Halverwege de zestiende eeuw trok een van de eerste Nederlandse geografen, Jacob van Deventer, door de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden om meer dan 250 steden in kaart te brengen. Filips II, koning van Spanje en vorst van de Nederlanden, was zijn opdrachtgever. Vanwege zijn strijd tegen de opstandelingen in de Nederlanden wilde hij de verdedigingswerken van deze steden leren kennen. Daarom schonk Van Deventer bij het maken van zijn plattegronden veel aandacht aan de strategische bouwwerken van de steden.
Door deze opdracht kwam de eerste verzameling systematisch in kaart gebrachte steden van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden tot stand. Geen enkel ander land beschikt over zo’n vroege en grote verzameling stadsplattegronden.
Zo kwam Van Deventer ook bij Den Haag, de plaats die hier is afgebeeld. Den Haag bestond in die tijd uit twee kernen, een boerennederzetting en het grafelijke hof. De geograaf trof echter geen grachten, stadswallen, muren, torens en bolwerken in Den Haag aan, in tegenstelling tot in veel andere steden. De ‘open vlek Die Haghe’ zou pas later, in de jaren 1613-1619, een verdedigingsgordel krijgen van singels en vestingmuren. Wel kon Van Deventer enkele poorten weergeven. Ook tekende hij kerken en kapellen, kloosters, liefdadigheidsinstellingen en adellijke huizen.
Op zijn kaarten liet Van Deventer de straten wit, de wegen buiten de nederzetting maakte hij bruin en de huizenblokken licht karmijn, paarsachtig rood. Daarbuiten is het land lichtgroen; het werd donkergroen gekleurd als het laag gelegen land betrof.
Plattegronden en kaarten naar of van Jacob van Deventer. 4.DEF, inventarisnummer 1.7