In de zeventiende eeuw groeide de bevolking in Nederland enorm. Er was daarom meer voedsel en dus meer landbouwgrond nodig. Met name in het noorden van het gewest Holland was de behoefte aan land groot. Om land te winnen besloot een aantal mensen, met toestemming van de staat, de Beemster droog te leggen. De Beemster is in die tijd een groot meer in Noord-Holland met een oppervlakte van 40 vierkante kilometer. Het meer wordt drooggemalen met molens. Zo ontstaat er vruchtbare landbouwgrond. Op 29 mei 1612 is het werk voltooid. De Beemster is droog. Maar loopt toch weer onder. Het duurt nog lange tijd voordat het gebied voor landbouw gebruikt kan worden.
Waterbouwkundige Jan Adriaensz. Leeghwater heeft de leiding in deze onderneming. Met 47 vernuftig ontworpen windmolens pompt hij het meer leeg. Vervolgens besteedt hij veel aandacht aan de beplanting en bebouwing van de grond.
De Beemster is een goed voorbeeld van de geplande landinrichting waar Nederland nog steeds om bekend staat. In navolging van de Beemster zijn in Nederland veel binnenmeren ingepolderd. Het resultaat, een rechthoekige lappendeken, is typerend voor het Nederlandse landschap. Op google earth is de vorm van het oorspronkelijk meer nog steeds te herkennen.
Onderstaande gegevens zijn nodig om de archiefstukken op te vragen in het Nationaal Archief. Gedigitaliseerde stukken kunnen in hoge kwaliteit gedownload worden.
Kaart Beemster onbedijkt (1608)
Inventaris van de verzameling binnenlandse kaarten Hingman, ca. 1500-1813 (ca. 1870).
4.VTH, inventarisnummer 2598.
Kaart Beemster ingepolderd (1617)
Inventaris van de collectie kaarten, prenten en boekwerken verzameld door het echtpaar Hans en Eva Kok, ca. 1350-2023.
4.HEK, inventarisnummer MB106 pagina 48.
Kaart Beemster ingepolderd (1769)
Inventaris van de verzameling binnenlandse kaarten Hingman, ca. 1500-1813 (ca. 1870).
4.VTH, inventarisnummer 2601A.