Uitleveringsdossiers verdachte personen, 1813-1876

Bent u op zoek naar uitleveringsdossiers van verdachte personen in de periode 1813-1876 in het archief van het ministerie van Justitie? Maak dan gebruik van deze zoekhulp.

Alles uitklappen

In het archief Justitie 1813-1876 (2.09.01) bevinden zich in de inventarisnummers 5486-5525 uitleveringsdossiers van verdachte personen. In de dossiers vindt u de correspondentie tussen de betrokken autoriteiten over het uitleveringsverzoek. Het gaat zowel om personen die Nederland uitleverde aan andere landen, als om personen waarbij Nederland een uitleveringsverzoek deed bij een ander land. Deze correspondentie bevat in ieder geval de volgende informatie:

  • Naam en voornamen van de verdachte (géén geboortedatum)
  • De reden van het uitleveringsverzoek
  • Welk onderzoek werd verricht en het resultaat daarvan

Met behulp van de index 'Justitie: Uitleveringsdossiers verdachte personen' kunt u het door u gezochte uitleveringsdossier opzoeken.

U kunt scans bestellen of de dossiers reserveren om in de studiezaal te bekijken.

Scans bestellen

Wanneer u een scan wilt bestellen, klikt u eerst op het zoekresultaat. Op de volgende pagina ziet u de naam van de gevonden persoon en de bronverwijzing. Noteer het nummer tussen haakjes achter het inventarisnummer, dit is het dossiernummer.  Vervolgens klikt u op de knop 'Bestel scans'. Geef in het specificatieveld aan welk dossiernummer u wilt laten scannen.

Reserveren

Noteer eerst de dossiernummer die tussen haakjes in de bronverwijzing is opgenomen. Vervolgens klikt u op de link achter het woord bronverwijzing. Het inventarisnummer dat u wilt reserveren is geel gemarkeerd. Als u daarop klikt kunt u het stuk reserveren voor inzage in de studiezaal. In de studiezaal vindt u met behulp van het genoteerde nummer (tussen haakjes) het door u gezochte stuk.

De voorwaarden voor internationale uitlevering van personen die van een misdrijf werden verdacht, legde het ministerie van Buitenlandse Zaken in uitleveringsverdragen vast. De autoriteiten van een verdragsland deden een verzoek tot uitlevering van een verdachte aan de minister van Buitenlandse Zaken. De behandeling van zo’n verzoek was vervolgens een taak van het ministerie van Justitie, dat een onderzoek instelde. Het kwam ook voor dat de Nederlandse autoriteiten een verzoek tot uitlevering van een verdachte deden aan de autoriteiten van een ander land.