In 1751 vertrekt het schip van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) Geldermalsen vanuit Canton in China naar Nederland. Aan boord bevindt zich een rijke lading ter waarde van ongeveer 700.000 gulden. Naast thee, linnen en zijden stoffen bevat die lading ook 203 kisten met porselein. In de kisten zitten 171 complete serviezen en veel los serviesgoed zoals thee- en koffiekopjes, theepotten, melkkannen, borden, schalen en spuwpotjes. Het schip had ook goud aan boord ter waarde van 68.000 gulden.
Door een fout van de schipper loopt het schip op 3 januari 1752 op een rif in de Riouw-archipel in de Zuid-Chinese zee. Het water stijgt snel en diezelfde nacht zinkt het schip. Zeker 80 opvarenden komen daarbij om het leven. Een aantal opvarenden weet in een sloep Batavia te bereiken. Zij worden ondervraagd, want ze zouden het goud kunnen hebben meegenomen? Van dit verhoor is een verslag gemaakt. Dit “Relaas van derde waak Christoffel van Dijk en bootsman Urbanus Urbani” is als bijlage bij een brief van gouverneur-generaal en raden van Indië aan de Heren XVII gestuurd en gedateerd 18 januari 175
Op 3 januari 1752 bevindt het schip zich vlak boven de evenaar. Om half vier komt schipper Morel uit zijn kajuit en vraagt aan derde waak Christoffel van Dijk naar de positie van het Ruige Eiland. Op het antwoord dat dit zich ten noordwesten van de Geldermalsen bevindt, geeft Morel opdracht om een zuidelijke koers te varen.
Tegen de avond klimmen een derde waak en twee cadetten naar boven “om na land uyt te sien, dog sulx niet ontdekt hebbende”.
Een uur later, tegen zeven uur, ziet bootsman Urbanus Urbani plotseling branding en hij roept “het roer stuurboord aan boord te draayen, dog daar meede was nauwlyks begonnen of men bevond dat het schip reets vastsat, ontwaarende dus te laat, tot hunne uyterste verslaagenheid, dat sij voorseide droogte nog niet gepasseerd waaren”.
Het lukt om het schip vlot te krijgen.
Door een verkeerde manoeuvre op bevel van Morel raakt het voor de tweede keer vast op de klippen met als gevolg dat “door ’t sterk stooten de groote steng nederviel, het roer uijt de vingerlingen raakte, de roerpen aan stukken brak en het schip in een moment 14 voeten waater inkreeg”.
Met behulp van alle pompen lukt het opnieuw om het schip vlot te krijgen. Dan wordt het anker uitgegooid, maar het touw hiervan breekt. Men gooit nu het tuianker uit, “waarvoor het schip ter diepte van 25 vadems water is blyven leggen”.
“Eenige van het volk zijn overboord gesprongen en geswommen naar de boot en schuit.”
De volgende dag is van de Geldermalsen niets meer te zien
“Naast het verlies van alle koopwaar voor het vaderlant (ter waarde van fl 714.963 is er ook fl 68.000 aan goud (bestemd) voor India ten gronde gegaan.
In 1985 wordt de Geldermalsen teruggevonden en wordt een groot deel van de lading geborgen (inclusief het goud). De geruchtmakende veiling van het porselein bij veilinghuis Christie’s in Amsterdam levert ruim 37 miljoen gulden op.
Archief van de Nederlandse factorij te Canton, 1.04.20, inventarisnummer 316