stichting. Zie ook inv. nrs. 73, 157 en 298.
Een exemplaar van The Times van 24 januari 1828 met betrekking tot de Kaapse tijd van Simeon Jacob Carel Collot d'Escury (overl. 1827) komt voor in inv. no. 396. Overigens bevinden zich hierbij ook kranten, die voor andere doeleinden verzameld zijn; bovendien enkele geschreven uittreksels van krantenartikelen.
De archiefstukken, waar het om gaat, moeten-voor zover bewaard gebleven- in het familiearchief Van Bylandt berusten. Zie Inleiding, blz. III.
De originele stukken bevinden zich in het bezit van ir. M.A. van Idsinga.
Zie voor een autobiografie inv. no. 155.
Zie voor een autobiografie van Antoine Collot d'Escury inv. nr. 225.
Er zijn twee exemplaren van dit register, nagenoeg gelijk van inhoud, beide in rood met goud gesierde band. De Collot d'Escury-Stichting heeft het oorspronkelijke exemplaar buiten het archief gehouden. Het archiefexemplaar is door Robert Collot d'Escury nog aangevuld in 1831; voorin ligt een lijst van familiepapieren van de hand van Emond Els.
Zie inv. nr. 246.
De kinderloze Johan van der Burch Françoisz., stichter van genoemde beurzen, neef van Simeon Petrus' schoonvader, was in 1758 overleden.
Met drie ingehechte dan wel inliggende bijlagen.
Met drie inliggende bijlagen.
Bedoeld is Adriaen van Blijenburg (1532-1582), medestander van de prins van Oranje in 1572. De gravure is afgedrukt in M. Balen "Beschrijving der stad Dordrecht" (Dordrecht 1677), fol. 124.
Jacob Magnus was de grootvader van Levina de Vriese, echtgenote van Adriaen Adriaensz. van Blijenburg (blz.35).
Anne, dochter van Daniel Collot d'Escury, huwde in 1721 met John Maret de la Rive.
Van de onderhavige stukken is het familieverband op zijn minst onduidelijk.
Het is aannemelijk, dat de meeste stukken aan leden van de familie Van Blijenburg en/of de daarmee verwante geslachten hebben behoord. De relatie kon echter niet worden aangetoond.
Dit huis was gelegen naast de voormalige Doelen, genoemd in inv. nr. 450. Aflossing van een hypotheek geschiedde in 1610 door Digna Gerritsdr., weduwe van Jan Govertszn.
Het is niet duidelijk welk huis hier wordt bedoeld; vermoedelijk de voormalige Doelen of het daarnaastgelegen pand. Zie inv. nrs. 450 en 451.
Mogelijk bezit van François van der Burch geweest, zie inv. nr. 382.
De naam van mr. Adriaan Roel in de kwitantie van 1542 (inv. nr. 458) laat naar het schriftbeeld geen andere lezing toe. Achteraf beschouwd mag men echter constateren, dat de ontvanger-generaal zich heeft vergist. Er had moeten staan niet Roel, maar Coel alias Cool Vgl. voor 's mans weduwe inv. nrs. 283 en 324. 57
Anna Maria van Schurman genoot grote taam vanwege haar geleerdheid.
Wellicht was Simeon Petrus Collot d'Escury de geadresseerde, zie inv. nrs. 48 en 49. Noch datum, noch onderwerp geven deze veronderstelling evenwel voldoende steun.
Adriaen Adriaensz. van Blijenburg heer van Naaldwijk (1616-1682), secretaris van dit college gedurende omomstreeks veertig jaar, had de betrokken stukken vermoedelijk onder zijn berusting.
Het bestuur van de Collot d'Escury-Stichting heeft in 1976 besloten deze charters af te staan aan het archief van het hoogheemraadschap.
Opgemaakt sedert 1940 en afgezien van nr. 467 door de huidige inventaris vervangen.
De vervaardigster van deze inventaris zou later in het huwelijk treden met mr. J.P. Pardede. Het gaat hier om de papieren van de tak van Johan Marthe.
Betreft de stukken afkomstig van mevrouw Wisboom van Giessendam geb. barones Collot d'Escury.
Ir. M.A. van Idsinga schonk enige stukken aan de Collot d'Escury-Stichting. Zie inv. nrs. 81 en 206.