In 1634 verovert de West-Indische Compagnie (WIC) Curaçao op de Spanjaarden. Met deze natuurlijke haven heeft de WIC eindelijk een goed steunpunt voor de kaapvaart in het Caribische gebied. De haven ligt gunstig voor de handel met de Spaanse koloniën. Enkele jaren later wordt Curaçao een belangrijk depot van de handel in tot slaaf gemaakten.
Als snel wordt de Republiek een van de belangrijkste slavenleveranciers. Na de verovering van Elmina aan de West-Afrikaanse kust in 1637 worden daarvandaan de meeste mensen als slaaf naar Curaçao verscheept. Velen van hen worden verkocht aan de Spaanse koloniën. De WIC verscheept van 1621 tot 1730 ongeveer 273.000 tot slaaf gemaakten. Alleen al in Curaçao worden meer dan 100.000 van deze mensen verhandeld.
Archief van de Oude West-Indische Compagnie, 1.05.01.01, inventarisnummer 50
