Voor archiefinstellingen is een eigen gezicht naar buiten belangrijk. Tegelijk zijn regionaal historische centra en Nationaal Archief onderdeel van een geheel, doordat ze samen verantwoordelijk zijn voor de rijkscollectie.
De publiekswebsites van regionaal historische centra en Nationaal Archief bieden toegang tot de Rijkscollectie. Belangrijk in deze dienst is het uitgangspunt dat regionaal historische centra en Nationaal Archief toegang geven tot méér materiaal dan alleen dat van de eigen instelling.
Digitale objecten worden zodanig weergegeven ('gerenderd') dat er een integere en authentieke versie van het object beschikbaar is.
Rendering draagt zorg voor een 'waarneembare' versie van digitaal materiaal.
Een voorbeeld kan zijn: het geïntegreerd aanbieden van objecten. en metadata in een viewer.
Het als open data beschikbaar stellen draagt bij aan hergebruik. Beschikbaar stellen van metadata is een noodzakelijke voorwaarde om beschrijvingen uit verschillende systemen aan elkaar te kunnen verbinden.
Open data wordt aangeboden via een open toegang en op een gestandaardiseerde manier.
Als er archief gedigitaliseerd of via een microfiche beschikbaar is, wordt de papierenmanifestatie in principe niet ter inzage gegeven.
Mensen of systemen moeten kunnen verwijzen naar informatie in kernregistraties.
Een verwijzing moet systeem- en platformonafhankelijk in stand blijven. Een uniform resource identifier of persistent identifier of een global unique identifier zijn voorbeelden van persistente identificering.
Het is mogelijk om elementen uit collecties semantisch aan elkaar te relateren, en ook technisch aan elkaar te verbinden zodat ze in samenhang gepresenteerd kunnen worden.
Van silo's naar lagen.
Metadataschema's, standaarden, (uitwisselings) protocollen, kern registraties, persistent identifiers en linked (open) data zijn onderkend en worden toegepast om verbinding mogelijk te maken.
Voor het beheren en beschikbaar stellen van de digitale rijkscollectie wordt gebruik gemaakt van een generieke voorziening.
De digitale rijkscollectie is integraal doorzoekbaar via de toepassing van generieke bouwblokken.
Voorbeelden van generieke bouwblokken zijn een e-Depot, een collectiebeheersysteem en webcomponenten.
Archiefinstellingen stimuleren het leggen van verbindingen tussen hun archiefcollectie en andere vormen van cultureel erfgoed. Het leggen van verbindingen draagt bij aan een geïntegreerde benadering van cultureel erfgoed.
Eindgebruikers kunnen een actieve rol spelen bij bijvoorbeeld het beschrijven van en het leggen van verbindingen tussen objecten van cultureel erfgoed.
Door het bieden van de mogelijkheid tot verrijken door eindgebruikers, kunnen archiefinstellingen (en weer eind-/ hergebruikers} deze kennis benutten.
Het verrijken van archiefcollecties draagt bij tot nadere toegankelijkheid.
Dit is een uitgave van het Nationaal Archief in samenwerking met de regionaal historische centra.
Illustraties & vormgeving: Denkschets.nl
Tekst op de website is ontleent aan de 1e druk, juni 2017
De regionaal historische centra en het Nationaal Archief hebben samen een model architectuur rijks archiefinstellingen ontwikkeld. Deze beschrijft een gedeelde visie en ook de organisatie, processen, applicaties, informatie, infrastructuur en beveiliging die nodig zijn om deze visie te bereiken. De MARA is daarmee een consolidatie van inzichten en uitgangspunten die op verschillende plaatsen in de organisaties zijn opgedaan.