De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de antwoorden op de Kamervragen over de nieuwe Archiefwet aangeboden aan de Tweede Kamer. Deze nota naar aanleiding van het nader verslag is mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) overhandigd. Daarnaast wil de staatssecretaris van OCW de wet op 1 januari 2026 in laten gaan. Samen met het nieuwe Archiefbesluit en de Archiefregeling.
De nota naar aanleiding van het nader verslag beantwoordt de vragen van 10 oktober 2023 van de vaste commissie voor OCW over het wetsvoorstel voor de nieuwe Archiefwet. Ook is een tweede nota van wijziging bijgevoegd. Met daarin een aantal verbeteringen op het wetsvoorstel.
Van 1 januari 2025 naar 1 januari 2026
De Archiefwet 20XX gaat een jaar later in. Dit heeft een aantal redenen.
- Er is meer tijd nodig voor verdere Kamerbehandeling van het wetsvoorstel.
- Een vaste datum over de inwerkingtreding van het wetsvoorstel is van groot belang voor de regionale historische centra.
- De zorgvuldige verwerking van de reacties op de concepten van het Archiefbesluit en de Archiefregeling kosten tijd.
- De uitvoerbaarheidstoetsen modernisering Archiefwet en de adviesaanvragen zijn nog in volle gang.
Uitvoerbaarheidstoets modernisering Archiefwet
OCW heeft de uitvoerbaarheidstoetsen modernisering Archiefwet ingevoerd om te blijven werken aan een kwalitatief goed Archiefbesluit en een goede Archiefregeling. Omdat het Nationaal Archief dat belangrijk vindt, nemen we deel aan deze toets. Dat doen we met interne workshops. Door deze aanpak zijn we goed voorbereid op de veranderingen die de nieuwe wet met zich meebrengt. Ook andere instanties zoals gemeenten en provincies doen mee aan de uitvoerbaarheidstoets. Afelonne Doek, de algemene rijksarchivaris, komt nog met een apart advies over het Archiefbesluit en de Archiefregeling. De Autoriteit Persoonsgegevens is ook om advies gevraagd.
Hoe nu verder?
Het is nu aan de vaste commissie voor OCW om te bepalen wat de volgende stap wordt in de behandeling van het wetsvoorstel. Op 18 april is de eerstvolgende procedurevergadering.
Na de schriftelijke voorbereiding volgt de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer. Als het wetsvoorstel is aangenomen, gaat het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer. In de Eerste Kamer wordt het wetsvoorstel eerst behandeld in een gespecialiseerde commissie, net als in de Tweede Kamer.